the Fourth Week of Advent
Click here to learn more!
Bible Commentaries
Dächsel Bijbelverklaring Dächsel Bijbelverklaring
Hannah's Prayer; Samuel's Birth and Dedication.Hoofdstuk 2
Hannah's Song; Eli's Wicked Sons Rebuked.Hoofdstuk 3
God Calls Samuel; Prophecy Against Eli's House.Hoofdstuk 4
Ark Captured by Philistines; Eli's Death.Hoofdstuk 5
Ark Brings Plagues Upon the Philistines.Hoofdstuk 6
Ark Returned to Israel With Offerings.Hoofdstuk 7
Samuel Judges Israel; Philistines Subdued.Hoofdstuk 8
Israel Demands a King; Samuel's Warning.Hoofdstuk 9
Saul Chosen as Israel's First King.Hoofdstuk 10
Saul Anointed by Samuel; Publically Chosen King.Hoofdstuk 11
Saul Defeats Ammonites; Confirmed as King.Hoofdstuk 12
Samuel's Farewell Speech and Warning to Israel.Hoofdstuk 13
Saul's Unlawful Sacrifice; Philistines Threaten Israel.Hoofdstuk 14
Jonathan's Victory; Saul's Rash Oath.Hoofdstuk 15
Saul's Disobedience; Rejected as King by God.Hoofdstuk 16
David Anointed as King; Serves Saul.Hoofdstuk 17
David Defeats Goliath With God's Help.Hoofdstuk 18
David's Success; Saul's Jealousy Grows.Hoofdstuk 19
Saul Tries to Kill David; David Flees.Hoofdstuk 20
David and Jonathan's Covenant of Friendship.Hoofdstuk 21
David's Flight to Nob; Eats Consecrated Bread.Hoofdstuk 22
Saul Kills Priests at Nob; David Gathers Followers.Hoofdstuk 23
David Saves Keilah; Saul Continues Pursuit.Hoofdstuk 24
David Spares Saul in the Cave.Hoofdstuk 25
David and Abigail; Nabal's Death.Hoofdstuk 26
David Spares Saul Again; Takes His Spear.Hoofdstuk 27
David Flees to Philistia, Lives in Ziklag.Hoofdstuk 28
Saul Consults the Witch of Endor.Hoofdstuk 29
Philistines Reject David's Participation in Battle.Hoofdstuk 30
David Rescues Families From Amalekites.Hoofdstuk 31
Saul and His Sons Die in Battle.
- 1 Samuel
by Karl August Dächsel
De beide boeken van Samuël vormen oorspronkelijk in de Hebreeuwse handschriften ngeheel en worden daarom niet gescheiden in een eerste en een tweede boek.
De verdeling in twee boeken is van veel later datum.
In de Septuaginta is dit het eerstgebeurd, in de Vulgata is dit voortgezet en eindelijk in de 16de eeuw heeft men dit ookgedaan in de Hebreeuwse handschriften.
Heeft men echter in laatstgenoemde handschriften de benaming van de boeken van Samuëlbehouden, n in de Septuaginta n in de Vulgata heeft men die naam veranderd in die van"Boeken der Koninkrijken," terwijl men tevens die van de Koningen erbij telt en alzo spreektvan het eerste, het tweede, het derde en het vierde boek der Koninkrijken.
Men heeft dit gedaan, omdat in de boeken van Samuël de geschiedenis beschreven wordt vande koninkrijken van Saul en David en in de boeken der Koningen, die van Juda en Israël.
Behalve in de Roomse Vertalingen, die beide namen hebben, is in de overige vertalingen deoorspronkelijke naam behouden.
Deze boeken behelzen de geschiedenis van het Godsrijk onder Israël, van het einde van detijd van de richters tot op het einde van de regering van koning David.
Zij doen ons zien, hoe, na diep verval, de Heere God zijn volk weer bezoekt, omdat Samuëleen gehele hervorming teweegbrengt, en hoe Hij onder Saul, maar bovenal onder David, deman naar Zijn hart, Israël tot een ongekende bloei brengt, zowel op burgerlijk als opgodsdienstig gebied.
Het eerste boek laat zich zeer gemakkelijk verdelen in drie hoofddelen.
Het eerste deel (1-8)beschrijft ons de toestand van Israël onder de rechterlijke werkzaamheden van Samuël.
Hettweede deel (8-15) deelt ons mee, hoe Saul verkoren werd tot koning over Israël, vervolgensdiens daden en zijn verwerping vanwege zijn ongehoorzaamheid.
Het derde deel (16-31)bericht ons, hoe de Heere David tot koning, in Sauls plaats, laat zalven, vervolgens devoortdurende strijd tussen Saul en David en eindelijk de laatste strijd en de dood van Israëlseerste koning met en door de Filistijnen.
Het geheel doet ons zien, hoe het verband tussen de Heere en zijn volk nu meer bepaald wordtdoor de invoering van het koningschap, maar ook hoe de innerlijke betrekking blijft doorverdere ontwikkeling van de stand van de profeten, opdat Israël niet alleen een priesterlijkvolk, maar ook een koninklijk volk zou zijn en worden.