Bible Commentaries
Amos

Het Boek der Profetieën van Amos, een veehoeder uit Thekoa, in het rijk van Juda, bevatvoorspellingen en aankondigingen van strafgerichten, inzonderheid tegen het rijk der Tienstammen in verband met den kalverdienst te Bethel.

Door God, den Heere, geroepen en door Zijn Geest gedreven, heeft hij geleefd en gearbeid inde dagen van Uzzia, den koning van Juda en van Jerobeam II, den koning van Israël.

Hoogstwaarschijnlijk is de tijd zijner profetieën althans vast te stellen tussen de jaren 810-783v r Christus, dus nog v r het optreden van den Profeet Hosea.

Nauwkeurig is dit echter niet, dewijl de Profeet zelf wel spreekt van twee jaren v r deaardbeving, en wij wel weten dat die aardbeving onder Hosea heeft plaats gehad, maar nietprecies wanneer.

Hij trad op in een tijd, toen het Rijk van Israël op den hoogsten trap van bloei stond, maar ookde zonden hand over hand waren toegenomen, terwijl het volk van geen ondergang droomdeen voor geen verderf of verwoesting vreesde.

Het Boek laat zich verdelen in twee delen.

Het eerste deel (Hoofdstk. 1-6) bevat profetische redevoeringen, die niet alleen aan deomliggende volken, maar inzonderheid aan de zondaars te Samaria, het oordeel vanverwoesting en ballingschap verkondigen.

Het tweede deel (Hoofdstk. 7-9) behelst de aankondiging van straf, in onderscheidenegerichten, en eindigt met de verheerlijking der theokratie, die na het gericht in vollen luisterzal prijken.