Lectionary Calendar
Thursday, October 31st, 2024
the Week of Proper 25 / Ordinary 30
the Week of Proper 25 / Ordinary 30
advertisement
advertisement
advertisement
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!
Click here to learn more!
Bible Commentaries
Dächsel Bijbelverklaring Dächsel Bijbelverklaring
Auteursrechtverklaring
Deze bestanden zijn publiek domein en zijn een afgeleide van een elektronische editie die beschikbaar is op de website Bible Support.
Deze bestanden zijn publiek domein en zijn een afgeleide van een elektronische editie die beschikbaar is op de website Bible Support.
Bibliografische Informatie
Dächsel, Karl August. "Commentaar op Deuteronomy 28". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/commentaries/dut/dac/deuteronomy-28.html. 1862-80.
Dächsel, Karl August. "Commentaar op Deuteronomy 28". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/
Whole Bible (3)
Inleiding
Bijbelverkaring van Dchsel, DEUTERONOMIUM 28Deuteronomy 28:1.
BELOOFDE ZEGEN. GEDREIGDE VLOEK.
I. Deuteronomy 28:1-Deuteronomy 28:68. Om de betekenis van de zegen, die Israël van de Gerizîm, als ook van de vloek, die het op de Ebal moet uitroepen, onder het gehele volk nadrukkelijk in te prenten, ontvouwt Mozes hierop de zegen van de gehoorzaamheid aan de wet en de vloek van de wetsovertreding uitvoerig, en voegt daarbij de wetprediking, die de inhoud van zijn tweede rede uitmaakte (Deuteronomy 4:44-Deuteronomy 26:9) en nog een uiting over de beloften en dreigingen, bij de wet gevoegd (Exodus 20:5), volgens de strekking, hem door de Heere vroeger in de mond gelegd (Exodus 23:20-Exodus 23:33 Leviticus 26:3, ).
Inleiding
Bijbelverkaring van Dchsel, DEUTERONOMIUM 28Deuteronomy 28:1.
BELOOFDE ZEGEN. GEDREIGDE VLOEK.
I. Deuteronomy 28:1-Deuteronomy 28:68. Om de betekenis van de zegen, die Israël van de Gerizîm, als ook van de vloek, die het op de Ebal moet uitroepen, onder het gehele volk nadrukkelijk in te prenten, ontvouwt Mozes hierop de zegen van de gehoorzaamheid aan de wet en de vloek van de wetsovertreding uitvoerig, en voegt daarbij de wetprediking, die de inhoud van zijn tweede rede uitmaakte (Deuteronomy 4:44-Deuteronomy 26:9) en nog een uiting over de beloften en dreigingen, bij de wet gevoegd (Exodus 20:5), volgens de strekking, hem door de Heere vroeger in de mond gelegd (Exodus 23:20-Exodus 23:33 Leviticus 26:3, ).
Vers 1
1. En het zal geschieden, indien gij de stem van de HEERE, uw God, vlijtig zult gehoorzamen, waarnemende te doen al Zijn geboden, die ik u heden gebied, zo zal de HEERE, uw God, u, zoals ik u reeds vroeger (Deuteronomy 16:19) gezegd heb, hoog zetten boven alle volken van de aarde.Vers 1
1. En het zal geschieden, indien gij de stem van de HEERE, uw God, vlijtig zult gehoorzamen, waarnemende te doen al Zijn geboden, die ik u heden gebied, zo zal de HEERE, uw God, u, zoals ik u reeds vroeger (Deuteronomy 16:19) gezegd heb, hoog zetten boven alle volken van de aarde.Vers 2
2. En al deze zegeningen, die ik u hier uiteen zal zetten, zullen over u komen, en u aantreffen, 1)want bereid zijn zij reeds, en zij wachten maar om overvloedig over uuitgestort te kunnen worden, en dit zullen zij voorzeker, wanneer gij de stem van de HEERE, uws God, zult gehoorzaam zijn, onder dit beding en dan ook alleen, en om deze reden ben ik verplicht er herhaaldelijk op terug te komen (Deuteronomy 28:9,Deuteronomy 28:15).1) Hun werd beloofd, dat de Voorzienigheid Gods hen in al hun zaken voorspoedig zou maken. Deze zegeningen worden gezegd hen te zullen aantreffen (of zoals de Engelse vertaling geeft: hen te zullen overvallen). Dezen, welke God zijn genadige zegen waardig acht, zijn soms gereed, om de zegen als te ontvluchten, of ze af te wijzen en te denken, dat die niet voor hen is, wanneer ze in hun eigen onwaardigheid worden ingeleid. Doch de zegen van de Heere zal hen desalniettemin navolgen, vinden, en hen door Gods bijzondere gunst overvallen en in de schoot geworpen worden in tegenstelling van anderen die gretig, doch tevergeefs, daarnaar zoeken. Dus zal op de grote oordeelsdag de zegen de rechtvaardige overkomen, die zullen zeggen: Heere! wanneer, hebben wij u hongerig gezien, en gespijzigd? (Matthew 25:37)
Vers 2
2. En al deze zegeningen, die ik u hier uiteen zal zetten, zullen over u komen, en u aantreffen, 1)want bereid zijn zij reeds, en zij wachten maar om overvloedig over uuitgestort te kunnen worden, en dit zullen zij voorzeker, wanneer gij de stem van de HEERE, uws God, zult gehoorzaam zijn, onder dit beding en dan ook alleen, en om deze reden ben ik verplicht er herhaaldelijk op terug te komen (Deuteronomy 28:9,Deuteronomy 28:15).1) Hun werd beloofd, dat de Voorzienigheid Gods hen in al hun zaken voorspoedig zou maken. Deze zegeningen worden gezegd hen te zullen aantreffen (of zoals de Engelse vertaling geeft: hen te zullen overvallen). Dezen, welke God zijn genadige zegen waardig acht, zijn soms gereed, om de zegen als te ontvluchten, of ze af te wijzen en te denken, dat die niet voor hen is, wanneer ze in hun eigen onwaardigheid worden ingeleid. Doch de zegen van de Heere zal hen desalniettemin navolgen, vinden, en hen door Gods bijzondere gunst overvallen en in de schoot geworpen worden in tegenstelling van anderen die gretig, doch tevergeefs, daarnaar zoeken. Dus zal op de grote oordeelsdag de zegen de rechtvaardige overkomen, die zullen zeggen: Heere! wanneer, hebben wij u hongerig gezien, en gespijzigd? (Matthew 25:37)
Vers 3
3. Gezegend zult gij zijn in de stad, en gezegend zult gij zijn in het veld, waar gij u maar beweegt.Vers 3
3. Gezegend zult gij zijn in de stad, en gezegend zult gij zijn in het veld, waar gij u maar beweegt.Vers 4
4. Gezegend zal zijn de vrucht van uw buik, en de vrucht van uw land, en de vrucht van uw beesten, de voortzetting van uw koeien, en de kudden van uw klein vee, dus in uw gehele bezit.Deuteronomy 7:13, Exodus 23:26
Vers 4
4. Gezegend zal zijn de vrucht van uw buik, en de vrucht van uw land, en de vrucht van uw beesten, de voortzetting van uw koeien, en de kudden van uw klein vee, dus in uw gehele bezit.Deuteronomy 7:13, Exodus 23:26
Vers 5
5. Gezegend zal zijn uw korf, 1) en uw baktrog, zodat gij nimmer aan hongersnood ten prooi zult zijn. 1) In de korf werden de vruchten bewaard; in de baktrog de spijzen bereid.."Voorraadschuur." Het zou vermoeiend zijn alle nutteloze en spitsvindige Joodse verklaringen van deze zegeningen op te sommen. De Jeruzalemse Targum wil, dat met het woord "korf" de korf van de eerstelingen bedoeld wordt, maar ons oog moet verre van eenvoudig zijn, als wij zulke redeneringen begeren. Het is hier duidelijk genoeg voor de eenvoudige bijbellezer, dat n "korf" n "baktrog" benamingen van hetzelfde begrip, (d.i. een verzamelplaats) zijn. Met dezelfde uitleg-ziekte wordt het "in- en uitgaan" (zie Deuteronomy 28:6 ) in verband gebracht met het bezoeken van de synagoge of school..
Vers 5
5. Gezegend zal zijn uw korf, 1) en uw baktrog, zodat gij nimmer aan hongersnood ten prooi zult zijn. 1) In de korf werden de vruchten bewaard; in de baktrog de spijzen bereid.."Voorraadschuur." Het zou vermoeiend zijn alle nutteloze en spitsvindige Joodse verklaringen van deze zegeningen op te sommen. De Jeruzalemse Targum wil, dat met het woord "korf" de korf van de eerstelingen bedoeld wordt, maar ons oog moet verre van eenvoudig zijn, als wij zulke redeneringen begeren. Het is hier duidelijk genoeg voor de eenvoudige bijbellezer, dat n "korf" n "baktrog" benamingen van hetzelfde begrip, (d.i. een verzamelplaats) zijn. Met dezelfde uitleg-ziekte wordt het "in- en uitgaan" (zie Deuteronomy 28:6 ) in verband gebracht met het bezoeken van de synagoge of school..
Vers 6
6. Gezegend zult gij zijn in uw ingaan, gezegend zult gij zijn in uw uitgaan, in alles wat gij binnens- of buitenshuis onderneemt.Vers 6
6. Gezegend zult gij zijn in uw ingaan, gezegend zult gij zijn in uw uitgaan, in alles wat gij binnens- of buitenshuis onderneemt.Vers 7
7. De HEERE zal, als gij ten strijde uittrekt, geven uw vijanden, die tegen u opstaan, geslagen voor uw aangezicht, en hen geheel in uw macht overleveren; door n weg zullen zij, als een welgeordend leger, tot u uittrekken, maar door zeven, d.i. door vele, wegen zullen zij, in woeste vaart uiteenstuivend, voor uw aangezicht vluchten (Judges 7:21).Vers 7
7. De HEERE zal, als gij ten strijde uittrekt, geven uw vijanden, die tegen u opstaan, geslagen voor uw aangezicht, en hen geheel in uw macht overleveren; door n weg zullen zij, als een welgeordend leger, tot u uittrekken, maar door zeven, d.i. door vele, wegen zullen zij, in woeste vaart uiteenstuivend, voor uw aangezicht vluchten (Judges 7:21).Vers 8
8. De HEERE zal de zegen gebieden, dat Hij met u zij in uw schuren, en in alles, waaraan gij uw hand slaat, in al uw arbeid; en Hij zal u zegenen in het land, dat u de HEERE, uw God, geven zal.Vers 8
8. De HEERE zal de zegen gebieden, dat Hij met u zij in uw schuren, en in alles, waaraan gij uw hand slaat, in al uw arbeid; en Hij zal u zegenen in het land, dat u de HEERE, uw God, geven zal.Vers 9
9. De HEERE zal u, zoals hetgeen gij innerlijk zijn moet volgens uw roeping (Exodus 19:5), ook uiterlijk maken en Zichzelf tot een heilig volk bevestigen, zoals Hij gezworen heeft in uw vaderen, a) wanneer gij de geboden van de HEERE, uw God, zult houden en in zijn wegen wandelen.a) Genesis 22:6,
Vers 9
9. De HEERE zal u, zoals hetgeen gij innerlijk zijn moet volgens uw roeping (Exodus 19:5), ook uiterlijk maken en Zichzelf tot een heilig volk bevestigen, zoals Hij gezworen heeft in uw vaderen, a) wanneer gij de geboden van de HEERE, uw God, zult houden en in zijn wegen wandelen.a) Genesis 22:6,
Vers 10
10. En alle volken van de aarde zullen zien, aan datgene wat Hij van u maakt, tot prijs van Zijn heerlijkheid, dat de naam van de HEERE 1) over u genoemd is, dat gij werkelijk Zijn eigendomsvolk zijt, en zij zullen voor u, die onmiddellijk onder Zijn bescherming staat, vrezen.1) Onder de Naam van de Heere hebben wij ook hier te verstaan, de openbaring van Zijn heerlijk en heilig Wezen..
Vers 10
10. En alle volken van de aarde zullen zien, aan datgene wat Hij van u maakt, tot prijs van Zijn heerlijkheid, dat de naam van de HEERE 1) over u genoemd is, dat gij werkelijk Zijn eigendomsvolk zijt, en zij zullen voor u, die onmiddellijk onder Zijn bescherming staat, vrezen.1) Onder de Naam van de Heere hebben wij ook hier te verstaan, de openbaring van Zijn heerlijk en heilig Wezen..
Vers 11
11. En de HEERE zal u doen overvloeien aan goed, in de vrucht van uw buik, en in de vrucht van uw beesten, en in de vrucht van uw land, op het land, dat de HEERE uw vaderen gezworen heeft u te zullen geven.Vers 11
11. En de HEERE zal u doen overvloeien aan goed, in de vrucht van uw buik, en in de vrucht van uw beesten, en in de vrucht van uw land, op het land, dat de HEERE uw vaderen gezworen heeft u te zullen geven.Vers 12
12. De HEERE zal u, om u deze overvloed te verschaffen, opendoen zijn goede schat, de hemel, om aan uw land regen te geven te zijner tijd, a) en om te zegenen al het werk van uw hand, uw landbouw. En gij zult, door de groteovervloed van alle tijdelijke goederen, aan vele volken lenen, b)maar gij zult niet ontlenen. a)Deuteronomy 11:14 b) Deuteronomy 15:6In het Hebreeën hjml alw hleml (Lema'elah welo lemattah). LXX epanw kai ouk upokatw, d.i. er bovenop en niet naar beneden. Dit is duidelijk. Het tweede lid van Deuteronomy 28:13 is verklaring of bevestiging van het eerste lid. De Heere belooft hier dat als Israël Zijn geboden en instellingen zal onderhouden het steeds meer in aanzien zal komen, steeds meer er bovenop zal komen en niet achteruitgaan..
Vers 12
12. De HEERE zal u, om u deze overvloed te verschaffen, opendoen zijn goede schat, de hemel, om aan uw land regen te geven te zijner tijd, a) en om te zegenen al het werk van uw hand, uw landbouw. En gij zult, door de groteovervloed van alle tijdelijke goederen, aan vele volken lenen, b)maar gij zult niet ontlenen. a)Deuteronomy 11:14 b) Deuteronomy 15:6In het Hebreeën hjml alw hleml (Lema'elah welo lemattah). LXX epanw kai ouk upokatw, d.i. er bovenop en niet naar beneden. Dit is duidelijk. Het tweede lid van Deuteronomy 28:13 is verklaring of bevestiging van het eerste lid. De Heere belooft hier dat als Israël Zijn geboden en instellingen zal onderhouden het steeds meer in aanzien zal komen, steeds meer er bovenop zal komen en niet achteruitgaan..
Vers 13
13. En de HEERE zal u tot een hoofd maken, en niet tot een staart, gij zult in de rij van de volken de eerste, niet de laatste zijn, a) en gij zult alleen boven zijn, en niet onder 1) zijn, wanneer gij horen zult naar de geboden van de HEERE, uw God, die ik u heden gebied te houden en te doen.a) Isaiah 9:14,
1) Het is geen vloek zonder, of om een geringe oorzaak. God zoekt geen twist tegen ons, want hoedanige eer zou Hij toch verkrijgen door te willen twisten met een gedreven blad en een droge stoppel?.
De beste adel is van boven. Kon Israël misschien niet in de oudheid met de overige volken wedijveren, welnu, de Heere, de God der eeuwen gaat een verbond met hen aan, en laat hun vrijelijk meedelen in het Zijne. En zodra de Israëlieten ook van hun kant het verbond ongeschonden bewaarden, is hun adel de voornaamste geweest, hebben zij boven de volkeren gezweefd, omdat die adel zijn oorsprong in God had..
Vers 13
13. En de HEERE zal u tot een hoofd maken, en niet tot een staart, gij zult in de rij van de volken de eerste, niet de laatste zijn, a) en gij zult alleen boven zijn, en niet onder 1) zijn, wanneer gij horen zult naar de geboden van de HEERE, uw God, die ik u heden gebied te houden en te doen.a) Isaiah 9:14,
1) Het is geen vloek zonder, of om een geringe oorzaak. God zoekt geen twist tegen ons, want hoedanige eer zou Hij toch verkrijgen door te willen twisten met een gedreven blad en een droge stoppel?.
De beste adel is van boven. Kon Israël misschien niet in de oudheid met de overige volken wedijveren, welnu, de Heere, de God der eeuwen gaat een verbond met hen aan, en laat hun vrijelijk meedelen in het Zijne. En zodra de Israëlieten ook van hun kant het verbond ongeschonden bewaarden, is hun adel de voornaamste geweest, hebben zij boven de volkeren gezweefd, omdat die adel zijn oorsprong in God had..
Vers 14
14. En gij niet afwijken zult van al de woorden, die ik u heden gebied ter rechter- of ter linkerhand, a) en vooral niet wijkt van het hoofd- en grondgebod, dat gij andere goden nawandelt, om hen te dienen. b)a)Deuteronomy 5:32; Deuteronomy 17:11 b) Deuteronomy 6:14; Deuteronomy 11:28
De gehele weeklacht, namelijk de zo in het oog vallende macht en bloei van het heidendom in vergelijking met het geringe aantal aanbidders van de Heere, die nog niet eens een enkel van alle landen op aarde het hunne konden noemen, schijnt zeker een sprekend tegenbewijs te zijn van alles, wat Mozes hier zegt; maar de wetgeving van het Oude Verbond moet de wonderbaarlijke zekerheid, waaruit zij ontsproten en waardoor zij gedragen is, dat er in de gemeenschap met de heilige God leven en kracht, maar daarbuiten slechts ondergang en dood is, niet minder ook nog aan haar einde, ja, daar nog wel het sterkst uitdrukken en (het volk) inprenten..
De zegen wordt hier wederom v r de vloek gesteld; "het is het Evangelie van het Oude Verbond, dat ons onder het beeld van aardse zegen, de hemelse zegen, belooft.
Vers 14
14. En gij niet afwijken zult van al de woorden, die ik u heden gebied ter rechter- of ter linkerhand, a) en vooral niet wijkt van het hoofd- en grondgebod, dat gij andere goden nawandelt, om hen te dienen. b)a)Deuteronomy 5:32; Deuteronomy 17:11 b) Deuteronomy 6:14; Deuteronomy 11:28
De gehele weeklacht, namelijk de zo in het oog vallende macht en bloei van het heidendom in vergelijking met het geringe aantal aanbidders van de Heere, die nog niet eens een enkel van alle landen op aarde het hunne konden noemen, schijnt zeker een sprekend tegenbewijs te zijn van alles, wat Mozes hier zegt; maar de wetgeving van het Oude Verbond moet de wonderbaarlijke zekerheid, waaruit zij ontsproten en waardoor zij gedragen is, dat er in de gemeenschap met de heilige God leven en kracht, maar daarbuiten slechts ondergang en dood is, niet minder ook nog aan haar einde, ja, daar nog wel het sterkst uitdrukken en (het volk) inprenten..
De zegen wordt hier wederom v r de vloek gesteld; "het is het Evangelie van het Oude Verbond, dat ons onder het beeld van aardse zegen, de hemelse zegen, belooft.
Vers 15
15. Daarentegen zal het geschieden, indien gij de stem van de HEERE, uw God, a) niet zult gehoorzaam zijn, om waar te nemen, dat gij doet al zijn geboden en zijninzstellingen, die ik heden gebied; zo zullen al deze vloeken over u komen en u treffen, 1) zodat juist het tegendeel plaatsvindt van de zegeningen, die ik u opgenoemd heb.a) Leviticus 26:14 Klaagliederen2:17 Daniël9:11,13 Malachi 2:2
De mondige mens wordt hier een grondregel gegeven in Deuteronomy 28:2 en Deuteronomy 28:15, waardoor hij zichzelf oordeelt en veroordeelt. "Het is de horoscoop voor tijd en eeuwigheid."
Wat wil men nog meer weten van deze goddelijke openbaring? "O mens, gij bekommert u om de toekomst, gij ondervraagt gesternte en kalender; stel u dit hoofdstuk voor ogen; het zal u geluk en zegen geven, als gij God gehoorzaamt, en in tegenovergesteld geval, ongeluk en vloek.".
Zoals van de zegeningen gesproken wordt, dat zij de mens zullen overkomen en treffen, zo wordt dit ook van de vloek gezegd. Zegen en vloek staan vlak tegenover elkaar..
Vers 15
15. Daarentegen zal het geschieden, indien gij de stem van de HEERE, uw God, a) niet zult gehoorzaam zijn, om waar te nemen, dat gij doet al zijn geboden en zijninzstellingen, die ik heden gebied; zo zullen al deze vloeken over u komen en u treffen, 1) zodat juist het tegendeel plaatsvindt van de zegeningen, die ik u opgenoemd heb.a) Leviticus 26:14 Klaagliederen2:17 Daniël9:11,13 Malachi 2:2
De mondige mens wordt hier een grondregel gegeven in Deuteronomy 28:2 en Deuteronomy 28:15, waardoor hij zichzelf oordeelt en veroordeelt. "Het is de horoscoop voor tijd en eeuwigheid."
Wat wil men nog meer weten van deze goddelijke openbaring? "O mens, gij bekommert u om de toekomst, gij ondervraagt gesternte en kalender; stel u dit hoofdstuk voor ogen; het zal u geluk en zegen geven, als gij God gehoorzaamt, en in tegenovergesteld geval, ongeluk en vloek.".
Zoals van de zegeningen gesproken wordt, dat zij de mens zullen overkomen en treffen, zo wordt dit ook van de vloek gezegd. Zegen en vloek staan vlak tegenover elkaar..
Vers 16
16. Vervloekt zult gij zijn in de stad, en vervloekt zult gij zijn in het veld.Vers 16
16. Vervloekt zult gij zijn in de stad, en vervloekt zult gij zijn in het veld.Vers 17
17. Vervloekt zal zijn uw korf, voorraadschuur en uw baktrog.Vers 17
17. Vervloekt zal zijn uw korf, voorraadschuur en uw baktrog.Vers 18
18. Vervloekt zal zijn de vrucht van uw buik en de vrucht van uw land, de voortzetting van uw koeien, en de kudden van uw klein vee.Vers 18
18. Vervloekt zal zijn de vrucht van uw buik en de vrucht van uw land, de voortzetting van uw koeien, en de kudden van uw klein vee.Vers 19
19. Vervloekt zult gij zijn in uw ingaan, en vervloekt zult gij zijn in uw uitgaan.Vers 19
19. Vervloekt zult gij zijn in uw ingaan, en vervloekt zult gij zijn in uw uitgaan.Vers 20
20. De HEERE zal, in plaats dat zegen en eendracht onder u zij (Deuteronomy 28:8), onder u zenden de vloek, de verstoring en het verderf, in alles, waaraan gij uw hand slaat, dat gij doen zult, totdat gij verdelgd wordt, en totdat gij haastig omkomt, vanwege de boosheid van uw werken, waarmee gij Mij verlaten hebt.Na de inleiding in Deuteronomy 28:15 welke aan die in Deuteronomy 28:1, Deuteronomy 28:2 beantwoordt, stelt Mozes tegenover de zegenbeloften (Deuteronomy 28:4-Deuteronomy 28:8) vloekbedreigingen, die evenals die, zo veel omvattend mogelijk zijn en waar het niets minder geldt dan de volkomen uitbetaling van de zondebetaling. Nu weet Mozes evenwel, in de verlichting van de Heilige Geest, zo goed als wij, dat de betaling van de zonde de dood is; maar diens voorlopers zijn een talloze menigte van lichamelijke smarten en noodlottige ziekten. Een heel leger van dezen wordt in het volgende over Israël bezworen, in toenemende uitgebreidheid en vreselijkheid. Evenwel heeft Mozes niet opnieuw, zoals in Leviticus 26:14, te doen met de ongehoorzaamheid en weerstrevigheid van het volk in haar trapsgewijs voortschrijden, maar hij heeft de afval in het algemeen meer in het oog, en stelt daarom niet plaag na plaag met trapsgewijze opklimming voor ogen, maar veeleer vat hij alle plagen in n bundel samen. Uit deze bundel neemt hij, als uit een pijlkoker, zijn pijlen en werpt die in vijfvoudige aanval (Deuteronomy 28:21-Deuteronomy 28:26; Deuteronomy 28:27-Deuteronomy 28:34; Deuteronomy 28:35-Deuteronomy 28:45; Deuteronomy 28:46-Deuteronomy 28:57; Deuteronomy 28:58-Deuteronomy 28:68) naar Israël. Al de zware bezoekingen, die de latere geschiedenis ons verhaalt, dat f in de oudheid, f in de middeleeuwen dit volk getroffen hebben, ja, zelfs hun huidige verhouding onder de volkeren, alles is in dit hoofdstuk voorzien en voorzegd. Dit hoofdstuk is, zoals Luther terecht zegt, evenzeer het langste als het gemakkelijkste; er is niet veel uit te leggen, waar de geschiedenis zelf uitlegger geworden is..
Vers 20
20. De HEERE zal, in plaats dat zegen en eendracht onder u zij (Deuteronomy 28:8), onder u zenden de vloek, de verstoring en het verderf, in alles, waaraan gij uw hand slaat, dat gij doen zult, totdat gij verdelgd wordt, en totdat gij haastig omkomt, vanwege de boosheid van uw werken, waarmee gij Mij verlaten hebt.Na de inleiding in Deuteronomy 28:15 welke aan die in Deuteronomy 28:1, Deuteronomy 28:2 beantwoordt, stelt Mozes tegenover de zegenbeloften (Deuteronomy 28:4-Deuteronomy 28:8) vloekbedreigingen, die evenals die, zo veel omvattend mogelijk zijn en waar het niets minder geldt dan de volkomen uitbetaling van de zondebetaling. Nu weet Mozes evenwel, in de verlichting van de Heilige Geest, zo goed als wij, dat de betaling van de zonde de dood is; maar diens voorlopers zijn een talloze menigte van lichamelijke smarten en noodlottige ziekten. Een heel leger van dezen wordt in het volgende over Israël bezworen, in toenemende uitgebreidheid en vreselijkheid. Evenwel heeft Mozes niet opnieuw, zoals in Leviticus 26:14, te doen met de ongehoorzaamheid en weerstrevigheid van het volk in haar trapsgewijs voortschrijden, maar hij heeft de afval in het algemeen meer in het oog, en stelt daarom niet plaag na plaag met trapsgewijze opklimming voor ogen, maar veeleer vat hij alle plagen in n bundel samen. Uit deze bundel neemt hij, als uit een pijlkoker, zijn pijlen en werpt die in vijfvoudige aanval (Deuteronomy 28:21-Deuteronomy 28:26; Deuteronomy 28:27-Deuteronomy 28:34; Deuteronomy 28:35-Deuteronomy 28:45; Deuteronomy 28:46-Deuteronomy 28:57; Deuteronomy 28:58-Deuteronomy 28:68) naar Israël. Al de zware bezoekingen, die de latere geschiedenis ons verhaalt, dat f in de oudheid, f in de middeleeuwen dit volk getroffen hebben, ja, zelfs hun huidige verhouding onder de volkeren, alles is in dit hoofdstuk voorzien en voorzegd. Dit hoofdstuk is, zoals Luther terecht zegt, evenzeer het langste als het gemakkelijkste; er is niet veel uit te leggen, waar de geschiedenis zelf uitlegger geworden is..
Vers 21
21. De HEERE zal u de pest 1) doen aankleven, totdat Hij u verdoe van het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven.1) De pest (Hebreeuws deber, d.i. verderving) is een, in Egypte inheemse ziekte, die zich onder zekere omstandigheden, ook over andere landen, nl. Palestina en Syrië verbreidt, en voor deze daarom epidemisch (aanstekend) wordt, en zijn grond vindt in een door Miasma (aanstekingsstof in de lucht) ontstane vergiftiging van het bloed. Prner in zijn geschrift "ziekten van het Oosten" kenschetst haar als een kwaal, wiens wet het is, geen regel te hebben, en dat reeds in gewoon spraakgebruik de gepersonifieerde trouweloosheid, doortraptheid en boosaardigheid betekent. Hij onderscheidt twee hoofdsoorten; de ene lijkt in haar loop op de boosaardige koorts; de andere op de typhus. Als een algehele verstoring van de lichaamskracht kondigt zich de pest al dadelijk aan door een met hevige koorts verbonden zwakte, neergedruktheid en onuitsprekelijke angst. Op een lichte huivering volgt hevige hoofdpijn aan het voorhoofd, inwendig brandende hitte, duizeligheid, zucht tot slapen of gehele slapeloosheid, beklemming van de borst, toenemende onpasselijkheid, vervolgens een eerst slijmig, dan zwart, gallig, dikwijls bloederig, braken met hevig wringen gepaard, buikloop, pijn in de rug en de ledematen. De ogen, eerst glanzend en vochtig, worden star, dof en in de hoeken met bloed belopen. Het gehoor en de tong wordt zwaar, de verdoving klimt; stille deliriën (tekenen van waanzin) en trekkingen worden waargenomen; het gelaat is jammerlijk verdraaid. De dood komt meestal snel, binnen 24 uur. Wanneer echter het gestel van de zieke de eerste schok weerstaat, dan komen gewoonlijk op de derde dag de pestbuilen te voorschijn, een of meer in getal, en de karbonkels of pestblazen op verscheidene uitwendige delen en later dikwijls nog brandzweren op schouders, schenkels, rug, hals en dijen. Bij het verschijnen van de pestzweren, en het wijken van de koorts ten gevolge van een kritisch (beslissend) zweten op de derde dag, bestaat er hoop op genezing; als namelijk de pestzweren niet wegtrekken of brandig worden, maar doorbreken en etteren (2 Koningen. 20:1, Isaiah 38:9, ). Zonder pestbuilen geneest niemand; maar zelfs, als zij niet kwaadaardig zijn, is de zieke gedurende 40 dagen niet buiten gevaar. Na het eerste uitbreken van de ziekte is besmetting en dood bijna in n ogenblik; later heeft de zieke gewoonlijk nog drie dagen; langzamerhand begint nu de sterkte van de smetstof te minderen en meerdere zieken komen ervan op..
Vers 21
21. De HEERE zal u de pest 1) doen aankleven, totdat Hij u verdoe van het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven.1) De pest (Hebreeuws deber, d.i. verderving) is een, in Egypte inheemse ziekte, die zich onder zekere omstandigheden, ook over andere landen, nl. Palestina en Syrië verbreidt, en voor deze daarom epidemisch (aanstekend) wordt, en zijn grond vindt in een door Miasma (aanstekingsstof in de lucht) ontstane vergiftiging van het bloed. Prner in zijn geschrift "ziekten van het Oosten" kenschetst haar als een kwaal, wiens wet het is, geen regel te hebben, en dat reeds in gewoon spraakgebruik de gepersonifieerde trouweloosheid, doortraptheid en boosaardigheid betekent. Hij onderscheidt twee hoofdsoorten; de ene lijkt in haar loop op de boosaardige koorts; de andere op de typhus. Als een algehele verstoring van de lichaamskracht kondigt zich de pest al dadelijk aan door een met hevige koorts verbonden zwakte, neergedruktheid en onuitsprekelijke angst. Op een lichte huivering volgt hevige hoofdpijn aan het voorhoofd, inwendig brandende hitte, duizeligheid, zucht tot slapen of gehele slapeloosheid, beklemming van de borst, toenemende onpasselijkheid, vervolgens een eerst slijmig, dan zwart, gallig, dikwijls bloederig, braken met hevig wringen gepaard, buikloop, pijn in de rug en de ledematen. De ogen, eerst glanzend en vochtig, worden star, dof en in de hoeken met bloed belopen. Het gehoor en de tong wordt zwaar, de verdoving klimt; stille deliriën (tekenen van waanzin) en trekkingen worden waargenomen; het gelaat is jammerlijk verdraaid. De dood komt meestal snel, binnen 24 uur. Wanneer echter het gestel van de zieke de eerste schok weerstaat, dan komen gewoonlijk op de derde dag de pestbuilen te voorschijn, een of meer in getal, en de karbonkels of pestblazen op verscheidene uitwendige delen en later dikwijls nog brandzweren op schouders, schenkels, rug, hals en dijen. Bij het verschijnen van de pestzweren, en het wijken van de koorts ten gevolge van een kritisch (beslissend) zweten op de derde dag, bestaat er hoop op genezing; als namelijk de pestzweren niet wegtrekken of brandig worden, maar doorbreken en etteren (2 Koningen. 20:1, Isaiah 38:9, ). Zonder pestbuilen geneest niemand; maar zelfs, als zij niet kwaadaardig zijn, is de zieke gedurende 40 dagen niet buiten gevaar. Na het eerste uitbreken van de ziekte is besmetting en dood bijna in n ogenblik; later heeft de zieke gewoonlijk nog drie dagen; langzamerhand begint nu de sterkte van de smetstof te minderen en meerdere zieken komen ervan op..
Vers 22
22. De HEERE zal u slaan met tering a) en met koorts, b) hete koortsen, en met vurigheid, typheuse koortsen, en met hitte, afwisselende koorts, en met1) droogte, c) en met brandkoren, 2) (Duitse vertaling = giftige lucht), en met honingdauw, het verwelken van het koren, die u vervolgen zullen totdat gij omkomt.a) Leviticus 26:16 b) Matthew 8:14 John 4:52 c) 1 Kings 17:7
1) Deze vertaling rust op de lezing Choreb; als men deze vertaling vasthoudt, zou er met "droogte" reeds een begin gemaakt worden met de hovenplagen. Een andere lezing daarentegen heeft Chereb =" zwaard;" zodat er tussen de vier plagen van de mensen en de twee van de veldvruchten het verbranden van de aren en het "geel worden" door verzengende winden, voor het korrels krijgen van de halmen) midden in de oorlog werd geplaatst als een overgangsplaag, die de landman en zijn vruchten gelijk vernielt. Het laat zich niet bepalen, welke de juiste lezing is (Deuteronomy 2:17)
2) Onder brandkoren heeft men te verstaan die plaag, waardoor het koren verbrandt of verdort veroorzaakt door de Kadiem, een oostenwind, komende uit de overjordaanse woestijnen. Met honingdauw, het geel worden van de bladeren, zodat de halmen geen aren voortbrachten. Wij hebben hier zeven plagen als bewijs, dat zij werkelijk door God werden toegezonden..
Vers 22
22. De HEERE zal u slaan met tering a) en met koorts, b) hete koortsen, en met vurigheid, typheuse koortsen, en met hitte, afwisselende koorts, en met1) droogte, c) en met brandkoren, 2) (Duitse vertaling = giftige lucht), en met honingdauw, het verwelken van het koren, die u vervolgen zullen totdat gij omkomt.a) Leviticus 26:16 b) Matthew 8:14 John 4:52 c) 1 Kings 17:7
1) Deze vertaling rust op de lezing Choreb; als men deze vertaling vasthoudt, zou er met "droogte" reeds een begin gemaakt worden met de hovenplagen. Een andere lezing daarentegen heeft Chereb =" zwaard;" zodat er tussen de vier plagen van de mensen en de twee van de veldvruchten het verbranden van de aren en het "geel worden" door verzengende winden, voor het korrels krijgen van de halmen) midden in de oorlog werd geplaatst als een overgangsplaag, die de landman en zijn vruchten gelijk vernielt. Het laat zich niet bepalen, welke de juiste lezing is (Deuteronomy 2:17)
2) Onder brandkoren heeft men te verstaan die plaag, waardoor het koren verbrandt of verdort veroorzaakt door de Kadiem, een oostenwind, komende uit de overjordaanse woestijnen. Met honingdauw, het geel worden van de bladeren, zodat de halmen geen aren voortbrachten. Wij hebben hier zeven plagen als bewijs, dat zij werkelijk door God werden toegezonden..
Vers 23
23. En uw hemel, die boven uw hoofd is, zal koper zijn, en de aarde, die onder u is, zal ijzer zijn, zodat die geen regen zal geven, en deze, onbewerkbaar als zij is, geen vruchten zal opleveren (Leviticus 26:19).Vers 23
23. En uw hemel, die boven uw hoofd is, zal koper zijn, en de aarde, die onder u is, zal ijzer zijn, zodat die geen regen zal geven, en deze, onbewerkbaar als zij is, geen vruchten zal opleveren (Leviticus 26:19).Vers 24
24. De HEERE, uw God, zal in zulke tijden van aanhoudende droogte pulver en stof tot regen van uw landsgeven, 1) dat u uw toestand nog onverdragelijker maakt, door de hitte nog te vermeerderen en de in te ademen lucht te bezwangeren, van de hemel zal het op u neerdalen, totdat gij verdelgd wordt, want daarop komen alle plagen neer.1) Volgens Robinson wordt de lucht in Palestina bij grote hitte dikwijls vervuld met stof en zand, wanneer de z.g. Sirocco waait, zodat zij dan niet zelden lijkt op de gloed van een brandende oven..
Vers 24
24. De HEERE, uw God, zal in zulke tijden van aanhoudende droogte pulver en stof tot regen van uw landsgeven, 1) dat u uw toestand nog onverdragelijker maakt, door de hitte nog te vermeerderen en de in te ademen lucht te bezwangeren, van de hemel zal het op u neerdalen, totdat gij verdelgd wordt, want daarop komen alle plagen neer.1) Volgens Robinson wordt de lucht in Palestina bij grote hitte dikwijls vervuld met stof en zand, wanneer de z.g. Sirocco waait, zodat zij dan niet zelden lijkt op de gloed van een brandende oven..
Vers 25
25. De HEERE zal u, in tegenstelling tot Deuteronomy 28:7, verslagen geven voor het aangezicht van uw vijanden; a) door n weg zult gij tot hem uittrekken, en door zeven wegen zult gij voor zijn aangezicht vluchten; en gij zult van alle koninkrijken van de aarde aangeraakt worden, woordelijk: tot heen- en weerbeweging, zoveel alstot een speelbal, voor alle koninkrijken van de aarde (Jeremia. 15:4; 24:9; 29:18; 34:17)a) Leviticus 26:17
Vers 25
25. De HEERE zal u, in tegenstelling tot Deuteronomy 28:7, verslagen geven voor het aangezicht van uw vijanden; a) door n weg zult gij tot hem uittrekken, en door zeven wegen zult gij voor zijn aangezicht vluchten; en gij zult van alle koninkrijken van de aarde aangeraakt worden, woordelijk: tot heen- en weerbeweging, zoveel alstot een speelbal, voor alle koninkrijken van de aarde (Jeremia. 15:4; 24:9; 29:18; 34:17)a) Leviticus 26:17
Vers 26
26. En uw dood lichaam zal, in plaats van in een eervol graf bijgezet te worden, aan al het gevogelte van de hemel, en aan de beesten van de aarde tot spijze zijn; en niemand zal ze afschrikken, niemand zal uw lijk in bescherming nemen tegen hun vraatzucht (1 Kings 14:11 Jeremiah 16:4 Ezekiel 29:5 ).Vers 26
26. En uw dood lichaam zal, in plaats van in een eervol graf bijgezet te worden, aan al het gevogelte van de hemel, en aan de beesten van de aarde tot spijze zijn; en niemand zal ze afschrikken, niemand zal uw lijk in bescherming nemen tegen hun vraatzucht (1 Kings 14:11 Jeremiah 16:4 Ezekiel 29:5 ).Vers 27
27. De HEERE zal u slaan met zweren 1) van Egypte, met de Egyptische melaatsheid, de zogenaamde Elephantiasis, a) en met spenen, speenvormige zweren aan de achterdelen, Hoemorrhoische b) knobbels, en met droge schurft en met krauwsel, 2) waarvan gij niet zult kunnen genezen worden.a) Zie Leviticus 13:3 b) 1 Samuel 5:6,1 Samuel 5:9,1 Samuel 5:12
1) De knobbelmelaatsheid is eigenlijk een Egyptische ziekte (daarom: "zweren van Egypte). Zij begint evenals de witte, maar onderscheidt zich door knobbels-eerst door grootte van een erwt, dan van een kippenei-in het gezicht en aan de leden, waartussen het vlees wegzinkt. De pijn is niet hevig, ook vertoont zich maar weinig uitslag; maar tegen het einde van de ziekte ontstaan vele etterzweren, welke de gewrichten los maken, zodat het ene lid na het andere afvalt. Het gezicht is ook hier opgezwollen en blinkend, de blik wild, strak, de ogen bolrond en druipen. Onverzadelijke vraatzucht en wellustige prikkelingen zijn ook aan deze soort van ziekte eigen. De zinnen verstompen; langzamerhand neemt de stem af; droefgeestigheid, vreselijke dromen, sterk opzwellen en hard worden van de voeten, waardoor zij als olifantsvoeten worden (vandaar de naam Elephantiasis) en een schilferachtige, gespleten huid krijgen, zijn aan deze ziekte eigen. Ook deze ziekte heeft een aangegeven duur, dikwijls meer dan 20 jaar, waarop de dood soms plotseling verrast ten gevolge een zwakke koorts of van gruwelijke verstikking.
2) Een ziekte, na verwant aan de vorige, en welke een geweldige jeuk veroorzaakt..
Vers 27
27. De HEERE zal u slaan met zweren 1) van Egypte, met de Egyptische melaatsheid, de zogenaamde Elephantiasis, a) en met spenen, speenvormige zweren aan de achterdelen, Hoemorrhoische b) knobbels, en met droge schurft en met krauwsel, 2) waarvan gij niet zult kunnen genezen worden.a) Zie Leviticus 13:3 b) 1 Samuel 5:6,1 Samuel 5:9,1 Samuel 5:12
1) De knobbelmelaatsheid is eigenlijk een Egyptische ziekte (daarom: "zweren van Egypte). Zij begint evenals de witte, maar onderscheidt zich door knobbels-eerst door grootte van een erwt, dan van een kippenei-in het gezicht en aan de leden, waartussen het vlees wegzinkt. De pijn is niet hevig, ook vertoont zich maar weinig uitslag; maar tegen het einde van de ziekte ontstaan vele etterzweren, welke de gewrichten los maken, zodat het ene lid na het andere afvalt. Het gezicht is ook hier opgezwollen en blinkend, de blik wild, strak, de ogen bolrond en druipen. Onverzadelijke vraatzucht en wellustige prikkelingen zijn ook aan deze soort van ziekte eigen. De zinnen verstompen; langzamerhand neemt de stem af; droefgeestigheid, vreselijke dromen, sterk opzwellen en hard worden van de voeten, waardoor zij als olifantsvoeten worden (vandaar de naam Elephantiasis) en een schilferachtige, gespleten huid krijgen, zijn aan deze ziekte eigen. Ook deze ziekte heeft een aangegeven duur, dikwijls meer dan 20 jaar, waarop de dood soms plotseling verrast ten gevolge een zwakke koorts of van gruwelijke verstikking.
2) Een ziekte, na verwant aan de vorige, en welke een geweldige jeuk veroorzaakt..
Vers 28
28. De HEERE zal u slaan met onzinnigheid en met blindheid naar de geest, en met verbaasdheid van hart, verstandsverbijstering.Vers 28
28. De HEERE zal u slaan met onzinnigheid en met blindheid naar de geest, en met verbaasdheid van hart, verstandsverbijstering.Vers 29
29. Dat gij op de middag zult om u heen tasten, zoals een blinde omtast in het donkere, dat gij radeloos zult zijn in verhoudingen, die onder andere omstandigheden helder waren, evenals een lichamelijk blinde zelfs op de helderste dag in het onzekere rondtast, en uw wegen niet zult voorspoedig maken, omdat gij in uw radeloosheid geen middelen zult vinden; maar gij zult alleen door vreemden verdrukt en beroofd zijn alle dagen, en er zal geen verlosser zijn 1) om u te helpen.1) Naast de lichaamsplagen ook plagen van de geest; naast het geslagen worden aan het lichaam, ook het geslagen worden aan de geest. Op allerlei terrein zal Israël, vanwege zijn godverlating en godverzaking de geduchte straffen van God ondervinden..
Hier is het minder aan eigenlijke waanzin en krankzinnigheid te denken, als veeleer aan een uit de hoogste angst, zorg en moeite voortspruitende geestesverwarring. (Vgl. Deuteronomy 28:34. De nood en de kwelling zouden zo'n hoogte bereiken, dat hun hoofd en zinnen zouden vergaan van radeloosheid; zoals men dat altijd ondervindt als men in grote gevaren beroofd wordt van de nodige tegenwoordigheid van geest..
Vers 29
29. Dat gij op de middag zult om u heen tasten, zoals een blinde omtast in het donkere, dat gij radeloos zult zijn in verhoudingen, die onder andere omstandigheden helder waren, evenals een lichamelijk blinde zelfs op de helderste dag in het onzekere rondtast, en uw wegen niet zult voorspoedig maken, omdat gij in uw radeloosheid geen middelen zult vinden; maar gij zult alleen door vreemden verdrukt en beroofd zijn alle dagen, en er zal geen verlosser zijn 1) om u te helpen.1) Naast de lichaamsplagen ook plagen van de geest; naast het geslagen worden aan het lichaam, ook het geslagen worden aan de geest. Op allerlei terrein zal Israël, vanwege zijn godverlating en godverzaking de geduchte straffen van God ondervinden..
Hier is het minder aan eigenlijke waanzin en krankzinnigheid te denken, als veeleer aan een uit de hoogste angst, zorg en moeite voortspruitende geestesverwarring. (Vgl. Deuteronomy 28:34. De nood en de kwelling zouden zo'n hoogte bereiken, dat hun hoofd en zinnen zouden vergaan van radeloosheid; zoals men dat altijd ondervindt als men in grote gevaren beroofd wordt van de nodige tegenwoordigheid van geest..
Vers 30
30. Gij zult een vrouw ondertrouwen, maar een ander man zal haar beslapen; een huis zult gij bouwen, maar daarin niet wonen; een wijngaard zult gij planten, maar die niet algemeen maken, gij zult hem niet in eigen vruchtgebruik hebben (Deuteronomy 20:5-Deuteronomy 20:7).Men denkt hier slechts aan de verdukkingen, die de Israëlieten ten tijde van de Richteren, toen zij slechts heimelijk enigszins konden oogsten, geleden hebben en vooral naderhand, nadat Israël onder alle volken verstrooid was en zijn bezitting voor fanatieke naam-Christenen moest verbergen.. 31. Uw os zal voor uw ogen geslacht worden, maar gij zult daarvan niet eten, uw ezel zal van voor uw aangezicht geroofd worden, en tot u niet terugkeren, uw klein vee zal aan uw vijanden gegeven worden, en voor u zal geen verlosser zijn.
Vers 30
30. Gij zult een vrouw ondertrouwen, maar een ander man zal haar beslapen; een huis zult gij bouwen, maar daarin niet wonen; een wijngaard zult gij planten, maar die niet algemeen maken, gij zult hem niet in eigen vruchtgebruik hebben (Deuteronomy 20:5-Deuteronomy 20:7).Men denkt hier slechts aan de verdukkingen, die de Israëlieten ten tijde van de Richteren, toen zij slechts heimelijk enigszins konden oogsten, geleden hebben en vooral naderhand, nadat Israël onder alle volken verstrooid was en zijn bezitting voor fanatieke naam-Christenen moest verbergen.. 31. Uw os zal voor uw ogen geslacht worden, maar gij zult daarvan niet eten, uw ezel zal van voor uw aangezicht geroofd worden, en tot u niet terugkeren, uw klein vee zal aan uw vijanden gegeven worden, en voor u zal geen verlosser zijn.
Vers 32
32. Uw zonen en uw dochters zullen aan een ander volk tot slaven en slavinnen gegeven worden, dat het uw ogen aanzien, hoe zij onbarmhartig voortgesleurd worden, en gij zult naar hen, naar hun terugkeer uit de vreemde smachten en van verlangen bezwijken de hele dag, maar het zal in het vermogen van uw hand niet zijn, 1) ook maar het minste tot hun verlossing toe te brengen.1)Letterlijk: maar uw hand zal u niet tot een God zijn, d.i. gij zult aan die toestand niet het minste kunnen veranderen, alle hulp zal u ontbreken..
Vers 32
32. Uw zonen en uw dochters zullen aan een ander volk tot slaven en slavinnen gegeven worden, dat het uw ogen aanzien, hoe zij onbarmhartig voortgesleurd worden, en gij zult naar hen, naar hun terugkeer uit de vreemde smachten en van verlangen bezwijken de hele dag, maar het zal in het vermogen van uw hand niet zijn, 1) ook maar het minste tot hun verlossing toe te brengen.1)Letterlijk: maar uw hand zal u niet tot een God zijn, d.i. gij zult aan die toestand niet het minste kunnen veranderen, alle hulp zal u ontbreken..
Vers 33
33. De vrucht van uw land en al uw arbeid, die gij met moeite verkregen hebt, zal een volk eten, dat gij niet gekend hebt; en gij zult alle dagen alleen door dat volk, als vergelding voor die vrucht, verdrukt en verpletterd zijn.Vers 33
33. De vrucht van uw land en al uw arbeid, die gij met moeite verkregen hebt, zal een volk eten, dat gij niet gekend hebt; en gij zult alle dagen alleen door dat volk, als vergelding voor die vrucht, verdrukt en verpletterd zijn.Vers 34
34. En gij zult onzinnig zijn vanwege het gezicht van uw ogen, door de aanschouwing van zoveel jammer en harteleed, dat gij zien zult.Vers 34
34. En gij zult onzinnig zijn vanwege het gezicht van uw ogen, door de aanschouwing van zoveel jammer en harteleed, dat gij zien zult.Vers 35
35. De HEERE zal u slaan met boze zweren aan de knieën en aan de benen, waarvan gij niet zult kunnen genezen worden, van uw voetzool af tot aan uw schedel.Hier wordt zeker de gewrichtenmelaatsheid, een bastaardsoort van de knobbelmelaatsheid bedoeld (Deuteronomy 28:27); hier richt zich de woede van de ziekte op de gewrichten en vooral op die van de voeten. Toch heeft Mozes niet zozeer met de ziekte, als zodanig te doen, maar meer met haar gevolgen en werking. Zij maakte het door haar aangetaste gaan en staan onmogelijk en sloot hem naar de wet uit van de gemeenschap met het Verbondsvolk: en dat is het dan ook eigenlijk, waarom het hem te doen is. Israël zal van alle levenskracht beroofd en door God verworpen worden, de melaatsheid is daarbij meer het beeld en de gelijkenis of de concrete vorm, waarin hij zijn gedachte uitspreekt. Dit blijkt hetn duidelijkst uit het toevoegsel "van de voetzool af tot aan de hoofdschedel;" want bij gewrichtenmelaatsheid blijven de overige lichaamsdelen meestal in een tamelijk gezonde toestand en de zieken kunnen na het afvallen van de zieke ledematen weer tot een zekere hoogte genezen..
Vers 35
35. De HEERE zal u slaan met boze zweren aan de knieën en aan de benen, waarvan gij niet zult kunnen genezen worden, van uw voetzool af tot aan uw schedel.Hier wordt zeker de gewrichtenmelaatsheid, een bastaardsoort van de knobbelmelaatsheid bedoeld (Deuteronomy 28:27); hier richt zich de woede van de ziekte op de gewrichten en vooral op die van de voeten. Toch heeft Mozes niet zozeer met de ziekte, als zodanig te doen, maar meer met haar gevolgen en werking. Zij maakte het door haar aangetaste gaan en staan onmogelijk en sloot hem naar de wet uit van de gemeenschap met het Verbondsvolk: en dat is het dan ook eigenlijk, waarom het hem te doen is. Israël zal van alle levenskracht beroofd en door God verworpen worden, de melaatsheid is daarbij meer het beeld en de gelijkenis of de concrete vorm, waarin hij zijn gedachte uitspreekt. Dit blijkt hetn duidelijkst uit het toevoegsel "van de voetzool af tot aan de hoofdschedel;" want bij gewrichtenmelaatsheid blijven de overige lichaamsdelen meestal in een tamelijk gezonde toestand en de zieken kunnen na het afvallen van de zieke ledematen weer tot een zekere hoogte genezen..
Vers 36
36. De HEERE zal u, bovendien uw koning, die gij over u zult gesteld hebben, a) en onder wiens beschutting gij meende u tegenover uw vijanden te kunnen staande houden, doch die het juist daartoe gebracht heeft, dat gij uwhemelse Koning verworpen hebt, en door hem verstoten zijt, b) doen gaan tot een volk, dat gij niet gekend hebt, vanwege zijn nietigheid, noch uw vaderen, en aldaar zult gij tot straf daarvoor, dat gij de Heere niet hebt willendienen, dienen andere goden, hout en steen, dat ook door uw verdrukkers gediend wordt (Deuteronomy 4:28).a)Deuteronomy 17:14 b) 1 Samuel 8:19; 1 Samuel 8:1 Koningen 12:26; 2 Kings 21:9, Hier blijkt weer zo duidelijk, hoe Mozes de profeet van het Oude Verbond is geweest. Hij ziet honderdtallen van jaren vooruit niet alleen, maar voorspelt het precies zoals het in later eeuwen geschied is..
Vers 36
36. De HEERE zal u, bovendien uw koning, die gij over u zult gesteld hebben, a) en onder wiens beschutting gij meende u tegenover uw vijanden te kunnen staande houden, doch die het juist daartoe gebracht heeft, dat gij uwhemelse Koning verworpen hebt, en door hem verstoten zijt, b) doen gaan tot een volk, dat gij niet gekend hebt, vanwege zijn nietigheid, noch uw vaderen, en aldaar zult gij tot straf daarvoor, dat gij de Heere niet hebt willendienen, dienen andere goden, hout en steen, dat ook door uw verdrukkers gediend wordt (Deuteronomy 4:28).a)Deuteronomy 17:14 b) 1 Samuel 8:19; 1 Samuel 8:1 Koningen 12:26; 2 Kings 21:9, Hier blijkt weer zo duidelijk, hoe Mozes de profeet van het Oude Verbond is geweest. Hij ziet honderdtallen van jaren vooruit niet alleen, maar voorspelt het precies zoals het in later eeuwen geschied is..
Vers 37
37. En gij zult, terwijl gij geroepen was om het hoogste te zijn onder alle volken op aarde, en algemeen als een heilig volk gevreesd te worden, zijn tot een schrik, tot een spreekwoord, en tot een spotrede, onder al de volken, waarheen u de HEERE leiden zal (1 Kings 9:7 Jeremiah 24:9 ).Vers 37
37. En gij zult, terwijl gij geroepen was om het hoogste te zijn onder alle volken op aarde, en algemeen als een heilig volk gevreesd te worden, zijn tot een schrik, tot een spreekwoord, en tot een spotrede, onder al de volken, waarheen u de HEERE leiden zal (1 Kings 9:7 Jeremiah 24:9 ).Vers 38
38. a) Gij zult veel zaad op de akker uitstrooien, maar gij zult in de oogsttijd weinig inzamelen; want de sprinkhaan zal het verteren.a) Micah 6:15 Haggai 1:6
Vers 38
38. a) Gij zult veel zaad op de akker uitstrooien, maar gij zult in de oogsttijd weinig inzamelen; want de sprinkhaan zal het verteren.a) Micah 6:15 Haggai 1:6
Vers 39
39. Wijngaarden zult gij planten, en bouwen, maar gij zult geen wijn drinken, noch iets, daargelaten het persen, een enkel druifje voor dagelijkse verfrissing vergaderen; want de worm, de wijngaardkever, die daarin zo verderfelijk is, zal het opeten.Vers 39
39. Wijngaarden zult gij planten, en bouwen, maar gij zult geen wijn drinken, noch iets, daargelaten het persen, een enkel druifje voor dagelijkse verfrissing vergaderen; want de worm, de wijngaardkever, die daarin zo verderfelijk is, zal het opeten.Vers 40
40. Olijfbomen zult gij hebben in heel uw gebied, maar gij zult u met olie niet zalven; want uw olijfboom zal zijn vrucht afwerpen, voordat die tot rijpte gekomen is, en als gij komt, zult gij niets dan bladeren vinden (Joel 1:10).Vers 40
40. Olijfbomen zult gij hebben in heel uw gebied, maar gij zult u met olie niet zalven; want uw olijfboom zal zijn vrucht afwerpen, voordat die tot rijpte gekomen is, en als gij komt, zult gij niets dan bladeren vinden (Joel 1:10).Vers 41
41. Zonen en dochters zult gij gewinnen, maar zij zullen voor u niet zijn, gij zult ze met moeite opkweken, maar gij zult daarvoor niet beloond worden; want zij zullen in gevangenis gaan, weggerukt zijnde voor uw ogen.Vers 41
41. Zonen en dochters zult gij gewinnen, maar zij zullen voor u niet zijn, gij zult ze met moeite opkweken, maar gij zult daarvoor niet beloond worden; want zij zullen in gevangenis gaan, weggerukt zijnde voor uw ogen.Vers 42
42. Al uw geboomte, en de vrucht van uw land zal het boos gewormte erfelijk bezitten, en gij zult er u niet van kunnen ontslaan, om van het land van uw erfenis vrucht te plukken.Vers 42
42. Al uw geboomte, en de vrucht van uw land zal het boos gewormte erfelijk bezitten, en gij zult er u niet van kunnen ontslaan, om van het land van uw erfenis vrucht te plukken.Vers 43
43. De vreemdeling, die in het midden van u is, en niet door die plagen getroffen wordt, zoals gij voorheen in Egypte onaangetast bleef, a) zal hoog, hoog boven u opklimmen; en gij zult laag, laag neerdalen.a) Exodus 9:6,Exodus 9:26
Vers 43
43. De vreemdeling, die in het midden van u is, en niet door die plagen getroffen wordt, zoals gij voorheen in Egypte onaangetast bleef, a) zal hoog, hoog boven u opklimmen; en gij zult laag, laag neerdalen.a) Exodus 9:6,Exodus 9:26
Vers 44
44. Hij, de vreemdeling, zal u lenen, maar gij zult hem niet lenen, omdat hij het niet nodig heeft, en gij hiertoe niet in staat zal zijn; hij zal tot een hoofd zijn, en gij zult tot een staart zijn, het geringste van alle volkeren.Vers 44
44. Hij, de vreemdeling, zal u lenen, maar gij zult hem niet lenen, omdat hij het niet nodig heeft, en gij hiertoe niet in staat zal zijn; hij zal tot een hoofd zijn, en gij zult tot een staart zijn, het geringste van alle volkeren.Vers 45
45. En al deze vloeken, waarvan ik gesproken heb, zullen over u komen, en u vervolgen, zoals een vijand, die niet ophoudt voordat hij u ingehaald heeft, en u treffen, totdat gij verdelgd wordt, omdat gij de stem van de HEERE, uw God niet gehoorzaam zult geweest zijn, om te houden zijn geboden en zijn instellingen, die Hij u geboden heeft.Vers 45
45. En al deze vloeken, waarvan ik gesproken heb, zullen over u komen, en u vervolgen, zoals een vijand, die niet ophoudt voordat hij u ingehaald heeft, en u treffen, totdat gij verdelgd wordt, omdat gij de stem van de HEERE, uw God niet gehoorzaam zult geweest zijn, om te houden zijn geboden en zijn instellingen, die Hij u geboden heeft.Vers 46
46. En zij zullen onder u tot een teken en tot een wonder zijn, ja, onder uw nageslacht tot in eeuwigheid, en zij, deze vloeken, die u treffen, zullen u en uw zaad tot een teken zijn tot in eeuwigheid, want zij zullen u door hun uitgebreidheid en vreselijkheid op in het oog vallende wijze het bovennatuurlijke ingrijpen van God in uw lotsbestemming doen erkennen;Vers 46
46. En zij zullen onder u tot een teken en tot een wonder zijn, ja, onder uw nageslacht tot in eeuwigheid, en zij, deze vloeken, die u treffen, zullen u en uw zaad tot een teken zijn tot in eeuwigheid, want zij zullen u door hun uitgebreidheid en vreselijkheid op in het oog vallende wijze het bovennatuurlijke ingrijpen van God in uw lotsbestemming doen erkennen;Vers 47
47. Omdat gij de HEERE, uw God, niet gediend zult hebben met vrolijkheid en goedheid van hart, terwijl gij hiertoe toch alle reden hadt vanwege de veelheid van alles, daar gij aan alles overvloed had; maar juist deze overvloed van de u door de Heere geschonken goederen heeft u overmoedig gemaakt, en uw hart tegen hem verhard (Deuteronomy 6:11; Deuteronomy 8:7; Deuteronomy 31:20; Deuteronomy 32:15 Nehemiah. 9:26, ).Wel is Israël in voor- en tegenspoed een teken voor de wereld geweest. Bij een volk zo beweeglijk van hartstochten als de baren van de zee, wordt het dienen van God of van de zonde het best opgemerkt. Wat hier voorzegd is, is geschied, wat vervolgens voorzegd is, zal geschieden. Nog is het volk van Israël tot een teken van Gods openbaring voor de wereld, nog staat het daar als een levende hinderpaal voor ongeloof en godsverzaking. Nee, "geen teken kan gegeven worden, dat gelijk is aan de verwoesting van het joodse volk, het aanhouden van de ballingschap uit hun land, en hun ellendig wedervaren in alle andere landen. De gehele wereld kan duidelijk zien, dat de God van hun vaderen hen heeft verworpen, want zij hebben geen tekens of kenmerken van Zijn oude en gewone gunstbewijzen; terwijl ontelbare littekens van Zijn geduchte verontwaardiging tegen hun vaderen nog ongeheeld blijven aan hun kinderen, na het voorbijgaan van meerdere geslachten, dan die in het beloofde land voorspoed genoten hebben.
Vers 47
47. Omdat gij de HEERE, uw God, niet gediend zult hebben met vrolijkheid en goedheid van hart, terwijl gij hiertoe toch alle reden hadt vanwege de veelheid van alles, daar gij aan alles overvloed had; maar juist deze overvloed van de u door de Heere geschonken goederen heeft u overmoedig gemaakt, en uw hart tegen hem verhard (Deuteronomy 6:11; Deuteronomy 8:7; Deuteronomy 31:20; Deuteronomy 32:15 Nehemiah. 9:26, ).Wel is Israël in voor- en tegenspoed een teken voor de wereld geweest. Bij een volk zo beweeglijk van hartstochten als de baren van de zee, wordt het dienen van God of van de zonde het best opgemerkt. Wat hier voorzegd is, is geschied, wat vervolgens voorzegd is, zal geschieden. Nog is het volk van Israël tot een teken van Gods openbaring voor de wereld, nog staat het daar als een levende hinderpaal voor ongeloof en godsverzaking. Nee, "geen teken kan gegeven worden, dat gelijk is aan de verwoesting van het joodse volk, het aanhouden van de ballingschap uit hun land, en hun ellendig wedervaren in alle andere landen. De gehele wereld kan duidelijk zien, dat de God van hun vaderen hen heeft verworpen, want zij hebben geen tekens of kenmerken van Zijn oude en gewone gunstbewijzen; terwijl ontelbare littekens van Zijn geduchte verontwaardiging tegen hun vaderen nog ongeheeld blijven aan hun kinderen, na het voorbijgaan van meerdere geslachten, dan die in het beloofde land voorspoed genoten hebben.
Vers 48
48. Zo zult gij, omdat gij de Heere niet hebt willen dienen, om verder in het volle bezit van Zijn genadegaven te leven, uw vijanden, die de HEERE tot voltrekking van Zijn strafgericht onder u zenden zal, dienen, met een dienst harder dan de dienst van de Heere, in honger en in dorst, en in naaktheid, en in gebrek van alles; en Hij zal een ijzeren juk op uw hals leggen, omdat gij de Heere, uw God, een ijzeren nek hebt toegekeerd, totdat Hij u verdelgt Isaiah 8:6)."Als men God niet dienen wil, moet men, als een slaaf van zijn lusten, de zonde, de wereld en de duivel dienen, en dat alles met een versmachtende geest, die er toch geen rust en genoegen onder heeft, en erbij moet komen."
Het is een ellendige dienst om (evenals de verloren zoon bij de zwijnen) de wereld te dienen.
Vers 48
48. Zo zult gij, omdat gij de Heere niet hebt willen dienen, om verder in het volle bezit van Zijn genadegaven te leven, uw vijanden, die de HEERE tot voltrekking van Zijn strafgericht onder u zenden zal, dienen, met een dienst harder dan de dienst van de Heere, in honger en in dorst, en in naaktheid, en in gebrek van alles; en Hij zal een ijzeren juk op uw hals leggen, omdat gij de Heere, uw God, een ijzeren nek hebt toegekeerd, totdat Hij u verdelgt Isaiah 8:6)."Als men God niet dienen wil, moet men, als een slaaf van zijn lusten, de zonde, de wereld en de duivel dienen, en dat alles met een versmachtende geest, die er toch geen rust en genoegen onder heeft, en erbij moet komen."
Het is een ellendige dienst om (evenals de verloren zoon bij de zwijnen) de wereld te dienen.
Vers 49
49. De HEERE zal tegen u een volk verheffen van verre, van het einde van de aarde, een volk dat snel en geweldig op u aanstormt, zoals een arend vliegt, 1) die met geweldige vaart op zijn prooi neerschiet en zijn klauwen daarin slaat, een volk, eindelijk, wiens spraak gij niet zult verstaan; 2)1)"Hier worden duidelijk de Romeinen bedoeld;" zij kwamen van verre, hetgeen van de Chaldeeën zozeer niet kan gezegd worden. De forsheid van de krijgslieden wordt met die van een arend vergeleken; wie denkt hier wederom niet aan de geharde, alles trotserende krijgsdrommen van de Romeinen; en bovendien "weet ieder, dat de Romeinen de Arend in hun vaandels gevoerd hebben; op dezelfde manier beschrijft Homerus de aanstormende Achilles.".
2) De profeet Jesaja (Deuteronomy 5:26; Deuteronomy 28:11; Deuteronomy 33:19) schildert de Assyriërs als een volk, wiens taal onverstaanbaar is. Met dit volk wordt hier de gehele wereldmacht bedoeld, welke Israël vanwege zijn zonden zou onderdrukken..
Vers 49
49. De HEERE zal tegen u een volk verheffen van verre, van het einde van de aarde, een volk dat snel en geweldig op u aanstormt, zoals een arend vliegt, 1) die met geweldige vaart op zijn prooi neerschiet en zijn klauwen daarin slaat, een volk, eindelijk, wiens spraak gij niet zult verstaan; 2)1)"Hier worden duidelijk de Romeinen bedoeld;" zij kwamen van verre, hetgeen van de Chaldeeën zozeer niet kan gezegd worden. De forsheid van de krijgslieden wordt met die van een arend vergeleken; wie denkt hier wederom niet aan de geharde, alles trotserende krijgsdrommen van de Romeinen; en bovendien "weet ieder, dat de Romeinen de Arend in hun vaandels gevoerd hebben; op dezelfde manier beschrijft Homerus de aanstormende Achilles.".
2) De profeet Jesaja (Deuteronomy 5:26; Deuteronomy 28:11; Deuteronomy 33:19) schildert de Assyriërs als een volk, wiens taal onverstaanbaar is. Met dit volk wordt hier de gehele wereldmacht bedoeld, welke Israël vanwege zijn zonden zou onderdrukken..
Vers 50
50. Een volk stijf van aangezicht, wreed van uiterlijk en hard van hart, en dat daarom het aangezicht van de oude niet zal aannemen, noch de jonge genadig zijn.Vers 50
50. Een volk stijf van aangezicht, wreed van uiterlijk en hard van hart, en dat daarom het aangezicht van de oude niet zal aannemen, noch de jonge genadig zijn.Vers 51
51. En het zal de vrucht van uw beesten en de vrucht van uw land opeten, totdat gij verdelgd zult zijn, dat u geen koren, most, noch olie, voortzetting van uw koeien, noch kudden van uw klein vee zal over laten, totdat Hij u verdoe.Vers 51
51. En het zal de vrucht van uw beesten en de vrucht van uw land opeten, totdat gij verdelgd zult zijn, dat u geen koren, most, noch olie, voortzetting van uw koeien, noch kudden van uw klein vee zal over laten, totdat Hij u verdoe.Vers 52
52. En het zal u beangstigen in al uw poorten, totdat uw hoge en vaste muren neervallen, waarop gij vertrouwde in uw gehele land, ja, het zal u beangstigen in al uw poorten, in uw gehele land, datzelfde land, dat u de HEERE, uw God, gegeven heeft.Deze voorspellingen kunnen n op de Chaldeeën n op de Romeinen toegepast worden, maar niet het minst op de laatsten. Zie Isaiah 5:26; Isaiah 33:19 Jeremiah 5:15; Jeremiah 6:22; Jeremiah 48:40; Jeremiah 49:22 Klaagliederen5:12 Ezekiel 17:3,Ezekiel 17:7 Habakkuk 1:6,
Vers 52
52. En het zal u beangstigen in al uw poorten, totdat uw hoge en vaste muren neervallen, waarop gij vertrouwde in uw gehele land, ja, het zal u beangstigen in al uw poorten, in uw gehele land, datzelfde land, dat u de HEERE, uw God, gegeven heeft.Deze voorspellingen kunnen n op de Chaldeeën n op de Romeinen toegepast worden, maar niet het minst op de laatsten. Zie Isaiah 5:26; Isaiah 33:19 Jeremiah 5:15; Jeremiah 6:22; Jeremiah 48:40; Jeremiah 49:22 Klaagliederen5:12 Ezekiel 17:3,Ezekiel 17:7 Habakkuk 1:6,
Vers 53
53. En a) gij zult eten de vrucht van uw buik, het vlees van uw zonen en van uw dochters, die u de HEERE, uw God, gegeven zal hebben; in de belegering en in de benauwing, waarmee uw vijanden u zullen benauwen.a)Leviticus 26:29; 2 Kings 6:29 Klaagliederen4:10
Vers 53
53. En a) gij zult eten de vrucht van uw buik, het vlees van uw zonen en van uw dochters, die u de HEERE, uw God, gegeven zal hebben; in de belegering en in de benauwing, waarmee uw vijanden u zullen benauwen.a)Leviticus 26:29; 2 Kings 6:29 Klaagliederen4:10
Vers 54
54. Aangaande de man, die teder onder u, en die zeer wellustig geweest is, zodat hij slechts de uitgezochtste gerechten genoot, zijn oog zal kwaad zijn, hij zal afgunstig zijn, tegen zijn broeder, en tegen de vrouw van zijn schoot, en tegen zijn overige zonen, die hij overgehouden zal hebben, die tot dusverre gespaard zijn.Vers 54
54. Aangaande de man, die teder onder u, en die zeer wellustig geweest is, zodat hij slechts de uitgezochtste gerechten genoot, zijn oog zal kwaad zijn, hij zal afgunstig zijn, tegen zijn broeder, en tegen de vrouw van zijn schoot, en tegen zijn overige zonen, die hij overgehouden zal hebben, die tot dusverre gespaard zijn.Vers 55
55. Dat hij niet aan een van die zal geven van het vlees van zijn zonen, die hij eten zal, maar het voor zich alleen behouden, omdat hij voor zich niets heeft overgehouden 1) van al zijn goederen, in de belegering en in de benauwing, waarmee u uw vijanden in al uw poorten zal benauwen.1) Zo hoog zal de hongersnood klimmen, dat de man niets zal overhouden, om aan de zijnen te geven en hij zijn kinderen en zijn vrouw nog zal misgunnen het vlees van zijn eigen bloed..
Vers 55
55. Dat hij niet aan een van die zal geven van het vlees van zijn zonen, die hij eten zal, maar het voor zich alleen behouden, omdat hij voor zich niets heeft overgehouden 1) van al zijn goederen, in de belegering en in de benauwing, waarmee u uw vijanden in al uw poorten zal benauwen.1) Zo hoog zal de hongersnood klimmen, dat de man niets zal overhouden, om aan de zijnen te geven en hij zijn kinderen en zijn vrouw nog zal misgunnen het vlees van zijn eigen bloed..
Vers 56
56. Aangaande de tedere en wellustige vrouw onder u, die in haar weelderigheid en wellust niet verzocht heeft haar voetzool op de aarde te zetten, maar die zich, als zij uitging in gemakkelijke draagstoelen, of door zacht voortstappende ezels liet dragen, en zich thuis wellustig in zachte kussens neervleide, omdat zij zich wellustig en teder hield; haar oog zal kwaad zijn, scheel zien, tegen de man van haar schoot, en tegen haar zoon en tegen haardochter, zij zal afgunstig tegen hen zijn.Vers 56
56. Aangaande de tedere en wellustige vrouw onder u, die in haar weelderigheid en wellust niet verzocht heeft haar voetzool op de aarde te zetten, maar die zich, als zij uitging in gemakkelijke draagstoelen, of door zacht voortstappende ezels liet dragen, en zich thuis wellustig in zachte kussens neervleide, omdat zij zich wellustig en teder hield; haar oog zal kwaad zijn, scheel zien, tegen de man van haar schoot, en tegen haar zoon en tegen haardochter, zij zal afgunstig tegen hen zijn.Vers 57
57. En dat1) om haar nageboorte, die van tussen haar voeten uitgegaan zal zijn, bij haar verlossing, en om haar zonen, die zij gebaard zal hebben; want zij zal, gedurende de belegering, hen, eerst de nageboorte en vervolgens de pas geboren kinderen zelf, eten in het verborgene, om niet, zelfs niet aan haar allernaaste betrekkingen, iets mee te delen, omdat gebrek aan alles, in de belegering en in de benauwing, waarmee uw vijand u zal benauwen in uw poorten. 2)1) En dat. Beter nog: En dat wel, om daarmee te wijzen op het ontzettende van de zaak..
2) Hoe van dit alles zich reeds een beginsel vertoonde ten tijde van de Syriërs in Samaria, hoe reeds de vervulling plaatshad bij de belegering van Jeruzalem door de Chaldeërs, vergelijk daarover de aangevoerde plaatsen bij Leviticus 26:26; 2 Kings 6:28 Klaagliederen2:20; 4:10. Op het verschrikkelijkst evenwel werden Mozes' woorden tot daadzakelijke werkelijkheid bij de belegering van Jeruzalem door de Romeinen in het jaar 70 na Chr. Josephus schrijft van de uitgebreidheid van de toenmalige nood. Om een kleine bete brood hebben de beste vrienden dikwijls gehouwen en gestoten. De kinderen trokken de ouders, vader en moeder dikwijls hun kinderen de spijze uit de mond. Broeders noch zusters erbarmden zich daar over elkaar. Een schepel koren koste vele guldens. Velen hebben van grote honger koemest, anderen zadelriemen of het leer van de schilden afgeknaagd en gegeten. Enige werden dood gevonden met hooi in de mond. Sommigen hadden beproefd in geheime gemakken met vuil en mest hun honger te stillen, en er is zo'n geweldige menigte van de honger gestorven, dat Ananias, Eleazars zoon, welke gedurende de belegering naar Titus gevlucht was, aantoonde, dat 150.000 lijken in de stad gevonden en begraven zijn. Op een andere plaats zegt hij: Er was een voorname vrouw uit het overjordaanse, die uit vrees naar Jeruzalem gevlucht was. Toen nu de stad zo fel benauwd werd, heeft zij haar jongste kind, door honger gedreven, geslacht in de wieg, de helft gebraden en opgegeten, terwijl zij de andere helft aan de haar bedreigende krijgslieden voorzette..
Vers 57
57. En dat1) om haar nageboorte, die van tussen haar voeten uitgegaan zal zijn, bij haar verlossing, en om haar zonen, die zij gebaard zal hebben; want zij zal, gedurende de belegering, hen, eerst de nageboorte en vervolgens de pas geboren kinderen zelf, eten in het verborgene, om niet, zelfs niet aan haar allernaaste betrekkingen, iets mee te delen, omdat gebrek aan alles, in de belegering en in de benauwing, waarmee uw vijand u zal benauwen in uw poorten. 2)1) En dat. Beter nog: En dat wel, om daarmee te wijzen op het ontzettende van de zaak..
2) Hoe van dit alles zich reeds een beginsel vertoonde ten tijde van de Syriërs in Samaria, hoe reeds de vervulling plaatshad bij de belegering van Jeruzalem door de Chaldeërs, vergelijk daarover de aangevoerde plaatsen bij Leviticus 26:26; 2 Kings 6:28 Klaagliederen2:20; 4:10. Op het verschrikkelijkst evenwel werden Mozes' woorden tot daadzakelijke werkelijkheid bij de belegering van Jeruzalem door de Romeinen in het jaar 70 na Chr. Josephus schrijft van de uitgebreidheid van de toenmalige nood. Om een kleine bete brood hebben de beste vrienden dikwijls gehouwen en gestoten. De kinderen trokken de ouders, vader en moeder dikwijls hun kinderen de spijze uit de mond. Broeders noch zusters erbarmden zich daar over elkaar. Een schepel koren koste vele guldens. Velen hebben van grote honger koemest, anderen zadelriemen of het leer van de schilden afgeknaagd en gegeten. Enige werden dood gevonden met hooi in de mond. Sommigen hadden beproefd in geheime gemakken met vuil en mest hun honger te stillen, en er is zo'n geweldige menigte van de honger gestorven, dat Ananias, Eleazars zoon, welke gedurende de belegering naar Titus gevlucht was, aantoonde, dat 150.000 lijken in de stad gevonden en begraven zijn. Op een andere plaats zegt hij: Er was een voorname vrouw uit het overjordaanse, die uit vrees naar Jeruzalem gevlucht was. Toen nu de stad zo fel benauwd werd, heeft zij haar jongste kind, door honger gedreven, geslacht in de wieg, de helft gebraden en opgegeten, terwijl zij de andere helft aan de haar bedreigende krijgslieden voorzette..
Vers 58
58. Indien gij niet zult waarnemen te doen al de woorden van deze wet, die in dit boek (de Pentateuch, vooral van Exodus tot het einde van de wetprediking) geschreven zijn, om te vrezen deze heerlijke en vreselijke Naam, 1)de HEERE, uw God, en aan de profeten te gehoorzamen, die de Heere, als mij, uit u en uw broeders zal verwekken (Deuteronomy 18:15 vv.).1) Daarop moest het streven van Israëls volk gericht zijn. Dit gevolg moest het onderhouden van de geboden van de Heere hebben. Niet om zichzelfs wille, maar opdat Israël de Heere zou vrezen en de openbaring van Zijn hoogheilige Naam zou hoog houden. Opdat God de eer van Zijn werk zou krijgen.. 59. Zo zal de HEERE uw plagen wonderlijk maken, u op nog zwaarder en onverdraaglijker wijze bezoeken, bovendien de plagen van uw zaad, het zullen grote en gewisse plagen, en boze en gewisse ziekten zijn.
Vers 58
58. Indien gij niet zult waarnemen te doen al de woorden van deze wet, die in dit boek (de Pentateuch, vooral van Exodus tot het einde van de wetprediking) geschreven zijn, om te vrezen deze heerlijke en vreselijke Naam, 1)de HEERE, uw God, en aan de profeten te gehoorzamen, die de Heere, als mij, uit u en uw broeders zal verwekken (Deuteronomy 18:15 vv.).1) Daarop moest het streven van Israëls volk gericht zijn. Dit gevolg moest het onderhouden van de geboden van de Heere hebben. Niet om zichzelfs wille, maar opdat Israël de Heere zou vrezen en de openbaring van Zijn hoogheilige Naam zou hoog houden. Opdat God de eer van Zijn werk zou krijgen.. 59. Zo zal de HEERE uw plagen wonderlijk maken, u op nog zwaarder en onverdraaglijker wijze bezoeken, bovendien de plagen van uw zaad, het zullen grote en gewisse plagen, en boze en gewisse ziekten zijn.
Vers 60
60. En Hij zal op u doen keren alle kwalen van Egypte, waarvan gij gevreesd hebt, en alle gevaarlijke, gruwelijke ziekten, die daar thuis zijn, zij zullen u aanhangen, terwijl zij anders verre van u gebleven zouden zijn (Exodus 15:26; Exodus 23:25).60. En Hij zal op u doen keren alle kwalen van Egypte, waarvan gij gevreesd hebt, en alle gevaarlijke, gruwelijke ziekten, die daar thuis zijn, zij zullen u aanhangen, terwijl zij anders verre van u gebleven zouden zijn (Exodus 15:26; Exodus 23:25).
Vers 60
60. En Hij zal op u doen keren alle kwalen van Egypte, waarvan gij gevreesd hebt, en alle gevaarlijke, gruwelijke ziekten, die daar thuis zijn, zij zullen u aanhangen, terwijl zij anders verre van u gebleven zouden zijn (Exodus 15:26; Exodus 23:25).60. En Hij zal op u doen keren alle kwalen van Egypte, waarvan gij gevreesd hebt, en alle gevaarlijke, gruwelijke ziekten, die daar thuis zijn, zij zullen u aanhangen, terwijl zij anders verre van u gebleven zouden zijn (Exodus 15:26; Exodus 23:25).
Vers 61
61. Ook alle ziekte, en elke plaag, die in het boek van deze wet 1) niet geschreven is, want aan de Heere staan om u te tuchtigen nog geheel andere middelen ten dienste, dan waarmee Hij Egypte kastijdde, zal de HEERE over u doenkomen, totdat gij verdelgd wordt.1) Boek van deze wet, d.w.z. in de wetten, welke de Heere gedurende die veertig jaar het volk had gegeven. God wil Israël nog eens vermanen, om al zijn instellingen trouw te houden en op te volgen..
Wij moeten in aanmerking nemen, dat de verschillende plagen, vooral die van de ziekten, grootendeels een gevolg waren van bijzondere zonden, waaronder wellust en onreinheid een grote rol spelen. Wie de zonden van Egypte niet losliet, nam tevens (niets is rechtvaardiger) de straffen mee over. Hiertegen waakte Mozes op Gods bevel het allernauwkeurigst. Israël moest in zijn gehele volksbestaan een reine tempel van Jehovah zijn, die niet alleen woonde in hun tempel, met handen gemaakt..
Vers 61
61. Ook alle ziekte, en elke plaag, die in het boek van deze wet 1) niet geschreven is, want aan de Heere staan om u te tuchtigen nog geheel andere middelen ten dienste, dan waarmee Hij Egypte kastijdde, zal de HEERE over u doenkomen, totdat gij verdelgd wordt.1) Boek van deze wet, d.w.z. in de wetten, welke de Heere gedurende die veertig jaar het volk had gegeven. God wil Israël nog eens vermanen, om al zijn instellingen trouw te houden en op te volgen..
Wij moeten in aanmerking nemen, dat de verschillende plagen, vooral die van de ziekten, grootendeels een gevolg waren van bijzondere zonden, waaronder wellust en onreinheid een grote rol spelen. Wie de zonden van Egypte niet losliet, nam tevens (niets is rechtvaardiger) de straffen mee over. Hiertegen waakte Mozes op Gods bevel het allernauwkeurigst. Israël moest in zijn gehele volksbestaan een reine tempel van Jehovah zijn, die niet alleen woonde in hun tempel, met handen gemaakt..
Vers 62
62. En gij zult, omdat gij zelf de kiem van de ontbinding in u opgenomen hebt, en de wortel van uw zelfstandige volksbestaan geschonden en uitgerukt hebt, met weinigemensen overgelaten worden, in plaats dat gij geweest zijt als dea) sterren van de hemel in menigte; omdat gij de stem van de HEERE, uw God, niet gehoorzaam geweest zijt.a)Deuteronomy 10:22
Vers 62
62. En gij zult, omdat gij zelf de kiem van de ontbinding in u opgenomen hebt, en de wortel van uw zelfstandige volksbestaan geschonden en uitgerukt hebt, met weinigemensen overgelaten worden, in plaats dat gij geweest zijt als dea) sterren van de hemel in menigte; omdat gij de stem van de HEERE, uw God, niet gehoorzaam geweest zijt.a)Deuteronomy 10:22
Vers 63
63. En het zal geschieden, a) zoals de HEERE zich over u verblijdde, 1) u goed doende en u vermenigvuldigende, alzo zal zich de HEERE over u verblijden, u verdoende en u verdelgende; en gij zult uitgerukt worden uit het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven.a) Isaiah 1:24
1) Het ligt in het begrip van al Gods handelingen, dat het met volkomen vreugde gebeurt..
De Heere kan zich wel tot in Zijn hart bedroeven, als Hij de boosheid ziet de overhand nemen; het mag zijn, dat Hij geen welgevallen heeft in de dood van de zondaar, maar dat hij zich bekeert en leeft (Deuteronomy 30:7), en Hij moge zich verheugen als Hij van een zondaar, die zich, bekeert, wl kan doen-maar tegen de smart, welke Hem aan die kant aangebracht wordt, moet aan de andere kant de vreugde opgewogen kunnen worden. Smart het Hem Zich niet door Zijn genade te kunnen verheerlijken, dan moet Hij Zich verheugen, als Hij Zich door Zijn heiligheid kan verheerlijken..
Vers 63
63. En het zal geschieden, a) zoals de HEERE zich over u verblijdde, 1) u goed doende en u vermenigvuldigende, alzo zal zich de HEERE over u verblijden, u verdoende en u verdelgende; en gij zult uitgerukt worden uit het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven.a) Isaiah 1:24
1) Het ligt in het begrip van al Gods handelingen, dat het met volkomen vreugde gebeurt..
De Heere kan zich wel tot in Zijn hart bedroeven, als Hij de boosheid ziet de overhand nemen; het mag zijn, dat Hij geen welgevallen heeft in de dood van de zondaar, maar dat hij zich bekeert en leeft (Deuteronomy 30:7), en Hij moge zich verheugen als Hij van een zondaar, die zich, bekeert, wl kan doen-maar tegen de smart, welke Hem aan die kant aangebracht wordt, moet aan de andere kant de vreugde opgewogen kunnen worden. Smart het Hem Zich niet door Zijn genade te kunnen verheerlijken, dan moet Hij Zich verheugen, als Hij Zich door Zijn heiligheid kan verheerlijken..
Vers 64
64. En de HEERE zal u verstrooien a) onder alle volken, van het ene einde van de aarde tot aan het andere einde van de aarde; en aldaar zult gij andere goden dienen, die gij niet gekend hebt, noch uw vaders, hout en steen.a) Deuteronomy 4:27 Nehemiah. 1:8
Vers 64
64. En de HEERE zal u verstrooien a) onder alle volken, van het ene einde van de aarde tot aan het andere einde van de aarde; en aldaar zult gij andere goden dienen, die gij niet gekend hebt, noch uw vaders, hout en steen.a) Deuteronomy 4:27 Nehemiah. 1:8
Vers 65
65. Daartoe zult gij onder deze volken niet stil zijn, en uw voetzool zal geen rust hebben; want de HEERE zal u aldaar een bevend hart geven, en bezwijking van de ogennaar de verlossing, en matheid van ziel, droefgeestigheid en neerslachtigheid.Vers 65
65. Daartoe zult gij onder deze volken niet stil zijn, en uw voetzool zal geen rust hebben; want de HEERE zal u aldaar een bevend hart geven, en bezwijking van de ogennaar de verlossing, en matheid van ziel, droefgeestigheid en neerslachtigheid.Vers 66
66. En uw leven zal tegenover u hangen, het zal zweven aan een zijden draad, en gij zult nacht en dag schrikken, en gij zult van uw leven niet zeker zijn.Vers 66
66. En uw leven zal tegenover u hangen, het zal zweven aan een zijden draad, en gij zult nacht en dag schrikken, en gij zult van uw leven niet zeker zijn.Vers 67
67. `s Morgens zult gij zeggen: Och, dat het avond ware! en ' s avonds zult gij zeggen: Och, dat het morgen ware! omdat de schrik van uw hart, waarmee gij zult verschrikt zijn, en omdat het gezicht van uw ogen, dat gij zien zult; zulke verschrikkelijke dingen zult gij beleven en ondervinden, dat gij in de smart zijnde moet uitroepen: Och, was dit ogenblik voorbij; en deze beker van mijn lippen genomen, hoewel gij toch het bewustzijn omdraagt, dat de toekomst niets helderder, niets minder smartvol is.Vers 67
67. `s Morgens zult gij zeggen: Och, dat het avond ware! en ' s avonds zult gij zeggen: Och, dat het morgen ware! omdat de schrik van uw hart, waarmee gij zult verschrikt zijn, en omdat het gezicht van uw ogen, dat gij zien zult; zulke verschrikkelijke dingen zult gij beleven en ondervinden, dat gij in de smart zijnde moet uitroepen: Och, was dit ogenblik voorbij; en deze beker van mijn lippen genomen, hoewel gij toch het bewustzijn omdraagt, dat de toekomst niets helderder, niets minder smartvol is.Vers 68
68. En de HEERE zal u naar Egypte, een land van de slavernij en dienstbaarheid, doen terugkeren in schepen, 1) zodat ontvluchten onmogelijk is; door een weg, waarvan ik u gezegd heb, met het oog op de mogelijkheid, dat gij mijn geboden onderhieldt: Gij zult die niet meer zien; en aldaar zult gij, door ellende en kommer verteerd, u aan uw vijanden willen verkopen tot dienstknechten en tot dienstmaagden; maar zozeer zult gij in verachting zijn, dat men u niet zal willen hebben, maar er zal geen koper zijn. 2)1) In schepen. Deze uitdrukking dient, om aan te duiden, dat ontvluchting onmogelijk was. De volgende uitdrukking: door een weg, waarvan ik u gezegd heb: gij zult die niet meer zien, moet dienen tot versterking van het voorgaande, om het zekere ervan aan te duiden. Israël is toch niet op schepen uit Egypte ontvlucht, maar, wil de Heere zeggen, zo zeker als gij, indien gij mijn geboden gehoorzaamt, Egypte niet weer zult zien, zo zeker zult gij eenmaal weer in slavernij komen, indien gij mijn geboden ongehoorzaam zijt..
2) Van Deuteronomy 28:58 hebben wij Israëls lot voor ons sedert de verwoesting van de tweede tempel tot aan onze tijd. Titus zond na de verovering van Jeruzalem 17.000 volwassen Joden voor zware arbeid naar Egypte; en die nog geen 17 jaar oud waren liet hij publiek verkopen. Ook onder Hadrianus werden talloze Joden voor een spotprijs verkocht bij Rachels graf. Bij hopen konden zij geen eigenaar vinden, zozeer waren zij in minachting. Gewagen wij dan van die verschrikkelijke tijden, die het vroegere volk van God in de middeleeuwen heeft moeten doorworstelen en van zijn tegenwoordige toestand, wanneer het vaderland noch volksbestaan heeft, en trots alle rechten, die het geniet, het gevoel van verstoting door zijn God in zich omdraagt, zodat het met alle kracht zich vastklemt aan de God van deze wereld, dan hebben wij de vervulling van het goddelijk woord in handtastelijke zaken voor ons..
En zo men alleen het oog slaat op de verstrooiing van de Joden en enige van de daarmee gepaard gaande omstandigheden-hoe hun stad vernield werd-hun tempel, die vroeger hun vast toevluchtsoord uitmaakte, tot de grond toe geslecht en overgeploegd werd als een veld-hoe hun land verwoest en zij zelf in menigte vermoord werden-hoe zij door het zwaard, de honger en de pest vielen, hoe een overschot bleef, maar beroofd, vervolgd, en in slavernij gevoerd werd-uit hun eigen land verdreven, niet naar een schuilplaats in het gebergte, waar zij, in veiligheid hadden kunnen wonen, maar verspreid onder alle volken, en overgelaten aan de genade van een wereld, die hen overal haatte en verdrukte-in stukken geslagen als een wrak in de storm en over de aarde verspreid, zoals zijn overblijfselen over het water; en hoe zij in plaats van te verdwijnen of zich te vermengen met de volken, een volkomen onderscheiden volk blijven-overal dezelfde smaad, dezelfde bespotting en verdrukking ondervindende-geen rustplaats kunnende vinden zonder een vijand aan te treffen, die hen spoedig van daar drijft-zich vermenigvuldigende te midden van al hun ellende-hun vijanden overlevende, -zonder te veranderen, het verdwijnen van verscheidene volken, en de beroeringen van allen aanschouwende-van hun zilver en van hun goud beroofd, schoon hun hart nog daaraan hangt als het struikelblok van hun overtredingen-dikwijls zelfs van hun kinderen beroofd-benauwd en verjaagd, doch altijd eenstemmig en onveranderd-gestadig verdrukt, doch nimmer verbroken- zwak en vreesachtig, treurig en bedroefd-dikwijls onzinnig door de aanblik vn hunr diepe ellende-gedurig op de lippen van de spotters-de smaad en aanfluiting van alle volken, en altijd gebleven, zoals zij tot op de huidige dag zijn, de enige bijnaam, die aan de gehele wereld gemeen is; -hoe verwijdert elk van deze daadzaken uit haar aard alle denkbeeld van gissingen, en hoe kon een sterveling, een honderd achtereenvolgende geslachten overziende, enige van deze wonderen hebben voorspeld, die nu in latere dagen aan het licht zijn gebracht? "Deze openbaring is een zichtbaar blijk van Gods macht en voorwetenschap....zij vormt een onbestijgbare verschansing aan de drempel van het ongeloof, die door geen menselijke list geslecht en door geen aanvallen overmeesterd kan worden."
Vers 68
68. En de HEERE zal u naar Egypte, een land van de slavernij en dienstbaarheid, doen terugkeren in schepen, 1) zodat ontvluchten onmogelijk is; door een weg, waarvan ik u gezegd heb, met het oog op de mogelijkheid, dat gij mijn geboden onderhieldt: Gij zult die niet meer zien; en aldaar zult gij, door ellende en kommer verteerd, u aan uw vijanden willen verkopen tot dienstknechten en tot dienstmaagden; maar zozeer zult gij in verachting zijn, dat men u niet zal willen hebben, maar er zal geen koper zijn. 2)1) In schepen. Deze uitdrukking dient, om aan te duiden, dat ontvluchting onmogelijk was. De volgende uitdrukking: door een weg, waarvan ik u gezegd heb: gij zult die niet meer zien, moet dienen tot versterking van het voorgaande, om het zekere ervan aan te duiden. Israël is toch niet op schepen uit Egypte ontvlucht, maar, wil de Heere zeggen, zo zeker als gij, indien gij mijn geboden gehoorzaamt, Egypte niet weer zult zien, zo zeker zult gij eenmaal weer in slavernij komen, indien gij mijn geboden ongehoorzaam zijt..
2) Van Deuteronomy 28:58 hebben wij Israëls lot voor ons sedert de verwoesting van de tweede tempel tot aan onze tijd. Titus zond na de verovering van Jeruzalem 17.000 volwassen Joden voor zware arbeid naar Egypte; en die nog geen 17 jaar oud waren liet hij publiek verkopen. Ook onder Hadrianus werden talloze Joden voor een spotprijs verkocht bij Rachels graf. Bij hopen konden zij geen eigenaar vinden, zozeer waren zij in minachting. Gewagen wij dan van die verschrikkelijke tijden, die het vroegere volk van God in de middeleeuwen heeft moeten doorworstelen en van zijn tegenwoordige toestand, wanneer het vaderland noch volksbestaan heeft, en trots alle rechten, die het geniet, het gevoel van verstoting door zijn God in zich omdraagt, zodat het met alle kracht zich vastklemt aan de God van deze wereld, dan hebben wij de vervulling van het goddelijk woord in handtastelijke zaken voor ons..
En zo men alleen het oog slaat op de verstrooiing van de Joden en enige van de daarmee gepaard gaande omstandigheden-hoe hun stad vernield werd-hun tempel, die vroeger hun vast toevluchtsoord uitmaakte, tot de grond toe geslecht en overgeploegd werd als een veld-hoe hun land verwoest en zij zelf in menigte vermoord werden-hoe zij door het zwaard, de honger en de pest vielen, hoe een overschot bleef, maar beroofd, vervolgd, en in slavernij gevoerd werd-uit hun eigen land verdreven, niet naar een schuilplaats in het gebergte, waar zij, in veiligheid hadden kunnen wonen, maar verspreid onder alle volken, en overgelaten aan de genade van een wereld, die hen overal haatte en verdrukte-in stukken geslagen als een wrak in de storm en over de aarde verspreid, zoals zijn overblijfselen over het water; en hoe zij in plaats van te verdwijnen of zich te vermengen met de volken, een volkomen onderscheiden volk blijven-overal dezelfde smaad, dezelfde bespotting en verdrukking ondervindende-geen rustplaats kunnende vinden zonder een vijand aan te treffen, die hen spoedig van daar drijft-zich vermenigvuldigende te midden van al hun ellende-hun vijanden overlevende, -zonder te veranderen, het verdwijnen van verscheidene volken, en de beroeringen van allen aanschouwende-van hun zilver en van hun goud beroofd, schoon hun hart nog daaraan hangt als het struikelblok van hun overtredingen-dikwijls zelfs van hun kinderen beroofd-benauwd en verjaagd, doch altijd eenstemmig en onveranderd-gestadig verdrukt, doch nimmer verbroken- zwak en vreesachtig, treurig en bedroefd-dikwijls onzinnig door de aanblik vn hunr diepe ellende-gedurig op de lippen van de spotters-de smaad en aanfluiting van alle volken, en altijd gebleven, zoals zij tot op de huidige dag zijn, de enige bijnaam, die aan de gehele wereld gemeen is; -hoe verwijdert elk van deze daadzaken uit haar aard alle denkbeeld van gissingen, en hoe kon een sterveling, een honderd achtereenvolgende geslachten overziende, enige van deze wonderen hebben voorspeld, die nu in latere dagen aan het licht zijn gebracht? "Deze openbaring is een zichtbaar blijk van Gods macht en voorwetenschap....zij vormt een onbestijgbare verschansing aan de drempel van het ongeloof, die door geen menselijke list geslecht en door geen aanvallen overmeesterd kan worden."