Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
advertisement
advertisement
advertisement
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!
Click here to join the effort!
Bible Commentaries
Bijbelverkaring van Matthew Henry Henry's compleet
Auteursrechtverklaring
Deze bestanden zijn publiek domein en zijn een afgeleide van een elektronische editie die beschikbaar is op de website Bible Support.
Deze bestanden zijn publiek domein en zijn een afgeleide van een elektronische editie die beschikbaar is op de website Bible Support.
Bibliografische Informatie
Henry, Matthew. "Commentaar op Ruth 3". "Bijbelverkaring van Matthew Henry". https://www.studylight.org/commentaries/dut/mhm/ruth-3.html. 1706.
Henry, Matthew. "Commentaar op Ruth 3". "Bijbelverkaring van Matthew Henry". https://www.studylight.org/
Whole Bible (3)
Inleiding
Bijbelverkaring van Matthew Henry, RUTH 3Wij vonden het zeer gemakkelijk in het vorige hoofdstuk om de waardigheid van Ruths gedrag te prijzen, en te tonen welk nut wij kunnen trekken uit het bericht dat ons er van is gegeven, in dit hoofdstuk zullen wij haar echter moeten verdedigen tegen de betichting van onbetamelijkheid. Maar de goede zeden van die tijd maakte dat hetgeen hier geschiedde, niet verkeerd of slecht was, terwijl de slechte zeden van onze tijd oorzaak zijn dat zulke handelingen thans niet gerechtvaardigd zouden kunnen worden. Hier is:
I. Een aanwijzing, die Naomi gaf aan haar schoondochter om op Boaz aanspraak te maken haar echtgenoot te worden, Ruth 3:1., .
II. Ruths stipt opvolgen van die aanwijzingen, Ruth 3:6, Ruth 3:7.
III. Boaz vriendelijke en eerbare behandeling van haar, Ruth 3:8. Haar terugkeer tot haar schoonmoeder, Ruth 3:16.
Inleiding
Bijbelverkaring van Matthew Henry, RUTH 3Wij vonden het zeer gemakkelijk in het vorige hoofdstuk om de waardigheid van Ruths gedrag te prijzen, en te tonen welk nut wij kunnen trekken uit het bericht dat ons er van is gegeven, in dit hoofdstuk zullen wij haar echter moeten verdedigen tegen de betichting van onbetamelijkheid. Maar de goede zeden van die tijd maakte dat hetgeen hier geschiedde, niet verkeerd of slecht was, terwijl de slechte zeden van onze tijd oorzaak zijn dat zulke handelingen thans niet gerechtvaardigd zouden kunnen worden. Hier is:
I. Een aanwijzing, die Naomi gaf aan haar schoondochter om op Boaz aanspraak te maken haar echtgenoot te worden, Ruth 3:1., .
II. Ruths stipt opvolgen van die aanwijzingen, Ruth 3:6, Ruth 3:7.
III. Boaz vriendelijke en eerbare behandeling van haar, Ruth 3:8. Haar terugkeer tot haar schoonmoeder, Ruth 3:16.
Verzen 1-5
Ruth 3:1-5I. Naomi's zorg voor het welzijn harer dochter is ongetwijfeld zeer prijzenswaardig en is geschreven ter navolging. Zij dacht zelf aan geen huwelijk, Ruth 1:12.. Maar hoewel zij. die oud was, tot een altijddurend weduwschap was besloten, was het toch verre van haar, om er haar schoondochter toe te verbinden, die nog jong was. De ouderdom moet zich van de jeugd niet tot maatstaf steller. Integendeel, zij zint op middelen om haar goed gehuwd te krijgen. Haar wijsheid beraamde een plan voor haar dochter, waaraan de dochter in haar zedigheid niet voor zichzelve gedacht zou hebben, Ruth 3:1. Dit deed zij:
1. In gerechtigheid jegens de doden, om zaad te verwekken aan hen, die gestorven zijn en aldus het geslacht voor uitsterven te bewaren.
2. In vriendelijkheid en dankbaarheid jegens haar schoondochter, die zich zo gehoorzaam en eerbiedig jegens haar had gedragen. "Mijne dochter" (zei zij, daar zij haar in ieder opzicht als de hare beschouwde) "zou ik u geen rust zoeken?" dat is: een vestiging in de huwelijksstaat, zal ik geen goed echtgenoot voor u zien te krijgen, dat het u welga? Dat is: "opdat gij aangenaam en in overvloed kunt leven, en niet al uw dagen zult doorbrengen in de geringe en treurige omstandigheden, waarin wij ons nu bevinden". De gehuwde staat is, of behoort te wezen, een staat van rust voor jonge lieden. Omzwervende genegenheden worden dan tot een voorwerp bepaald, en het hart komt tot rust, het is tot rust in het huis van een echtgenoot, en in zijn hart, Ruth 1:9. Diegenen zijn wel zeer onbezonnen en wispelturig, die door het huwelijk tot geen bestendigheid komen. Wat begeerd en bedoeld moet wezen door hen, die zich in het huwelijk begeven, is: dat het hun wel zal gaan, en daartoe is nodig, dat zij een goede keuze doen, want anders zal het instede van een rust voor hen te wezen, de grootste onrust zijn. Ouders moeten, als zij over hun kinderen beschikken dit op het oog hebben: dat het hun wel zal gaan. En laat het steeds in gedachten worden gehouden: Datgene is het beste voor ons, wat het beste is voor onze ziel. Het is de plicht van de ouders deze rust voor hun kinderen te zoeken en te die einde alles te doen wat hun betaamt te doen. En hoe meer gehoorzaam en eerbiedig de kinderen zich jegens hen betonen, hoe meer de ouders zich alle moeite moeten geven om hen aldus gevestigd te zien, al is het ook dat het hun hard valt om van zulke kinderen te scheiden.
II. Het middel, dat zij te baat nam om haar dochter tot dat huwelijk te doen komen, was zeer buitengewoon en ziet er verdacht uit. Indien er iets onbetamelijke in was, dan lag de schuld daarvan bij Naomi, die er haar dochter toe aanzette, en die de wetten en zeden van Israël beter kende of behoorde te kennen dan Ruth.
1. Het was waar, dat Boaz, naverwant zijnde aan de overledenen, en (voorzoveel Naomi niets wist van het tegendeel) de naastverwante van allen, die nog in leven waren, door de wet Gods verplicht was de weduwe te huwen van Machlon, die de oudste zoon was van Elimelech, en gestorven was zonder kinderen na te laten, Ruth 3:2. Is niet Boaz van onze bloedvriendschap, en daarom in gemoede verplicht voor onze zaken te zorgen? Waarom zouden wij hem niet herinneren aan zijn plicht?" Het kan ons aanmoedigen om ons door het geloof aan Christus' voeten neer te leggen dat Hij onze nabestaande is, daar Hij onze natuur heeft aangenomen is Hij been van ons been, en vlees van ons vlees. 2. Het was een geschikte tijd om hem er aan te herinneren, nu hij door Ruths voortdurende aanwezigheid bij zijn maaiers gedurende de hele oogst, die nu voleindigd was, zo bekend met haar was geworden, en nu hij ook door zijn vriendelijkheid jegens Ruth in mindere aangelegenheden Naomi aangemoedigd had te hopen, dat hij ook in deze grotere zaak niet onvriendelijk, en nog veel minder onrechtvaardig zou wezen. En zij dacht dat het een goede gelegenheid was om zich tot hem te wenden, nu hij een feest gaf voor het wannen op zijn dorsvloer, Ruth 3:2, om daar en te dier stonde de oogstvreugde te besluiten, en als een goede en vriendelijke meester zijn werklieden te onthalen. Hij zal deze nacht gerst wannen, dat is: hij viert vannacht dit feest, zoals Nabal en Absalom een feest hadden bij het scheren van de schapen, zo had Boaz een feest bij het wannen.
3. Naomi dacht dat Ruth de geschiktste persoon was om dit zelf te doen, en misschien was dit het gebruik in dat land, dat de vrouw in zo'n geval de eis zou doen, zoveel wordt tenminste te kennen gegeven door de wet in Deuteronomy 25:7. Naomi beveelt haar dochter dus zich zindelijk en net te kleden, niet zich op te schikken, Ruth 3:3. Baad u en zalf u, niet blanket u zoals Isebel, doe uw klederen aan, geen hoerenversiersel, en ga af naar de dorsvloer", waar zij waarschijnlijk genodigd was om aan de avondmaaltijd deel te nemen, maar zij moet zich niet bekend maken, dat is: haar boodschap niet bekend maken (zij zelf meest wel zeer bekend zijn onder de maaiers van Boaz) totdat het gezelschap uit elkaar was gegaan, en Boaz zich had teruggetrokken. En bij die gelegenheid kon zij gemakkelijker afzonderlijk toegang tot hem verkrijgen dan in zijn eigen huis. En zover was nu alles wel en goed. Maar:
4. In haar komen om zich aan zijn voeten neer te leggen, als hij sliep in zijn bed, was zo'n schijn van kwaad, was zo'n naderen tot het kwaad, en zou er zo'n aanleiding toe hebben kunnen wezen, dat wij niet goed weten hoe het te rechtvaardigen is, inzonderheid is de uitnemende Dr. Poole van die mening. Wij moeten geen kwaad doen opdat er goed uit zal voortkomen. Het is gevaarlijk om de vonk en het tonder tot elkaar te brengen, want hoe groten hoop houts zal een klein vuur niet aansteken! Allen komen overeen dat het niet als precedent gesteld mag worden. Noch onze wetten, noch onze tijd zijn gelijk aan die van toen. Toch wil ik gaarne die zaak in een gunstig licht beschouwen.
Indien Boaz, zoals zij dachten, de naaste bloedverwant was, dan was zij voor God zijn vrouw (zoals wij zeggen) en dan waren er slechts weinige ceremoniën nodig om de bruiloft te voltooien, en Naomi heeft niet bedoeld, dat zij anders dan als zijn vrouw tot hem zou naderen. Zij wist dat Boaz niet alleen een oud man was (daarop alleen zou zij niet gewaagd hebben om haar schoondochter zo dicht tot hem te laten naderen) maar ook een ernstig, sober man, een deugdzaam en Godsdienstig man, een, die God vreesde. Zij wist dat Ruth een zedige jonge vrouw was, "kuis en het huis bewarende," Titus 2:5.
Wl waren de Israëlieten eens door de dochteren Moabs verleid en verdorven, Numbers 25:1, maar deze Moabietische was niet als een van deze dochteren. Naomi zelf bedoelde niets dan wat eerlijk en eerbaar was, en haar liefde (die alle dingen gelooft, en alle dingen hoopt) verbande alle boze achterdocht, dat hetzij Boaz of Ruth iets anders zouden willen, dan wat eerlijk en eerbaar was. Indien hetgeen Naomi aanried toen even onbetamelijk en onzedig was (overeenkomstig het gebruik des lands) als het ons thans toeschijnt, dan kunnen wij niet denken dat-indien Naomi zo weinig deugd had, (en wij hebben geen reden haar deugd te verdenken) zij. zo weinig wijsheid had om haar dochter hiertoe te bewegen, daar dit alleen het huwelijk in de weg zou gestaan hebben, en de genegenheid van zo ernstig en goed een man als Boaz was van haar vervreemd zou hebben.
Naomi verwees haar schoondochter naar Boaz voor verdere instructies. Als zij hem aldus haar eis gesteld heeft, zal Boaz, die meer bekend en vertrouwd was met de wetten, haar zeggen wat zij doen moet. Zo moeten wij ons nederleggen aan de voeten van onze Verlosser, om van Hem ons lot te vernemen: Heere! wat wilt Gij dat ik doen zal, Acts 9:6. Wij kunnen er zeker van zijn dat Ruth, indien zij enig kwaad gevreesd had van hetgeen haar moeder haar aanried een vrouw was van te veel deugd en te veel gezond verstand om te beloven wat zij beloofd heeft Ruth 3:5. Al wat gij tot mij zegt, zal ik doen. Aldus moeten de jongen zich onderwerpen aan de ouderen, en aan hun ernstigen en wijzen raad, als zij er niets van belang tegen inbrengen kunnen.
Verzen 1-5
Ruth 3:1-5I. Naomi's zorg voor het welzijn harer dochter is ongetwijfeld zeer prijzenswaardig en is geschreven ter navolging. Zij dacht zelf aan geen huwelijk, Ruth 1:12.. Maar hoewel zij. die oud was, tot een altijddurend weduwschap was besloten, was het toch verre van haar, om er haar schoondochter toe te verbinden, die nog jong was. De ouderdom moet zich van de jeugd niet tot maatstaf steller. Integendeel, zij zint op middelen om haar goed gehuwd te krijgen. Haar wijsheid beraamde een plan voor haar dochter, waaraan de dochter in haar zedigheid niet voor zichzelve gedacht zou hebben, Ruth 3:1. Dit deed zij:
1. In gerechtigheid jegens de doden, om zaad te verwekken aan hen, die gestorven zijn en aldus het geslacht voor uitsterven te bewaren.
2. In vriendelijkheid en dankbaarheid jegens haar schoondochter, die zich zo gehoorzaam en eerbiedig jegens haar had gedragen. "Mijne dochter" (zei zij, daar zij haar in ieder opzicht als de hare beschouwde) "zou ik u geen rust zoeken?" dat is: een vestiging in de huwelijksstaat, zal ik geen goed echtgenoot voor u zien te krijgen, dat het u welga? Dat is: "opdat gij aangenaam en in overvloed kunt leven, en niet al uw dagen zult doorbrengen in de geringe en treurige omstandigheden, waarin wij ons nu bevinden". De gehuwde staat is, of behoort te wezen, een staat van rust voor jonge lieden. Omzwervende genegenheden worden dan tot een voorwerp bepaald, en het hart komt tot rust, het is tot rust in het huis van een echtgenoot, en in zijn hart, Ruth 1:9. Diegenen zijn wel zeer onbezonnen en wispelturig, die door het huwelijk tot geen bestendigheid komen. Wat begeerd en bedoeld moet wezen door hen, die zich in het huwelijk begeven, is: dat het hun wel zal gaan, en daartoe is nodig, dat zij een goede keuze doen, want anders zal het instede van een rust voor hen te wezen, de grootste onrust zijn. Ouders moeten, als zij over hun kinderen beschikken dit op het oog hebben: dat het hun wel zal gaan. En laat het steeds in gedachten worden gehouden: Datgene is het beste voor ons, wat het beste is voor onze ziel. Het is de plicht van de ouders deze rust voor hun kinderen te zoeken en te die einde alles te doen wat hun betaamt te doen. En hoe meer gehoorzaam en eerbiedig de kinderen zich jegens hen betonen, hoe meer de ouders zich alle moeite moeten geven om hen aldus gevestigd te zien, al is het ook dat het hun hard valt om van zulke kinderen te scheiden.
II. Het middel, dat zij te baat nam om haar dochter tot dat huwelijk te doen komen, was zeer buitengewoon en ziet er verdacht uit. Indien er iets onbetamelijke in was, dan lag de schuld daarvan bij Naomi, die er haar dochter toe aanzette, en die de wetten en zeden van Israël beter kende of behoorde te kennen dan Ruth.
1. Het was waar, dat Boaz, naverwant zijnde aan de overledenen, en (voorzoveel Naomi niets wist van het tegendeel) de naastverwante van allen, die nog in leven waren, door de wet Gods verplicht was de weduwe te huwen van Machlon, die de oudste zoon was van Elimelech, en gestorven was zonder kinderen na te laten, Ruth 3:2. Is niet Boaz van onze bloedvriendschap, en daarom in gemoede verplicht voor onze zaken te zorgen? Waarom zouden wij hem niet herinneren aan zijn plicht?" Het kan ons aanmoedigen om ons door het geloof aan Christus' voeten neer te leggen dat Hij onze nabestaande is, daar Hij onze natuur heeft aangenomen is Hij been van ons been, en vlees van ons vlees. 2. Het was een geschikte tijd om hem er aan te herinneren, nu hij door Ruths voortdurende aanwezigheid bij zijn maaiers gedurende de hele oogst, die nu voleindigd was, zo bekend met haar was geworden, en nu hij ook door zijn vriendelijkheid jegens Ruth in mindere aangelegenheden Naomi aangemoedigd had te hopen, dat hij ook in deze grotere zaak niet onvriendelijk, en nog veel minder onrechtvaardig zou wezen. En zij dacht dat het een goede gelegenheid was om zich tot hem te wenden, nu hij een feest gaf voor het wannen op zijn dorsvloer, Ruth 3:2, om daar en te dier stonde de oogstvreugde te besluiten, en als een goede en vriendelijke meester zijn werklieden te onthalen. Hij zal deze nacht gerst wannen, dat is: hij viert vannacht dit feest, zoals Nabal en Absalom een feest hadden bij het scheren van de schapen, zo had Boaz een feest bij het wannen.
3. Naomi dacht dat Ruth de geschiktste persoon was om dit zelf te doen, en misschien was dit het gebruik in dat land, dat de vrouw in zo'n geval de eis zou doen, zoveel wordt tenminste te kennen gegeven door de wet in Deuteronomy 25:7. Naomi beveelt haar dochter dus zich zindelijk en net te kleden, niet zich op te schikken, Ruth 3:3. Baad u en zalf u, niet blanket u zoals Isebel, doe uw klederen aan, geen hoerenversiersel, en ga af naar de dorsvloer", waar zij waarschijnlijk genodigd was om aan de avondmaaltijd deel te nemen, maar zij moet zich niet bekend maken, dat is: haar boodschap niet bekend maken (zij zelf meest wel zeer bekend zijn onder de maaiers van Boaz) totdat het gezelschap uit elkaar was gegaan, en Boaz zich had teruggetrokken. En bij die gelegenheid kon zij gemakkelijker afzonderlijk toegang tot hem verkrijgen dan in zijn eigen huis. En zover was nu alles wel en goed. Maar:
4. In haar komen om zich aan zijn voeten neer te leggen, als hij sliep in zijn bed, was zo'n schijn van kwaad, was zo'n naderen tot het kwaad, en zou er zo'n aanleiding toe hebben kunnen wezen, dat wij niet goed weten hoe het te rechtvaardigen is, inzonderheid is de uitnemende Dr. Poole van die mening. Wij moeten geen kwaad doen opdat er goed uit zal voortkomen. Het is gevaarlijk om de vonk en het tonder tot elkaar te brengen, want hoe groten hoop houts zal een klein vuur niet aansteken! Allen komen overeen dat het niet als precedent gesteld mag worden. Noch onze wetten, noch onze tijd zijn gelijk aan die van toen. Toch wil ik gaarne die zaak in een gunstig licht beschouwen.
Indien Boaz, zoals zij dachten, de naaste bloedverwant was, dan was zij voor God zijn vrouw (zoals wij zeggen) en dan waren er slechts weinige ceremoniën nodig om de bruiloft te voltooien, en Naomi heeft niet bedoeld, dat zij anders dan als zijn vrouw tot hem zou naderen. Zij wist dat Boaz niet alleen een oud man was (daarop alleen zou zij niet gewaagd hebben om haar schoondochter zo dicht tot hem te laten naderen) maar ook een ernstig, sober man, een deugdzaam en Godsdienstig man, een, die God vreesde. Zij wist dat Ruth een zedige jonge vrouw was, "kuis en het huis bewarende," Titus 2:5.
Wl waren de Israëlieten eens door de dochteren Moabs verleid en verdorven, Numbers 25:1, maar deze Moabietische was niet als een van deze dochteren. Naomi zelf bedoelde niets dan wat eerlijk en eerbaar was, en haar liefde (die alle dingen gelooft, en alle dingen hoopt) verbande alle boze achterdocht, dat hetzij Boaz of Ruth iets anders zouden willen, dan wat eerlijk en eerbaar was. Indien hetgeen Naomi aanried toen even onbetamelijk en onzedig was (overeenkomstig het gebruik des lands) als het ons thans toeschijnt, dan kunnen wij niet denken dat-indien Naomi zo weinig deugd had, (en wij hebben geen reden haar deugd te verdenken) zij. zo weinig wijsheid had om haar dochter hiertoe te bewegen, daar dit alleen het huwelijk in de weg zou gestaan hebben, en de genegenheid van zo ernstig en goed een man als Boaz was van haar vervreemd zou hebben.
Naomi verwees haar schoondochter naar Boaz voor verdere instructies. Als zij hem aldus haar eis gesteld heeft, zal Boaz, die meer bekend en vertrouwd was met de wetten, haar zeggen wat zij doen moet. Zo moeten wij ons nederleggen aan de voeten van onze Verlosser, om van Hem ons lot te vernemen: Heere! wat wilt Gij dat ik doen zal, Acts 9:6. Wij kunnen er zeker van zijn dat Ruth, indien zij enig kwaad gevreesd had van hetgeen haar moeder haar aanried een vrouw was van te veel deugd en te veel gezond verstand om te beloven wat zij beloofd heeft Ruth 3:5. Al wat gij tot mij zegt, zal ik doen. Aldus moeten de jongen zich onderwerpen aan de ouderen, en aan hun ernstigen en wijzen raad, als zij er niets van belang tegen inbrengen kunnen.
Verzen 6-13
Ruth 3:6-13I. Hier is Boaz' goed bestuur van zijn gewone zaken, waarschijnlijk overeenkomstig het gebruik.
1. Toen zijn dienstknechten wanden, was hij bij hen, en had zijn oog op hen, om te voorkomen, niet dat zij van zijn koren zouden stelen (hij had geen reden om hiervoor te vrezen) maar dat zij door onachtzaamheid bij het wannen er iets van teloor zouden laten gaan.
Meesters kunnen grote verliezen lijden door dienstknechten, die achteloos zijn, al zijn zij ook eerlijk, hetgeen een reden is, waarom de mensen naarstig moeten zijn om goed op de hoogte hunner zaken te wezen, en er wl acht op te geven.
2. Toen hij meer dan gewoon werk te doen had, heeft hij zijn dienstknechten op een buitengewoon maal onthaald, en tot hun aanmoediging heeft hij met hen gegeten en gedronken. Het betaamt hun, die rijk en voornaam zijn, om vrijgevig te zijn voor, en ook gemeenzaam te zijn met hen, die zij in hun werk gebruiken.
3. Toen Boaz de avondmaaltijd met zijn werklieden had gebruikt en een wijle vrolijk en genoegelijk met hen had doorgebracht, ging hij ter bestemder tijd naar bed, zo vroeg dat hij te middernacht reeds zijn eersten slaap heeft gehad, Ruth 3:8, en dus geschikt kon zijn voor zijn werk op de volgenden dag. Ieder, die een goed heer des huizes is, zal vroege uren liefhebben, zich gaarne vroeg ter ruste begeven en zichzelf noch zijn gezin aan ontijdige vrolijkheid overgeven, die tot laat in de nacht aanhoudt. De Chaldeeuwse paraphrast heeft deze lezing van Ruth 3:7 :Boaz at en dronk, en zijn hart was goed, (dat is ook de betekenis van het Hebreeuwse woord) en hij loofde de naam des Heeren, die zijn gebeden had verhoord, en de hongersnood in het land Israëls had doen ophouden. Zodat hij zich sober ter ruste begaf, zijn hart was in een goede stemming, niet bezwaard door overmatig eten of door dronkenschap. En hij ging ook niet zonder gebed naar zijn legerstede. Nu hij gegeten had en verzadigd was, loofde hij de naam des Heeren, en nu hij ging rusten, beval hij zich in de hoede van de Goddelijke voorzienigheid. Het was goed dat hij dit deed, want er wachtte hem een buitengewone verzoeking, hoewel hij het niet wist.
4. Zijn bed was gespreid aan het uiterste van een korenhoop, niet omdat hij daar zijn hart op had gezet, noch alleen maar om hem tegen dieven te behoeden, maar het was te laat om naar zijn huis in de stad te gaan, en hier zou hij bij zijn werk wezen, en er de volgende morgen gereed voor zijn. Hij wilde ook tonen dat hij niet al te kieskeurig was voor zijn nachtverblijf, geen grootse staat wilde voeren, en niet op zijn gemak gesteld was, maar, evenals zijn vader Jakob, een eenvoudig man was die, als het nodig was, zijn bed kon hebben in een scheur, en zeer tevreden op stro kon slapen.
II. Ruths kloekmoedigheid in het ten uitvoer brengen van deze zaak. Zij volgde de orders van haar moeder, ging zich neerleggen, niet naast hem, maar dwars aan zijn voeten, in haar klederen, en bleef wakker, wachtende op de gelegenheid om te doen waarvoor zij gekomen was.
Toen hij in de nacht ontwaakte en bemerkte dat er iemand aan zijn voeten lag, en vroeg wie dit was, zei zij hem haar naam, en daarna haar boodschap, Ruth 3:9, namelijk dat zij gekomen was om zich onder zijn bescherming te stellen, daar hij de persoon was, door de wet Gods aangewezen om haar beschermer te zijn. "Gij zijt het, die het recht hebt om een geslacht en een erfbezitting te lossen, te behoeden van om te komen en verloren te gaan, breid dan uw vleugel over mij uit, het behage u mij en mijne zaak te huwen." Zo moeten wij door het geloof ons wenden tot Jezus Christus als onze nabestaande, die machtig is ons te verlossen, komen onder Zijn vleugelen, waartoe wij uitgenodigd zijn, Matthew 23:37, en Hem bidden Zijn vleugel over ons uit te breiden. "Heere Jezus, neem mij op in Uw verbond, en onder Uwe hoede, ik word onderdrukt, wees Gij mijn Borg."
III. De goede ontvangst, die aan Ruth van Boaz te beurt viel. Wat zij gedaan had, had geen slechte uitwerking, zodat Naomi zich niet vergist had in haar goede mening over haar bloedverwanten. Hij wist dat haar eis rechtvaardig en eerbaar was, en dienovereenkomstig behandelde hij haar, maar heeft met zijn zuster niet als met een hoer gedaan. Genesis 34:31.. Want:
1. Hij heeft niet gepoogd haar kuisheid te schenden, hoewel hij er alle gelegenheid toe had. De Chaldeeuwse paraphrast weidt er in dier voege over uit: Hij onderdrukte zijn zucht tot wellust, en naderde haar niet, maar deed als Jozef de Rechtvaardige, die zijn Egyptische meesteres niet wilde naderen, en zoals Palthiël de Vrome aan wie Saul zijn dochter Michal, Davids huisvrouw, 1 Samuel 25:44, S. had gegeven, die een zwaard legde tussen hem en haar ten einde haar niet aan te roeren. Boaz wist, dat het geen zondige lust was, die haar herwaarts heeft gebracht, en daarom heeft hij kloekmoedig zowel zijn eigen als haar eer bewaard.
2. Hij heeft geen boze uitlegging gegeven aan hetgeen zij gedaan heeft, heeft haar niet gesmaad als een schaamteloze vrouw, die ongeschikt was om de huisvrouw te zijn van een eerbaar man. Daar zij zich goed gedragen had in het veld, geheel haar houding en gedrag van zedigheid en ingetogenheid getuigden, wilde hij niet vanwege hetgeen zij nu gedaan had haar karakter verdenken, of daar de schijn van hebben. Wellicht heeft hij er zichzelf om gelaakt, dat hij aan deze in treurige omstandigheden verkerende weduwen zijn dienst als nabestaande niet had aangeboden, en was hij bereid te zeggen wat Juda van zijn schoondochter gezegd heeft: Zij is rechtvaardiger dan ik. Maar integendeel:
A. Hij prijst haar, sprak vriendelijk tot haar, noemde haar zijn dochter, en sprak met ere van haar als van een vrouw van uitnemende deugd. Zij heeft in deze zaak nog meer vriendelijkheid betoond aan haar schoonmoeder en aan de familie, waaraan zij zich door het huwelijk had verbonden, dan in alles wat zij vroeger gedaan heeft. Het was zeer goed in haar om haar vaderland te verlaten en met haar schoonmoeder naar het land Israëls te gaan om er bij haar te blijven en te helpen haar te onderhouden, daarvoor had hij haar reeds gezegend, Ruth 2:12, . maar nu zegt hij: Gij hebt deze uw laatste weldadigheid beter gemaakt dan de eerste, Ruth 3:10,. daar zij niet met haar eigen zin en wil is te rade gegaan voor een tweede huwelijk, maar met het geslacht van haar overleden echtgenoot. Zij had geen liefdesbetuigingen van jonge lieden aangenomen veel minder nog die gezocht hetzij van rijk of arm, maar was bereid te huwen volgens het voorschrift van de wet, al was het dan ook een oud man, omdat het voor de eer en het belang was van de familie, waarin zij gehuwd was en waaraan zij zo van harte was toegewijd. Als jonge lieden over zichzelf beschikken, dan moeten zij daarbij minder hun eigen neiging, de lust hunner ogen volgen, dan wel zoeken God en hun ouders te behagen.
B. Hij beloofde haar te zullen huwen, Ruth 3:11.. "Vrees niet, dat ik u zal veronachtzamen of u te schande zal maken, neen, al wat gij gezegd hebt zal ik u doen, want het is hetgeen door de wet vereist wordt van de nabestaande, en ik heb geen reden om het te weigeren, want de ganse stad mijns volks weet dat gij een deugdelijke vrouw zijt", Ruth 3:11.. Voorbeeldige deugd moet haar lof hebben, Filipp. 4:8, en zij zal beide mannen en vrouwen aanbevelen in de achting van de wijsten en de besten. Ruth was een arme vrouw, en armoede doet dikwijls de luister van de deugd tanen, maar van Ruths deugden zelfs in kommervolle omstandigheden werd door ieder kennis genomen, zij konden niet verborgen blijven, ja haar deugden namen de smaad weg van haar armoede, als arme lieden slechts Godvruchtige lieden zijn, dan zullen zij eer ontvangen van God en van de mensen. Ruth was merkwaardig om haar nederigheid, die de weg heeft geëffend voor deze eer, hoe minder zij zelf van haar deugden sprak, hoe meer zij door haar naburen werden opgemerkt. Bij de keuze van echtgenoten, behoort inzonderheid acht geslagen te worden op deugd, bekende en bewezen deugd, laat de Godsdienst de keuze bepalen, en dan zal die keus voorzeker gekroond worden en lieflijk gemaakt. Wijsheid is beter dan goud, en als er gezegd wordt, dat zij goed is met een erfdeel, dan betekent dit, dat zonder haar een erfdeel weinig waarde heeft.
C. Hij deed zijn belofte voorwaardelijk, en dat kon hij niet anders, want er scheen een bloedverwant te zijn, die nader was dan hij, aan wie het recht van de lossing behoorde, Ruth 3:12.. Dit wist hij, maar wij kunnen redelijkerwijs onderstellen, dat Naomi (die lang buitenslands is geweest, en misschien niet nauwkeurig op de hoogte was van al de graden van bloedverwantschap van haar overleden echtgenoot) dit niet geweten heeft, want anders zou zij haar dochter nooit tot Boaz hebben gezonden, om hem haar eis te stellen. Toch zegt hij haar niet, dat zij zelf naar die anderen bloedverwant moest gaan, want dat zou zeer hard en zwaar voor haar geweest zou zijn. Maar hij belooft:
a. Dat hijzelf het voorstel aan die anderen nabestaande zal gaan doen teneinde te weten wat deze zou willen. Het Hebreeuwse woord voor weduwe betekent een die stom is. Boaz zal daarom zijn mond openen voor de stomme Proverbs 31:8, en zal voor deze weduwe zeggen wat zij zelf niet weet te zeggen.
b. Dat, zo de andere bloedverwant weigerde de plicht des naastbestaanden te vervullen, hij het zou doen, de weduwe zou huwen, het land zou lossen, en de familie weer zou oprichten. Deze belofte bevestigt hij met een plechtigen eed, want het was een voorwaardelijk huwelijksverdrag, Ruth 3:13,. zo waarachtig als de Heere leeft. De zaak aldus opschortende, zegt hij haar te wachten tot aan de morgen. In zijn overdenkingen geeft bisschop Hall deze korten inhoud van die zaak. Boaz heeft, inplaats van haar aan te raken als een wellusteling haar gezegend als een vader, haar bemoedigd ais een vriend, haar beloften gedaan als een bloedverwant, haar beloond als een beschermer en haar weggezonden, beladen met hoop en met gaven, niet minder kuis en meer gelukkig dan toen zij kwam. O bewonderenswaardige ingetogenheid, waardig de voorvader van Hem, op wiens lippen en in wiens hart geen bedrog werd gevonden."
Verzen 6-13
Ruth 3:6-13I. Hier is Boaz' goed bestuur van zijn gewone zaken, waarschijnlijk overeenkomstig het gebruik.
1. Toen zijn dienstknechten wanden, was hij bij hen, en had zijn oog op hen, om te voorkomen, niet dat zij van zijn koren zouden stelen (hij had geen reden om hiervoor te vrezen) maar dat zij door onachtzaamheid bij het wannen er iets van teloor zouden laten gaan.
Meesters kunnen grote verliezen lijden door dienstknechten, die achteloos zijn, al zijn zij ook eerlijk, hetgeen een reden is, waarom de mensen naarstig moeten zijn om goed op de hoogte hunner zaken te wezen, en er wl acht op te geven.
2. Toen hij meer dan gewoon werk te doen had, heeft hij zijn dienstknechten op een buitengewoon maal onthaald, en tot hun aanmoediging heeft hij met hen gegeten en gedronken. Het betaamt hun, die rijk en voornaam zijn, om vrijgevig te zijn voor, en ook gemeenzaam te zijn met hen, die zij in hun werk gebruiken.
3. Toen Boaz de avondmaaltijd met zijn werklieden had gebruikt en een wijle vrolijk en genoegelijk met hen had doorgebracht, ging hij ter bestemder tijd naar bed, zo vroeg dat hij te middernacht reeds zijn eersten slaap heeft gehad, Ruth 3:8, en dus geschikt kon zijn voor zijn werk op de volgenden dag. Ieder, die een goed heer des huizes is, zal vroege uren liefhebben, zich gaarne vroeg ter ruste begeven en zichzelf noch zijn gezin aan ontijdige vrolijkheid overgeven, die tot laat in de nacht aanhoudt. De Chaldeeuwse paraphrast heeft deze lezing van Ruth 3:7 :Boaz at en dronk, en zijn hart was goed, (dat is ook de betekenis van het Hebreeuwse woord) en hij loofde de naam des Heeren, die zijn gebeden had verhoord, en de hongersnood in het land Israëls had doen ophouden. Zodat hij zich sober ter ruste begaf, zijn hart was in een goede stemming, niet bezwaard door overmatig eten of door dronkenschap. En hij ging ook niet zonder gebed naar zijn legerstede. Nu hij gegeten had en verzadigd was, loofde hij de naam des Heeren, en nu hij ging rusten, beval hij zich in de hoede van de Goddelijke voorzienigheid. Het was goed dat hij dit deed, want er wachtte hem een buitengewone verzoeking, hoewel hij het niet wist.
4. Zijn bed was gespreid aan het uiterste van een korenhoop, niet omdat hij daar zijn hart op had gezet, noch alleen maar om hem tegen dieven te behoeden, maar het was te laat om naar zijn huis in de stad te gaan, en hier zou hij bij zijn werk wezen, en er de volgende morgen gereed voor zijn. Hij wilde ook tonen dat hij niet al te kieskeurig was voor zijn nachtverblijf, geen grootse staat wilde voeren, en niet op zijn gemak gesteld was, maar, evenals zijn vader Jakob, een eenvoudig man was die, als het nodig was, zijn bed kon hebben in een scheur, en zeer tevreden op stro kon slapen.
II. Ruths kloekmoedigheid in het ten uitvoer brengen van deze zaak. Zij volgde de orders van haar moeder, ging zich neerleggen, niet naast hem, maar dwars aan zijn voeten, in haar klederen, en bleef wakker, wachtende op de gelegenheid om te doen waarvoor zij gekomen was.
Toen hij in de nacht ontwaakte en bemerkte dat er iemand aan zijn voeten lag, en vroeg wie dit was, zei zij hem haar naam, en daarna haar boodschap, Ruth 3:9, namelijk dat zij gekomen was om zich onder zijn bescherming te stellen, daar hij de persoon was, door de wet Gods aangewezen om haar beschermer te zijn. "Gij zijt het, die het recht hebt om een geslacht en een erfbezitting te lossen, te behoeden van om te komen en verloren te gaan, breid dan uw vleugel over mij uit, het behage u mij en mijne zaak te huwen." Zo moeten wij door het geloof ons wenden tot Jezus Christus als onze nabestaande, die machtig is ons te verlossen, komen onder Zijn vleugelen, waartoe wij uitgenodigd zijn, Matthew 23:37, en Hem bidden Zijn vleugel over ons uit te breiden. "Heere Jezus, neem mij op in Uw verbond, en onder Uwe hoede, ik word onderdrukt, wees Gij mijn Borg."
III. De goede ontvangst, die aan Ruth van Boaz te beurt viel. Wat zij gedaan had, had geen slechte uitwerking, zodat Naomi zich niet vergist had in haar goede mening over haar bloedverwanten. Hij wist dat haar eis rechtvaardig en eerbaar was, en dienovereenkomstig behandelde hij haar, maar heeft met zijn zuster niet als met een hoer gedaan. Genesis 34:31.. Want:
1. Hij heeft niet gepoogd haar kuisheid te schenden, hoewel hij er alle gelegenheid toe had. De Chaldeeuwse paraphrast weidt er in dier voege over uit: Hij onderdrukte zijn zucht tot wellust, en naderde haar niet, maar deed als Jozef de Rechtvaardige, die zijn Egyptische meesteres niet wilde naderen, en zoals Palthiël de Vrome aan wie Saul zijn dochter Michal, Davids huisvrouw, 1 Samuel 25:44, S. had gegeven, die een zwaard legde tussen hem en haar ten einde haar niet aan te roeren. Boaz wist, dat het geen zondige lust was, die haar herwaarts heeft gebracht, en daarom heeft hij kloekmoedig zowel zijn eigen als haar eer bewaard.
2. Hij heeft geen boze uitlegging gegeven aan hetgeen zij gedaan heeft, heeft haar niet gesmaad als een schaamteloze vrouw, die ongeschikt was om de huisvrouw te zijn van een eerbaar man. Daar zij zich goed gedragen had in het veld, geheel haar houding en gedrag van zedigheid en ingetogenheid getuigden, wilde hij niet vanwege hetgeen zij nu gedaan had haar karakter verdenken, of daar de schijn van hebben. Wellicht heeft hij er zichzelf om gelaakt, dat hij aan deze in treurige omstandigheden verkerende weduwen zijn dienst als nabestaande niet had aangeboden, en was hij bereid te zeggen wat Juda van zijn schoondochter gezegd heeft: Zij is rechtvaardiger dan ik. Maar integendeel:
A. Hij prijst haar, sprak vriendelijk tot haar, noemde haar zijn dochter, en sprak met ere van haar als van een vrouw van uitnemende deugd. Zij heeft in deze zaak nog meer vriendelijkheid betoond aan haar schoonmoeder en aan de familie, waaraan zij zich door het huwelijk had verbonden, dan in alles wat zij vroeger gedaan heeft. Het was zeer goed in haar om haar vaderland te verlaten en met haar schoonmoeder naar het land Israëls te gaan om er bij haar te blijven en te helpen haar te onderhouden, daarvoor had hij haar reeds gezegend, Ruth 2:12, . maar nu zegt hij: Gij hebt deze uw laatste weldadigheid beter gemaakt dan de eerste, Ruth 3:10,. daar zij niet met haar eigen zin en wil is te rade gegaan voor een tweede huwelijk, maar met het geslacht van haar overleden echtgenoot. Zij had geen liefdesbetuigingen van jonge lieden aangenomen veel minder nog die gezocht hetzij van rijk of arm, maar was bereid te huwen volgens het voorschrift van de wet, al was het dan ook een oud man, omdat het voor de eer en het belang was van de familie, waarin zij gehuwd was en waaraan zij zo van harte was toegewijd. Als jonge lieden over zichzelf beschikken, dan moeten zij daarbij minder hun eigen neiging, de lust hunner ogen volgen, dan wel zoeken God en hun ouders te behagen.
B. Hij beloofde haar te zullen huwen, Ruth 3:11.. "Vrees niet, dat ik u zal veronachtzamen of u te schande zal maken, neen, al wat gij gezegd hebt zal ik u doen, want het is hetgeen door de wet vereist wordt van de nabestaande, en ik heb geen reden om het te weigeren, want de ganse stad mijns volks weet dat gij een deugdelijke vrouw zijt", Ruth 3:11.. Voorbeeldige deugd moet haar lof hebben, Filipp. 4:8, en zij zal beide mannen en vrouwen aanbevelen in de achting van de wijsten en de besten. Ruth was een arme vrouw, en armoede doet dikwijls de luister van de deugd tanen, maar van Ruths deugden zelfs in kommervolle omstandigheden werd door ieder kennis genomen, zij konden niet verborgen blijven, ja haar deugden namen de smaad weg van haar armoede, als arme lieden slechts Godvruchtige lieden zijn, dan zullen zij eer ontvangen van God en van de mensen. Ruth was merkwaardig om haar nederigheid, die de weg heeft geëffend voor deze eer, hoe minder zij zelf van haar deugden sprak, hoe meer zij door haar naburen werden opgemerkt. Bij de keuze van echtgenoten, behoort inzonderheid acht geslagen te worden op deugd, bekende en bewezen deugd, laat de Godsdienst de keuze bepalen, en dan zal die keus voorzeker gekroond worden en lieflijk gemaakt. Wijsheid is beter dan goud, en als er gezegd wordt, dat zij goed is met een erfdeel, dan betekent dit, dat zonder haar een erfdeel weinig waarde heeft.
C. Hij deed zijn belofte voorwaardelijk, en dat kon hij niet anders, want er scheen een bloedverwant te zijn, die nader was dan hij, aan wie het recht van de lossing behoorde, Ruth 3:12.. Dit wist hij, maar wij kunnen redelijkerwijs onderstellen, dat Naomi (die lang buitenslands is geweest, en misschien niet nauwkeurig op de hoogte was van al de graden van bloedverwantschap van haar overleden echtgenoot) dit niet geweten heeft, want anders zou zij haar dochter nooit tot Boaz hebben gezonden, om hem haar eis te stellen. Toch zegt hij haar niet, dat zij zelf naar die anderen bloedverwant moest gaan, want dat zou zeer hard en zwaar voor haar geweest zou zijn. Maar hij belooft:
a. Dat hijzelf het voorstel aan die anderen nabestaande zal gaan doen teneinde te weten wat deze zou willen. Het Hebreeuwse woord voor weduwe betekent een die stom is. Boaz zal daarom zijn mond openen voor de stomme Proverbs 31:8, en zal voor deze weduwe zeggen wat zij zelf niet weet te zeggen.
b. Dat, zo de andere bloedverwant weigerde de plicht des naastbestaanden te vervullen, hij het zou doen, de weduwe zou huwen, het land zou lossen, en de familie weer zou oprichten. Deze belofte bevestigt hij met een plechtigen eed, want het was een voorwaardelijk huwelijksverdrag, Ruth 3:13,. zo waarachtig als de Heere leeft. De zaak aldus opschortende, zegt hij haar te wachten tot aan de morgen. In zijn overdenkingen geeft bisschop Hall deze korten inhoud van die zaak. Boaz heeft, inplaats van haar aan te raken als een wellusteling haar gezegend als een vader, haar bemoedigd ais een vriend, haar beloften gedaan als een bloedverwant, haar beloond als een beschermer en haar weggezonden, beladen met hoop en met gaven, niet minder kuis en meer gelukkig dan toen zij kwam. O bewonderenswaardige ingetogenheid, waardig de voorvader van Hem, op wiens lippen en in wiens hart geen bedrog werd gevonden."
Verzen 14-18
Ruth 3:14-18Hier wordt ons verhaald:
I. Hoe Ruth door Boaz werd weggezonden. Het zou niet veilig voor haar geweest zijn om in het holle van de nacht naar huis te gaan, daarom lag zij neer aan zijn voeten, niet naast hem, tot aan de morgen, maar zodra de dag begon aan te breken. zodat zij licht had op de weg naar huis, ging zij heen, eer dat de een de ander kennen kon, opdat, zo zij al gezien werd, zij toch niet herkend zou worden, en men dus niet zou weten dat zij op een ontijdig uur buitenshuis was. Zij was niet bevreesd om bekend te zijn als ene, die aren oplas in het veld, en zij schaamde zich niet dit blijk van armoede, maar zij zou niet gaarne bekend willen zijn als iemand, die des nachts op straat is, want haar deugd was haar grootste eer, en hetgeen haar het dierbaarst was.
Boaz zond haar heen:
1. Met de raad om te zwijgen, Ruth 3:14.. Het worde niet bekend dat een vrouw op de dorsvloer gekomen is, en de gehelen nacht zo dicht bij Boaz gelegen heeft. Niet alsof zij er zich veel om behoefden te bekommeren wat de mensen van hen zeiden, terwijl zijzelf zich bewust waren rein te zijn, maar omdat weinigen z dicht bij het vuur konden naderen, als zij er toe genaderd waren, zonder zich te branden. Ware het bekend geweest, het zou in sommigen achterdocht hebben kunnen opwekken, en anderen zouden er aanmerkingen op gemaakt hebben. Vrome mensen zouden er door ontroerd of bedroefd zijn geweest, en slechte mensen zouden gejuicht hebben en daarom: het worde niet bekend. Wij moeten altijd zorgen niet alleen om een goed geweten te hebben, maar ook onze goeden naam te bewaren.
Wij moeten of niet doen wat, hoewel het onschuldig is, toch aanleiding kan geven om verkeerd uitgelegd te worden, of zo wij het doen, het niet bekend laten worden. Wij moeten niet alleen zonde, maar ook ergernis vermijden. Er was hier ook een bijzondere reden voor geheimhouding: indien deze zaak ruchtbaar werd, dan zou dit aan de vrijheid van keus van de anderen nabestaande kunnen schaden, hij zou het als een reden kunnen opgeven, om Ruth te weigeren, dat Boaz en zij tezamen waren geweest.
2. Hij zond haar weg met een goed geschenk in koren, dat aan haar arme moeder tehuis zeer welkom zijn zal, en haar tot bewijs zal wezen, dat hij haar niet in misnoegen had weggezonden, hetgeen Naomi had kunnen denken, indien hij haar ledig had weggezonden. Hij gaf het haar in haar sluier, of voorschoot, of schorteldoek, gaf het haar bij maten, als een wijs korenheer hield hij rekening van alles wat hij uitgaf.
Het waren zes maten, dat is: zes gomers naar verondersteld wordt, waarvan er tien in een efa gingen. Welke maat het nu ook moge geweest zijn, waarschijnlijk gaf hij haar zoveel als zij kon dragen, Ruth 3:15. En de Chaldeër zegt: De Heere gaf haar kracht om het te dragen, en voegt er bij, dat haar thans door de geest van de profetie werd meegedeeld, dat uit haar zes van de rechtvaardigste mannen van hun tijd zouden voortkomen, namelijk: David, Daniël, diens drie metgezellen en de Koning Messias. II. Hoe zij door haar schoonmoeder werd verwelkomd. Zij vroeg haar: "Wie zijt gij, mijn dochter? Zijt gij een bruid, of zijt gij het niet? Moet ik u gelukwensen?" Zo zei Ruth haar dan hoe de zaak stond, Ruth 3:16, Ruth 3:17. Waarop haar moeder:
1. Haar aanraadde om tevreden te zijn met hetgeen geschied was: Zit stil, mijne dochter, totdat gij weet hoe de zaak zal vallen. Hoe het besloten is in de hemel, leest hier de Chaldeër want daar worden de huwelijken gesloten. Zij had gedaan alles wat haar paste te doen, en nu moest zij geduldig de uitslag verbeiden, en er niet in verlegenheid om zijn. Laat ons hieruit leren onze zorgen op God te werpen, Zijn leidingen te volgen en er acht op te geven, in kalmte van gemoed de gebeurtenis af te wachten, met het vaste besluit er in te berusten, hoe zij ook zijn moge, soms blijkt datgene het best voor ons gedaan te zijn, wat het minst ons eigen doen is. "Daarom, zit stil, en zie hoe de zaak zal vallen, en zeg: Hoe zij ook zal vallen, ik ben er mee tevreden, en ben er toe bereid."
2. Zij verzekerde haar dat Boaz, deze zaak op zich genomen hebbende, er zich een getrouw en zorgzaam vriend in zou betonen. Hij zal niet rusten, tenzij dat hij heden deze zaak voleindigd hebbe. Hoewel het een drukke tijd voor hem was in het veld en op de dorsvloer, zal hij toch, op zich genomen hebbende haar te dienen haar zaak niet veronachtzamen. Naomi gelooft lat Ruth zijn hart gewonnen heeft, en daarom zal hij niet rusten v r hij weet of zij al of niet de zijne wezen kan. Dit voert zij aan als een reden, waarom Ruth stil moet zitten en er niet in kommer om moet zijn, Boaz heeft de zaak op zich genomen, en hij zal haar gewis goed ten einde brengen. Nog veel meer reden hebben goede Christenen, in geen ding bezorgd te zijn, maar hun zorg op God te werpen, omdat Hij beroofd heeft voor hen te zorgen, en als Hij het doet, is het immers niet nodig dat wij het ook doen. "Zit stil, en zie hoe de zaak zal vallen, want de Heere zal het voor u voleindigen, en zal het u ten goede doen medewerken, Psalms 37:4, Psalms 37:5, Psalms 138:8., Stilzitten zal uw sterkte zijn, Isaiah 30:1. 7.
Verzen 14-18
Ruth 3:14-18Hier wordt ons verhaald:
I. Hoe Ruth door Boaz werd weggezonden. Het zou niet veilig voor haar geweest zijn om in het holle van de nacht naar huis te gaan, daarom lag zij neer aan zijn voeten, niet naast hem, tot aan de morgen, maar zodra de dag begon aan te breken. zodat zij licht had op de weg naar huis, ging zij heen, eer dat de een de ander kennen kon, opdat, zo zij al gezien werd, zij toch niet herkend zou worden, en men dus niet zou weten dat zij op een ontijdig uur buitenshuis was. Zij was niet bevreesd om bekend te zijn als ene, die aren oplas in het veld, en zij schaamde zich niet dit blijk van armoede, maar zij zou niet gaarne bekend willen zijn als iemand, die des nachts op straat is, want haar deugd was haar grootste eer, en hetgeen haar het dierbaarst was.
Boaz zond haar heen:
1. Met de raad om te zwijgen, Ruth 3:14.. Het worde niet bekend dat een vrouw op de dorsvloer gekomen is, en de gehelen nacht zo dicht bij Boaz gelegen heeft. Niet alsof zij er zich veel om behoefden te bekommeren wat de mensen van hen zeiden, terwijl zijzelf zich bewust waren rein te zijn, maar omdat weinigen z dicht bij het vuur konden naderen, als zij er toe genaderd waren, zonder zich te branden. Ware het bekend geweest, het zou in sommigen achterdocht hebben kunnen opwekken, en anderen zouden er aanmerkingen op gemaakt hebben. Vrome mensen zouden er door ontroerd of bedroefd zijn geweest, en slechte mensen zouden gejuicht hebben en daarom: het worde niet bekend. Wij moeten altijd zorgen niet alleen om een goed geweten te hebben, maar ook onze goeden naam te bewaren.
Wij moeten of niet doen wat, hoewel het onschuldig is, toch aanleiding kan geven om verkeerd uitgelegd te worden, of zo wij het doen, het niet bekend laten worden. Wij moeten niet alleen zonde, maar ook ergernis vermijden. Er was hier ook een bijzondere reden voor geheimhouding: indien deze zaak ruchtbaar werd, dan zou dit aan de vrijheid van keus van de anderen nabestaande kunnen schaden, hij zou het als een reden kunnen opgeven, om Ruth te weigeren, dat Boaz en zij tezamen waren geweest.
2. Hij zond haar weg met een goed geschenk in koren, dat aan haar arme moeder tehuis zeer welkom zijn zal, en haar tot bewijs zal wezen, dat hij haar niet in misnoegen had weggezonden, hetgeen Naomi had kunnen denken, indien hij haar ledig had weggezonden. Hij gaf het haar in haar sluier, of voorschoot, of schorteldoek, gaf het haar bij maten, als een wijs korenheer hield hij rekening van alles wat hij uitgaf.
Het waren zes maten, dat is: zes gomers naar verondersteld wordt, waarvan er tien in een efa gingen. Welke maat het nu ook moge geweest zijn, waarschijnlijk gaf hij haar zoveel als zij kon dragen, Ruth 3:15. En de Chaldeër zegt: De Heere gaf haar kracht om het te dragen, en voegt er bij, dat haar thans door de geest van de profetie werd meegedeeld, dat uit haar zes van de rechtvaardigste mannen van hun tijd zouden voortkomen, namelijk: David, Daniël, diens drie metgezellen en de Koning Messias. II. Hoe zij door haar schoonmoeder werd verwelkomd. Zij vroeg haar: "Wie zijt gij, mijn dochter? Zijt gij een bruid, of zijt gij het niet? Moet ik u gelukwensen?" Zo zei Ruth haar dan hoe de zaak stond, Ruth 3:16, Ruth 3:17. Waarop haar moeder:
1. Haar aanraadde om tevreden te zijn met hetgeen geschied was: Zit stil, mijne dochter, totdat gij weet hoe de zaak zal vallen. Hoe het besloten is in de hemel, leest hier de Chaldeër want daar worden de huwelijken gesloten. Zij had gedaan alles wat haar paste te doen, en nu moest zij geduldig de uitslag verbeiden, en er niet in verlegenheid om zijn. Laat ons hieruit leren onze zorgen op God te werpen, Zijn leidingen te volgen en er acht op te geven, in kalmte van gemoed de gebeurtenis af te wachten, met het vaste besluit er in te berusten, hoe zij ook zijn moge, soms blijkt datgene het best voor ons gedaan te zijn, wat het minst ons eigen doen is. "Daarom, zit stil, en zie hoe de zaak zal vallen, en zeg: Hoe zij ook zal vallen, ik ben er mee tevreden, en ben er toe bereid."
2. Zij verzekerde haar dat Boaz, deze zaak op zich genomen hebbende, er zich een getrouw en zorgzaam vriend in zou betonen. Hij zal niet rusten, tenzij dat hij heden deze zaak voleindigd hebbe. Hoewel het een drukke tijd voor hem was in het veld en op de dorsvloer, zal hij toch, op zich genomen hebbende haar te dienen haar zaak niet veronachtzamen. Naomi gelooft lat Ruth zijn hart gewonnen heeft, en daarom zal hij niet rusten v r hij weet of zij al of niet de zijne wezen kan. Dit voert zij aan als een reden, waarom Ruth stil moet zitten en er niet in kommer om moet zijn, Boaz heeft de zaak op zich genomen, en hij zal haar gewis goed ten einde brengen. Nog veel meer reden hebben goede Christenen, in geen ding bezorgd te zijn, maar hun zorg op God te werpen, omdat Hij beroofd heeft voor hen te zorgen, en als Hij het doet, is het immers niet nodig dat wij het ook doen. "Zit stil, en zie hoe de zaak zal vallen, want de Heere zal het voor u voleindigen, en zal het u ten goede doen medewerken, Psalms 37:4, Psalms 37:5, Psalms 138:8., Stilzitten zal uw sterkte zijn, Isaiah 30:1. 7.