Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
For 10¢ a day you can enjoy StudyLight.org ads
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!

Bible Commentaries
Ruth 3

Dächsel BijbelverklaringDächsel Bijbelverklaring

Search for…
Enter query below:

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, RUTH 3

Ruth 3:1.

RUTH VERKRIJGT GOEDE HOOP OP EEN AANSTAAND HUWELIJK.

I. Ruth 3:1-Ruth 3:18. Na het eindigen van de oogst nu het dorstijd is, verlangt de voor het welzijn van haar dochter bezorgde Naomi van haar, dat zij, goed gekleed en getooid, in de nacht de dorsvloer van Boaz opzoekt en zich, terwijl hij daar op zijn leger ingeslapen is, aan zijn voeten nederleg, opdat hij naar zijn plicht als losser, haar tot vrouw neemt. Ruth onderwerpt zich gehoorzaam aan dit plan. Als nu Boaz haar aanwezigheid bemerkt, belooft hij haar verlangen te vervullen. Eerst moet hij een hem bekende bloedverwant, die nader is, bewegen van zijn recht op haar bezit afstand te doen. Hij wil reeds de volgende dag die zaak ten einde brengen; bij het opgaan van de zon laat hij haar, stil en rijk begiftigd, tot Naomi heengaan, die uit het bericht, dat haar schoondochter haar geeft, goede hoop op het slagen van haar bedoelingen verkrijgt.

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, RUTH 3

Ruth 3:1.

RUTH VERKRIJGT GOEDE HOOP OP EEN AANSTAAND HUWELIJK.

I. Ruth 3:1-Ruth 3:18. Na het eindigen van de oogst nu het dorstijd is, verlangt de voor het welzijn van haar dochter bezorgde Naomi van haar, dat zij, goed gekleed en getooid, in de nacht de dorsvloer van Boaz opzoekt en zich, terwijl hij daar op zijn leger ingeslapen is, aan zijn voeten nederleg, opdat hij naar zijn plicht als losser, haar tot vrouw neemt. Ruth onderwerpt zich gehoorzaam aan dit plan. Als nu Boaz haar aanwezigheid bemerkt, belooft hij haar verlangen te vervullen. Eerst moet hij een hem bekende bloedverwant, die nader is, bewegen van zijn recht op haar bezit afstand te doen. Hij wil reeds de volgende dag die zaak ten einde brengen; bij het opgaan van de zon laat hij haar, stil en rijk begiftigd, tot Naomi heengaan, die uit het bericht, dat haar schoondochter haar geeft, goede hoop op het slagen van haar bedoelingen verkrijgt.

Vers 1

1. En Naomi, haar schoonmoeder, sprak tot haar, die reeds de gunst van Boaz en de achting van de gehele stad (Ruth 3:11) verworven had, nadat de oogst was afgelopen en de dorstijd begon, dadelijk na Pinksteren: Mijndochter! zou ik u geen rust zoeken, dat gij u een man verkrijgt en zo uw levenslot verzekerd wordt, dat het u welga, 1) tot loon van uw trouw en kinderlijke liefde. (Ephesians 6:2,Ephesians 6:3).

1) Twee doelen beoogt Naomi hiermee. Allereerst om haar overleden zoon nageslacht te verwekken en ten tweede, om haar schoondochter liefde te bewijzen. Naomi vergeet noch haar reeds gestorven kind, noch de weldadigheid, die Ruth bij haar gedaan heeft..

Zij weet, dat zij hier in de geordende weg van God is, en hoewel zij zich in de naaste bloedverwant vergist, zo zal toch de Heere God het wonderwel maken en haar pogingen en haar arbeid zegenen..

Vers 1

1. En Naomi, haar schoonmoeder, sprak tot haar, die reeds de gunst van Boaz en de achting van de gehele stad (Ruth 3:11) verworven had, nadat de oogst was afgelopen en de dorstijd begon, dadelijk na Pinksteren: Mijndochter! zou ik u geen rust zoeken, dat gij u een man verkrijgt en zo uw levenslot verzekerd wordt, dat het u welga, 1) tot loon van uw trouw en kinderlijke liefde. (Ephesians 6:2,Ephesians 6:3).

1) Twee doelen beoogt Naomi hiermee. Allereerst om haar overleden zoon nageslacht te verwekken en ten tweede, om haar schoondochter liefde te bewijzen. Naomi vergeet noch haar reeds gestorven kind, noch de weldadigheid, die Ruth bij haar gedaan heeft..

Zij weet, dat zij hier in de geordende weg van God is, en hoewel zij zich in de naaste bloedverwant vergist, zo zal toch de Heere God het wonderwel maken en haar pogingen en haar arbeid zegenen..

Vers 3

3. Zo baad U dan, en zalf u 1) met olie, en doe uw feestkleren aan, en ga zo getooid van de hooggelegen stad af naar de dorsvloer, maar houd u daar zolang verborgen, en maak u de man niet bekend, noch iemand van hen, die bij hem zijn, totdat hij geëindigd zal hebben te eten en te drinken.

1) De bruid van Christus behaagt haar bruidegom niet anders dan in de zalving van de Geest en in de kleren van het heil.

Vers 3

3. Zo baad U dan, en zalf u 1) met olie, en doe uw feestkleren aan, en ga zo getooid van de hooggelegen stad af naar de dorsvloer, maar houd u daar zolang verborgen, en maak u de man niet bekend, noch iemand van hen, die bij hem zijn, totdat hij geëindigd zal hebben te eten en te drinken.

1) De bruid van Christus behaagt haar bruidegom niet anders dan in de zalving van de Geest en in de kleren van het heil.

Vers 4

4. En het zal geschieden, als hij neerligt, 1) dat gij de plaats zult merken, waar hij in de nabijheid van de dorsvloer gelegen zal zijn, en als gij denkt, dat hij ingeslapen zal zijn, ga dan, en sla zijn voetdeksel op, en leg u aan zijn voeten te slapen; zo zal hij, wanneer hij ontwaakt en u gewaar wordt, u te kennen geven, wat gij doen zult, 1) of hij u tot vrouw zal nemen of niet. Ik ben zeker dat hij u niet verstoten zal.

1) Het dorsen gebeurde overdag; tegen de avond, als de wind zich verhief (Genesis 3:8) had het wannen plaats, waartoe men de wind nodig had, opdat deze het kaf weg woei. Na de arbeid werd de maaltijd gehouden; daarop legden de landarbeiders zich dadelijk bij de dorsvloer neer om die te bewaken..

2) Naar onze zeden en toestanden schijnt de handelwijze van Naomi en Ruth, uit een zedelijk oogpunt, aanstotelijk, maar dat was zij niet volgens de zeden van het volk van Israël van die tijd. Boaz, een man van eer en aanzien, en volgens 3:10, zonder twijfel ook reeds een tamelijk bejaard man, prijst Ruth dat zij tot hem haar toevlucht heeft genomen en belooft haar haar wens te zullen vervullen, als hij zich heeft overtuigd, dat de nadere losser van zijn recht en plicht wil afstand doen. Zoals hij met deze verklaring erkent, dat hem als losser onder de tegenwoordige toestanden de plicht is opgelegd, om Ruth te huwen, zo ook stoort hij zich niet aan de manier en aan de wijze, waarop zij tot hem genaderd is en zich als zijn vrouw heeft voorgesteld..

Vers 4

4. En het zal geschieden, als hij neerligt, 1) dat gij de plaats zult merken, waar hij in de nabijheid van de dorsvloer gelegen zal zijn, en als gij denkt, dat hij ingeslapen zal zijn, ga dan, en sla zijn voetdeksel op, en leg u aan zijn voeten te slapen; zo zal hij, wanneer hij ontwaakt en u gewaar wordt, u te kennen geven, wat gij doen zult, 1) of hij u tot vrouw zal nemen of niet. Ik ben zeker dat hij u niet verstoten zal.

1) Het dorsen gebeurde overdag; tegen de avond, als de wind zich verhief (Genesis 3:8) had het wannen plaats, waartoe men de wind nodig had, opdat deze het kaf weg woei. Na de arbeid werd de maaltijd gehouden; daarop legden de landarbeiders zich dadelijk bij de dorsvloer neer om die te bewaken..

2) Naar onze zeden en toestanden schijnt de handelwijze van Naomi en Ruth, uit een zedelijk oogpunt, aanstotelijk, maar dat was zij niet volgens de zeden van het volk van Israël van die tijd. Boaz, een man van eer en aanzien, en volgens 3:10, zonder twijfel ook reeds een tamelijk bejaard man, prijst Ruth dat zij tot hem haar toevlucht heeft genomen en belooft haar haar wens te zullen vervullen, als hij zich heeft overtuigd, dat de nadere losser van zijn recht en plicht wil afstand doen. Zoals hij met deze verklaring erkent, dat hem als losser onder de tegenwoordige toestanden de plicht is opgelegd, om Ruth te huwen, zo ook stoort hij zich niet aan de manier en aan de wijze, waarop zij tot hem genaderd is en zich als zijn vrouw heeft voorgesteld..

Vers 5

5. En zij, kinderlijk gehoorzaam aan haar schoonmoeder en gereed zich de reeds bejaarde man (Ruth 3:10), die zij om zijn vroomheid had leren hoogachten, tot vrouw aan te bieden, zei tot haar: Al wat gij tot mij zegt, zal ik doen. 1)

1) Men moet zich hier geheel in de geest en de zeden van die tijd verplaatsen en alle inzichten van welvoeglijkheid, zoals wij die tegenwoordig hebben, ter zijde stellen, anders zou men aan de drie personen, die in deze geschiedenis voorkomen, groot onrecht doen. De zaak is deze: Naomi houdt Boaz voor de naaste bloedverwant van haar gestorven man, voor de losser van het stuk grond (2:20), dat de laatste heeft achtergelaten; zij weet niet dat er nog een nadere bloedverwant is (3:12). Nu zal, als zij gestorven zal zijn, het stuk grond, dat nog in handen van de koper is (2:20) de losser toevallen, zodat hij het of dadelijk kan inlossen, of het hem in het jubeljaar zonder geld ten deel wordt. Nu kan echter Naomi volgens haar recht de akker, die zij wel bezit maar niet gebruiken kan, vrijwillig overgeven; zij is daarnaast besloten, om haar schoondochter gelukkig te maken. Omdat namelijk na Elimelech dood Machlon, de man van Ruth erfgenaam van het stuk grond geworden was, zo heeft de losser tevens de plicht de weduwe van Machlon te huwen. Boaz heeft bijzondere welwillendheid jegens Ruth en om harentwil ook jegens haar schoonmoeder betoond. Zij meent, hoewel zij daarin dwaalt (Ruth 3:9), dat Boaz van de familiebetrekking niets weet, en gelooft, dat hij, deze vernemende, aanstonds bereid zal zijn de jonge weduwe, die hem zozeer aangetrokken heeft, tot vrouw te nemen, omdat hij hoop mag hebben bij haar kinderen te verwekken, wat de reeds bejaarde en kinderloze weduwnaar aangenaam zal zijn; des te eerder meent zij, dat hij dit doen zal, omdat zij niet met lege handen komt, maar het erfrecht van dat stuk grond meebrengt. Wel zal dit niet het werkelijk eigendom worden van hem zelf, maar van de oudste zoon, die geboren zal worden, en deze moet op de naam van de gestorven Machlon in de geslachtsregisters worden opgeschreven. Maar de zonen en dochters, die later geboren worden, zijn de zijn, zijn van Boaz en zullen zijn geslacht voortplanten. Zij is in haar gedachten zo zeker van de toestemming van Boaz, dat zij Ruth reeds voor de verloofde van de man aanziet en geen bedenkingen heeft haar, als een bruid getooid, in de kamer van de man te leiden. Daarin bestond toch, zoals wij weten, ten tijde van het Oude Testament, het eigenlijke sluiten van het huwelijk. Er bestond nog geen plechtige inzegening van het huwelijk zoals bij ons; de wederkerige toestemming was genoeg, en de vereniging kon ook zonder voorafgaande bruiloftsfeesten plaatshebben; de bruiloft was bovendien slechts de openbaarwording van de betrekking en kon voorafgaan of volgen. Zo behoeven wij volstrekt niet te misprijzen, dat Naomi haar dochter dringt het jawoord te gaan halen door een daad. Bij zijn gezindheid is er geen gevaar, dat hij haar aanraken zal en toch verstoten. Toch rijst nog de vraag op: is het bij de zeden van die tijden behoorlijk, dat Naomi, zonder voorafgegane onderhandeling met Boaz, Ruth dwingt om zichzelf als vrouw voor te stellen? Wij willen er niet op wijzen, dat Boaz gedragingen jegens Ruth met recht door de schoonmoeder als een openbaring van liefde konden aangezien worden, die de man niet durfde uitspreken, omdat hij, reeds nabij de grijsheid, de jonge en waarschijnlijk buitengewoon, schone weduwe, die op veel jongere mannen kon hopen (Ruth 3:10), niet durfde vragen, in verbintenis met hem te treden; dat dus het tegemoet komen van Ruth een des te blijder en beslister jawoord op de niet uitgesproken, maar toch duidelijk kenbaar gemaakte vraag zou zijn, hoe meer teder gevoel er aan het verzwijgen van de vraag ten grondslag lag. Van meer belang is het, dat overal waar het een huwelijk uit plicht betrof, de vrouw juist recht had, het huwelijk te eisen en, als dit geweigerd werd, de weigerende tot schande te doen worden. Voor het eerste wijzen wij op Deuteronomy 25:7-Deuteronomy 25:10, voor het laatste herinneren wij aan Genesis 38:12vv., waar Thamar zelfs van de schoonvader het huwelijk eist en haar eis met list weet door te zetten..

De dochter komt op de gedachte om te werken voor de moeder, de moeder tot het plan voor het geluk van de dochter..

Ruth treedt hier op in haar als het ware kinderlijke eenvoudigheid. Zij doet zich kennen in het voorgaande als een zeer deemoedige en ootmoedige vrouw, die zich liever op de achtergrond houdt, dan zich op de voorgrond plaatst. Wat Naomi haar voorstelt, ja oplegt, was geheel Israëlitisch, niet Moabitisch en zal haar wellicht in het begin wel een blos van schaamte op de wangen hebben veroorzaakt..

Toch, in kinderlijke gehoorzaamheid aan haar schoonmoeder, die zij beschouwt als in de plaats van God voor haar te staan, legt zij eigen gevoel van schaamte en zedigheid het zwijgen op en belooft gehoorzaamheid, overtuigd als zij is, dat een Naomi haar niets anders kan gebieden, dan wat met Gods Woord en de heiligheid van Zijn Wet in overeenstemming is..

Vers 5

5. En zij, kinderlijk gehoorzaam aan haar schoonmoeder en gereed zich de reeds bejaarde man (Ruth 3:10), die zij om zijn vroomheid had leren hoogachten, tot vrouw aan te bieden, zei tot haar: Al wat gij tot mij zegt, zal ik doen. 1)

1) Men moet zich hier geheel in de geest en de zeden van die tijd verplaatsen en alle inzichten van welvoeglijkheid, zoals wij die tegenwoordig hebben, ter zijde stellen, anders zou men aan de drie personen, die in deze geschiedenis voorkomen, groot onrecht doen. De zaak is deze: Naomi houdt Boaz voor de naaste bloedverwant van haar gestorven man, voor de losser van het stuk grond (2:20), dat de laatste heeft achtergelaten; zij weet niet dat er nog een nadere bloedverwant is (3:12). Nu zal, als zij gestorven zal zijn, het stuk grond, dat nog in handen van de koper is (2:20) de losser toevallen, zodat hij het of dadelijk kan inlossen, of het hem in het jubeljaar zonder geld ten deel wordt. Nu kan echter Naomi volgens haar recht de akker, die zij wel bezit maar niet gebruiken kan, vrijwillig overgeven; zij is daarnaast besloten, om haar schoondochter gelukkig te maken. Omdat namelijk na Elimelech dood Machlon, de man van Ruth erfgenaam van het stuk grond geworden was, zo heeft de losser tevens de plicht de weduwe van Machlon te huwen. Boaz heeft bijzondere welwillendheid jegens Ruth en om harentwil ook jegens haar schoonmoeder betoond. Zij meent, hoewel zij daarin dwaalt (Ruth 3:9), dat Boaz van de familiebetrekking niets weet, en gelooft, dat hij, deze vernemende, aanstonds bereid zal zijn de jonge weduwe, die hem zozeer aangetrokken heeft, tot vrouw te nemen, omdat hij hoop mag hebben bij haar kinderen te verwekken, wat de reeds bejaarde en kinderloze weduwnaar aangenaam zal zijn; des te eerder meent zij, dat hij dit doen zal, omdat zij niet met lege handen komt, maar het erfrecht van dat stuk grond meebrengt. Wel zal dit niet het werkelijk eigendom worden van hem zelf, maar van de oudste zoon, die geboren zal worden, en deze moet op de naam van de gestorven Machlon in de geslachtsregisters worden opgeschreven. Maar de zonen en dochters, die later geboren worden, zijn de zijn, zijn van Boaz en zullen zijn geslacht voortplanten. Zij is in haar gedachten zo zeker van de toestemming van Boaz, dat zij Ruth reeds voor de verloofde van de man aanziet en geen bedenkingen heeft haar, als een bruid getooid, in de kamer van de man te leiden. Daarin bestond toch, zoals wij weten, ten tijde van het Oude Testament, het eigenlijke sluiten van het huwelijk. Er bestond nog geen plechtige inzegening van het huwelijk zoals bij ons; de wederkerige toestemming was genoeg, en de vereniging kon ook zonder voorafgaande bruiloftsfeesten plaatshebben; de bruiloft was bovendien slechts de openbaarwording van de betrekking en kon voorafgaan of volgen. Zo behoeven wij volstrekt niet te misprijzen, dat Naomi haar dochter dringt het jawoord te gaan halen door een daad. Bij zijn gezindheid is er geen gevaar, dat hij haar aanraken zal en toch verstoten. Toch rijst nog de vraag op: is het bij de zeden van die tijden behoorlijk, dat Naomi, zonder voorafgegane onderhandeling met Boaz, Ruth dwingt om zichzelf als vrouw voor te stellen? Wij willen er niet op wijzen, dat Boaz gedragingen jegens Ruth met recht door de schoonmoeder als een openbaring van liefde konden aangezien worden, die de man niet durfde uitspreken, omdat hij, reeds nabij de grijsheid, de jonge en waarschijnlijk buitengewoon, schone weduwe, die op veel jongere mannen kon hopen (Ruth 3:10), niet durfde vragen, in verbintenis met hem te treden; dat dus het tegemoet komen van Ruth een des te blijder en beslister jawoord op de niet uitgesproken, maar toch duidelijk kenbaar gemaakte vraag zou zijn, hoe meer teder gevoel er aan het verzwijgen van de vraag ten grondslag lag. Van meer belang is het, dat overal waar het een huwelijk uit plicht betrof, de vrouw juist recht had, het huwelijk te eisen en, als dit geweigerd werd, de weigerende tot schande te doen worden. Voor het eerste wijzen wij op Deuteronomy 25:7-Deuteronomy 25:10, voor het laatste herinneren wij aan Genesis 38:12vv., waar Thamar zelfs van de schoonvader het huwelijk eist en haar eis met list weet door te zetten..

De dochter komt op de gedachte om te werken voor de moeder, de moeder tot het plan voor het geluk van de dochter..

Ruth treedt hier op in haar als het ware kinderlijke eenvoudigheid. Zij doet zich kennen in het voorgaande als een zeer deemoedige en ootmoedige vrouw, die zich liever op de achtergrond houdt, dan zich op de voorgrond plaatst. Wat Naomi haar voorstelt, ja oplegt, was geheel Israëlitisch, niet Moabitisch en zal haar wellicht in het begin wel een blos van schaamte op de wangen hebben veroorzaakt..

Toch, in kinderlijke gehoorzaamheid aan haar schoonmoeder, die zij beschouwt als in de plaats van God voor haar te staan, legt zij eigen gevoel van schaamte en zedigheid het zwijgen op en belooft gehoorzaamheid, overtuigd als zij is, dat een Naomi haar niets anders kan gebieden, dan wat met Gods Woord en de heiligheid van Zijn Wet in overeenstemming is..

Vers 7

7. Toen nu Boaz, na het eindigen van het wannen, gegeten en gedronken had, en zijn hart vrolijk was, hij in een opgewekte stemming was, zo kwam hij om neer te liggen aan het uiterste van een nog ongedorste korenhoop, terwijl zijn arbeiders elders een rustplaats zochten. Daarna kwam zij stilletjes dichterbij, nadat zij eerst nog een tijd lang gewacht had en overtuigd kon zijn, dat allen sliepen, en sloeg zijn voetdeksel op, en legde zich neer aan zijn voeten. 1)

1) Naomi had, zonder kwaad te vrezen, haar vrome en zedige schoondochter in een toestond gebracht, die nog ten kwade had kunnen uitlopen. Omdat er een nader bloedverwant was, zou het stuk land van Elimelech voor Naomi en haar kleinkinderen verloren geweest zijn, indien Boaz zonder meer haar had genomen; de naam van Elimelech en Machlon waren uitgestorven onder de geslachten van Juda en Perez. Daaraan was voor Naomi veel gelegen, en dat Ruth ook dacht aan de voortplanting van het geslacht van haar gestorven man en daarom geen lust had jongere mannen te huwen, roemt later (Ruth 3:10) Boaz, als een bijna nog grotere deugd van zelfverloochening, dan dat zij eerder vaderland en alles verlaten had. Daarom werd vooraf op het door de vrouwen niet gedachte gevaar opmerkzaam gemaakt, om later de edelmoedigheid en trouw van Boaz des te meer te doen uitkomen. Het lag voor de hand, dat hij door de gehouden maaltijd milder geworden, de mooie en hem zo lief geworden vrouw tot zich nemen zou, zonder er zich om te bekommeren dat daardoor Elimelechs en Machlons geslacht uitgedelgd zou worden. Hij deed het echter niet, hij onderwerpt zijn persoonlijke wensen aan zijn plicht, en alleen, wanneer het hem geoorloofd is Ruth te huwen, is hij daartoe bereid. Daardoor doet hij van zijn zijde een grotere barmhartigheid, dan hij reeds vroeger aan de Moabitische gedaan had (2:8vv.). Er is een heilige wedstrijd bij deze vrome en gelovige personen, omdat geen bij de anderen wil achterblijven in rechtvaardigheid en deugd. Waar dit plaats vindt onder hen, die het leven samenbrengt, daar sterkt zich de n aan de ander, en heeft de n aan de ander bescherming tegen de nadelige gevolgen van zijn dwalingen en verkeerde stappen. Komt, wandelaars op hetzelfde spoor! Wij reizen met elkander, wij helpen de n de ander. En vriend, een leidsman gaat ons voor. In Hem en door Zijn kracht, maakt eendracht meer macht. Komt, sterken wij die liefdeband! En strijd is het die wij strijden, n lijden dat wij lijden, op reis naar het hemels vaderland, waar we eenmaal binnentreden, daar zijn wij eeuwig n (Gez. 69 Ruth 3:5, Ruth 3:6)..

Vers 7

7. Toen nu Boaz, na het eindigen van het wannen, gegeten en gedronken had, en zijn hart vrolijk was, hij in een opgewekte stemming was, zo kwam hij om neer te liggen aan het uiterste van een nog ongedorste korenhoop, terwijl zijn arbeiders elders een rustplaats zochten. Daarna kwam zij stilletjes dichterbij, nadat zij eerst nog een tijd lang gewacht had en overtuigd kon zijn, dat allen sliepen, en sloeg zijn voetdeksel op, en legde zich neer aan zijn voeten. 1)

1) Naomi had, zonder kwaad te vrezen, haar vrome en zedige schoondochter in een toestond gebracht, die nog ten kwade had kunnen uitlopen. Omdat er een nader bloedverwant was, zou het stuk land van Elimelech voor Naomi en haar kleinkinderen verloren geweest zijn, indien Boaz zonder meer haar had genomen; de naam van Elimelech en Machlon waren uitgestorven onder de geslachten van Juda en Perez. Daaraan was voor Naomi veel gelegen, en dat Ruth ook dacht aan de voortplanting van het geslacht van haar gestorven man en daarom geen lust had jongere mannen te huwen, roemt later (Ruth 3:10) Boaz, als een bijna nog grotere deugd van zelfverloochening, dan dat zij eerder vaderland en alles verlaten had. Daarom werd vooraf op het door de vrouwen niet gedachte gevaar opmerkzaam gemaakt, om later de edelmoedigheid en trouw van Boaz des te meer te doen uitkomen. Het lag voor de hand, dat hij door de gehouden maaltijd milder geworden, de mooie en hem zo lief geworden vrouw tot zich nemen zou, zonder er zich om te bekommeren dat daardoor Elimelechs en Machlons geslacht uitgedelgd zou worden. Hij deed het echter niet, hij onderwerpt zijn persoonlijke wensen aan zijn plicht, en alleen, wanneer het hem geoorloofd is Ruth te huwen, is hij daartoe bereid. Daardoor doet hij van zijn zijde een grotere barmhartigheid, dan hij reeds vroeger aan de Moabitische gedaan had (2:8vv.). Er is een heilige wedstrijd bij deze vrome en gelovige personen, omdat geen bij de anderen wil achterblijven in rechtvaardigheid en deugd. Waar dit plaats vindt onder hen, die het leven samenbrengt, daar sterkt zich de n aan de ander, en heeft de n aan de ander bescherming tegen de nadelige gevolgen van zijn dwalingen en verkeerde stappen. Komt, wandelaars op hetzelfde spoor! Wij reizen met elkander, wij helpen de n de ander. En vriend, een leidsman gaat ons voor. In Hem en door Zijn kracht, maakt eendracht meer macht. Komt, sterken wij die liefdeband! En strijd is het die wij strijden, n lijden dat wij lijden, op reis naar het hemels vaderland, waar we eenmaal binnentreden, daar zijn wij eeuwig n (Gez. 69 Ruth 3:5, Ruth 3:6)..

Vers 9

9. En hij zei: Wie zijt gij? Wat doet gij hier? En zij zei: Ik ben Ruth, uw dienstmaagd; breid dan uw vleugel 1) uit over uw dienstmaagd, neem haar tot uw vrouw, want gijzijt de losser van het door mijn man nagelaten stuk grond, en dus verplicht mij te huwen (Ru 2:20).

1) Deze uitdrukking hier is niet ontleend aan de vogels, die hun jongen met de vleugels bedekken, maar in verband met Deuteronomy 23:1; Deuteronomy 27:20 en Ezekiel 16:8 aan het feit, dat de man, als hij zich te ruste legt, niet alleen over zichzelf, maar ook over zijn vrouw het dek of de dekens heentrekt. Letterlijk betekent het: de zoom, de slip van de deken. Ruth vraagt daarmee daarom, om haar te huwen..

Deze uitdrukking is zeer gewoon, om de hoede van God aan te duiden (Psalms 17:8; Psalms 91:4 Matthew 23:37 Ruth 2:12). Het woord heeft daarom niet juist rechtstreeks betrekking op de verhouding van de echtgenoten; het geeft te kennen, dat de jong verlaten weduwe bescherming zocht. (v. GERLACH).

Vers 9

9. En hij zei: Wie zijt gij? Wat doet gij hier? En zij zei: Ik ben Ruth, uw dienstmaagd; breid dan uw vleugel 1) uit over uw dienstmaagd, neem haar tot uw vrouw, want gijzijt de losser van het door mijn man nagelaten stuk grond, en dus verplicht mij te huwen (Ru 2:20).

1) Deze uitdrukking hier is niet ontleend aan de vogels, die hun jongen met de vleugels bedekken, maar in verband met Deuteronomy 23:1; Deuteronomy 27:20 en Ezekiel 16:8 aan het feit, dat de man, als hij zich te ruste legt, niet alleen over zichzelf, maar ook over zijn vrouw het dek of de dekens heentrekt. Letterlijk betekent het: de zoom, de slip van de deken. Ruth vraagt daarmee daarom, om haar te huwen..

Deze uitdrukking is zeer gewoon, om de hoede van God aan te duiden (Psalms 17:8; Psalms 91:4 Matthew 23:37 Ruth 2:12). Het woord heeft daarom niet juist rechtstreeks betrekking op de verhouding van de echtgenoten; het geeft te kennen, dat de jong verlaten weduwe bescherming zocht. (v. GERLACH).

Vers 10

10. En hij prees haar zelfverloochening waarin zij, de jonge weduwe, zich aan hem, de reeds bejaarde man, aanbood en zei: Gezegend zijt gij de HEERE, mijn dochter!gij hebt deze laatste weldadigheid 1) of liefde beter, nog groter gemaakt dan de eerste, die gij aan uw gestorven man en aan uw schoonmoeder bewezen hebt (2:11). Het is veel, zeer veel, wat gij gedaan hebt, omdat gij geen jonge gezellen zijtnagegaan, hetzij arm of rijk, zoals gewoonlijk de vrouwen van uw leeftijd doen. Gij hebt niet gezocht naar een man volgens de wensen van de vrouwen, maar hebt u, omwille van de familie, om voor haar goederen en naam te behouden, aan een reeds in jaren gevorderde man gegeven.

1) De laatste weldadigheid, of zoals beter vertaald is, de laatste liefde wordt nader in het slot van dit vers verklaard. Zij is deze, dat zij niet naar een jonge man heeft uitgezien, maar naar hem, de reeds tamelijk bejaarde Boaz, de bloedverwant van Machlon, opdat zij daardoor aan haar gestorven man nog nageslacht zou geven..

Vers 10

10. En hij prees haar zelfverloochening waarin zij, de jonge weduwe, zich aan hem, de reeds bejaarde man, aanbood en zei: Gezegend zijt gij de HEERE, mijn dochter!gij hebt deze laatste weldadigheid 1) of liefde beter, nog groter gemaakt dan de eerste, die gij aan uw gestorven man en aan uw schoonmoeder bewezen hebt (2:11). Het is veel, zeer veel, wat gij gedaan hebt, omdat gij geen jonge gezellen zijtnagegaan, hetzij arm of rijk, zoals gewoonlijk de vrouwen van uw leeftijd doen. Gij hebt niet gezocht naar een man volgens de wensen van de vrouwen, maar hebt u, omwille van de familie, om voor haar goederen en naam te behouden, aan een reeds in jaren gevorderde man gegeven.

1) De laatste weldadigheid, of zoals beter vertaald is, de laatste liefde wordt nader in het slot van dit vers verklaard. Zij is deze, dat zij niet naar een jonge man heeft uitgezien, maar naar hem, de reeds tamelijk bejaarde Boaz, de bloedverwant van Machlon, opdat zij daardoor aan haar gestorven man nog nageslacht zou geven..

Vers 11

11. En nu, mijn dochter! vrees niet, dat ik u zou versmaden; al wat gij gezegd hebt, zal Ik u doen; het stuk grond zal ik lossen en u tot vrouw nemen; want de gehele stad 1) van mijn volk weet dat gij een deugdelijke 2) vrouw zijt. Mij is het daarom een eer, mij aan u te verbinden; maar de bestaande rechten gedogen niet dat ik u thans reeds tot mij neem.

1) Letterlijk staat er: de gehele poort van mijn volk. Hiermee worden bedoeld alle inwoners van de stad, die door de poort in- en uitgaan..

Hebreeuws "poorte", al wat deftig en aanzienlijk is in de stad.

2) Bij 2:3 hebben wij gezien, dat het woord toeval geenszins onbijbels in, evenzo is het met het woord deugd, dat in de tijd van het Rationalisme een zo grote rol gespeeld heeft. Wij moeten opmerken, dat wanneer het woord in het Nieuwe Testament voorkomt (Philippians 4:8; Philippians 4:2 Petrus 1:3,5 meer het zedelijk goede op zichzelf betekent, niet het tot bestanddeel van zijn inwendig wezen geworden zedelijk goede, dat wij gewoonlijk onder deugd verstaan; voor het laatste worden in de Schrift meer uitdrukkingen gerechtigheid (Luke 1:75 Romans 6:13 Ephesians 4:24), heiligheid (1 Thessalonians 3:13), goedheid (Romans 15:14) gebruikt. De christelijke deugd ter onderscheid van de natuurlijke is in al haar verschijningen onmiddellijk en uitdrukkelijk aan Christus aangesloten, als het begin en de voleinder van het geloof, en heeft altijd drie zaken in het oog: Christus, die zij gelovig liefheeft, het zedelijk gebod, dat zij met blijde bereidwilligheid gehoorzaamt, en de zonde die zij in zich en in anderen verafschuwt en bestrijdt..

Vers 11

11. En nu, mijn dochter! vrees niet, dat ik u zou versmaden; al wat gij gezegd hebt, zal Ik u doen; het stuk grond zal ik lossen en u tot vrouw nemen; want de gehele stad 1) van mijn volk weet dat gij een deugdelijke 2) vrouw zijt. Mij is het daarom een eer, mij aan u te verbinden; maar de bestaande rechten gedogen niet dat ik u thans reeds tot mij neem.

1) Letterlijk staat er: de gehele poort van mijn volk. Hiermee worden bedoeld alle inwoners van de stad, die door de poort in- en uitgaan..

Hebreeuws "poorte", al wat deftig en aanzienlijk is in de stad.

2) Bij 2:3 hebben wij gezien, dat het woord toeval geenszins onbijbels in, evenzo is het met het woord deugd, dat in de tijd van het Rationalisme een zo grote rol gespeeld heeft. Wij moeten opmerken, dat wanneer het woord in het Nieuwe Testament voorkomt (Philippians 4:8; Philippians 4:2 Petrus 1:3,5 meer het zedelijk goede op zichzelf betekent, niet het tot bestanddeel van zijn inwendig wezen geworden zedelijk goede, dat wij gewoonlijk onder deugd verstaan; voor het laatste worden in de Schrift meer uitdrukkingen gerechtigheid (Luke 1:75 Romans 6:13 Ephesians 4:24), heiligheid (1 Thessalonians 3:13), goedheid (Romans 15:14) gebruikt. De christelijke deugd ter onderscheid van de natuurlijke is in al haar verschijningen onmiddellijk en uitdrukkelijk aan Christus aangesloten, als het begin en de voleinder van het geloof, en heeft altijd drie zaken in het oog: Christus, die zij gelovig liefheeft, het zedelijk gebod, dat zij met blijde bereidwilligheid gehoorzaamt, en de zonde die zij in zich en in anderen verafschuwt en bestrijdt..

Vers 12

12. Nu dan, weliswaar, 1) ben ik een losser, verwant aan Elimelech en Machlon, en daardoor verplicht en gerechtigd het stuk grond te lossen, maar er is nog een losser, nader dan ik; van deze moet ik eerst vernemen, hoe hij gezind is; of hij niet alleen zijn recht op het stukgrond wil laten gelden, maar ook zijn plicht als Goël aan de weduwe van de gestorvene wil vervullen en haar tot vrouw nemen.

1) Of beter: En nu ja, het is wel waar. Boaz verzwijgt haar niets. Hij wil haar huwen, haar losser zijn, maar alleen in de weg van recht en gerechtigheid, alleen dan, als de naaste losser afstand van haar doet, of haar weigert te huwen en het stuk land te lossen..

Vers 12

12. Nu dan, weliswaar, 1) ben ik een losser, verwant aan Elimelech en Machlon, en daardoor verplicht en gerechtigd het stuk grond te lossen, maar er is nog een losser, nader dan ik; van deze moet ik eerst vernemen, hoe hij gezind is; of hij niet alleen zijn recht op het stukgrond wil laten gelden, maar ook zijn plicht als Goël aan de weduwe van de gestorvene wil vervullen en haar tot vrouw nemen.

1) Of beter: En nu ja, het is wel waar. Boaz verzwijgt haar niets. Hij wil haar huwen, haar losser zijn, maar alleen in de weg van recht en gerechtigheid, alleen dan, als de naaste losser afstand van haar doet, of haar weigert te huwen en het stuk land te lossen..

Vers 13

13. Blijf deze nacht 1) bij mij, en vrees niet, dat ik de Heere zal vooruitlopen; voorts in de morgen zal het gebeuren, 2) dat ik die nadere bloedverwant naar zijn wil zal vragen; indien hij u lost, goed, ik moet daarin genoegen nemen, laat hem lossen, maar indien het hem niet behaagt u te lossen, zo zal ik u lossen, zo waarachtig als de HEERE leeft! 3) leg u neer tot de morgen toe, 4) want thans, nu het midden in de nacht is, kunt gij naar de stad niet terugkeren.

1) Deze weinige woorden: "Blijf deze nacht" bevatten een verzekering aan Ruth, die door de schrijvers van de Hebreeuwse tekst daardoor is aangeduid, dat zij het woord Lini (= overnacht) met een grote beginletter geschreven hebben.. 2) Boaz wil niet, dat Ruth zelf naar de losser gaat. Dit zou haar te bezwaarlijk zijn gevallen, maar belooft haar, de zaak voor haar in orde te zullen brengen..

3) Aanroeping van God als getuige van waarheid en wreker van de leugen komt in het Oude Testament veelvuldig voor. Het is in de meeste gevallen een levendige bevestiging door vergelijking van eigen zekerheid omtrent de waarheid met de zekerheid van andere onbetwijfelbare waarheden, of met een onbetwijfelbare wens van eigen welzijn of dat van anderen (God doe mij, enz. zo waarlijk uw ziel leeft). De Christen moet zich in de regel ook van zulke, op zichzelf niet zondige, bevestigingen onthouden, omdat hij uit de waarheid is en de zalving die bij hem is, vanzelf reeds op iedereen, met wie hij verkeert, de indruk geeft dat alles wat hij verzekert, hij dat voor de alwetende en rechtvaardige God betuigt en er dus geen uitdrukkelijke betuiging of aanroeping van Zijn naam nodig is; in het Oude Testament waren de zaken nog anders, daar was de aanroeping van God een kenteken van de ware vereerders van de HEERE..

4) In plaats dat Boaz haar aanroerde als een ontuchtige, zegende hij haar als een vader. Hij vertroostte haar als een vriend, hij deed haar beloften als een bloedvriend, hij beloofde haar als een beschermer, en hij zond haar terug, overladen met aangename hoop en geschenken, niet minder kuis en veel meer gelukkig dan zij was gekomen. O roemwaardige gematigdheid en ingetogen leven, de voorvader betamende van Hem, die geen zonde gekend heeft, en op Wiens lippen en in Wiens mond geen overtreding noch bedrog werd gevonden..

Vers 13

13. Blijf deze nacht 1) bij mij, en vrees niet, dat ik de Heere zal vooruitlopen; voorts in de morgen zal het gebeuren, 2) dat ik die nadere bloedverwant naar zijn wil zal vragen; indien hij u lost, goed, ik moet daarin genoegen nemen, laat hem lossen, maar indien het hem niet behaagt u te lossen, zo zal ik u lossen, zo waarachtig als de HEERE leeft! 3) leg u neer tot de morgen toe, 4) want thans, nu het midden in de nacht is, kunt gij naar de stad niet terugkeren.

1) Deze weinige woorden: "Blijf deze nacht" bevatten een verzekering aan Ruth, die door de schrijvers van de Hebreeuwse tekst daardoor is aangeduid, dat zij het woord Lini (= overnacht) met een grote beginletter geschreven hebben.. 2) Boaz wil niet, dat Ruth zelf naar de losser gaat. Dit zou haar te bezwaarlijk zijn gevallen, maar belooft haar, de zaak voor haar in orde te zullen brengen..

3) Aanroeping van God als getuige van waarheid en wreker van de leugen komt in het Oude Testament veelvuldig voor. Het is in de meeste gevallen een levendige bevestiging door vergelijking van eigen zekerheid omtrent de waarheid met de zekerheid van andere onbetwijfelbare waarheden, of met een onbetwijfelbare wens van eigen welzijn of dat van anderen (God doe mij, enz. zo waarlijk uw ziel leeft). De Christen moet zich in de regel ook van zulke, op zichzelf niet zondige, bevestigingen onthouden, omdat hij uit de waarheid is en de zalving die bij hem is, vanzelf reeds op iedereen, met wie hij verkeert, de indruk geeft dat alles wat hij verzekert, hij dat voor de alwetende en rechtvaardige God betuigt en er dus geen uitdrukkelijke betuiging of aanroeping van Zijn naam nodig is; in het Oude Testament waren de zaken nog anders, daar was de aanroeping van God een kenteken van de ware vereerders van de HEERE..

4) In plaats dat Boaz haar aanroerde als een ontuchtige, zegende hij haar als een vader. Hij vertroostte haar als een vriend, hij deed haar beloften als een bloedvriend, hij beloofde haar als een beschermer, en hij zond haar terug, overladen met aangename hoop en geschenken, niet minder kuis en veel meer gelukkig dan zij was gekomen. O roemwaardige gematigdheid en ingetogen leven, de voorvader betamende van Hem, die geen zonde gekend heeft, en op Wiens lippen en in Wiens mond geen overtreding noch bedrog werd gevonden..

Vers 15

15. Voorts zei hij tot haar, toen zij afscheid van hem nam: Pak de sluier 1) (Exodus 12:34), die op u is, en houd die uitgespreid, en zij hield hem; en hij mat zes 2) maten gerst en hij legde ze op haar; daarna ging hij in de stad, om aanstonds te doen wat hij toegezegd had (Ruth 3:13).

1) Onder de sluier hebben wij te verstaan, een ruim overkleed, in de vorm van een grote omslagdoek.

2) De Rabbijnen verstaan daaronder 6 Sea's = 2 Efa's (Exodus 16:36). Dit is een zo zware last, dat zij erbij voegen: de Heilige Geest is over haar gekomen en heeft haar bekwaam gemaakt om zo'n last te dragen. Beter is het te denken aan de gomer, wanneer de gift overeenkomt met hetgeen zij bij de eerste oplezing had uitgedorst (2:17). Zes is het symbolisch getal van arbeid, waarop de rustdag volgt. Wie zes jaren gediend heeft, wordt in het zevende vrijgelaten. Naomi ontvangt dus een tijding dat de rusttijd (Ruth 3:1) nabij is..

Boaz is getrouw en standvastig, zowel laat als vroeg, alleen en in de vergadering; hij is een Israëliet niet alleen als mensen hem zien, maar ook waar God alleen hem ziet. Boaz kon zich aan de letter van het recht onttrekken, er is een nader bloedverwant, maar hij is een dader van het woord. Het is hier om het recht, niet om de letter te doen, en hij houdt vrijwillig, rein, uit de liefde van het geloof zijn woord..

Mijn Christen! zie hoe mild Boaz is. Zou het wel mogelijk zijn, dat God u met lege handen zou heenzenden, wanneer gij in nood zijt? O nee, Zijn milde hand is nooit gesloten. Open Hem slechts uw hart, dan worden de goddelijke gaven zonder uw eigen werken over u uitgestort.

Vers 15

15. Voorts zei hij tot haar, toen zij afscheid van hem nam: Pak de sluier 1) (Exodus 12:34), die op u is, en houd die uitgespreid, en zij hield hem; en hij mat zes 2) maten gerst en hij legde ze op haar; daarna ging hij in de stad, om aanstonds te doen wat hij toegezegd had (Ruth 3:13).

1) Onder de sluier hebben wij te verstaan, een ruim overkleed, in de vorm van een grote omslagdoek.

2) De Rabbijnen verstaan daaronder 6 Sea's = 2 Efa's (Exodus 16:36). Dit is een zo zware last, dat zij erbij voegen: de Heilige Geest is over haar gekomen en heeft haar bekwaam gemaakt om zo'n last te dragen. Beter is het te denken aan de gomer, wanneer de gift overeenkomt met hetgeen zij bij de eerste oplezing had uitgedorst (2:17). Zes is het symbolisch getal van arbeid, waarop de rustdag volgt. Wie zes jaren gediend heeft, wordt in het zevende vrijgelaten. Naomi ontvangt dus een tijding dat de rusttijd (Ruth 3:1) nabij is..

Boaz is getrouw en standvastig, zowel laat als vroeg, alleen en in de vergadering; hij is een Israëliet niet alleen als mensen hem zien, maar ook waar God alleen hem ziet. Boaz kon zich aan de letter van het recht onttrekken, er is een nader bloedverwant, maar hij is een dader van het woord. Het is hier om het recht, niet om de letter te doen, en hij houdt vrijwillig, rein, uit de liefde van het geloof zijn woord..

Mijn Christen! zie hoe mild Boaz is. Zou het wel mogelijk zijn, dat God u met lege handen zou heenzenden, wanneer gij in nood zijt? O nee, Zijn milde hand is nooit gesloten. Open Hem slechts uw hart, dan worden de goddelijke gaven zonder uw eigen werken over u uitgestort.

Vers 18

18. Toen zei zij: Zit stil, 1) doe niets meer, maar blijf thuis, mijn dochter, totdat gij weet hoe de zaak zal vallen, of de nadere bloedverwant zijn plicht zal doen of niet: want die man zal niet rusten, totdat hijheden deze zaak voleind heeft. 2)

1) Naomi verzekerde Ruth, dat Boaz niet zou rusten, voordat hij de zaak geëindigd zou hebben. Veel meer reden hebben ware gelovigen om voor niets bezorgd te zijn, maar hun zorgen op God te werpen omdat Hij beloofd heeft voor hen te zorgen; wat hebben wij nodig bezorgd te zijn, wanneer Hij zo doet. Zit stil, zie hoe de zaak uitvalt, want de Heere zal voleindigen wat u aangaat en zal alles voor u goed maken (Psalms 138:8). Stilzitten zal hun sterkte zijn. (Isaiah 30:8). Deze geschiedenis moge ons dringen, om ons door het geloof aan de voeten van Christus te leggen. Hij is onze naaste losser, want Hij is been van ons been en vlees van ons vlees. Wij hebben het recht dat deze Goël ons verlost. Hij wil onze begeerte tot Hem en ons verlangen naar redding zeer vriendelijk aannemen. Als wij ons bij Hem gevoegd hebben, zal Hij niet rusten voordat Hij onze wensen vervuld heeft. Wij kunnen dit niet te ernstig verlangen en zoeken, dat ditzelfde het deel worde van onze kinderen en van onze vrienden..

2) De liefde spreekt slechts van plichten, niet van rechten. Ruth bood zich aan naar het veld te gaan; van het recht van de lossing sprak zij niet. Toen zij naar Boaz ging betoonde zij de gehoorzaamheid van de liefde. Het is veel voor de geliefde te arbeiden, zich te verootmoedigen, alles over te geven, maar het zwaarste voor een vrouw is de angst van haar vrouwelijk gevoel te overwinnen, de schaamte van haar hart te stillen. De gang naar Boaz in de nacht was zwaarder dan het verlaten van haar huis, dan haar dienen. De gehoorzaamheid, die zij hier betoonde, was het hoogste, dat zij betonen kon. Zij waagde haar vrouwelijk gevoel, en dat is meer voor een zedelijke vrouw dan haar leven. Zij doet in reinheid en deugd, wat een zondares zou doen. Zij beriep zich op een recht, dat pijnlijker is dan alle plichten. Maar de liefde van zelfverloochening beschijnt alles met haar morgenrood van goddelijke reinheid. Zij beminde niet met zinnelijke liefde, zij beminde Naomi en wilde de naam van haar man in Israël niet te niet laten gaan, en zij doet wat een kuise vrouw alleen in de gehoorzaamheid van de goddelijke liefde doen mag, en wat het bevlekte oog van onreine zielen nooit begrijpt. Het was groter lijden, toen zij zich mooi aankleedde dan toen zij in het kleed van de arbeid ging. De valse schijn van de zonde wellicht te dragen is groter martelaarschap, dan om de deugd straf te lijden. Maar de kuise liefde van gehoorzaamheid lukt alles. Zij overwint, zij wordt niet gezien, zij wordt niet verkeerd beoordeeld; zij ontvangt de kroon van liefde en van geloof..

Laten wij hieruit leren, onze bekommernissen en zorgen op de Voorzienigheid te werpen, Hem volgende om haar gangen na te speuren, ons schikkende om daarin te berusten, hoe de zaak ook moge uitvallen, omdat soms blijkt, meest ten onzen beste te verstrekken datgene, waaraan wij het minst gedacht hebben (Ru 3:18).. Naomi heeft een groot vertrouwen in Boaz. Hoewel zij weet, dat het op heden voor hem de drukste tijd is en zijn werkzaamheden hem nauwelijks beschikbare tijd overlaten, toch gelooft zij, dat hij terstond de zaken van Ruth zal berechten en tot een goede uitslag brengen. Wel een vermaning aan alle gelovigen, om te allen tijde al hun noden en zorgen op de Heere te wentelen, die, als de Meerdere van Boaz, hun belangen zal behartigen en hun zaken beslechten..

Vers 18

18. Toen zei zij: Zit stil, 1) doe niets meer, maar blijf thuis, mijn dochter, totdat gij weet hoe de zaak zal vallen, of de nadere bloedverwant zijn plicht zal doen of niet: want die man zal niet rusten, totdat hijheden deze zaak voleind heeft. 2)

1) Naomi verzekerde Ruth, dat Boaz niet zou rusten, voordat hij de zaak geëindigd zou hebben. Veel meer reden hebben ware gelovigen om voor niets bezorgd te zijn, maar hun zorgen op God te werpen omdat Hij beloofd heeft voor hen te zorgen; wat hebben wij nodig bezorgd te zijn, wanneer Hij zo doet. Zit stil, zie hoe de zaak uitvalt, want de Heere zal voleindigen wat u aangaat en zal alles voor u goed maken (Psalms 138:8). Stilzitten zal hun sterkte zijn. (Isaiah 30:8). Deze geschiedenis moge ons dringen, om ons door het geloof aan de voeten van Christus te leggen. Hij is onze naaste losser, want Hij is been van ons been en vlees van ons vlees. Wij hebben het recht dat deze Goël ons verlost. Hij wil onze begeerte tot Hem en ons verlangen naar redding zeer vriendelijk aannemen. Als wij ons bij Hem gevoegd hebben, zal Hij niet rusten voordat Hij onze wensen vervuld heeft. Wij kunnen dit niet te ernstig verlangen en zoeken, dat ditzelfde het deel worde van onze kinderen en van onze vrienden..

2) De liefde spreekt slechts van plichten, niet van rechten. Ruth bood zich aan naar het veld te gaan; van het recht van de lossing sprak zij niet. Toen zij naar Boaz ging betoonde zij de gehoorzaamheid van de liefde. Het is veel voor de geliefde te arbeiden, zich te verootmoedigen, alles over te geven, maar het zwaarste voor een vrouw is de angst van haar vrouwelijk gevoel te overwinnen, de schaamte van haar hart te stillen. De gang naar Boaz in de nacht was zwaarder dan het verlaten van haar huis, dan haar dienen. De gehoorzaamheid, die zij hier betoonde, was het hoogste, dat zij betonen kon. Zij waagde haar vrouwelijk gevoel, en dat is meer voor een zedelijke vrouw dan haar leven. Zij doet in reinheid en deugd, wat een zondares zou doen. Zij beriep zich op een recht, dat pijnlijker is dan alle plichten. Maar de liefde van zelfverloochening beschijnt alles met haar morgenrood van goddelijke reinheid. Zij beminde niet met zinnelijke liefde, zij beminde Naomi en wilde de naam van haar man in Israël niet te niet laten gaan, en zij doet wat een kuise vrouw alleen in de gehoorzaamheid van de goddelijke liefde doen mag, en wat het bevlekte oog van onreine zielen nooit begrijpt. Het was groter lijden, toen zij zich mooi aankleedde dan toen zij in het kleed van de arbeid ging. De valse schijn van de zonde wellicht te dragen is groter martelaarschap, dan om de deugd straf te lijden. Maar de kuise liefde van gehoorzaamheid lukt alles. Zij overwint, zij wordt niet gezien, zij wordt niet verkeerd beoordeeld; zij ontvangt de kroon van liefde en van geloof..

Laten wij hieruit leren, onze bekommernissen en zorgen op de Voorzienigheid te werpen, Hem volgende om haar gangen na te speuren, ons schikkende om daarin te berusten, hoe de zaak ook moge uitvallen, omdat soms blijkt, meest ten onzen beste te verstrekken datgene, waaraan wij het minst gedacht hebben (Ru 3:18).. Naomi heeft een groot vertrouwen in Boaz. Hoewel zij weet, dat het op heden voor hem de drukste tijd is en zijn werkzaamheden hem nauwelijks beschikbare tijd overlaten, toch gelooft zij, dat hij terstond de zaken van Ruth zal berechten en tot een goede uitslag brengen. Wel een vermaning aan alle gelovigen, om te allen tijde al hun noden en zorgen op de Heere te wentelen, die, als de Meerdere van Boaz, hun belangen zal behartigen en hun zaken beslechten..

Bibliografische Informatie
Dächsel, Karl August. "Commentaar op Ruth 3". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/commentaries/dut/dac/ruth-3.html. 1862-80.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile