Lectionary Calendar
Friday, May 3rd, 2024
the Fifth Week after Easter
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Bible Commentaries
Jesaja 38

Bijbelverkaring van Matthew HenryHenry's compleet

Inleiding

Bijbelverkaring van Matthew Henry, JESAJA 38

In dit hoofdstuk wordt de geschiedenis van Hizkia voortgezet. Hier is:

I. Zijn ziekte, en het vonnis des doods, dat hij in zichzelf had ontvangen, Isaiah 38:1.

II. Zijn gebed in zijn ziekte Isaiah 38:2.

III. Het antwoord des vredes dat God gaf op dat gebed, hem verzekerende dat hij zal herstellen, en nog vijftien jaren zal leven, dat Jeruzalem verlost zal worden van de koning van Assyrië, en dat tot een teken om zijn geloof hierin te bevestigen, de zon tien graden achterwaarts zal gaan, Isaiah 38:4. Dit hebben wij tevoren gelezen en verklaard, 2 Kings 20:1. 1 en verv Maar,

IV. Hier is Hizkia's dankzegging voor zijn herstel, die wij tevoren niet gehad hadden, Isaiah 38:9, waaraan toegevoegd zijn de middelen, die gebruikt werden, Isaiah 38:21, en het doel, waarvoor deze Godvruchtige zijn herstel begeerde, Isaiah 38:22. Dit is een hoofdstuk, hetwelk de gedachten kan bezighouden, het gebed kan leiden en het geloof kan bemoedigen van hen, die door lichaamskrankheid zijn aangetast.

Inleiding

Bijbelverkaring van Matthew Henry, JESAJA 38

In dit hoofdstuk wordt de geschiedenis van Hizkia voortgezet. Hier is:

I. Zijn ziekte, en het vonnis des doods, dat hij in zichzelf had ontvangen, Isaiah 38:1.

II. Zijn gebed in zijn ziekte Isaiah 38:2.

III. Het antwoord des vredes dat God gaf op dat gebed, hem verzekerende dat hij zal herstellen, en nog vijftien jaren zal leven, dat Jeruzalem verlost zal worden van de koning van Assyrië, en dat tot een teken om zijn geloof hierin te bevestigen, de zon tien graden achterwaarts zal gaan, Isaiah 38:4. Dit hebben wij tevoren gelezen en verklaard, 2 Kings 20:1. 1 en verv Maar,

IV. Hier is Hizkia's dankzegging voor zijn herstel, die wij tevoren niet gehad hadden, Isaiah 38:9, waaraan toegevoegd zijn de middelen, die gebruikt werden, Isaiah 38:21, en het doel, waarvoor deze Godvruchtige zijn herstel begeerde, Isaiah 38:22. Dit is een hoofdstuk, hetwelk de gedachten kan bezighouden, het gebed kan leiden en het geloof kan bemoedigen van hen, die door lichaamskrankheid zijn aangetast.

Verzen 1-8

Jesaja 38:1-8

Hieruit kunnen wij onder anderen deze goede lering trekken:

1. Dat noch de grootheid van de mensen noch hun goedheid hen zal vrijwaren tegen ziekte en dood. Hizkia, een machtig potentaat op aarde en een machtig gunstgenoot des hemels is aangetast door een ziekte die, als er geen wonder tussenbeide komt, gewis dodelijk zal wezen. En die ziekte tast hem aan in het midden van zijn dagen, temidden van zijn genietingen en van zijn nuttigen arbeid. Heere, zie, die Gij liefhebt is ziek. Deze ziekte schijnt hem overvallen te hebben temidden van zijn triomf over het verderf van het Assyrische leger, om ons te leren dat wij ons altijd moeten verheugen met beving.

2. Dat het ons betaamt om ons te bereiden als wij de dood zien naderen, "geef bevel aan uw huis, bereid uw huis, maar inzonderheid uw hart, breng uw genegenheden en uw zaken in de besten toestand, waarin gij ze kunt brengen, opdat, wanneer uw Heere komt, gij gevonden moogt worden in vrede met God, met uw eigen geweten en met alle mensen, zodat gij niets anders te doen hebt dan te sterven. Als wij bereid zijn voor de dood, zal hij er geen uur vroeger om komen, maar hij zal er wel veel gemakkelijker door worden voor ons, en zij, die geschikt zijn om te sterven, zijn nog meer geschikt om te leven.

3. Is iemand bezocht met ziekte? "Dat hij bidde," James 5:13. Het gebed is een geneesmiddel tegen iedere ziekte, een balsem voor elke wond tegen persoonlijke of openbare rampen. Toen Hizkia benauwd werd door Zijn vijanden, bad hij, nu is hij ziek en hij bidt. Tot wie zal het kind heengaan als het ziek is, of als het iets deert, dan tot zijn vader? Beproevingen worden ons gezonden om ons naar onze Bijbel te brengen. Toen Hizkia gezond was, ging hij op naar het huis des Heeren om te bidden, want dat was toen het huis van het gebed. Toen hij ziek te bed lag, keerde hij zijn aangezicht om naar de wand, waarschijnlijk naar de tempel, die een type was van Christus tot wie wij door het geloof moeten opzien in ieder gebed.

4. Het getuigenis van ons geweten voor ons, dat wij door Gods genade een goed leven hebben geleid, nauwgezet en ootmoedig met God hebben gewandeld, zal een grote steun en troost voor ons wezen, als wij er toe komen om de dood in het aangezicht te zien. En hoewel wij er niet op moeten vertrouwen als onze gerechtigheid, waardoor wij gerechtvaardigd worden voor God, kunnen wij er toch ootmoedig op pleiten als een bewijs van ons deel in de gerechtigheid van de Middelaar. Hizkia vraagt om geen beloning van God voor zijn goede diensten, maar met bescheidenheid verzoekt hij, dat God wilde gedenken, niet hoe hij het koninkrijk had hervormd, de hoogten had weggenomen, de tempel had gereinigd en de veronachtzaamde inzettingen weer in ere had gebracht, maar hetgeen beter was dan alle brandoffers en slachtoffers-dat hij met een oprecht hart met God had gewandeld niet alleen in grote godsdienstige verrichtingen, maar in een gelijkmatige heilige levenswijze. Ik heb voor Uw aangezicht in waarheid en oprechtheid en meteen volkomen, dat is met een oprecht hart gewandeld, want oprechtheid is onze Evangelie-volkomenheid.

5. God heeft een genadig oor open voor de gebeden van Zijn beproefd volk. Dezelfde profeet, die tot Hizkia gezonden was meteen boodschap van vermaning om zich voor sterven te bereiden, wordt tot hem gezonden met een boodschap van belofte dat hij niet alleen herstellen zal uit zijn ziekte, maar dat hij nog vijftien jaren zal leven. Gelijk Jeruzalem benauwd was zo was Hizkia aangetast door ziekte, opdat God de heerlijkheid zou hebben van de verlossing van beide en ook opdat het gebed de eer zou hebben van het middel te zijn voor die verlossing. Als wij in onze ziekte bidden kan God ons wel niet zo'n antwoord zenden als Hij hier aan Hizkia gezonden heeft, maar als Hij ons door Zijn Geest zegt goedsmoeds te zijn, ons verzekert dat onze zonden vergeven zijn, dat Zijn genade ons genoeg zal wezen, dat wij, hetzij wij leven of sterven, de Zijnen zijn, dan hebben wij geen reden om te zeggen dat wij tevergeefs gebeden hebben. God verhoort ons als Hij ons "versterkt met kracht in onze ziel," al is het niet met kracht voor ons lichaam, Psalms 138:3.

6. Een godvruchtige kan niet veel genoegen smaken in eigen gezondheid en voorspoed tenzij hij daarbij ook het welvaren en de voorspoed ziet van Gods kerk. Daarom heeft God, wetende wat aan Hizkia het meest ter harte ging, hem niet alleen beloofd dat hij in het leven zal blijven, maar dat hij "het goede van Jeruzalem zal zien al de dagen van zijn leven," Psalms 128:5, want anders zou hij niet getroost hebben kunnen leven. Jeruzalem, dat nu verlost is, zal nog verder tegen de Assyriërs worden verdedigd en beschermd, die misschien dreigden zich te verzamelen en de aanval te hernieuwen. Zo wordt er door God genadiglijk in voorzien om Hizkia in alle opzichten gerust te doen zijn.

7. God is bereid om aan de erfgenamen van de belofte de onveranderlijkheid te tonen van Zijn raadsbesluit, opdat zij een onwankelbaar vertrouwen erin zullen hebben, en daarbij ook een sterke vertroosting. God had aan Hizkia herhaaldelijk de verzekering gegeven van Zijn gunst, en toch, alsof dit alles nog te weinig was, en hij nog ongewone gunsten van Hem verwachten zou, wordt hem een teken, een zeer ongemeen teken gegeven, voor zover wij weten heeft niemand ooit een belofte gehad van nog een zeker aantal jaren te zullen leven, zoals Hizkia die gehad heeft. God oordeelde het gepast om deze voorbeeldeloze gunst te bevestigen door een wonder. Het teken bestond in het teruggaan van de schaduw op de zonnewijzer. De zon is een getrouwe tijdmeter, en zij, is vrolijk als een held, die het pad loopt, maar Hij, die deze klok aan de gang heeft gemaakt, kan haar terugzetten zo Hem dit behaagt, want de vader van de lichten is ook de bestuurder ervan.

Verzen 1-8

Jesaja 38:1-8

Hieruit kunnen wij onder anderen deze goede lering trekken:

1. Dat noch de grootheid van de mensen noch hun goedheid hen zal vrijwaren tegen ziekte en dood. Hizkia, een machtig potentaat op aarde en een machtig gunstgenoot des hemels is aangetast door een ziekte die, als er geen wonder tussenbeide komt, gewis dodelijk zal wezen. En die ziekte tast hem aan in het midden van zijn dagen, temidden van zijn genietingen en van zijn nuttigen arbeid. Heere, zie, die Gij liefhebt is ziek. Deze ziekte schijnt hem overvallen te hebben temidden van zijn triomf over het verderf van het Assyrische leger, om ons te leren dat wij ons altijd moeten verheugen met beving.

2. Dat het ons betaamt om ons te bereiden als wij de dood zien naderen, "geef bevel aan uw huis, bereid uw huis, maar inzonderheid uw hart, breng uw genegenheden en uw zaken in de besten toestand, waarin gij ze kunt brengen, opdat, wanneer uw Heere komt, gij gevonden moogt worden in vrede met God, met uw eigen geweten en met alle mensen, zodat gij niets anders te doen hebt dan te sterven. Als wij bereid zijn voor de dood, zal hij er geen uur vroeger om komen, maar hij zal er wel veel gemakkelijker door worden voor ons, en zij, die geschikt zijn om te sterven, zijn nog meer geschikt om te leven.

3. Is iemand bezocht met ziekte? "Dat hij bidde," James 5:13. Het gebed is een geneesmiddel tegen iedere ziekte, een balsem voor elke wond tegen persoonlijke of openbare rampen. Toen Hizkia benauwd werd door Zijn vijanden, bad hij, nu is hij ziek en hij bidt. Tot wie zal het kind heengaan als het ziek is, of als het iets deert, dan tot zijn vader? Beproevingen worden ons gezonden om ons naar onze Bijbel te brengen. Toen Hizkia gezond was, ging hij op naar het huis des Heeren om te bidden, want dat was toen het huis van het gebed. Toen hij ziek te bed lag, keerde hij zijn aangezicht om naar de wand, waarschijnlijk naar de tempel, die een type was van Christus tot wie wij door het geloof moeten opzien in ieder gebed.

4. Het getuigenis van ons geweten voor ons, dat wij door Gods genade een goed leven hebben geleid, nauwgezet en ootmoedig met God hebben gewandeld, zal een grote steun en troost voor ons wezen, als wij er toe komen om de dood in het aangezicht te zien. En hoewel wij er niet op moeten vertrouwen als onze gerechtigheid, waardoor wij gerechtvaardigd worden voor God, kunnen wij er toch ootmoedig op pleiten als een bewijs van ons deel in de gerechtigheid van de Middelaar. Hizkia vraagt om geen beloning van God voor zijn goede diensten, maar met bescheidenheid verzoekt hij, dat God wilde gedenken, niet hoe hij het koninkrijk had hervormd, de hoogten had weggenomen, de tempel had gereinigd en de veronachtzaamde inzettingen weer in ere had gebracht, maar hetgeen beter was dan alle brandoffers en slachtoffers-dat hij met een oprecht hart met God had gewandeld niet alleen in grote godsdienstige verrichtingen, maar in een gelijkmatige heilige levenswijze. Ik heb voor Uw aangezicht in waarheid en oprechtheid en meteen volkomen, dat is met een oprecht hart gewandeld, want oprechtheid is onze Evangelie-volkomenheid.

5. God heeft een genadig oor open voor de gebeden van Zijn beproefd volk. Dezelfde profeet, die tot Hizkia gezonden was meteen boodschap van vermaning om zich voor sterven te bereiden, wordt tot hem gezonden met een boodschap van belofte dat hij niet alleen herstellen zal uit zijn ziekte, maar dat hij nog vijftien jaren zal leven. Gelijk Jeruzalem benauwd was zo was Hizkia aangetast door ziekte, opdat God de heerlijkheid zou hebben van de verlossing van beide en ook opdat het gebed de eer zou hebben van het middel te zijn voor die verlossing. Als wij in onze ziekte bidden kan God ons wel niet zo'n antwoord zenden als Hij hier aan Hizkia gezonden heeft, maar als Hij ons door Zijn Geest zegt goedsmoeds te zijn, ons verzekert dat onze zonden vergeven zijn, dat Zijn genade ons genoeg zal wezen, dat wij, hetzij wij leven of sterven, de Zijnen zijn, dan hebben wij geen reden om te zeggen dat wij tevergeefs gebeden hebben. God verhoort ons als Hij ons "versterkt met kracht in onze ziel," al is het niet met kracht voor ons lichaam, Psalms 138:3.

6. Een godvruchtige kan niet veel genoegen smaken in eigen gezondheid en voorspoed tenzij hij daarbij ook het welvaren en de voorspoed ziet van Gods kerk. Daarom heeft God, wetende wat aan Hizkia het meest ter harte ging, hem niet alleen beloofd dat hij in het leven zal blijven, maar dat hij "het goede van Jeruzalem zal zien al de dagen van zijn leven," Psalms 128:5, want anders zou hij niet getroost hebben kunnen leven. Jeruzalem, dat nu verlost is, zal nog verder tegen de Assyriërs worden verdedigd en beschermd, die misschien dreigden zich te verzamelen en de aanval te hernieuwen. Zo wordt er door God genadiglijk in voorzien om Hizkia in alle opzichten gerust te doen zijn.

7. God is bereid om aan de erfgenamen van de belofte de onveranderlijkheid te tonen van Zijn raadsbesluit, opdat zij een onwankelbaar vertrouwen erin zullen hebben, en daarbij ook een sterke vertroosting. God had aan Hizkia herhaaldelijk de verzekering gegeven van Zijn gunst, en toch, alsof dit alles nog te weinig was, en hij nog ongewone gunsten van Hem verwachten zou, wordt hem een teken, een zeer ongemeen teken gegeven, voor zover wij weten heeft niemand ooit een belofte gehad van nog een zeker aantal jaren te zullen leven, zoals Hizkia die gehad heeft. God oordeelde het gepast om deze voorbeeldeloze gunst te bevestigen door een wonder. Het teken bestond in het teruggaan van de schaduw op de zonnewijzer. De zon is een getrouwe tijdmeter, en zij, is vrolijk als een held, die het pad loopt, maar Hij, die deze klok aan de gang heeft gemaakt, kan haar terugzetten zo Hem dit behaagt, want de vader van de lichten is ook de bestuurder ervan.

Bibliografische Informatie
Henry, Matthew. "Commentaar op Isaiah 38". "Bijbelverkaring van Matthew Henry". https://studylight.org/commentaries/dut/mhm/isaiah-38.html. 1706.
adsFree icon
Ads FreeProfile