Bible Commentaries
Jozua 12

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, JOZUA 12

Joshua 12:1.

OVERWONNEN KONINGEN.

I. Joshua 12:1-Joshua 12:6. Om de geschiedenis van de veroveringen, die de Israëlieten gedaan hebben, te voltooien, sluit zich bij de terugblik in het vorige hoofdstuk, Joshua 12:16-Joshua 12:23, een overzicht aan, dat alle overwinningen, die Israël met de allesvermogende hulp van zijn God heeft behaald, tot een geheel verenigt. Eerst wordt de verovering van de beide Amoritische rijken aan de overzijde van de Jordaan, waarmee Mozes naar het woord van de Heere (Deuteronomy 2:34vv.) de inbezitneming begon, nog eens kort voorgesteld.

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, JOZUA 12

Joshua 12:1.

OVERWONNEN KONINGEN.

I. Joshua 12:1-Joshua 12:6. Om de geschiedenis van de veroveringen, die de Israëlieten gedaan hebben, te voltooien, sluit zich bij de terugblik in het vorige hoofdstuk, Joshua 12:16-Joshua 12:23, een overzicht aan, dat alle overwinningen, die Israël met de allesvermogende hulp van zijn God heeft behaald, tot een geheel verenigt. Eerst wordt de verovering van de beide Amoritische rijken aan de overzijde van de Jordaan, waarmee Mozes naar het woord van de Heere (Deuteronomy 2:34vv.) de inbezitneming begon, nog eens kort voorgesteld.

Vers 1

1. Dit nu zijn de koningen van het land die de kinderen van Israël nog voor hun overtocht over de Jordaan (3-4) geslagen hebben, en hun land erfelijk bezaten, aan de overzijde van de Jordaan, tegen de opgang van de zon; namelijk van de beek Arnon, de grenslinie van de Moabieten (Numbers 21:11" en "Numbers 21:15) in het zuiden, af tot de berg Hermon in het noorden (Deuteronomy 3:9), en het gehele vlakke veld tegen het oosten, het Jordaandal aan de oostzijde van de rivier:

Vers 1

1. Dit nu zijn de koningen van het land die de kinderen van Israël nog voor hun overtocht over de Jordaan (3-4) geslagen hebben, en hun land erfelijk bezaten, aan de overzijde van de Jordaan, tegen de opgang van de zon; namelijk van de beek Arnon, de grenslinie van de Moabieten (Numbers 21:11" en "Numbers 21:15) in het zuiden, af tot de berg Hermon in het noorden (Deuteronomy 3:9), en het gehele vlakke veld tegen het oosten, het Jordaandal aan de oostzijde van de rivier: