Lectionary Calendar
Monday, December 23rd, 2024
the Fourth Week of Advent
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Bible Commentaries
Jeremia 28

Dächsel BijbelverklaringDächsel Bijbelverklaring

Search for…
Enter query below:

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, JEREMIA 28

Jeremiah 28:1.

JEREMIA HEEFT EEN IJZEREN JUK; HIJ KONDIGT HANANJA, DEN VALSEN PROFEET, EEN ZEKEREN DOOD AAN.

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, JEREMIA 28

Jeremiah 28:1.

JEREMIA HEEFT EEN IJZEREN JUK; HIJ KONDIGT HANANJA, DEN VALSEN PROFEET, EEN ZEKEREN DOOD AAN.

Vers 1

1. Voorts geschiedde het in dat jaar v. C. in het begin des koninkrijks van Zedekia, koning van Juda, in het vierde jaar, in de vijfde maand Ab (Exodus 12:2), (want het komt hier niet alleen op den tijd in het algemeen, maar om Jeremiah 28:17 in `t bijzonder ook op de maand aan), dat Hananja (= gift van Jehova) zoon van Azur, (= helper) de Profeet, die van Gibeon, ene priesterstad van den stam Benjamin (Joshua 9:3; Joshua 21:17) was, tot mij sprak, in het huis des HEEREN, voor de ogen der priesteren en des gansen volks, zeggende, ten opzichte van hetgeen ik kort te voren koning en volk in den naam des Heeren had voorgehouden:

Vers 1

1. Voorts geschiedde het in dat jaar v. C. in het begin des koninkrijks van Zedekia, koning van Juda, in het vierde jaar, in de vijfde maand Ab (Exodus 12:2), (want het komt hier niet alleen op den tijd in het algemeen, maar om Jeremiah 28:17 in `t bijzonder ook op de maand aan), dat Hananja (= gift van Jehova) zoon van Azur, (= helper) de Profeet, die van Gibeon, ene priesterstad van den stam Benjamin (Joshua 9:3; Joshua 21:17) was, tot mij sprak, in het huis des HEEREN, voor de ogen der priesteren en des gansen volks, zeggende, ten opzichte van hetgeen ik kort te voren koning en volk in den naam des Heeren had voorgehouden:

Vers 2

2. Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de God Israëls, zeggende (Jeremiah 29:14): Ik heb het juk des konings van Babel verbroken.

Vers 2

2. Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de God Israëls, zeggende (Jeremiah 29:14): Ik heb het juk des konings van Babel verbroken.

Vers 3

3. In nog a) twee volle jaren (Jeremiah 28:12)zal Ik tot deze plaats wederbrengen al de vaten van het huis des HEEREN, die Nebukadnezar, de koning van Babel, uit deze plaats heeft weggenomen, en dezelve naar Babel gebracht (2 Kings 24:13).

a) Jeremiah 27:16.

Vers 3

3. In nog a) twee volle jaren (Jeremiah 28:12)zal Ik tot deze plaats wederbrengen al de vaten van het huis des HEEREN, die Nebukadnezar, de koning van Babel, uit deze plaats heeft weggenomen, en dezelve naar Babel gebracht (2 Kings 24:13).

a) Jeremiah 27:16.

Vers 4

4. Ook zal Ik Jechonia, den zoon van Jojakim, koning van Juda, en allen, die gevankelijk weggevoerd zijn van Juda, die te Babel gekomen zijn(2 Kings 24:14), tot deze plaats wederbrengen, spreekt de HEERE; want Ik zal het juk des konings van Babel verbreken.

"Waar God Zijn tempel bouwt plaatst de duivel zijne kapel daar naast. " Deze Hananja toont ons duidelijk wat het is bij den naam Gods te liegen en te bedriegen. O Heere! Uw dierbare naam moet der valsheid ten deksel zijn!" .

Vers 4

4. Ook zal Ik Jechonia, den zoon van Jojakim, koning van Juda, en allen, die gevankelijk weggevoerd zijn van Juda, die te Babel gekomen zijn(2 Kings 24:14), tot deze plaats wederbrengen, spreekt de HEERE; want Ik zal het juk des konings van Babel verbreken.

"Waar God Zijn tempel bouwt plaatst de duivel zijne kapel daar naast. " Deze Hananja toont ons duidelijk wat het is bij den naam Gods te liegen en te bedriegen. O Heere! Uw dierbare naam moet der valsheid ten deksel zijn!" .

Vers 5

5. Toen sprak de Profeet Jeremia tot den valsen profeet Hananja, voor de ogen der priesteren, en voor de ogen des gansen volks, die in het huis des HEEREN stonden, voor allen, in wier tegenwoordigheid hij zijne profetie had voorgedragen (Jeremiah 28:1).

Vers 5

5. Toen sprak de Profeet Jeremia tot den valsen profeet Hananja, voor de ogen der priesteren, en voor de ogen des gansen volks, die in het huis des HEEREN stonden, voor allen, in wier tegenwoordigheid hij zijne profetie had voorgedragen (Jeremiah 28:1).

Vers 6

6. En de Profeet Jeremia zei: Amen (Jeremiah 11:5), de HEERE doe alzo, gelijk gij hebt gezegd! de HEERE bevestige uwe woorden, die gij geprofeteerd hebt, dat Hij de vaten van des HEEREN huis en allen, die gevankelijk zijn weggevoerd, van Babel wederbrenge tot deze plaats! Kwam het op menselijk wensen aan, zo zou uwe voorzegging mij aangenaam zijn en zou ik de mijne gaarne terugnemen.

Vers 6

6. En de Profeet Jeremia zei: Amen (Jeremiah 11:5), de HEERE doe alzo, gelijk gij hebt gezegd! de HEERE bevestige uwe woorden, die gij geprofeteerd hebt, dat Hij de vaten van des HEEREN huis en allen, die gevankelijk zijn weggevoerd, van Babel wederbrenge tot deze plaats! Kwam het op menselijk wensen aan, zo zou uwe voorzegging mij aangenaam zijn en zou ik de mijne gaarne terugnemen.

Vers 7

7. Maar hoor nu dit woord, dat ik overeenkomstig den Geest des Heeren (Deuteronomy 18:22) spreek voor uwe oren, en voor de oren des gansen volks:

Vers 7

7. Maar hoor nu dit woord, dat ik overeenkomstig den Geest des Heeren (Deuteronomy 18:22) spreek voor uwe oren, en voor de oren des gansen volks:

Vers 8

8. De Profeten, die v r mij en v r u van ouds geweest zijn, die hebben tegen vele landen en tegen grote koninkrijken geprofeteerd van krijg, en van kwaad, en van pestilentie, en wat van oude tijden af en zo veelvuldig is verkondigd, dat heeft in die eenstemmigheid van getuigen reeds een bewijs der waarheid in zich;

Vers 8

8. De Profeten, die v r mij en v r u van ouds geweest zijn, die hebben tegen vele landen en tegen grote koninkrijken geprofeteerd van krijg, en van kwaad, en van pestilentie, en wat van oude tijden af en zo veelvuldig is verkondigd, dat heeft in die eenstemmigheid van getuigen reeds een bewijs der waarheid in zich;

Vers 9

9. De Profeet, die tegenover alle voorzegging van ongeluk door anderen geprofeteerd zal hebben van vrede, als het woord van dien Profeet komt, dan zal die Profeet bekend worden, dat hem de HEERE in der waarheid gezonden heeft (Deuteronomy 18:22).

Bij de aankondiging der gerichten Gods kwam het wel aan op de uitkomst tot bevestiging der voorzegging. Men kon echter ook een profeet, die zulke onaangename bedreigingen in den mond had, te voren reeds zo veel gemakkelijker geloven, als die daartoe een bevel en ene ingeving van God moest hebben, daar toch iemand er niet uit eigen lust toe zou komen om zich vijanden en lijden te berokkenen. Van enen prediker van vrede kon men daarentegen zoveel te eer vermoeden, dat hij handelde uit eigen aandrang en om mensen te behagen.

Er zijn altijd valse profeten, die lieflijk troosten, al zijn de mensen ook boos.

Vers 9

9. De Profeet, die tegenover alle voorzegging van ongeluk door anderen geprofeteerd zal hebben van vrede, als het woord van dien Profeet komt, dan zal die Profeet bekend worden, dat hem de HEERE in der waarheid gezonden heeft (Deuteronomy 18:22).

Bij de aankondiging der gerichten Gods kwam het wel aan op de uitkomst tot bevestiging der voorzegging. Men kon echter ook een profeet, die zulke onaangename bedreigingen in den mond had, te voren reeds zo veel gemakkelijker geloven, als die daartoe een bevel en ene ingeving van God moest hebben, daar toch iemand er niet uit eigen lust toe zou komen om zich vijanden en lijden te berokkenen. Van enen prediker van vrede kon men daarentegen zoveel te eer vermoeden, dat hij handelde uit eigen aandrang en om mensen te behagen.

Er zijn altijd valse profeten, die lieflijk troosten, al zijn de mensen ook boos.

Vers 10

10. Toen nam de profeet Hananja, als geheel zeker van zijne zaak en als ware voor zijne profetie de bevestiging door de uitkomst niet nodig, het juk van den hals van den Profeet Jeremia (Jeremiah 27:2), en verbrak het.

Vers 10

10. Toen nam de profeet Hananja, als geheel zeker van zijne zaak en als ware voor zijne profetie de bevestiging door de uitkomst niet nodig, het juk van den hals van den Profeet Jeremia (Jeremiah 27:2), en verbrak het.

Vers 11

11. En Hananja, de betekenis van die handelwijze verklarende, sprak voor de ogen des gansen volks zeggende: Zo zegt de HEERE: Alzo, gelijk nu Jeremia's juk verbroken is, zal Ik verbreken het juk van Nebukadnezar, den koning van Babel, in nog twee volle jaren (Jeremiah 28:3) van den hals al der volken. En de Profeet Jeremia, die hier niet volgens den Geest wilde spreken (Jeremiah 28:7), maar wachtte totdat hij in en door den Geest kon spreken, ging zijns weegs.

Hij kon niet langer horen, dat Hananja zulke grote valsheden en leugens in den naam van God sprak, even als de boden van Sanherib. (Jeremiah 36:20) .

Vers 11

11. En Hananja, de betekenis van die handelwijze verklarende, sprak voor de ogen des gansen volks zeggende: Zo zegt de HEERE: Alzo, gelijk nu Jeremia's juk verbroken is, zal Ik verbreken het juk van Nebukadnezar, den koning van Babel, in nog twee volle jaren (Jeremiah 28:3) van den hals al der volken. En de Profeet Jeremia, die hier niet volgens den Geest wilde spreken (Jeremiah 28:7), maar wachtte totdat hij in en door den Geest kon spreken, ging zijns weegs.

Hij kon niet langer horen, dat Hananja zulke grote valsheden en leugens in den naam van God sprak, even als de boden van Sanherib. (Jeremiah 36:20) .

Vers 12

12. Doch des HEEREN woord liet ook niet lang op zich wachten; het geschiedde tot Jeremia waarschijnlijk dadelijk nadat de Profeet Hananja het juk van den hals van den Profeet Jeremia verbroken had, zeggende:

Vers 12

12. Doch des HEEREN woord liet ook niet lang op zich wachten; het geschiedde tot Jeremia waarschijnlijk dadelijk nadat de Profeet Hananja het juk van den hals van den Profeet Jeremia verbroken had, zeggende:

Vers 13

13. Ga weer henen naar den tempel, waar de priesters en al het volk nog te zamen zijn (Jeremiah 28:1), en spreek tot Hananja, zeggende: Zo zegt de HEERE: Houten jukken hebt gij verbroken(Jeremiah 28:10), nu zult gij in plaats van die ijzeren jukken maken 1) wanneer gij in waarheid zinnebeeldig wilt uitdrukken wat er zal komen (Deuteronomy 28:48).

1) Een houten juk was nog te verbreken, maar een ijzeren niet. Het is daarom, dat de Heere dit woord tot Hananja laat zeggen, opdat het volk het wel zou weten dat het oordeel Gods zeker en zwaar zou komen.

Hananja meende zich tegen den raad Gods te verzetten of te kunnen verzetten, maar ziet, de Heere God laat het hem hier zeggen, dat dit een bij den mens onmogelijke zaak was. 14. Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israëls: Ik heb in de plaats van het houten juk, dat gij niet wildet dulden (Jeremiah 27:8), een ijzeren juk gedaan aan den hals van al deze volken, om Nebukadnezar, den koning van Babel te dienen, en zij zullen hem dienen; ja, Ik heb hem ook het gedierte des velds gegeven (Jeremiah 27:6), en duld niet, dat zich iemand tegen Mijn raadsbesluit verzette.

Vers 13

13. Ga weer henen naar den tempel, waar de priesters en al het volk nog te zamen zijn (Jeremiah 28:1), en spreek tot Hananja, zeggende: Zo zegt de HEERE: Houten jukken hebt gij verbroken(Jeremiah 28:10), nu zult gij in plaats van die ijzeren jukken maken 1) wanneer gij in waarheid zinnebeeldig wilt uitdrukken wat er zal komen (Deuteronomy 28:48).

1) Een houten juk was nog te verbreken, maar een ijzeren niet. Het is daarom, dat de Heere dit woord tot Hananja laat zeggen, opdat het volk het wel zou weten dat het oordeel Gods zeker en zwaar zou komen.

Hananja meende zich tegen den raad Gods te verzetten of te kunnen verzetten, maar ziet, de Heere God laat het hem hier zeggen, dat dit een bij den mens onmogelijke zaak was. 14. Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israëls: Ik heb in de plaats van het houten juk, dat gij niet wildet dulden (Jeremiah 27:8), een ijzeren juk gedaan aan den hals van al deze volken, om Nebukadnezar, den koning van Babel te dienen, en zij zullen hem dienen; ja, Ik heb hem ook het gedierte des velds gegeven (Jeremiah 27:6), en duld niet, dat zich iemand tegen Mijn raadsbesluit verzette.

Vers 15

15. En de Profeet Jeremia zei tot den profeet Hananja, in den naam des Heeren hem zijn oordeel aankondigende: Hoor nu, Hananja! de HEERE heeft u niet gezonden, gelijk gij op misdadige wijze voorgeeft (Jeremiah 28:2, Jeremiah 28:11), maar gij hebt gemaakt, dat dit volk op leugen vertrouwt, en alzo den wil van God tegenstreeft.

Vers 15

15. En de Profeet Jeremia zei tot den profeet Hananja, in den naam des Heeren hem zijn oordeel aankondigende: Hoor nu, Hananja! de HEERE heeft u niet gezonden, gelijk gij op misdadige wijze voorgeeft (Jeremiah 28:2, Jeremiah 28:11), maar gij hebt gemaakt, dat dit volk op leugen vertrouwt, en alzo den wil van God tegenstreeft.

Vers 16

16. Daarom, zo zegt de HEERE: Zie Ik zal u door een plotselingen dood wegwerpen 1) van den aardbodem; dit jaar zult gij sterven, omdat gij enen a) afval gesproken hebt tegen den HEERE, dat zij Zijn waarachtig woord tot hun grote schade niet hebben geloofd.

a) Deuteronomy 13:5. Jeremiah 29:32.

1) In den grondtekst hebben de woorden "u niet gezonden" en "u wegwerpen" een overeenkomstigen klank en vormen ene opmerkelijke woordspeling.

Vers 16

16. Daarom, zo zegt de HEERE: Zie Ik zal u door een plotselingen dood wegwerpen 1) van den aardbodem; dit jaar zult gij sterven, omdat gij enen a) afval gesproken hebt tegen den HEERE, dat zij Zijn waarachtig woord tot hun grote schade niet hebben geloofd.

a) Deuteronomy 13:5. Jeremiah 29:32.

1) In den grondtekst hebben de woorden "u niet gezonden" en "u wegwerpen" een overeenkomstigen klank en vormen ene opmerkelijke woordspeling.

Vers 17

17. Alzo, daar het in der daad geschiedde, gelijk Jeremia gezegd had, stierf de Profeet Hananja in dat zelfde jaar, in de zevende maand, dus twee maanden na het in Jeremiah 28:1, en 10 vv. medegedeelde, als ene tegenstelling tot de door hem aangekondigde twee jaren.

Ware hij eerder weggenomen, zo zou het volk daarover niet zo tot nadenken zijn gekomen, als het zal geschied zijn, nu zij twee maanden tijd hadden, om reeds vooraf over de zaak na te denken. Intussen kon het aangekondigde sterven ook vooraf aan het gehele land bekend worden, en de uitkomst, nadat die was verwacht geworden, des te meer nadenken opwekken. Ware daarentegen de straf langer uitgesteld, zo zou men daar omtrent gerust zijn geworden. (J. LANGE).

Hier wordt de straf bijgevoegd, welke het gesprokene van Jeremia zal bevestigen. God nu wilde voor de onwetendheid van velen, die overigens altijd weifelden of een voorwendsel voor hun onwetendheid zochten aan te voeren, zorg dragen, dewijl zij niet konden uitmaken, wie door God gezonden was, Hananja of Jeremia. God heeft derhalve in Zijn vaderlijke goedertierenheid Zijn hand over hen willen uitstrekken. Hij heeft ook de ongelovigen onverdedigbaar willen maken, die reeds aan den duivel waren verbonden, hoe het ook zou uitvallen. Want het grootste gedeelte werd niet bewogen door deze merkwaardige uitkomst.

Vers 17

17. Alzo, daar het in der daad geschiedde, gelijk Jeremia gezegd had, stierf de Profeet Hananja in dat zelfde jaar, in de zevende maand, dus twee maanden na het in Jeremiah 28:1, en 10 vv. medegedeelde, als ene tegenstelling tot de door hem aangekondigde twee jaren.

Ware hij eerder weggenomen, zo zou het volk daarover niet zo tot nadenken zijn gekomen, als het zal geschied zijn, nu zij twee maanden tijd hadden, om reeds vooraf over de zaak na te denken. Intussen kon het aangekondigde sterven ook vooraf aan het gehele land bekend worden, en de uitkomst, nadat die was verwacht geworden, des te meer nadenken opwekken. Ware daarentegen de straf langer uitgesteld, zo zou men daar omtrent gerust zijn geworden. (J. LANGE).

Hier wordt de straf bijgevoegd, welke het gesprokene van Jeremia zal bevestigen. God nu wilde voor de onwetendheid van velen, die overigens altijd weifelden of een voorwendsel voor hun onwetendheid zochten aan te voeren, zorg dragen, dewijl zij niet konden uitmaken, wie door God gezonden was, Hananja of Jeremia. God heeft derhalve in Zijn vaderlijke goedertierenheid Zijn hand over hen willen uitstrekken. Hij heeft ook de ongelovigen onverdedigbaar willen maken, die reeds aan den duivel waren verbonden, hoe het ook zou uitvallen. Want het grootste gedeelte werd niet bewogen door deze merkwaardige uitkomst.

Bibliografische Informatie
Dächsel, Karl August. "Commentaar op Jeremiah 28". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/commentaries/dut/dac/jeremiah-28.html. 1862-80.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile