Lectionary Calendar
Monday, December 23rd, 2024
the Fourth Week of Advent
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Bible Commentaries
Genesis 5

Dächsel BijbelverklaringDächsel Bijbelverklaring

Zoek naar…
Enter query below:

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, GENESIS 5

Genesis 5:1.

GESLACHTSREGISTER VAN ADAM EN NOACH.

Genesis 5:1, Genesis 5:2. Na voorstelling van de beginselen van het menselijk geslacht en van de beide richtingen, die zich daarin ontwikkeld hebben, gaat het bericht tot de schepping terug, om zo het geslachtsregister van gelovigen aan te vangen tegenover de lijn van goddelozen.

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, GENESIS 5

Genesis 5:1.

GESLACHTSREGISTER VAN ADAM EN NOACH.

Genesis 5:1, Genesis 5:2. Na voorstelling van de beginselen van het menselijk geslacht en van de beide richtingen, die zich daarin ontwikkeld hebben, gaat het bericht tot de schepping terug, om zo het geslachtsregister van gelovigen aan te vangen tegenover de lijn van goddelozen.

Vers 1

1. Dit is het boek 1), het register, van Adams geslacht in die lijn, welke in God geloofde, en door de tucht van zijn genade tot het toekomstige doel werd geleid, terwijl bij de overigen de goddeloosheid hand over hand toenam, en zich bij de Kaïnieten een gruwelijk heidendom ontwikkelde. Ten dage als God de mens schiep, maakte Hij hem a) naar de gelijkenis Gods.

a) 1 Corinthians 11:7

1) De registers zijn het skelet van de geschiedenis. Zij wijzen ons aan, hoe ook de mannen Gods, bij de openbaring van God en de leiding van de Heilige Geest, die zij ontvangen, het ernstig en nauwlettend onderzoek niet duchtten en dat ook zij niet vreesden de oude oorkonden en familiestukken te doorzoeken; evenmin als de geleerden van onze tijd, die het stof van de duffe bibliotheken tarten om kennis en wetenschap te vergaren. Ook zij hebben, zoals Lukas het uitdrukt, alles van te voren naarstig onderzocht (Luke 1:3)

Vers 1

1. Dit is het boek 1), het register, van Adams geslacht in die lijn, welke in God geloofde, en door de tucht van zijn genade tot het toekomstige doel werd geleid, terwijl bij de overigen de goddeloosheid hand over hand toenam, en zich bij de Kaïnieten een gruwelijk heidendom ontwikkelde. Ten dage als God de mens schiep, maakte Hij hem a) naar de gelijkenis Gods.

a) 1 Corinthians 11:7

1) De registers zijn het skelet van de geschiedenis. Zij wijzen ons aan, hoe ook de mannen Gods, bij de openbaring van God en de leiding van de Heilige Geest, die zij ontvangen, het ernstig en nauwlettend onderzoek niet duchtten en dat ook zij niet vreesden de oude oorkonden en familiestukken te doorzoeken; evenmin als de geleerden van onze tijd, die het stof van de duffe bibliotheken tarten om kennis en wetenschap te vergaren. Ook zij hebben, zoals Lukas het uitdrukt, alles van te voren naarstig onderzocht (Luke 1:3)

Vers 2

2. a) Man en vrouw 1) schiep Hij hen en zegende ze, en noemde hun naam Mens, ten dage als zij geschapen werden (Genesis 1:26-Genesis 1:28).

a) Matthew 19:4; Mar. 10:6

1) Deze woorden geven de heilige band van het huwelijk, de onverbrekelijke eenheid tussen man en vrouw aan. Want nadat Mozes hen elk afzonderlijk heeft genoemd, verenigt hij, terstond daarop, hen beiden onder n naam. En de gemeenschappelijke naam deelt hij aan beiden, zonder onderscheid, toe, opdat de nakomelingen zouden leren het verbond des te heiliger te eren, wanneer zij zouden zien, dat de eerste ouders onder n naam werden aangewezen..

II. Genesis 5:3-Genesis 5:32. Nu volgt de geslachtslijst van die lijn, waardoor het mensdom blijvend geworden is; tezamen zijn er tien oudvaders, die door hun hoge leeftijd een tijdspan van 1655 jaar bestaan hebben, en door dit kleine aantal leden de openbaringen van God op het latere geslacht hebben voortgeplant.

Vers 2

2. a) Man en vrouw 1) schiep Hij hen en zegende ze, en noemde hun naam Mens, ten dage als zij geschapen werden (Genesis 1:26-Genesis 1:28).

a) Matthew 19:4; Mar. 10:6

1) Deze woorden geven de heilige band van het huwelijk, de onverbrekelijke eenheid tussen man en vrouw aan. Want nadat Mozes hen elk afzonderlijk heeft genoemd, verenigt hij, terstond daarop, hen beiden onder n naam. En de gemeenschappelijke naam deelt hij aan beiden, zonder onderscheid, toe, opdat de nakomelingen zouden leren het verbond des te heiliger te eren, wanneer zij zouden zien, dat de eerste ouders onder n naam werden aangewezen..

II. Genesis 5:3-Genesis 5:32. Nu volgt de geslachtslijst van die lijn, waardoor het mensdom blijvend geworden is; tezamen zijn er tien oudvaders, die door hun hoge leeftijd een tijdspan van 1655 jaar bestaan hebben, en door dit kleine aantal leden de openbaringen van God op het latere geslacht hebben voortgeplant.

Vers 3

3. En Adam leefde honderd en dertig jaar, toen hij na de dood van Abel zijn vrouw weer bekende (Genesis 4:25), en gewon een zoon naar zijn gelijkenis, naar zijn evenbeeld; wel een zondig mens als zijn vader (Psalms 51:7), maar toch tegelijk een nakomeling van hem, die de belofte van de toekomstige Verlosser verkregen had, en in het geloof aan die belofte weer vernieuwd werd naar het beeld van zijn Schepper (Genesis 5:1), alzo een lid van de heilige kerk, en noemde zijn naam Seth. 1) Hoe worden wij ook hier weer bepaald bij de gevolgen van de diepe val van de mens. Adam was geschapen naar de gelijkenis en het beeld van God. Van zijn zoon mag en kan dit niet meer gezegd worden..

Vers 3

3. En Adam leefde honderd en dertig jaar, toen hij na de dood van Abel zijn vrouw weer bekende (Genesis 4:25), en gewon een zoon naar zijn gelijkenis, naar zijn evenbeeld; wel een zondig mens als zijn vader (Psalms 51:7), maar toch tegelijk een nakomeling van hem, die de belofte van de toekomstige Verlosser verkregen had, en in het geloof aan die belofte weer vernieuwd werd naar het beeld van zijn Schepper (Genesis 5:1), alzo een lid van de heilige kerk, en noemde zijn naam Seth. 1) Hoe worden wij ook hier weer bepaald bij de gevolgen van de diepe val van de mens. Adam was geschapen naar de gelijkenis en het beeld van God. Van zijn zoon mag en kan dit niet meer gezegd worden..

Vers 4

4. En Adams dagen, a) nadat hij Seth gewonnen had, zijn achthonderd jaar geweest, en hij gewon zonen en dochters.

a) 1 Chronicles 1:1

In het getal der jaren, dat hier vermeld wordt, wordt ons eerst te zien gegeven, hoe lang de heilige Patriarchen tegelijk achtereenvolgens geleefd hebben. Want gedurende zes eeuwen, toen de nakomelingen van Seth reeds tot een groot volk waren geworden, kon de stem van Adam zich dagelijks doen horen, om de herinnering aan de schepping, aan de val en aan de straf levendig te houden, om te getuigen van de hoop op het behoud, welke na de tuchtiging nog was overgelaten en om de oordelen van God aan te kondigen, waarin allen onderricht moesten worden. Want wel konden, nadat hij gestorven was, de kinderen aan de kleinkinderen, als van vader op zoon, meedelen, wat zij hadden vernomen, maar veel meer effect had de mededeling, indien zij deze hoorden uit de mond van hem, die zelf ooggetuige van al deze dingen was geweest..

Vers 4

4. En Adams dagen, a) nadat hij Seth gewonnen had, zijn achthonderd jaar geweest, en hij gewon zonen en dochters.

a) 1 Chronicles 1:1

In het getal der jaren, dat hier vermeld wordt, wordt ons eerst te zien gegeven, hoe lang de heilige Patriarchen tegelijk achtereenvolgens geleefd hebben. Want gedurende zes eeuwen, toen de nakomelingen van Seth reeds tot een groot volk waren geworden, kon de stem van Adam zich dagelijks doen horen, om de herinnering aan de schepping, aan de val en aan de straf levendig te houden, om te getuigen van de hoop op het behoud, welke na de tuchtiging nog was overgelaten en om de oordelen van God aan te kondigen, waarin allen onderricht moesten worden. Want wel konden, nadat hij gestorven was, de kinderen aan de kleinkinderen, als van vader op zoon, meedelen, wat zij hadden vernomen, maar veel meer effect had de mededeling, indien zij deze hoorden uit de mond van hem, die zelf ooggetuige van al deze dingen was geweest..

Vers 5

5. Zo waren al de dagen van Adam, die hij leefde, negenhonderd en dertig jaar; en hij stierf.

Vers 5

5. Zo waren al de dagen van Adam, die hij leefde, negenhonderd en dertig jaar; en hij stierf.

Vers 6

6. En Seth leefde honderd en vijf jaar a) en hij gewon Enos.

a) Genesis 4:26.

Vers 6

6. En Seth leefde honderd en vijf jaar a) en hij gewon Enos.

a) Genesis 4:26.

Vers 7

7. En Seth leefde, nadat hij Enos gewonnen had, achthonderd en zeven jaar, en hij gewon zonen en dochters.

Vers 7

7. En Seth leefde, nadat hij Enos gewonnen had, achthonderd en zeven jaar, en hij gewon zonen en dochters.

Vers 8

8. Zo waren al de dagen van Seth negenhonderd en twaalf jaar; en hij stierf. 1)

1) Dit, op zichzelf overbodig schijnend, slotwoord, moet door de herhalingen de heerschappij van de dood van Adam af (Romans 5:14) als een onveranderlijke wet aantonen. Maar bij het heersen van de dood toont zich tevens de kracht van het leven des te duidelijker. Want de mens sterft dan pas, wanneer hij reeds het leven weer voortgeplant heeft, zodat midden in de dood van de personen het leven van het geslacht behouden en de hoop op het zaad, dat de bewerker van de dood overwinnen zou, versterkt werd..

De geslachtsregisters zijn een krachtig "memento mori" (gedenk te sterven). Hoe veel jaren er ook voorbijgingen dat de dood niet intrad, toch kwam hij.

Vers 8

8. Zo waren al de dagen van Seth negenhonderd en twaalf jaar; en hij stierf. 1)

1) Dit, op zichzelf overbodig schijnend, slotwoord, moet door de herhalingen de heerschappij van de dood van Adam af (Romans 5:14) als een onveranderlijke wet aantonen. Maar bij het heersen van de dood toont zich tevens de kracht van het leven des te duidelijker. Want de mens sterft dan pas, wanneer hij reeds het leven weer voortgeplant heeft, zodat midden in de dood van de personen het leven van het geslacht behouden en de hoop op het zaad, dat de bewerker van de dood overwinnen zou, versterkt werd..

De geslachtsregisters zijn een krachtig "memento mori" (gedenk te sterven). Hoe veel jaren er ook voorbijgingen dat de dood niet intrad, toch kwam hij.

Vers 9

9. En Enos leefde negentig jaar en hij gewon a) Kenan (werkzame).

a) 1 Chronicles 1:1,1 Chronicles 1:2. 10. En Enos leefde, nadat hij Kenan gewonnen had, achthonderd en vijftien jaar, en hij gewon zonen en dochters.

Vers 9

9. En Enos leefde negentig jaar en hij gewon a) Kenan (werkzame).

a) 1 Chronicles 1:1,1 Chronicles 1:2. 10. En Enos leefde, nadat hij Kenan gewonnen had, achthonderd en vijftien jaar, en hij gewon zonen en dochters.

Vers 11

11. Zo waren al de dagen van Enos negenhonderd en vijf jaar; en hij stierf.

Vers 11

11. Zo waren al de dagen van Enos negenhonderd en vijf jaar; en hij stierf.

Vers 12

12. En Kenan leefde zeventig jaar en hij gewon Mahalal-el (roem Gods).

Vers 12

12. En Kenan leefde zeventig jaar en hij gewon Mahalal-el (roem Gods).

Vers 13

13. En Kenan leefde, nadat hij Mahalal-el gewonnen had, achthonderd en veertig jaar; en hij gewon zonen en dochters.

Vers 13

13. En Kenan leefde, nadat hij Mahalal-el gewonnen had, achthonderd en veertig jaar; en hij gewon zonen en dochters.

Vers 14

14. Zo waren al de dagen van Kenan negenhonderd en tien jaar; en hij stierf.

Vers 14

14. Zo waren al de dagen van Kenan negenhonderd en tien jaar; en hij stierf.

Vers 15

15. En Mahalal-el leefde vijfenzestig jaar, en hij gewon Jered (nederdaling).

Vers 15

15. En Mahalal-el leefde vijfenzestig jaar, en hij gewon Jered (nederdaling).

Vers 16

16. En Mahalal-el leefde nadat hij Jered gewonnen had, achthonderd en dertig jaar; en hij gewon zonen en dochters.

Vers 16

16. En Mahalal-el leefde nadat hij Jered gewonnen had, achthonderd en dertig jaar; en hij gewon zonen en dochters.

Vers 17

17. Zo waren al de dagen van Mahalal-el achthonderd vijfennegentig jaar; en hij stierf.

Vers 17

17. Zo waren al de dagen van Mahalal-el achthonderd vijfennegentig jaar; en hij stierf.

Vers 18

18. En Jered leefde honderd tweeënzestig jaar, en hij gewon a) Henoch (rustgever); hij werd alzo dadelijk als kind in bijzondere zin de Heere toegewijd en overgegeven.

a) 1 Chronicles 1:2.

Vers 18

18. En Jered leefde honderd tweeënzestig jaar, en hij gewon a) Henoch (rustgever); hij werd alzo dadelijk als kind in bijzondere zin de Heere toegewijd en overgegeven.

a) 1 Chronicles 1:2.

Vers 19

19. En Jered leefde, nadat hij Henoch gewonnen had, achthonderd jaar; en hij gewon zonen en dochters.

Vers 19

19. En Jered leefde, nadat hij Henoch gewonnen had, achthonderd jaar; en hij gewon zonen en dochters.

Vers 20

20. Zo waren al de dagen van Jered negenhonderd tweeënzestig jaar; en hij stierf.

Vers 20

20. Zo waren al de dagen van Jered negenhonderd tweeënzestig jaar; en hij stierf.

Vers 21

21. En Henoch leefde vijfenzestig jaar, en hij gewon Methsalach 1) (vorst, man van wasdom).

1) Er zijn er die menen, dat Henoch in de naamgeving van zijn zoon ook als profeet optreedt en reeds met die naam het volk verkondigt, dat de Heere God met Zijn geduchte straf niet zal uitblijven. Men vertaalt dan het woord "Methsalach" door: "als deze sterft zal ik zenden nl. de straf over de zonde."

Vers 21

21. En Henoch leefde vijfenzestig jaar, en hij gewon Methsalach 1) (vorst, man van wasdom).

1) Er zijn er die menen, dat Henoch in de naamgeving van zijn zoon ook als profeet optreedt en reeds met die naam het volk verkondigt, dat de Heere God met Zijn geduchte straf niet zal uitblijven. Men vertaalt dan het woord "Methsalach" door: "als deze sterft zal ik zenden nl. de straf over de zonde."

Vers 22

22. En Henoch wandelde met God, 1) was met God, in de meest vertrouwde omgang, nadat hij Methsalach gewonnen had, en de geboorte van deze zoon wellicht op hem een bijzondere indruk heeft gemaakt, driehonderd jaar; en hij gewon zonen en dochters.

1) Wat hier van Henoch gezegd wordt, dat hij met God wandelde, moet in bijzondere zin worden opgevat. In het vorige hoofdstuk is gewezen op de vroomheid van Enos en zijn nakomelingen. Boven hen allen steekt echter Henoch uit in vroomheid van wandel, in gehoorzaamheid aan des Heren Woord, en de vrucht van dat op bijzondere wijze verkeren met God, wordt openbaar in het verkeren onder zijn volk als profeet van de gerechtigheid. Jude 1:1:14, 15

Vers 22

22. En Henoch wandelde met God, 1) was met God, in de meest vertrouwde omgang, nadat hij Methsalach gewonnen had, en de geboorte van deze zoon wellicht op hem een bijzondere indruk heeft gemaakt, driehonderd jaar; en hij gewon zonen en dochters.

1) Wat hier van Henoch gezegd wordt, dat hij met God wandelde, moet in bijzondere zin worden opgevat. In het vorige hoofdstuk is gewezen op de vroomheid van Enos en zijn nakomelingen. Boven hen allen steekt echter Henoch uit in vroomheid van wandel, in gehoorzaamheid aan des Heren Woord, en de vrucht van dat op bijzondere wijze verkeren met God, wordt openbaar in het verkeren onder zijn volk als profeet van de gerechtigheid. Jude 1:1:14, 15

Vers 23

23. Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijfenzestig jaar.

Vers 23

23. Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijfenzestig jaar.

Vers 24

24. Henoch dan wandelde met God en was tevens een prediker van de gerechtigheid tegenover de toen zo sterk toenemende zonde (Jude 1:1:14, 15); en hij was niet meer, want God nam hem weg, nam hem, zonder dat hij de dood behoefde te ondergaan tot zich, en dit tot een teken voor degenen, die in goddeloosheid voortgingen, en tot bevestiging van Henochs prediking (Hebrews 11:5).

Dit geschiedde ongeveer in het midden van de jaren tussen Adam en de zondvloed in het jaar 987 na de wereldschepping. Terwijl in de zevende nakomeling van Adam door Kaïn, in Lamech (Genesis 4:19) de goddeloosheid haar toppunt bereikt, is Henoch, de zevende van Adam door Seth, de uitstekendste vrome van dit geslacht. De Heer komt eerst met de tekenen Zijner liefde, voordat Hij de goddelozen verdelgt. Henoch v r de zondvloed.

"Hij stierf, hij stierf!" Hoort gij in dit altoos wederkerend refrein geen muziek, hoe somber deze ook zij? Hij stierf! hij stierf! Zal dat nooit ophouden? Neen het is geen stalen wet, geen ijzeren noodzakelijkheid. God heeft de macht, van de dood te bevrijden en Hij toont het in Henoch. Zes maal achtereen klinkt het woord: "en hij stierf" en reeds zou men zeggen: "nu moeten alle mensen sterven," doch God wil niet, dat men Hem aan regels bindt, maar toont boven zijn eigen wetten verheven te zijn..

Henoch, de eerste ten hemel opgenomene, was een jongeling, en de eerst gedode om zijns geloofswil, de eerste martelaar, Abel, was ook een jongeling. En zij moesten het zijn. Of meent gij dat een afgeleefd leven de Heere gegeven worden moet? Neen veeleer de bloei des levens, het volle der krachten, het beste wat men heeft..

God nam hem weg. Het Hebreeuwse woord tql wegnemen, hetwelk hier gebruikt wordt, wordt ook in 2 Kings 2:3,2 Kings 2:5 van de wegneming van Elia gebezigd en betekent op beide plaatsen "ten hemel opnemen" op bijzondere wijze..

Vers 24

24. Henoch dan wandelde met God en was tevens een prediker van de gerechtigheid tegenover de toen zo sterk toenemende zonde (Jude 1:1:14, 15); en hij was niet meer, want God nam hem weg, nam hem, zonder dat hij de dood behoefde te ondergaan tot zich, en dit tot een teken voor degenen, die in goddeloosheid voortgingen, en tot bevestiging van Henochs prediking (Hebrews 11:5).

Dit geschiedde ongeveer in het midden van de jaren tussen Adam en de zondvloed in het jaar 987 na de wereldschepping. Terwijl in de zevende nakomeling van Adam door Kaïn, in Lamech (Genesis 4:19) de goddeloosheid haar toppunt bereikt, is Henoch, de zevende van Adam door Seth, de uitstekendste vrome van dit geslacht. De Heer komt eerst met de tekenen Zijner liefde, voordat Hij de goddelozen verdelgt. Henoch v r de zondvloed.

"Hij stierf, hij stierf!" Hoort gij in dit altoos wederkerend refrein geen muziek, hoe somber deze ook zij? Hij stierf! hij stierf! Zal dat nooit ophouden? Neen het is geen stalen wet, geen ijzeren noodzakelijkheid. God heeft de macht, van de dood te bevrijden en Hij toont het in Henoch. Zes maal achtereen klinkt het woord: "en hij stierf" en reeds zou men zeggen: "nu moeten alle mensen sterven," doch God wil niet, dat men Hem aan regels bindt, maar toont boven zijn eigen wetten verheven te zijn..

Henoch, de eerste ten hemel opgenomene, was een jongeling, en de eerst gedode om zijns geloofswil, de eerste martelaar, Abel, was ook een jongeling. En zij moesten het zijn. Of meent gij dat een afgeleefd leven de Heere gegeven worden moet? Neen veeleer de bloei des levens, het volle der krachten, het beste wat men heeft..

God nam hem weg. Het Hebreeuwse woord tql wegnemen, hetwelk hier gebruikt wordt, wordt ook in 2 Kings 2:3,2 Kings 2:5 van de wegneming van Elia gebezigd en betekent op beide plaatsen "ten hemel opnemen" op bijzondere wijze..

Vers 25

25. En Methsalach leefde honderd zevenentachtig jaar, en hij gewon Lamech (jeugdige, sterke).

Vers 25

25. En Methsalach leefde honderd zevenentachtig jaar, en hij gewon Lamech (jeugdige, sterke).

Vers 26

26. En Methsalach leefde, nadat hij Lamech gewonnen had, zevenhonderd tweeëntachtig jaren; en hij gewon zonen en dochters.

Vers 26

26. En Methsalach leefde, nadat hij Lamech gewonnen had, zevenhonderd tweeëntachtig jaren; en hij gewon zonen en dochters.

Vers 27

27. Zo waren al de dagen van Methsalach negenhonderd negenenzestig jaar, de hoogste leeftijd, die ooit een mens bereikt heeft; en hij stierf.

Zo bracht de jongste de oudste voort. Er wordt door God altijd een zeker overwicht gegeven, terwijl Hij het gekorte aan de erflater met rente aan de erfgenaam vergoedt.. Niemand bereikte de duizend jaar en de meesten kwamen het zo nabij; doch als zij het grijpen wilden vielen zij. De rabbijnen houden de dag, op welke de mens bij overtreding van het gebod, sterven zou, voor een dag Gods van duizend jaar (Psalms 90:4), zodat zelfs Methsalach, ofschoon op de late avond, toch nog op diezelfde dag gestorven zijn zou. Tegen het juiste van deze getallen is geen bezwaar van betekenis ingebracht. De tegenwerping, dat een zo lange leeftijd uit de tegenwoordige gesteldheid van de menselijke natuur niet te begrijpen is, verliest alle betekenis, als men bedenkt, dat alle overblijfsels uit de overoude wereld van reusachtige kracht getuigen, het klimaat, de weersgesteldheid enz. van die na de vloed verschillend waren; dat het leven veel eenvoudiger was en de nawerking van de paradijstoestand niet dadelijk verloren zal geweest zijn. Het blijkt verder duidelijk uit de tijdsopgaven omtrent Noach, dat de jaren van de onzen niet hebben verschild.

Volgens Genesis 7:11, Genesis 8:14 was Noach gedurende n jaar en 10 dagen in de ark. Indien wij nu de dagen, Genesis 8:3,Genesis 8:5,Genesis 8:6,Genesis 8:10,Genesis 8:12,Genesis 8:13,Genesis 8:14 vermeld, bijeen tellen, hebben wij een som van 370 dagen, zodat naar de vorige aanwijzing het jaar uit 360 dagen of (zie Genesis 8:3 vergelijk Genesis 5:4 ), 12 maanden ieder van 30 dagen bestaat..

Vers 27

27. Zo waren al de dagen van Methsalach negenhonderd negenenzestig jaar, de hoogste leeftijd, die ooit een mens bereikt heeft; en hij stierf.

Zo bracht de jongste de oudste voort. Er wordt door God altijd een zeker overwicht gegeven, terwijl Hij het gekorte aan de erflater met rente aan de erfgenaam vergoedt.. Niemand bereikte de duizend jaar en de meesten kwamen het zo nabij; doch als zij het grijpen wilden vielen zij. De rabbijnen houden de dag, op welke de mens bij overtreding van het gebod, sterven zou, voor een dag Gods van duizend jaar (Psalms 90:4), zodat zelfs Methsalach, ofschoon op de late avond, toch nog op diezelfde dag gestorven zijn zou. Tegen het juiste van deze getallen is geen bezwaar van betekenis ingebracht. De tegenwerping, dat een zo lange leeftijd uit de tegenwoordige gesteldheid van de menselijke natuur niet te begrijpen is, verliest alle betekenis, als men bedenkt, dat alle overblijfsels uit de overoude wereld van reusachtige kracht getuigen, het klimaat, de weersgesteldheid enz. van die na de vloed verschillend waren; dat het leven veel eenvoudiger was en de nawerking van de paradijstoestand niet dadelijk verloren zal geweest zijn. Het blijkt verder duidelijk uit de tijdsopgaven omtrent Noach, dat de jaren van de onzen niet hebben verschild.

Volgens Genesis 7:11, Genesis 8:14 was Noach gedurende n jaar en 10 dagen in de ark. Indien wij nu de dagen, Genesis 8:3,Genesis 8:5,Genesis 8:6,Genesis 8:10,Genesis 8:12,Genesis 8:13,Genesis 8:14 vermeld, bijeen tellen, hebben wij een som van 370 dagen, zodat naar de vorige aanwijzing het jaar uit 360 dagen of (zie Genesis 8:3 vergelijk Genesis 5:4 ), 12 maanden ieder van 30 dagen bestaat..

Vers 28

28. En Lamech leefde honderd tweeëntachtig jaar, en hij gewon een zoon.

Vers 28

28. En Lamech leefde honderd tweeëntachtig jaar, en hij gewon een zoon.

Vers 29

29. En hij noemde zijn naam Noach, 1) (rust, troost) zeggende: Deze zal ons troosten over ons werk, en over de smart, de moeitevolle arbeid, van onze handen, vanwege het aardrijk, dat de Heere vervloekt heeft!

1) In profetische geest ziet hij alzo in deze zoon een buitengewoon rechtvaardig man en beschouwt hem als een troost onder de last en de kommer op aarde, die toen meer dan vroeger vol goddeloosheid was. Met Noach begint het tweede duizendtal jaren van de wereldgeschiedenis. Hij werd geboren in het jaar 1056 na de wereldschepping.

"In tijden van grote nood en alles overheersende goddeloosheid, grijpt de gelovige meer dan ooit naar de banier van de goddelijke belofte..

Vers 29

29. En hij noemde zijn naam Noach, 1) (rust, troost) zeggende: Deze zal ons troosten over ons werk, en over de smart, de moeitevolle arbeid, van onze handen, vanwege het aardrijk, dat de Heere vervloekt heeft!

1) In profetische geest ziet hij alzo in deze zoon een buitengewoon rechtvaardig man en beschouwt hem als een troost onder de last en de kommer op aarde, die toen meer dan vroeger vol goddeloosheid was. Met Noach begint het tweede duizendtal jaren van de wereldgeschiedenis. Hij werd geboren in het jaar 1056 na de wereldschepping.

"In tijden van grote nood en alles overheersende goddeloosheid, grijpt de gelovige meer dan ooit naar de banier van de goddelijke belofte..

Vers 30

30. En Lamech leefde, nadat hij Noach gewonnen had, vijfhonderd vijfennegentig jaar; en hij gewon zonen en dochters.

Vers 30

30. En Lamech leefde, nadat hij Noach gewonnen had, vijfhonderd vijfennegentig jaar; en hij gewon zonen en dochters.

Vers 31

31. Zo waren al de dagen van Lamech zevenhonderd zeventig jaar; en hij stierf.

Vers 31

31. Zo waren al de dagen van Lamech zevenhonderd zeventig jaar; en hij stierf.

Vers 32

32. En Noach was vijfhonderd jaar oud; 1) en Noach gewon Sem (naam, naambehouder), Cham (driftige) en Jafet 2) (zich ver uitbreidende).

1) Dit toont aan, dat Noach grote tegenzin tegen de wereld gehad heeft, want waarom zou hij zich anders zolang van de echt hebben onthouden, als omdat hij gezien heeft, hoe zijn bloedverwanten allen tot tirannen geworden zijn en de wereld met geweld vervuld hebben; daarom heeft hij gedacht, liever geheel zonder kinderen te willen zijn, dan ontaarde kinderen te hebben. Ik houd het zelfs daarvoor, dat hij nooit een vrouw zou genomen hebben, zo hij niet vermaand zou zijn door de vaderen, of het misschien hem door een engel bevolen zou zijn..

2) Volgens de ouderdom is de opvolging deze: Jafet (Genesis 10:21), Sem (Genesis 11:10), Cham (Genesis 9:24), maar Sem staat als de gezegendste vooraan. Zij namen nog v r de zondvloed vrouwen, maar gewonnen geen kinderen. Gelijk uit het volgende overzicht blijkt, heeft Adam nog tot in de dagen van Lamech geleefd, en door de laatste de oudste geschiedenis van het mensengeslacht onmiddellijk op Noach voortgeplant.

in de wereldgeschiedenis: 1. Adam leefde 930 jaren nl. van 1- 930 2. Seth 912 130-1042 3. Enos 905 235-1140 4. Kenan 910 325-1235 5. Mahalal-el 895 395-1290 6. Jaren 962 460-1422 7. Henoch 365 622- 987 8. Methusalach 969 687-1656 9. Lamech 777 974-1651 10.Noach 950 1056-2006

Uit het overzicht bij Genesis 11:26 zal verder blijken, dat Noach door zijn tweede zoon Sem tot in Abrahams dagen reikt, en deze, behalve de oudste geschiedenissen, ook die van de zondvloed en de daarop volgende tijd van 427 jaren heeft kunnen meedelen.

"Het heeft sommigen bevreemd, dat er in de Heilige Schrift geslachtsregister voorkomen, zodat men zelfs wel eens spottend gevraagd heeft, of ook een geslachtsregister ingegeven zou zijn? De geslachtsregisters zijn het skelet, waarover het lichaam van de Schrift is gegroeid. Dat lichaam wordt erdoor gevormd en gedragen, en het zou zonder hen niet zelfstandig kunnen bestaan. Maar ook in de beenderen zelf is nog iets aanwezig; gij hebt ze slechts van binnen te bezien, om er die levenskracht, om er dat merg in te vinden, zonder welke zij ook niet konden bestaan.".

Vers 32

32. En Noach was vijfhonderd jaar oud; 1) en Noach gewon Sem (naam, naambehouder), Cham (driftige) en Jafet 2) (zich ver uitbreidende).

1) Dit toont aan, dat Noach grote tegenzin tegen de wereld gehad heeft, want waarom zou hij zich anders zolang van de echt hebben onthouden, als omdat hij gezien heeft, hoe zijn bloedverwanten allen tot tirannen geworden zijn en de wereld met geweld vervuld hebben; daarom heeft hij gedacht, liever geheel zonder kinderen te willen zijn, dan ontaarde kinderen te hebben. Ik houd het zelfs daarvoor, dat hij nooit een vrouw zou genomen hebben, zo hij niet vermaand zou zijn door de vaderen, of het misschien hem door een engel bevolen zou zijn..

2) Volgens de ouderdom is de opvolging deze: Jafet (Genesis 10:21), Sem (Genesis 11:10), Cham (Genesis 9:24), maar Sem staat als de gezegendste vooraan. Zij namen nog v r de zondvloed vrouwen, maar gewonnen geen kinderen. Gelijk uit het volgende overzicht blijkt, heeft Adam nog tot in de dagen van Lamech geleefd, en door de laatste de oudste geschiedenis van het mensengeslacht onmiddellijk op Noach voortgeplant.

in de wereldgeschiedenis: 1. Adam leefde 930 jaren nl. van 1- 930 2. Seth 912 130-1042 3. Enos 905 235-1140 4. Kenan 910 325-1235 5. Mahalal-el 895 395-1290 6. Jaren 962 460-1422 7. Henoch 365 622- 987 8. Methusalach 969 687-1656 9. Lamech 777 974-1651 10.Noach 950 1056-2006

Uit het overzicht bij Genesis 11:26 zal verder blijken, dat Noach door zijn tweede zoon Sem tot in Abrahams dagen reikt, en deze, behalve de oudste geschiedenissen, ook die van de zondvloed en de daarop volgende tijd van 427 jaren heeft kunnen meedelen.

"Het heeft sommigen bevreemd, dat er in de Heilige Schrift geslachtsregister voorkomen, zodat men zelfs wel eens spottend gevraagd heeft, of ook een geslachtsregister ingegeven zou zijn? De geslachtsregisters zijn het skelet, waarover het lichaam van de Schrift is gegroeid. Dat lichaam wordt erdoor gevormd en gedragen, en het zou zonder hen niet zelfstandig kunnen bestaan. Maar ook in de beenderen zelf is nog iets aanwezig; gij hebt ze slechts van binnen te bezien, om er die levenskracht, om er dat merg in te vinden, zonder welke zij ook niet konden bestaan.".

Bibliografische Informatie
Dächsel, Karl August. "Commentaar op Genesis 5". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/commentaries/dut/dac/genesis-5.html. 1862-80.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile