Lectionary Calendar
Friday, May 17th, 2024
the Seventh Week after Easter
Attention!
For 10¢ a day you can enjoy StudyLight.org ads
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!

Bible Commentaries
Genesis 4

Dächsel BijbelverklaringDächsel Bijbelverklaring

Search for…
Enter query below:

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, GENESIS 4

Genesis 4:1.

KAÏN'S BROEDERMOORD. ZIJN NAKOMELINGEN.

I. Genesis 4:1, Genesis 4:2. De eerste geboorte.

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, GENESIS 4

Genesis 4:1.

KAÏN'S BROEDERMOORD. ZIJN NAKOMELINGEN.

I. Genesis 4:1, Genesis 4:2. De eerste geboorte.

Vers 1

1. En Adam bekende Eva; zijn huisvrouw, en zij werd zwanger en baarde Kaïn 1) (d.i. kracht), en wel noemde zij het kind met die naam, omdat zij, na het smartelijk uur van de geboorte (Genesis 3:16), grote vreugde over het kind voelde (John 16:21) misschien zelfs in haar vreugde meende, dat zij met deze het beloofde vrouwezaad (Genesis 3:15) reeds verkregen had. Met een zekere geloofsblik, maar ook vol grote zelfmisleiding zei zij: Ik heb een man van de Heere verkregen! 2) (Hebreeën Ik heb een man van de Heere verkregen, wat eerst na 4000 jaren een ander in waarheid van zich zou mogen zeggen (Luke 2:7).

1) Het is de moeite waard op te merken, dat de zegen: weest vruchtbaar en vermenigvuldigt, door God niet is ingetrokken; in tegendeel, dat Adam op goddelijke wijze bemoedigd is, om het menselijk geslacht voort te planten..

Calvijn is tevens van mening, dat Kaïn en Abel tweelingbroers zijn geweest, omdat de geboorte van Abel onmiddellijk wordt vermeldt, na die van Kaïn, zonder herhaling van de gemeenschap van Adam en Eva..

De voortplanting van het menselijk geslacht is buiten het paradijs geschied, niet omdat de zonde aanleiding tot haar gegeven heeft, maar wel omdat zij met de zonde besmet is..

2) Er zijn er die deze woorden opvatten in de zin van: Ik heb gebaard, terwijl de Heere God mij bijstond.

Vers 1

1. En Adam bekende Eva; zijn huisvrouw, en zij werd zwanger en baarde Kaïn 1) (d.i. kracht), en wel noemde zij het kind met die naam, omdat zij, na het smartelijk uur van de geboorte (Genesis 3:16), grote vreugde over het kind voelde (John 16:21) misschien zelfs in haar vreugde meende, dat zij met deze het beloofde vrouwezaad (Genesis 3:15) reeds verkregen had. Met een zekere geloofsblik, maar ook vol grote zelfmisleiding zei zij: Ik heb een man van de Heere verkregen! 2) (Hebreeën Ik heb een man van de Heere verkregen, wat eerst na 4000 jaren een ander in waarheid van zich zou mogen zeggen (Luke 2:7).

1) Het is de moeite waard op te merken, dat de zegen: weest vruchtbaar en vermenigvuldigt, door God niet is ingetrokken; in tegendeel, dat Adam op goddelijke wijze bemoedigd is, om het menselijk geslacht voort te planten..

Calvijn is tevens van mening, dat Kaïn en Abel tweelingbroers zijn geweest, omdat de geboorte van Abel onmiddellijk wordt vermeldt, na die van Kaïn, zonder herhaling van de gemeenschap van Adam en Eva..

De voortplanting van het menselijk geslacht is buiten het paradijs geschied, niet omdat de zonde aanleiding tot haar gegeven heeft, maar wel omdat zij met de zonde besmet is..

2) Er zijn er die deze woorden opvatten in de zin van: Ik heb gebaard, terwijl de Heere God mij bijstond.

Vers 2

2. En zij voer voort te baren zijn broeder Abel, 1) bij wiens geboorte zij, in plaats van vreugde, een grote droefheid over de nietigheid en de ellende van het menselijk leven voelde. Omdat het kind teer en zwak ter wereld kwam, of omdat zij reeds haar zelfbedrog omtrent Kaïn had gezien, noemde zij hem Abel, d.i.: Nietigheid, vergankelijkheid, ijdelheid. En Abel werd een schaapherder en Kaïn werd een landbouwer. 2)

1) De beste omschrijving van de naam Abel lezen wij in Prediker. 1:2, welk boek eigenlijk in zijn geheel een commentaar op de naam Abel is..

Zo zijn niet alle verwachtingen profetieën. Het kind, waarvan het meest verwacht wordt, wordt soms tot schande, en dat van onze bezorgdheid onze vreugde. Voordat beiden groot geworden waren en ieder naar zijn begeerte een beroep koos, heeft Eva nog andere kinderen tenminste dochters, gebaard; van deze nam Kaïn een zuster tot vrouw, terwijl zijn jongere broer nog ongehuwd bleef.. 2)Opmerkelijk is het, dat hier niet Kaïn, de oudste, maar Abel, de jongste, het eerst wordt genoemd. Is het niet, omdat hij, als het ware, het bloedig offer brengt, dat de Heere aangenaam is, maar dat bovenal een symbool is van de betere dan Abel?.

II. Genesis 4:3-Genesis 4:16. In de beide eerste zonen vertonen zich reeds de eerste beginselen van die beide richtingen in het menselijk geslacht, die daarna zich meer en meer ontwikkelen; in de n de richting van gelovige overgave aan God, in de andere die van hardnekkige vervreemding van Hem. Ja, in de tweede grijpt de macht van de zonde, daar zij door de macht van het geloof niet ten onder gehouden is, reeds zo ontzettend om zich heen, dat hij moordenaar van zijn broeder wordt.

Vers 2

2. En zij voer voort te baren zijn broeder Abel, 1) bij wiens geboorte zij, in plaats van vreugde, een grote droefheid over de nietigheid en de ellende van het menselijk leven voelde. Omdat het kind teer en zwak ter wereld kwam, of omdat zij reeds haar zelfbedrog omtrent Kaïn had gezien, noemde zij hem Abel, d.i.: Nietigheid, vergankelijkheid, ijdelheid. En Abel werd een schaapherder en Kaïn werd een landbouwer. 2)

1) De beste omschrijving van de naam Abel lezen wij in Prediker. 1:2, welk boek eigenlijk in zijn geheel een commentaar op de naam Abel is..

Zo zijn niet alle verwachtingen profetieën. Het kind, waarvan het meest verwacht wordt, wordt soms tot schande, en dat van onze bezorgdheid onze vreugde. Voordat beiden groot geworden waren en ieder naar zijn begeerte een beroep koos, heeft Eva nog andere kinderen tenminste dochters, gebaard; van deze nam Kaïn een zuster tot vrouw, terwijl zijn jongere broer nog ongehuwd bleef.. 2)Opmerkelijk is het, dat hier niet Kaïn, de oudste, maar Abel, de jongste, het eerst wordt genoemd. Is het niet, omdat hij, als het ware, het bloedig offer brengt, dat de Heere aangenaam is, maar dat bovenal een symbool is van de betere dan Abel?.

II. Genesis 4:3-Genesis 4:16. In de beide eerste zonen vertonen zich reeds de eerste beginselen van die beide richtingen in het menselijk geslacht, die daarna zich meer en meer ontwikkelen; in de n de richting van gelovige overgave aan God, in de andere die van hardnekkige vervreemding van Hem. Ja, in de tweede grijpt de macht van de zonde, daar zij door de macht van het geloof niet ten onder gehouden is, reeds zo ontzettend om zich heen, dat hij moordenaar van zijn broeder wordt.

Vers 3

3. En het geschiedde na van enige dagen, na vrij lange tussentijd (Genesis 40:4) dat Kaïn van de vrucht van het land de Heere offer bracht.1)

1) Het scheen wel dat Kaïn de leefwijze van het Paradijs ook daarbuiten wilde voortzetten. Bleek dit enigszins uit zijn beroepskeuze, meer nog kwam dit uit, als hij, "ten einde van enige dagen", d.i. na vrij lange tussentijd de Heere van de vrucht van de aarde een offer bracht. Dat was een soort goedaardige dwaling, maar ook een ondoordacht doen. Alsof er geen zonde tussenbeide gekomen zou zijn, wilde hij eenvoudigweg het verkeer met God voortzetten. Daarvoor moest de offergave (mincha) het bewijs zijn. Een handvol korenaren, een boomvrucht op het groene blad kon volstaan. Hij dacht wellicht, dat het herstel van de afgebroken gemeenschap met God zo'n lichte zaak was en van de mens zelf kon uitgaan..

Vers 3

3. En het geschiedde na van enige dagen, na vrij lange tussentijd (Genesis 40:4) dat Kaïn van de vrucht van het land de Heere offer bracht.1)

1) Het scheen wel dat Kaïn de leefwijze van het Paradijs ook daarbuiten wilde voortzetten. Bleek dit enigszins uit zijn beroepskeuze, meer nog kwam dit uit, als hij, "ten einde van enige dagen", d.i. na vrij lange tussentijd de Heere van de vrucht van de aarde een offer bracht. Dat was een soort goedaardige dwaling, maar ook een ondoordacht doen. Alsof er geen zonde tussenbeide gekomen zou zijn, wilde hij eenvoudigweg het verkeer met God voortzetten. Daarvoor moest de offergave (mincha) het bewijs zijn. Een handvol korenaren, een boomvrucht op het groene blad kon volstaan. Hij dacht wellicht, dat het herstel van de afgebroken gemeenschap met God zo'n lichte zaak was en van de mens zelf kon uitgaan..

Vers 4

4. En Habel bracht ook van de eerstgeborenen van zijn schapen en wel van hun vet. Hij, die in het geloof stond, (Hebrews 11:4), bracht reeds een groter offer dan zijn broeder; want terwijl deze van de veldvruchten nam, zoals ze gewassen waren, koos hij onder de eerstelingen van zijn kudde de vetste en de beste. Bovendien was zijn offer een bloedig offer, waarvan de verzoenende betekenis hem niet vreemd zal geweest zijn; hij gaf alzo daarmee een diepere godsdienstige behoefte te kennen, dan de oppervlakkige met uitwendige godsdienst zich tevreden stellende Kaïn. En de Heere zag Abel en zijn offer aan, gaf op enige wijze, misschien doordat Hij vuur van de hemel liet vallen, om het offer te verteren (Leviticus 9:24, Leviticus 9:1Kon.18:38), of door de rook recht opwaarts te doen stijgen, getuigenis, dat Hij daarom ook in de gave welgevallen had.

Vers 4

4. En Habel bracht ook van de eerstgeborenen van zijn schapen en wel van hun vet. Hij, die in het geloof stond, (Hebrews 11:4), bracht reeds een groter offer dan zijn broeder; want terwijl deze van de veldvruchten nam, zoals ze gewassen waren, koos hij onder de eerstelingen van zijn kudde de vetste en de beste. Bovendien was zijn offer een bloedig offer, waarvan de verzoenende betekenis hem niet vreemd zal geweest zijn; hij gaf alzo daarmee een diepere godsdienstige behoefte te kennen, dan de oppervlakkige met uitwendige godsdienst zich tevreden stellende Kaïn. En de Heere zag Abel en zijn offer aan, gaf op enige wijze, misschien doordat Hij vuur van de hemel liet vallen, om het offer te verteren (Leviticus 9:24, Leviticus 9:1Kon.18:38), of door de rook recht opwaarts te doen stijgen, getuigenis, dat Hij daarom ook in de gave welgevallen had.

Vers 5

5. Maar Kaïn en zijn offer zag Hij niet aan; hem liet de Heere duidelijk bemerken, terwijl misschien de rook van zijn offer niet tot de hemel opsteeg, dat de gesteldheid van zijn hart Hem mishaagde en daarom ook zijn offer nietaangenomen werd. 1) Toen ontstak Kaïn zeer. 2) Haat tegen God, omdat Die hem kende, en nijd tegen de broeder, bij wie hij zich, ondanks zijn eerstgeboorte achtergesteld zag, vervulden zijn ziel, en zijn aangezicht verviel; in het naar de aarde gekeerd aangezicht, dat van de nijd bleek en mager werd, werd zijn inwendige zielsgesteldheid gezien (Proverbs 14:30).

1) Ongelijk zijn dikwijls kinderen van gelijke ouders. Waar een boos hart is, daar is ook een boos oog, en waar deze beide zijn, daar is ook een boze hand.. Wanneer twee hetzelfde doen is het niet hetzelfde. Abel offerde in het geloof, (Hebrews 11:4). Er zijn gebeden, die aangenomen worden, en ook gebeden, die de Heere een gruwel zijn. God verhoort de beden van goddelozen niet. (Psalms 66:18)

2) Wij zien in Kaïn het beeld van een goddeloze, die echter voor rechtvaardig wil gehouden worden, ja zich de eerste plaats onder de heiligen aanmatigt..

Vers 5

5. Maar Kaïn en zijn offer zag Hij niet aan; hem liet de Heere duidelijk bemerken, terwijl misschien de rook van zijn offer niet tot de hemel opsteeg, dat de gesteldheid van zijn hart Hem mishaagde en daarom ook zijn offer nietaangenomen werd. 1) Toen ontstak Kaïn zeer. 2) Haat tegen God, omdat Die hem kende, en nijd tegen de broeder, bij wie hij zich, ondanks zijn eerstgeboorte achtergesteld zag, vervulden zijn ziel, en zijn aangezicht verviel; in het naar de aarde gekeerd aangezicht, dat van de nijd bleek en mager werd, werd zijn inwendige zielsgesteldheid gezien (Proverbs 14:30).

1) Ongelijk zijn dikwijls kinderen van gelijke ouders. Waar een boos hart is, daar is ook een boos oog, en waar deze beide zijn, daar is ook een boze hand.. Wanneer twee hetzelfde doen is het niet hetzelfde. Abel offerde in het geloof, (Hebrews 11:4). Er zijn gebeden, die aangenomen worden, en ook gebeden, die de Heere een gruwel zijn. God verhoort de beden van goddelozen niet. (Psalms 66:18)

2) Wij zien in Kaïn het beeld van een goddeloze, die echter voor rechtvaardig wil gehouden worden, ja zich de eerste plaats onder de heiligen aanmatigt..

Vers 6

6. En de Heere zei tot Kaïn, 1) hetzij bij een zichtbare verschijning; want God onttrok zich na de verdrijving van de mensen uit de hof niet aan de persoonlijke omgang, hetzij langs de weg van het beschuldigend geweten: Waarom zijt gij ontstoken en waarom is uw aangezicht vervallen? Gij hebt geen rede, om op Mij vertoornd te zijn en uw broeder te benijden, gelijk uw aangezicht verraadt. Klaag liever over uzelf, dat gij tot hiertoe zo slecht hebt geleefd, en volg uw broeder na, dat gij ook Mij welgevallig wordt; daartoe staat evenzo wel voor u als voor hem de weg open.

1) De Heer openbaart zich hier weer in Zijn opzoekende liefde. Al is het de Alwetende bekend, wat Kaïns einde zal zijn, toch spreekt Hij hem aan op belangstellende toon. Hierdoor toonde de Heer, dat niet in Hem, maar in Kaïn zelf de oorzaak van de verwijdering lag..

Vers 6

6. En de Heere zei tot Kaïn, 1) hetzij bij een zichtbare verschijning; want God onttrok zich na de verdrijving van de mensen uit de hof niet aan de persoonlijke omgang, hetzij langs de weg van het beschuldigend geweten: Waarom zijt gij ontstoken en waarom is uw aangezicht vervallen? Gij hebt geen rede, om op Mij vertoornd te zijn en uw broeder te benijden, gelijk uw aangezicht verraadt. Klaag liever over uzelf, dat gij tot hiertoe zo slecht hebt geleefd, en volg uw broeder na, dat gij ook Mij welgevallig wordt; daartoe staat evenzo wel voor u als voor hem de weg open.

1) De Heer openbaart zich hier weer in Zijn opzoekende liefde. Al is het de Alwetende bekend, wat Kaïns einde zal zijn, toch spreekt Hij hem aan op belangstellende toon. Hierdoor toonde de Heer, dat niet in Hem, maar in Kaïn zelf de oorzaak van de verwijdering lag..

Vers 7

7. Is er niet, indien gij weldoet, verhoging? Zou Ik u niet verheffen in Mijn gunst, zo gij van nu aan een andere weg zou bewandelen en in geloof u tot Mij zou wenden? en zo gij niet weldoet, zo gij u niet bekeert, maar in dezelfde toestand voortleeft, de zonde, de zondige daad, die op de zondige gemoedsstemming volgt en een straf, een ellende is, ligt evenals een verscheurend dier aan de deur en wacht slechts op een gunstig ogenblik, om u te overvallen en te verscheuren. Zijn, 1) uw broeders, begeerte is toch tot u en gij zult over hem heersen. Gij zijt de eerstgeborene, en Abel erkent u immers en wil u gehoorzamen.

1) Bijna alle uitleggers menen, dat dit betrekking heeft op de zonde en dat, met deze vermaning, de verkeerde lusten, welke het gemoed van de mensen schokken en in beroering brengen, bedoeld worden. Derhalve zou, volgens hen, dit de bedoeling zijn: "Indien de zonde moeite doet, opdat zij u zich onderwerpe, waarom zou gij toegeven en niet alle mogelijke moeite doen om haar te bedwingen en te breidelen? Want het is uw roeping, haar te beheersen en de vleselijke driften, welke gij gevoelt, die oorlogvoeren en zich verheffen tegen God, tot gehoorzaamheid te brengen." Maar ik ben van oordeel, dat Mozes hier geheel wat anders wil zeggen. Het komt mij veeleer een verwijt voor, waarmee God de goddeloze zijn ondankbaarheid voorhoudt, omdat hij de eer van eerstgeborene te zijn, als niets acht. Naarmate iemand onder ons met grotere genade weldaden door God begiftigd is, komt zijn goddeloosheid des te meer aan de dag; indien hij de Bewerker van de genade weldaden, welke niet van elkaar te scheiden zijn, niet met des te meer ijver tracht te dienen. Ofschoon Abel bij zijn broeder was achter gesteld, was hij toch een ijverig vereerder van God. De eerstgeborene echter, diende God, door Wiens zegeningen hij tot zo grote waardigheid was gekomen, op een onverschillige en oppervlakkige wijze, en daarom stelde God zijn zonde zo groot voor, omdat hij zijn broeder niet eens navolgde, wie hij, naarmate hij hoger in eer stond, eerder in vroomheid had moeten overtreffen.. 8. En Kaïn sprak met zijn broeder Abel; in plaats van naar Gods waarschuwing te horen, voedde hij steeds zijn haat, vatte het voornemen op om zijn broeder te vermoorden en, zich vriendelijk jegens hem houdende, lokte hij hem naar het veld. En het geschiedde, als zij in het veld waren, dat Kaïn tegen zijn broeder Abel opstond, a) en sloeg hem dood. 1)

a) 1 John 3:12 Jude 1:1:11

1) In Kaïn is het vrouwenzaad reeds tot slangenzaad geworden; in deze doodslag is het wezen van de boze, als moordenaar van het begin af aan, (John 8:44) openbaar geworden; zodat hier de tegenstelling van een tweevoudig zaad in het menselijk geslacht te voorschijn treedt, gelijk dit zich in de gehele geschiedenis van de mensheid vertoont..

Die naar de hoop van de moeder slangendoder zijn zou, wordt moordenaar van zijn broeder. Welk een schouwspel! de eerste dode op aarde..

Kaïns moord is de genesis (wording) van het martelaarschap. Van deze eerste onschuldig vermoorde, die zegeviert, terwijl hij valt en leeft, terwijl hij sterft; en gestorven zijnde nog spreekt, (Hebrews 11:4) gaat tot op Zacharia, Jojada's zoon; een brede bloedstroom door de geschiedenis van het Oude Testament (Matthew 23:35). Bij de aanvang van de nieuwtestamentische geschiedenis wordt de doodslag, door Kaïn aan zijn broeder Abel gepleegd, bij tegenbeeld herhaald in de doodslag, door het Joodse volk aan hun broeder naar het vlees, Jezus, de heilige en geliefde Zoon van God, volvoerd. Dezelfde vloek van de omzwerving wordt over hen uitgesproken, en weer stroomt een vloed van martelaarsbloed door de kerkgeschiedenis. Moord en doodslag hebben door de mensenmoorder van het begin (John 8:44) in de geschiedenis van de mensheid een wereldburgerrecht verkregen en heersen in duizenden gedaanten..

Vers 7

7. Is er niet, indien gij weldoet, verhoging? Zou Ik u niet verheffen in Mijn gunst, zo gij van nu aan een andere weg zou bewandelen en in geloof u tot Mij zou wenden? en zo gij niet weldoet, zo gij u niet bekeert, maar in dezelfde toestand voortleeft, de zonde, de zondige daad, die op de zondige gemoedsstemming volgt en een straf, een ellende is, ligt evenals een verscheurend dier aan de deur en wacht slechts op een gunstig ogenblik, om u te overvallen en te verscheuren. Zijn, 1) uw broeders, begeerte is toch tot u en gij zult over hem heersen. Gij zijt de eerstgeborene, en Abel erkent u immers en wil u gehoorzamen.

1) Bijna alle uitleggers menen, dat dit betrekking heeft op de zonde en dat, met deze vermaning, de verkeerde lusten, welke het gemoed van de mensen schokken en in beroering brengen, bedoeld worden. Derhalve zou, volgens hen, dit de bedoeling zijn: "Indien de zonde moeite doet, opdat zij u zich onderwerpe, waarom zou gij toegeven en niet alle mogelijke moeite doen om haar te bedwingen en te breidelen? Want het is uw roeping, haar te beheersen en de vleselijke driften, welke gij gevoelt, die oorlogvoeren en zich verheffen tegen God, tot gehoorzaamheid te brengen." Maar ik ben van oordeel, dat Mozes hier geheel wat anders wil zeggen. Het komt mij veeleer een verwijt voor, waarmee God de goddeloze zijn ondankbaarheid voorhoudt, omdat hij de eer van eerstgeborene te zijn, als niets acht. Naarmate iemand onder ons met grotere genade weldaden door God begiftigd is, komt zijn goddeloosheid des te meer aan de dag; indien hij de Bewerker van de genade weldaden, welke niet van elkaar te scheiden zijn, niet met des te meer ijver tracht te dienen. Ofschoon Abel bij zijn broeder was achter gesteld, was hij toch een ijverig vereerder van God. De eerstgeborene echter, diende God, door Wiens zegeningen hij tot zo grote waardigheid was gekomen, op een onverschillige en oppervlakkige wijze, en daarom stelde God zijn zonde zo groot voor, omdat hij zijn broeder niet eens navolgde, wie hij, naarmate hij hoger in eer stond, eerder in vroomheid had moeten overtreffen.. 8. En Kaïn sprak met zijn broeder Abel; in plaats van naar Gods waarschuwing te horen, voedde hij steeds zijn haat, vatte het voornemen op om zijn broeder te vermoorden en, zich vriendelijk jegens hem houdende, lokte hij hem naar het veld. En het geschiedde, als zij in het veld waren, dat Kaïn tegen zijn broeder Abel opstond, a) en sloeg hem dood. 1)

a) 1 John 3:12 Jude 1:1:11

1) In Kaïn is het vrouwenzaad reeds tot slangenzaad geworden; in deze doodslag is het wezen van de boze, als moordenaar van het begin af aan, (John 8:44) openbaar geworden; zodat hier de tegenstelling van een tweevoudig zaad in het menselijk geslacht te voorschijn treedt, gelijk dit zich in de gehele geschiedenis van de mensheid vertoont..

Die naar de hoop van de moeder slangendoder zijn zou, wordt moordenaar van zijn broeder. Welk een schouwspel! de eerste dode op aarde..

Kaïns moord is de genesis (wording) van het martelaarschap. Van deze eerste onschuldig vermoorde, die zegeviert, terwijl hij valt en leeft, terwijl hij sterft; en gestorven zijnde nog spreekt, (Hebrews 11:4) gaat tot op Zacharia, Jojada's zoon; een brede bloedstroom door de geschiedenis van het Oude Testament (Matthew 23:35). Bij de aanvang van de nieuwtestamentische geschiedenis wordt de doodslag, door Kaïn aan zijn broeder Abel gepleegd, bij tegenbeeld herhaald in de doodslag, door het Joodse volk aan hun broeder naar het vlees, Jezus, de heilige en geliefde Zoon van God, volvoerd. Dezelfde vloek van de omzwerving wordt over hen uitgesproken, en weer stroomt een vloed van martelaarsbloed door de kerkgeschiedenis. Moord en doodslag hebben door de mensenmoorder van het begin (John 8:44) in de geschiedenis van de mensheid een wereldburgerrecht verkregen en heersen in duizenden gedaanten..

Vers 9

9. En de Heere zei tot Kaïn (Psalms 9:13): Waar is Abel, uw broeder? 1) en hij zei met leugenachtige tong en trots hart: ik weet het niet; ben ik mijn broeders hoeder? Ligt op mij de verplichting, omdat ik de eerstgeborene ben, hem overal na te gaan en het oog op hem te houden? 2)

1) Naar omgebrachte schapen en dood vee, vraagt God niet, maar naar dode mensen vraagt Hij. Zo volgt toch, dat de mens een opstanding te hopen heeft en zulk een God bezit, die uit een lichamelijke dood in een eeuwig leven voert en naar hun bloed, als naar een kostelijk ding vraagt, gelijk ook Psalms 116:15 zegt..

2)Ontzaglijke verwoesting door de zonde! Ongeloof, leugen, onbeschaamdheid, ja, wat niet al, ligt in dit antwoord, aan de alwetende Koning gegeven..

Vers 9

9. En de Heere zei tot Kaïn (Psalms 9:13): Waar is Abel, uw broeder? 1) en hij zei met leugenachtige tong en trots hart: ik weet het niet; ben ik mijn broeders hoeder? Ligt op mij de verplichting, omdat ik de eerstgeborene ben, hem overal na te gaan en het oog op hem te houden? 2)

1) Naar omgebrachte schapen en dood vee, vraagt God niet, maar naar dode mensen vraagt Hij. Zo volgt toch, dat de mens een opstanding te hopen heeft en zulk een God bezit, die uit een lichamelijke dood in een eeuwig leven voert en naar hun bloed, als naar een kostelijk ding vraagt, gelijk ook Psalms 116:15 zegt..

2)Ontzaglijke verwoesting door de zonde! Ongeloof, leugen, onbeschaamdheid, ja, wat niet al, ligt in dit antwoord, aan de alwetende Koning gegeven..

Vers 10

10. En Hij zei: Wat hebt gij gedaan? Gij meent: uw broeder kan niet meer spreken en tegen u getuigen; hem hebt gij doen verstommen; maar Ik hoor toch zijn stem; daar is een stem van het bloed van uw broeder, dat in zijn plaats (Hebrews 12:24) tot Mij roept van de aardbodem om wraak. Onderdrukking en stilzwijgen verhinderen God niet om zaken te richten, die de wereld begraven waant..

Vers 10

10. En Hij zei: Wat hebt gij gedaan? Gij meent: uw broeder kan niet meer spreken en tegen u getuigen; hem hebt gij doen verstommen; maar Ik hoor toch zijn stem; daar is een stem van het bloed van uw broeder, dat in zijn plaats (Hebrews 12:24) tot Mij roept van de aardbodem om wraak. Onderdrukking en stilzwijgen verhinderen God niet om zaken te richten, die de wereld begraven waant..

Vers 11

11. En nu zal de straf ook niet uitblijven, nu zijt gij vervloekt 1) uitgeworpen als van 2) de aardbodem, die zijn mond heeft opengedaan, om het bloed van uw broeder van uw hand te ontvangen; de aarde die zich heeftmoeten lenen, om het door uw hand vergoten broederbloed in te zuigen en door een dergelijke misdaad opnieuw vreselijk bezoedeld is, zal nu ook de vloek aan u voltrekken.

1) Dat was tot Adam niet gezegd (3:17), omdat God hem genade zou bewijzen. Voor Kaïn, die wel wanhoop, maar geen berouw, ondanks Gods lankmoedigheid, voelen zou, was er geen genade. (Jude 1:11).

"Vervloekt zijt gij," d.i. gij zijt het niet, van wie het gezegend zaad te wachten is. Met dit woord wordt Kaïn uitgebannen en als een tak van de boom afgesneden, dat hij op de eer niet meer te hopen had, die hij begeerde..

2) Het Hebreeuws woord Min hier vertaalt door "van," wordt door sommige uitleggers opgevat in de zin van "boven," door anderen in die van "ten aanschouwe van" en door weer anderen in die van "uitgeworpen van." Wij verenigen ons met het laatste gevoelen. Het als uitgeworpen zijn van de aardbodem is dan niet alleen nadere verklaring van dat "vervloekt zijt gij," maar daarin bestaat het wezen van de vloek over Kaïn uitgesproken. Adam heeft gehoord: "Om u zal de aardbodem vervloekt zijn." Maar nu flikkert de bliksemschicht van Goddelijke wraak de persoon van Kaïn tegen en treft hem..

Vers 11

11. En nu zal de straf ook niet uitblijven, nu zijt gij vervloekt 1) uitgeworpen als van 2) de aardbodem, die zijn mond heeft opengedaan, om het bloed van uw broeder van uw hand te ontvangen; de aarde die zich heeftmoeten lenen, om het door uw hand vergoten broederbloed in te zuigen en door een dergelijke misdaad opnieuw vreselijk bezoedeld is, zal nu ook de vloek aan u voltrekken.

1) Dat was tot Adam niet gezegd (3:17), omdat God hem genade zou bewijzen. Voor Kaïn, die wel wanhoop, maar geen berouw, ondanks Gods lankmoedigheid, voelen zou, was er geen genade. (Jude 1:11).

"Vervloekt zijt gij," d.i. gij zijt het niet, van wie het gezegend zaad te wachten is. Met dit woord wordt Kaïn uitgebannen en als een tak van de boom afgesneden, dat hij op de eer niet meer te hopen had, die hij begeerde..

2) Het Hebreeuws woord Min hier vertaalt door "van," wordt door sommige uitleggers opgevat in de zin van "boven," door anderen in die van "ten aanschouwe van" en door weer anderen in die van "uitgeworpen van." Wij verenigen ons met het laatste gevoelen. Het als uitgeworpen zijn van de aardbodem is dan niet alleen nadere verklaring van dat "vervloekt zijt gij," maar daarin bestaat het wezen van de vloek over Kaïn uitgesproken. Adam heeft gehoord: "Om u zal de aardbodem vervloekt zijn." Maar nu flikkert de bliksemschicht van Goddelijke wraak de persoon van Kaïn tegen en treft hem..

Vers 12

12. Als gij de reeds om Adams zonde vervloekte (Genesis 3:17-Genesis 3:19) aardbodem bouwen zult, hij zal u zijn vermogen niet meer geven; hij zal u geen genoegzaam voedsel geven, maar wraak aan u nemen en u gedurigtoeroepen van dat bloed van Abel, dat gij vergoten hebt, zodat het u onverdraaglijk wordt om daar te blijven (Leviticus 18:28,Leviticus 18:29) Gij zult zwervende en dolende zijn op de aarde (Hebreeën de wijde, woeste aarde), verbannen uit het land van uw geboorte en uitgestoten in de wijde wereld, zult gij ook daar nergens rust vinden.

Vers 12

12. Als gij de reeds om Adams zonde vervloekte (Genesis 3:17-Genesis 3:19) aardbodem bouwen zult, hij zal u zijn vermogen niet meer geven; hij zal u geen genoegzaam voedsel geven, maar wraak aan u nemen en u gedurigtoeroepen van dat bloed van Abel, dat gij vergoten hebt, zodat het u onverdraaglijk wordt om daar te blijven (Leviticus 18:28,Leviticus 18:29) Gij zult zwervende en dolende zijn op de aarde (Hebreeën de wijde, woeste aarde), verbannen uit het land van uw geboorte en uitgestoten in de wijde wereld, zult gij ook daar nergens rust vinden.

Vers 13

13. En Kaïn, gelijk hij tot nu toe God getrotseerd had, zeide op de toon van diepste wanhoop tot de Heere: Mijn misdaad is groter, dan dat zij vergeven zou worden1) (of de over mijn zonde uitgesproken straf is te groot dan dat ik ze zou kunnen dragen).

1) Op deze wijze klaagt Kaïn, ofschoon hij over de misdaad zich niet verontschuldigt, toch over de strengheid van het oordeel. Zo ook de duivelen, ofschoon zij gevoelen, dat zij rechtvaardig gestraft worden, laten toch niet af God over het oordeel lastig te vallen en Hem zijn wreedheid te verwijten..

Vers 13

13. En Kaïn, gelijk hij tot nu toe God getrotseerd had, zeide op de toon van diepste wanhoop tot de Heere: Mijn misdaad is groter, dan dat zij vergeven zou worden1) (of de over mijn zonde uitgesproken straf is te groot dan dat ik ze zou kunnen dragen).

1) Op deze wijze klaagt Kaïn, ofschoon hij over de misdaad zich niet verontschuldigt, toch over de strengheid van het oordeel. Zo ook de duivelen, ofschoon zij gevoelen, dat zij rechtvaardig gestraft worden, laten toch niet af God over het oordeel lastig te vallen en Hem zijn wreedheid te verwijten..

Vers 14

14. Zie, Gij hebt mij heden verdreven van de aardbodem, uit het land Eden (onderscheiden van Edens hof), waar ik tot hiertoe rustig gewoond heb, en ik zal voor Uw aangezicht verborgen zijn, Uw beschermende nabijheid voortaan ontberen; wat blijft mij dan over dan dat ik heenga en dat ik zal zwervende en dolende zijn op de aarde, uitgestoten en vogelvrij verklaard, en het zal geschieden, daar ik uw beschermende hand moet missen dat al Wie mij vindt, mij zal doodslaan.

Er waren toen slechts weinig mensen op aarde en buiten het landschap Eden geen. Maar een verschrikt geweten denkt altijd het ergste, en vlucht waar niemand jaagt, (Proverbs 28:1) en later, toen de mensen begonnen te vermenigvuldigen had het werkelijk ook zo kunnen zijn zoals Kaïn vreesde (vergelijk Genesis 4:23, Genesis 4:24)

Bij Kaïn is niets dan klagen over de straf, en hoe menigmaal wordt angst voor straf, voor berouw over zonde aangemerkt. Kaïn moet vrezen voor mensen, voor de levenloze dingen, sidderen bij het ritselen van een blad, bij het horen van de wind, want God heeft hem en na hem alle goddelozen met een brandmerk in het geweten getekend..

Vers 14

14. Zie, Gij hebt mij heden verdreven van de aardbodem, uit het land Eden (onderscheiden van Edens hof), waar ik tot hiertoe rustig gewoond heb, en ik zal voor Uw aangezicht verborgen zijn, Uw beschermende nabijheid voortaan ontberen; wat blijft mij dan over dan dat ik heenga en dat ik zal zwervende en dolende zijn op de aarde, uitgestoten en vogelvrij verklaard, en het zal geschieden, daar ik uw beschermende hand moet missen dat al Wie mij vindt, mij zal doodslaan.

Er waren toen slechts weinig mensen op aarde en buiten het landschap Eden geen. Maar een verschrikt geweten denkt altijd het ergste, en vlucht waar niemand jaagt, (Proverbs 28:1) en later, toen de mensen begonnen te vermenigvuldigen had het werkelijk ook zo kunnen zijn zoals Kaïn vreesde (vergelijk Genesis 4:23, Genesis 4:24)

Bij Kaïn is niets dan klagen over de straf, en hoe menigmaal wordt angst voor straf, voor berouw over zonde aangemerkt. Kaïn moet vrezen voor mensen, voor de levenloze dingen, sidderen bij het ritselen van een blad, bij het horen van de wind, want God heeft hem en na hem alle goddelozen met een brandmerk in het geweten getekend..

Vers 15

15. Doch de Heere, hem tijd tot boete gevende, zei tot hem: Neen! wie u vindt zal u niet doodslaan; Ik heb zelf uw bestraffing in mijn hand genomen. Daarom, al wie Kaïn doodslaat, zal zevenvoudig gewroken worden. En de Heere stelde een teken aan Kaïn, 1) opdat hem niet versloeg, al wie hem vond.

1) Wat is dit teken geweest? Wellicht een woeste blik; of een bleek, ingevallen, verwilderd gelaat, zodat ieder die hem ontmoette, huiverend voor hem uit de weg ging? Was het de straf van immer een bevend lichaam met zich om te dragen? De Schrift zwijgt er van. Het beste is het, het er voor te houden, dat het een zichtbaar kenteken is geweest, waardoor zij, die hem zagen, werden weerhouden, hem te doden..

Vers 15

15. Doch de Heere, hem tijd tot boete gevende, zei tot hem: Neen! wie u vindt zal u niet doodslaan; Ik heb zelf uw bestraffing in mijn hand genomen. Daarom, al wie Kaïn doodslaat, zal zevenvoudig gewroken worden. En de Heere stelde een teken aan Kaïn, 1) opdat hem niet versloeg, al wie hem vond.

1) Wat is dit teken geweest? Wellicht een woeste blik; of een bleek, ingevallen, verwilderd gelaat, zodat ieder die hem ontmoette, huiverend voor hem uit de weg ging? Was het de straf van immer een bevend lichaam met zich om te dragen? De Schrift zwijgt er van. Het beste is het, het er voor te houden, dat het een zichtbaar kenteken is geweest, waardoor zij, die hem zagen, werden weerhouden, hem te doden..

Vers 16

16. En Kaïn ging uit van het aangezicht des Heren, ver verwijderd van des Heren nabijheid, en hij woonde in het land Nod, in het land van de omdwalingen, gelijk hij het zelf noemde, ten Oosten van Eden, buiten het landschap, waarin Adam ook na zijn verdrijving uit het eigenlijk paradijs zich nog altijd met de zijnen ophield.

De zon, het licht der natuur, gaat van het Oosten naar het Westen, en het rijk des Heren neemt in het algemeen dezelfde loop; Kaïn echter gaat omgekeerd, niet voorwaarts maar achterwaarts.

III Genesis 4:17-Genesis 4:24. De nakomelingen van Kaïn stichten in hun land van verbanning tegenover het rijk van God een werelds rijk en leggen zich geheel en alleen toe op de kunsten, door welke zij zich allerlei levensgenot verschaffen, en zich en de hunnen een grote naam maken, maar waarbij zij altijd dieper in goddeloosheid wegzinken.

Vers 16

16. En Kaïn ging uit van het aangezicht des Heren, ver verwijderd van des Heren nabijheid, en hij woonde in het land Nod, in het land van de omdwalingen, gelijk hij het zelf noemde, ten Oosten van Eden, buiten het landschap, waarin Adam ook na zijn verdrijving uit het eigenlijk paradijs zich nog altijd met de zijnen ophield.

De zon, het licht der natuur, gaat van het Oosten naar het Westen, en het rijk des Heren neemt in het algemeen dezelfde loop; Kaïn echter gaat omgekeerd, niet voorwaarts maar achterwaarts.

III Genesis 4:17-Genesis 4:24. De nakomelingen van Kaïn stichten in hun land van verbanning tegenover het rijk van God een werelds rijk en leggen zich geheel en alleen toe op de kunsten, door welke zij zich allerlei levensgenot verschaffen, en zich en de hunnen een grote naam maken, maar waarbij zij altijd dieper in goddeloosheid wegzinken.

Vers 17

17. En Kaïn bekende zijn vrouw, 1) die hij met zich in zijn ballingschap genomen had, en zij werd bevrucht en baarde Henoch 2) (wijding). En hij bouwde, toen zijn familie zich nog meer uitbreidde, een stad, 3) die wel in het eerst uit enige hutten, misschien door een gracht omgeven, bestond, later echter tot een aanzienlijke stad aangroeide, en noemde de naam van die stad naar de naam van zijn zoon Henoch. 1)Huwelijken tussen broeders en zusters zijn bij de kinderen van het eerste mensenpaar onvermijdelijk geweest..

2) Hieruit mag niet worden afgeleid, dat Kaïn v r de broedermoord geen kinderen had. Eerder doet het bouwen van de stad vermoeden, dat zijn gezin toen reeds tamelijk uitgebreid was. Henoch wordt daarom eerst met name genoemd, n omdat hij is de zoon, na het schrikkelijk misdrijf, verwekt, n omdat hij is de zoon, in wie de lijn van de kinderen der mensen, die met Lamech eindigt, wordt voortgezet..

3) Het is opmerkelijk, dat hij de zwerveling het eerst een vaste en bemuurde plaats ter woning aanwees en inrichtte, hij, die toch nergens rust of duur had. Zijn vrees dwong hem het open veld te ontvluchten en zich achter de veilige rotswand te verbergen. Ziedaar de oorsprong van de burchten en kastelen, die straks tot ommuurde steden met wallen en sterkten aangroeiden. Men zocht geen veiligheid en tegenweer tegen de dieren des velds, maar tegen de medemensen zelf. Toch ziet gij in deze stad reeds het voorspel van Babels torenbouw en Nebukadnezar's Babel, eerder dan het Noordindische Kanice of Phygische Iconien, wat sommigen vermoeden..

Niet tot lichamelijke ballingschap alleen werd Kaïn veroordeeld, maar aan een nog veel hardere straf onderworpen, dat hij namelijk geen plekje op aarde vinden zou, waar hij niet zwervende en dolende in de geest zou zijn; want gelijk een goed geweten met recht een koperen muur heet, zo zullen geen honderd muren de goddelozen van hun onrust bevrijden..

Vers 17

17. En Kaïn bekende zijn vrouw, 1) die hij met zich in zijn ballingschap genomen had, en zij werd bevrucht en baarde Henoch 2) (wijding). En hij bouwde, toen zijn familie zich nog meer uitbreidde, een stad, 3) die wel in het eerst uit enige hutten, misschien door een gracht omgeven, bestond, later echter tot een aanzienlijke stad aangroeide, en noemde de naam van die stad naar de naam van zijn zoon Henoch. 1)Huwelijken tussen broeders en zusters zijn bij de kinderen van het eerste mensenpaar onvermijdelijk geweest..

2) Hieruit mag niet worden afgeleid, dat Kaïn v r de broedermoord geen kinderen had. Eerder doet het bouwen van de stad vermoeden, dat zijn gezin toen reeds tamelijk uitgebreid was. Henoch wordt daarom eerst met name genoemd, n omdat hij is de zoon, na het schrikkelijk misdrijf, verwekt, n omdat hij is de zoon, in wie de lijn van de kinderen der mensen, die met Lamech eindigt, wordt voortgezet..

3) Het is opmerkelijk, dat hij de zwerveling het eerst een vaste en bemuurde plaats ter woning aanwees en inrichtte, hij, die toch nergens rust of duur had. Zijn vrees dwong hem het open veld te ontvluchten en zich achter de veilige rotswand te verbergen. Ziedaar de oorsprong van de burchten en kastelen, die straks tot ommuurde steden met wallen en sterkten aangroeiden. Men zocht geen veiligheid en tegenweer tegen de dieren des velds, maar tegen de medemensen zelf. Toch ziet gij in deze stad reeds het voorspel van Babels torenbouw en Nebukadnezar's Babel, eerder dan het Noordindische Kanice of Phygische Iconien, wat sommigen vermoeden..

Niet tot lichamelijke ballingschap alleen werd Kaïn veroordeeld, maar aan een nog veel hardere straf onderworpen, dat hij namelijk geen plekje op aarde vinden zou, waar hij niet zwervende en dolende in de geest zou zijn; want gelijk een goed geweten met recht een koperen muur heet, zo zullen geen honderd muren de goddelozen van hun onrust bevrijden..

Vers 18

18. En aan Henoch werd Hirad (stedeling) geboren, en Hirad gewon Mechjaël (door God getroffen) en Mechjaël gewon Methsaël (man Gods of de mens zelf God) en Methsaël gewon Lamech (krachtig jongeling) niet te verwarren met Noach's vader (Genesis 5:25-Genesis 5:29).

Vers 18

18. En aan Henoch werd Hirad (stedeling) geboren, en Hirad gewon Mechjaël (door God getroffen) en Mechjaël gewon Methsaël (man Gods of de mens zelf God) en Methsaël gewon Lamech (krachtig jongeling) niet te verwarren met Noach's vader (Genesis 5:25-Genesis 5:29).

Vers 19

19. En Lamech nam zich twee vrouwen 1), tegen Gods duidelijke ordening in (Genesis 2:24) de naam van de eerste was Ada (sierlijke) en de naam van de andere Zilla (donkere of door rijk hoofdhaar beschaduwde).

1) Tot welk een verderf voor gezinnen en staten de polygamie voert, toont de gesteldheid der latere heidense staten in het Oosten, die hoofdzakelijk door haar tot het Despotismus (overheersing met onbepaalde macht) geleid waren; zij brengt dit onvermijdelijk in de familie, daar zij de vrouw tot slavin en de man tot willekeurig heerser maakt; een uit vele zodanige gezinnen bestaande burgerij is een vereniging van alleen huiselijke Despoten, die, daar zij zelf willekeurig heersen, ook weer alzo beheerst willen worden (vergelijk Heren Ideeën 1).

Wij hebben hier de oorsprong der polygamie in een verkeerd en ontaard geslacht; als haar eerste bewerker een woeste man, van alle menselijkheid ontbloot..

Vers 19

19. En Lamech nam zich twee vrouwen 1), tegen Gods duidelijke ordening in (Genesis 2:24) de naam van de eerste was Ada (sierlijke) en de naam van de andere Zilla (donkere of door rijk hoofdhaar beschaduwde).

1) Tot welk een verderf voor gezinnen en staten de polygamie voert, toont de gesteldheid der latere heidense staten in het Oosten, die hoofdzakelijk door haar tot het Despotismus (overheersing met onbepaalde macht) geleid waren; zij brengt dit onvermijdelijk in de familie, daar zij de vrouw tot slavin en de man tot willekeurig heerser maakt; een uit vele zodanige gezinnen bestaande burgerij is een vereniging van alleen huiselijke Despoten, die, daar zij zelf willekeurig heersen, ook weer alzo beheerst willen worden (vergelijk Heren Ideeën 1).

Wij hebben hier de oorsprong der polygamie in een verkeerd en ontaard geslacht; als haar eerste bewerker een woeste man, van alle menselijkheid ontbloot..

Vers 20

20. En Ada baarde Jabal (zwerver); deze heeft uitgevonden het wonen in tenten en de veehouderij, is geweest een vader van diegenen, die tenten bewoonden 1) en vee hadden, een zwervend herdersleven leidden; nu hier, dan daar tenten opsloegen, waar zij weiden vonden voor hun vee, gelijk later ook de patriarchen en nog heden de Arabieren.

1) Mozes vermeldt nu, dat de verkeerde dingen, welke uit het geslacht van Kaïn zijn voortgekomen, ook nog met iets goeds vermengd geweest zijn. Want de uitvinding van kunsten en andere zaken, die tot algemeen nut en gemak voor het leven dienen, is een gave Gods, welke volstrekt niet te verachten is, en een deugd, alle lof waardig. Het mag wel verwondering wekken dat juist dat volk hetwelk hoe langer hoe meer verbasterde, boven de andere nakomelingen van Adam heeft uitgemunt in gans geen verwerpelijke talenten. Ik nu ben van oordeel dat Mozes hier met opzet over die uitvindingen in het geslacht van Kaïn spreekt, opdat wij zouden weten, dat hij niet z door God vervloekt was of nog enkele uitstekende gaven heeft Hij aan zijn nakomelingen geschonken. Want het is waarschijnlijk, dat ook bij anderen de gaven van het verstand niet werkeloos zijn geweest, maar dat onder de andere zonen van Adam vlijtige en schrandere mensen waren, die zich met ijver bezig hielden met het uitvinden en verbeteren van kunstwerken..

Vers 20

20. En Ada baarde Jabal (zwerver); deze heeft uitgevonden het wonen in tenten en de veehouderij, is geweest een vader van diegenen, die tenten bewoonden 1) en vee hadden, een zwervend herdersleven leidden; nu hier, dan daar tenten opsloegen, waar zij weiden vonden voor hun vee, gelijk later ook de patriarchen en nog heden de Arabieren.

1) Mozes vermeldt nu, dat de verkeerde dingen, welke uit het geslacht van Kaïn zijn voortgekomen, ook nog met iets goeds vermengd geweest zijn. Want de uitvinding van kunsten en andere zaken, die tot algemeen nut en gemak voor het leven dienen, is een gave Gods, welke volstrekt niet te verachten is, en een deugd, alle lof waardig. Het mag wel verwondering wekken dat juist dat volk hetwelk hoe langer hoe meer verbasterde, boven de andere nakomelingen van Adam heeft uitgemunt in gans geen verwerpelijke talenten. Ik nu ben van oordeel dat Mozes hier met opzet over die uitvindingen in het geslacht van Kaïn spreekt, opdat wij zouden weten, dat hij niet z door God vervloekt was of nog enkele uitstekende gaven heeft Hij aan zijn nakomelingen geschonken. Want het is waarschijnlijk, dat ook bij anderen de gaven van het verstand niet werkeloos zijn geweest, maar dat onder de andere zonen van Adam vlijtige en schrandere mensen waren, die zich met ijver bezig hielden met het uitvinden en verbeteren van kunstwerken..

Vers 21

21. En de naam van zijn broeder was Jubal (muzikant, van daar jubel, jubelen, enz.); deze was de vader van allen, die harpen en orgels handelen; hij was de uitvinder van muziek op snaren en blaasinstrumenten.

Dezelfde gaven Gods kunnen ter ere van God en tot verderf der mensen dienen. Houdt op, met zang en spel God te onteren; de harp past in David's hand en het orgel in de tempel des Heren.

Vers 21

21. En de naam van zijn broeder was Jubal (muzikant, van daar jubel, jubelen, enz.); deze was de vader van allen, die harpen en orgels handelen; hij was de uitvinder van muziek op snaren en blaasinstrumenten.

Dezelfde gaven Gods kunnen ter ere van God en tot verderf der mensen dienen. Houdt op, met zang en spel God te onteren; de harp past in David's hand en het orgel in de tempel des Heren.

Vers 22

22. En Zilla baarde ook Tbal-Kaïn (smid van wapens), een leermeester van alle werkers met koper en ijzer, 1) de uitvinder, van het gebruik maken van koper en ijzer, een meester in het vervaardigen van werktuigen, in `t bijzonder van wapens (Hebreeën scherper, slijper); en zuster van Tbal-Kaïn was Naëma (liefelijke).

1)Handwerken, kunsten en uitvindingen zijn gaven van de Heilige Geest en komen van God, welke zowel de gelovigen als ongelovigen daarmee begiftigt; wel hem, die alles tot eer van Gods gebruikt..

Met hun drieën voorzien zij in de verwerving van het aangenaam gebruik en het veilig bezit van het vele nodige van het leven. Jabal vertegenwoordigt de nijvere stand, die arbeidt voor het brood. Jubal veraangenaamt door spel en dans het leven. Tubal-Kaïn beveiligt ten leste door zijn uitvindingen het leven tegen de aanvallen van anderen en verdedigt aldus het recht..

Hoe komt het geslacht van Kaïn tot de eer van die gewichtige vorderingen? Daarom, omdat het geslacht van de belofte met de wereld gebroken heeft en het geslacht van de vloek haar toegevallen is; daarom, omdat het eerste naar het inwendige, het tweede naar het uitwendige gericht is; daarom, omdat het ene in God de schat van zijn hart, het voorwerp van zijn gedachten en het doel van zijn streven heeft, het andere in het zichtbare en zinnelijke leeft en daardoor zijn arm, ledig en onrustig leven zoekt te verrijken, te veraangenamen en zeker te maken. De hele geschiedenis van de mensheid bevestigt de beschouwing, waartoe deze geschiedenis van de overoude tijden ons leidt, namelijk dat de uitwendige kennis in die mate toeneemt, als de vervreemding van God groter wordt..

De Christen, tot wie de Heer heeft gezegd: "Alles is het uwe", neemt daarvan wat schoon en goed is, en de geheiligde gave wordt aangewend tot de eer van God..

Vers 22

22. En Zilla baarde ook Tbal-Kaïn (smid van wapens), een leermeester van alle werkers met koper en ijzer, 1) de uitvinder, van het gebruik maken van koper en ijzer, een meester in het vervaardigen van werktuigen, in `t bijzonder van wapens (Hebreeën scherper, slijper); en zuster van Tbal-Kaïn was Naëma (liefelijke).

1)Handwerken, kunsten en uitvindingen zijn gaven van de Heilige Geest en komen van God, welke zowel de gelovigen als ongelovigen daarmee begiftigt; wel hem, die alles tot eer van Gods gebruikt..

Met hun drieën voorzien zij in de verwerving van het aangenaam gebruik en het veilig bezit van het vele nodige van het leven. Jabal vertegenwoordigt de nijvere stand, die arbeidt voor het brood. Jubal veraangenaamt door spel en dans het leven. Tubal-Kaïn beveiligt ten leste door zijn uitvindingen het leven tegen de aanvallen van anderen en verdedigt aldus het recht..

Hoe komt het geslacht van Kaïn tot de eer van die gewichtige vorderingen? Daarom, omdat het geslacht van de belofte met de wereld gebroken heeft en het geslacht van de vloek haar toegevallen is; daarom, omdat het eerste naar het inwendige, het tweede naar het uitwendige gericht is; daarom, omdat het ene in God de schat van zijn hart, het voorwerp van zijn gedachten en het doel van zijn streven heeft, het andere in het zichtbare en zinnelijke leeft en daardoor zijn arm, ledig en onrustig leven zoekt te verrijken, te veraangenamen en zeker te maken. De hele geschiedenis van de mensheid bevestigt de beschouwing, waartoe deze geschiedenis van de overoude tijden ons leidt, namelijk dat de uitwendige kennis in die mate toeneemt, als de vervreemding van God groter wordt..

De Christen, tot wie de Heer heeft gezegd: "Alles is het uwe", neemt daarvan wat schoon en goed is, en de geheiligde gave wordt aangewend tot de eer van God..

Vers 23

23. En Lamech, trots en overmoedig zich verheffende op deze uitvindingen van zijn zonen en zelf met een gave, die der dichtkunst, begiftigd, zei eens tot zijn vrouwen: Ada en Zilla, terwijl hij haar een lied voorzong, waarmee hij in `t bijzonder de uitvinding van Tbal-Kaïn, het zwaard, verheerlijken wilde: Hoort mijn stem, gij vrouwen van Lamech! neemt ter ore mijn rede! Voorwaar, ik sloeg wel een man dood om mijn wond en een jongeling om mijn buil! heb ik een man verslagen wegens een mij geslagen wond en een jongeling voor de buil of striem, die hij mij toegebracht heeft; met een goed zwaard, gelijk ik in handen heb, kan ik alle bloedwraak, die over mij komen zal, beter trotseren, dan Gods arm onze vader Kaïn tegen de bloedwraak beschermt;

Vers 23

23. En Lamech, trots en overmoedig zich verheffende op deze uitvindingen van zijn zonen en zelf met een gave, die der dichtkunst, begiftigd, zei eens tot zijn vrouwen: Ada en Zilla, terwijl hij haar een lied voorzong, waarmee hij in `t bijzonder de uitvinding van Tbal-Kaïn, het zwaard, verheerlijken wilde: Hoort mijn stem, gij vrouwen van Lamech! neemt ter ore mijn rede! Voorwaar, ik sloeg wel een man dood om mijn wond en een jongeling om mijn buil! heb ik een man verslagen wegens een mij geslagen wond en een jongeling voor de buil of striem, die hij mij toegebracht heeft; met een goed zwaard, gelijk ik in handen heb, kan ik alle bloedwraak, die over mij komen zal, beter trotseren, dan Gods arm onze vader Kaïn tegen de bloedwraak beschermt;

Vers 24

24. Want Kaïn zal zevenvoudig gewroken worden aan die, die hem zou doodslaan (Genesis 4:15), maar Lamech zal zich zelf met zijn zwaard zeventigmaal zevenmaal wreken aan ieder, die hem tegenstaat.

De eerste dichter van de wereld was een verjongd grijsaard, een held in woorden, een lofredenaar van zichzelf, een zanger van daden, die hij niet verrichtte, maar voor zijn vrouwen meende te kunnen verrichten..

Met een moord begon en met een moordlied eindigt de geschiedenis van de Kaïnieten. In het zevende lid is alles vergeten; door muziek, overdaad, pracht, en weelde zijn de gedachten verstrooid. De vloek van de eenzaamheid kenmerkt het stadsleven, de vloek van de onbestendigheid in lust tot zwerven, het boze geweten in heldenmoed veranderd, die van de vloek van de voorvader met godslasterlijke zelfverheffing melding maakt..

Terecht wordt dit lied "het lied van het zwaard" genoemd. Wellicht dat Lamech het zong of uitgalmde met het zwaard zelf in de hand, nog rokende van het bloed van een verslagene..

In dat hart, waarin hoogmoed is op zijn schande, zijn zonde, is wel de duivel gevaren. De dronkaard, die zich beroemt op de menigte drank die hij drinken kan, de wellusteling die zich verheft op de menigte van zijn slachtoffers, mag hij niet met de naam van Lamech worden bestempeld?.

IV. 25, 26. In plaats van de vermoorde Abel, verkrijgen Adam en Eva een vergoeding in Seth. Deze wordt de stamvader van een in het geloof volhardend geslacht van kinderen Gods.

Vers 24

24. Want Kaïn zal zevenvoudig gewroken worden aan die, die hem zou doodslaan (Genesis 4:15), maar Lamech zal zich zelf met zijn zwaard zeventigmaal zevenmaal wreken aan ieder, die hem tegenstaat.

De eerste dichter van de wereld was een verjongd grijsaard, een held in woorden, een lofredenaar van zichzelf, een zanger van daden, die hij niet verrichtte, maar voor zijn vrouwen meende te kunnen verrichten..

Met een moord begon en met een moordlied eindigt de geschiedenis van de Kaïnieten. In het zevende lid is alles vergeten; door muziek, overdaad, pracht, en weelde zijn de gedachten verstrooid. De vloek van de eenzaamheid kenmerkt het stadsleven, de vloek van de onbestendigheid in lust tot zwerven, het boze geweten in heldenmoed veranderd, die van de vloek van de voorvader met godslasterlijke zelfverheffing melding maakt..

Terecht wordt dit lied "het lied van het zwaard" genoemd. Wellicht dat Lamech het zong of uitgalmde met het zwaard zelf in de hand, nog rokende van het bloed van een verslagene..

In dat hart, waarin hoogmoed is op zijn schande, zijn zonde, is wel de duivel gevaren. De dronkaard, die zich beroemt op de menigte drank die hij drinken kan, de wellusteling die zich verheft op de menigte van zijn slachtoffers, mag hij niet met de naam van Lamech worden bestempeld?.

IV. 25, 26. In plaats van de vermoorde Abel, verkrijgen Adam en Eva een vergoeding in Seth. Deze wordt de stamvader van een in het geloof volhardend geslacht van kinderen Gods.

Vers 25

25. En Adam bekende wederom 1) zijn vrouw, en zij baarde een zoon, en zij noemde hem Seth (in de plaats getreden), want God heeft mij, sprak zij, een ander zaad, het begin van een nieuwe nakomelingschap, gezet voorAbel, 2) want Kaïn heeft hem doodgeslagen. 3) 1) Uit dit "wederom" mag niet worden afgeleid, dat Adam door de dood van Abel en de vlucht van Kaïn van kinderen beroofd was. Het is zelfs meer dan hoogst waarschijnlijk, dat, v r en na de geboorte van Seth, Adam zonen en dochters gewonnen heeft. Seths geboorte wordt hier echter in het bijzonder gemeld, omdat gelijk in Kaïn de linie van de kinderen der mensen werd voortgezet, dit ten opzichte van de heilige linie, de linie van de kinderen Gods in Seth zou plaats hebben. Waarschijnlijk dat velen van Adams zonen en dochters zich meer tot het familieleven van Kaïn voelden aangetrokken. Ook daarom wordt de geboorte van Seth gemeld, omdat met hem in Adams huis als het ware een nieuw geslacht niet alleen begint, maar ook een nieuw tijdvak, een tijdvak, waarin er weer van terugkeer tot de Heere God sprake is..

2) God weet Christelijke ouders in het kruis wonderbaar te troosten; heeft Hij hun een Abel ontnomen, Hij kan hun wel een Seth teruggeven..

3) Er is geen groter lijden voor ouders dan de zonde van de kinderen; Kaïns misdaad is zwaarder lijden dan Abels dood..

Vers 25

25. En Adam bekende wederom 1) zijn vrouw, en zij baarde een zoon, en zij noemde hem Seth (in de plaats getreden), want God heeft mij, sprak zij, een ander zaad, het begin van een nieuwe nakomelingschap, gezet voorAbel, 2) want Kaïn heeft hem doodgeslagen. 3) 1) Uit dit "wederom" mag niet worden afgeleid, dat Adam door de dood van Abel en de vlucht van Kaïn van kinderen beroofd was. Het is zelfs meer dan hoogst waarschijnlijk, dat, v r en na de geboorte van Seth, Adam zonen en dochters gewonnen heeft. Seths geboorte wordt hier echter in het bijzonder gemeld, omdat gelijk in Kaïn de linie van de kinderen der mensen werd voortgezet, dit ten opzichte van de heilige linie, de linie van de kinderen Gods in Seth zou plaats hebben. Waarschijnlijk dat velen van Adams zonen en dochters zich meer tot het familieleven van Kaïn voelden aangetrokken. Ook daarom wordt de geboorte van Seth gemeld, omdat met hem in Adams huis als het ware een nieuw geslacht niet alleen begint, maar ook een nieuw tijdvak, een tijdvak, waarin er weer van terugkeer tot de Heere God sprake is..

2) God weet Christelijke ouders in het kruis wonderbaar te troosten; heeft Hij hun een Abel ontnomen, Hij kan hun wel een Seth teruggeven..

3) Er is geen groter lijden voor ouders dan de zonde van de kinderen; Kaïns misdaad is zwaarder lijden dan Abels dood..

Vers 26

26. En aan dezelfde Seth werd ook in de echt met n van zijn zusters, een zoon geboren, en hij noemde zijn naam Enos, dat is: zwakke mens; want in tegenstelling met de bij de Kaïnieten heersende overmoed vervulde hem het gevoel van menselijke onmacht en nietigheid, en dit gevoel dreef hem tot de dienst van God. Toen de afval van God in Kaïn's geslacht hoe langer hoe meer openbaar werd, begon men, in het geslacht van Seth, de naam des Heren bij openlijke samenkomsten en godsdienstoefeningen aan te roepen. 1)

1) Zij verbonden zich ook tot gemeenschap, doch het worden geen steden van zingenot en weelde, neen! het worden plaatsen van heilige overpeinzing en gebed.

De godsvrucht is de sterkste muur; de Kaïnieten zijn ten ondergegaan met hun steden, zo niet v r, dan met de zondvloed; het geslacht van Seth leeft voort in eeuwigheid. De winst (Kaïn) is verloren en de zwakke (Seth) is sterk geworden door zijn God..

In het Hebreeuws Liekraa Be-Schem Jahweh. Hoewel door deze woorden in de regel de gehele eredienst van God wordt uitgedrukt, toch kan het niet anders of hier wordt mee bedoeld, dat men de Heere God in het openbaar ging vereren, gemeenschappelijk de Heere ging dienen. Het is toch niet te veronderstellen, dat Adam en Eva tot nu toe de naam des Heren niet hebben aangeroepen. Het tegenovergestelde kan veeleer op goede gronden worden verdedigd. De eerste openbare godsdienstoefening wordt ons hier meegedeeld. Het voor de eerste maal samenkomen van de Kerk onder het Oude Verbond..

Vers 26

26. En aan dezelfde Seth werd ook in de echt met n van zijn zusters, een zoon geboren, en hij noemde zijn naam Enos, dat is: zwakke mens; want in tegenstelling met de bij de Kaïnieten heersende overmoed vervulde hem het gevoel van menselijke onmacht en nietigheid, en dit gevoel dreef hem tot de dienst van God. Toen de afval van God in Kaïn's geslacht hoe langer hoe meer openbaar werd, begon men, in het geslacht van Seth, de naam des Heren bij openlijke samenkomsten en godsdienstoefeningen aan te roepen. 1)

1) Zij verbonden zich ook tot gemeenschap, doch het worden geen steden van zingenot en weelde, neen! het worden plaatsen van heilige overpeinzing en gebed.

De godsvrucht is de sterkste muur; de Kaïnieten zijn ten ondergegaan met hun steden, zo niet v r, dan met de zondvloed; het geslacht van Seth leeft voort in eeuwigheid. De winst (Kaïn) is verloren en de zwakke (Seth) is sterk geworden door zijn God..

In het Hebreeuws Liekraa Be-Schem Jahweh. Hoewel door deze woorden in de regel de gehele eredienst van God wordt uitgedrukt, toch kan het niet anders of hier wordt mee bedoeld, dat men de Heere God in het openbaar ging vereren, gemeenschappelijk de Heere ging dienen. Het is toch niet te veronderstellen, dat Adam en Eva tot nu toe de naam des Heren niet hebben aangeroepen. Het tegenovergestelde kan veeleer op goede gronden worden verdedigd. De eerste openbare godsdienstoefening wordt ons hier meegedeeld. Het voor de eerste maal samenkomen van de Kerk onder het Oude Verbond..

Bibliografische Informatie
Dächsel, Karl August. "Commentaar op Genesis 4". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/commentaries/dut/dac/genesis-4.html. 1862-80.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile