Lectionary Calendar
Wednesday, May 15th, 2024
the Seventh Week after Easter
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Bible Commentaries
Openbaring 14

Bijbelverkaring van Matthew HenryHenry's compleet

Search for…
Enter query below:

Inleiding

Bijbelverkaring van Matthew Henry, OPENBARING 14

Na het verhaal van de zware beproevingen en het hevige lijden, die Gods dienstknechten zullen door- staan, hebben wij hier een aangenamer toneel, de dag begint te lichten. Wij zien hier

I. Den Heere Jezus aan het hoofd van Zijn getrouwe volgelingen, Revelation 14:1,

II. Drie engelen, die gezonden worden om achtereenvolgens te verkondigen den val van Babylon, de dingen die daaraan voorafgaan, en de dingen die er op volgen, Revelation 14:6,

III. Het gezicht van den groten oogst, Revelation 14:14.

Inleiding

Bijbelverkaring van Matthew Henry, OPENBARING 14

Na het verhaal van de zware beproevingen en het hevige lijden, die Gods dienstknechten zullen door- staan, hebben wij hier een aangenamer toneel, de dag begint te lichten. Wij zien hier

I. Den Heere Jezus aan het hoofd van Zijn getrouwe volgelingen, Revelation 14:1,

II. Drie engelen, die gezonden worden om achtereenvolgens te verkondigen den val van Babylon, de dingen die daaraan voorafgaan, en de dingen die er op volgen, Revelation 14:6,

III. Het gezicht van den groten oogst, Revelation 14:14.

Verzen 1-5

Openbaring 14:1-5

Hier hebben wij een van de aangenaamste tonelen, die in deze wereld kunnen aanschouwd worden, de Heere Jezus Christus aan het hoofd van Zijn getrouwe aanhangers en volgelingen. Merk op:

1. Hoe Christus verschijnt, als een Lam staande op den berg Zion. De berg Zion is de Evangelische gemeente, Christus is met Zijne gemeente en in haar midden onder al haar droefenissen, en daarom wordt zij niet verteerd. Zijn tegenwoordigheid verzekert haar volharding, Hij verschijnt als een Lam, als het ware Lam, als het Lam Gods. In het vorige hoofdstuk werd een nagemaakt lam gemeld, dat eigenlijk een draak was, hier verschijnt Christus als het ware paaslam, om te tonen dat Zijne middelaarsregering de vrucht is van Zijn lijden en de oorzaak van de veiligheid en de getrouwheid van Zijn volk.

2. Hoe de Zijnen verschijnen: zeer eervol.

A. Wat hun aantal aangaat: zij zijn velen, al de verzegelden, geen hunner is verloren gegaan in de verdrukkingen, die over hen gekomen zijn.

B. Hun onderscheidend kenteken. Zij hadden den naam Zijns Vaders geschreven aan hun voorhoofden. Zij legden vrijmoedige en openlijke belijdenis van hun geloof af, hun geloof in God en Christus, en daar dit gevolgd werd door daarmee overeenstemmende daden, zijn zij gekend en goedgekeurd.

C. Hun gelukwensen en lofzangen, die het bijzondere gezang van de verlosten zijn, Revelation 14:3, hun lofzangen waren luide als de donder, als een stem van vele wateren, zij waren welluidend als harpgeklank, zij waren hemels, voor den troon Gods. Zij zongen een nieuw gezang, in overeenstemming met het nieuwe verbond en die nieuwe, genadige bedeling der Voorzienigheid, waaronder zij nu verkeerden, en hun gezang was een geheim voor anderen, geen vreemden konden zich in hun blijdschap mengen, anderen mochten de woorden van het lied herhalen, maar de zin en de bedoeling daarvan bleef hun een geheim.

D. Hun hoedanigheid en beschrijving.

a. Zij worden gekend aan hun kuisheid en reinheid: Zij zijn maagden. Zij hebben zich niet bevlekt, zomin met lichamelijke als met geestelijke hoererij, zij hebben zich zelven vrijgehouden van de afschuwelijkheden van het anti-christelijk geslacht.

b. Aan hun getrouwheid en onwankelbare gehechtheid aan Christus. Zij volgen het Lam waar het ook heengaat. Zij volgen de leiding van Zijn woord, Geest en voorzienigheid, en laten het aan Hem over hen te leiden in alle plichten en ook in alle moeiten naar het Hem behaagt.

c. Aan hun vroegere bestemming voor deze eer. Zij zijn gekocht uit de mensen tot eerstelingen voor God en het Lam, Revelation 14:4. Hier is een duidelijk bewijs van de bijzondere voldoening.

Zij zijn gekocht uit de mensen. Sommige kinderen der mensen zijn door verlossende barmhartigheid onderscheiden van anderen: Zij zijn eerstelingen voor God en voor het Lam, Zijn uitverkorenenen, uitnemend in elke genade, en de eerstelingen van vele anderen, die volgelingen van hen zullen zijn, gelijk zij van Christus.

d. Door hun algemene oprechtheid en nauwgezetheid van geweten. En in hun mond is geen bedrog gevonden, want zij zijn onberispelijk voor den troon van God, Revelation 14:5. Zij waren zonder enige bijzondere schuld, enig naar-voren-tredend gebrek, hun harten waren oprecht voor God, en wat hun menselijke gebreken aangaat, die werden hun uit genade om Christus' wil vergeven. Dit zijn de gelukzaligen, die Christus vergezellen als hun hoofd en hun Heere, Hij wordt in hen en zij worden in Hem verheerlijkt.

Verzen 1-5

Openbaring 14:1-5

Hier hebben wij een van de aangenaamste tonelen, die in deze wereld kunnen aanschouwd worden, de Heere Jezus Christus aan het hoofd van Zijn getrouwe aanhangers en volgelingen. Merk op:

1. Hoe Christus verschijnt, als een Lam staande op den berg Zion. De berg Zion is de Evangelische gemeente, Christus is met Zijne gemeente en in haar midden onder al haar droefenissen, en daarom wordt zij niet verteerd. Zijn tegenwoordigheid verzekert haar volharding, Hij verschijnt als een Lam, als het ware Lam, als het Lam Gods. In het vorige hoofdstuk werd een nagemaakt lam gemeld, dat eigenlijk een draak was, hier verschijnt Christus als het ware paaslam, om te tonen dat Zijne middelaarsregering de vrucht is van Zijn lijden en de oorzaak van de veiligheid en de getrouwheid van Zijn volk.

2. Hoe de Zijnen verschijnen: zeer eervol.

A. Wat hun aantal aangaat: zij zijn velen, al de verzegelden, geen hunner is verloren gegaan in de verdrukkingen, die over hen gekomen zijn.

B. Hun onderscheidend kenteken. Zij hadden den naam Zijns Vaders geschreven aan hun voorhoofden. Zij legden vrijmoedige en openlijke belijdenis van hun geloof af, hun geloof in God en Christus, en daar dit gevolgd werd door daarmee overeenstemmende daden, zijn zij gekend en goedgekeurd.

C. Hun gelukwensen en lofzangen, die het bijzondere gezang van de verlosten zijn, Revelation 14:3, hun lofzangen waren luide als de donder, als een stem van vele wateren, zij waren welluidend als harpgeklank, zij waren hemels, voor den troon Gods. Zij zongen een nieuw gezang, in overeenstemming met het nieuwe verbond en die nieuwe, genadige bedeling der Voorzienigheid, waaronder zij nu verkeerden, en hun gezang was een geheim voor anderen, geen vreemden konden zich in hun blijdschap mengen, anderen mochten de woorden van het lied herhalen, maar de zin en de bedoeling daarvan bleef hun een geheim.

D. Hun hoedanigheid en beschrijving.

a. Zij worden gekend aan hun kuisheid en reinheid: Zij zijn maagden. Zij hebben zich niet bevlekt, zomin met lichamelijke als met geestelijke hoererij, zij hebben zich zelven vrijgehouden van de afschuwelijkheden van het anti-christelijk geslacht.

b. Aan hun getrouwheid en onwankelbare gehechtheid aan Christus. Zij volgen het Lam waar het ook heengaat. Zij volgen de leiding van Zijn woord, Geest en voorzienigheid, en laten het aan Hem over hen te leiden in alle plichten en ook in alle moeiten naar het Hem behaagt.

c. Aan hun vroegere bestemming voor deze eer. Zij zijn gekocht uit de mensen tot eerstelingen voor God en het Lam, Revelation 14:4. Hier is een duidelijk bewijs van de bijzondere voldoening.

Zij zijn gekocht uit de mensen. Sommige kinderen der mensen zijn door verlossende barmhartigheid onderscheiden van anderen: Zij zijn eerstelingen voor God en voor het Lam, Zijn uitverkorenenen, uitnemend in elke genade, en de eerstelingen van vele anderen, die volgelingen van hen zullen zijn, gelijk zij van Christus.

d. Door hun algemene oprechtheid en nauwgezetheid van geweten. En in hun mond is geen bedrog gevonden, want zij zijn onberispelijk voor den troon van God, Revelation 14:5. Zij waren zonder enige bijzondere schuld, enig naar-voren-tredend gebrek, hun harten waren oprecht voor God, en wat hun menselijke gebreken aangaat, die werden hun uit genade om Christus' wil vergeven. Dit zijn de gelukzaligen, die Christus vergezellen als hun hoofd en hun Heere, Hij wordt in hen en zij worden in Hem verheerlijkt.

Verzen 6-12

Openbaring 14:6-12

In dit gedeelte van het hoofdstuk zien wij drie engelen of boodschappers van den hemel gezonden om kennis te geven van den val van Babylon, en van de dingen, die aan deze grote gebeurtenis voorafgingen en er op volgden.

I. De eerste engel werd gezonden met een boodschap, die er aan voorafging, en dat was het eeuwig Evangelie te verkondigen, Revelation 14:6, Revelation 14:7. Merk op:

1. Het Evangelie is een eeuwig Evangelie, het is dat naar zijn aard en het zal het zijn in zijne gevolgen. Alle vlees is als gras, maar het woord des Heeren bestaat in eeuwigheid.

2. Het is een geschikt werk voor een engel dat eeuwig Evangelie te verkondigen, de waardigheid en de moeilijkheid van dat werk brengt het mede. En toch hebben wij dezen schat in aarden vaten!

3. Het eeuwig Evangelie is van groot belang voor de gehele wereld, het is zeer te wensen dat het bekendgemaakt worde aan alle natie, en geslacht, en taal, en volk.

4. Het Evangelie is het grote middel, waardoor de mensen gebracht worden tot de vreze Gods en tot het brengen van heerlijkheid aan Hem. De natuurlijke godsdienst is niet genoeg om ons in de vreze Gods te bewaren, of om Hem heerlijkheid van de mensen te verzekeren, het is het Evangelie, dat de vreze Gods doet herleven en Zijn heerlijkheid over de wereld verbreidt.

5. Wanneer de afgoderij in de gemeente binnenkruipt, worden door de verkondiging van het Evangelie, door de kracht des Heiligen Geestes, de mensen bekeerd van de afgoden om den levenden God te dienen, als de Schepper van den hemel, de aarde, de zee en de fonteinen der wateren, Revelation 14:7. Aanbidding van enigen anderen God dan van Hem, die de wereld geschapen heeft, is afgoderij.

II. De tweede engel volgt op dezen en verkondigt den werkelijken val van Babylon. De prediking van het eeuwig Evangelie had de grondslagen van het anti-christelijk rijk in de wereld geschokt en zijn val verhaast. Door Babylon wordt algemeen Rome verstaan, dat vroeger genoemd was Sodom en Gomorra, om haar goddeloosheid en wreedheid, en nu voor de eerste maal Babylon geheten wordt om haar hoogmoed en afgoderij. Merk op:

1. Hetgeen God besloten en voorzegd heeft, zal zo zeker geschieden alsof het reeds gebeurd was.

2. De grootheid van het pauselijk Babylon zal niet instaat zijn om haar val te voorkomen, maar zal dien nog vreeslijker en merkwaardiger maken.

3. De goddeloosheid van Babylon in het bederven, bedriegen en dronken-maken van al de volken rondom haar, zal haar val rechtvaardigen en aantonen Gods gerechtigheid in haar uiterste verwoesting, Revelation 14:8. Haar misdaden worden aangehaald als de rechtvaardige oorzaak van haar vernietiging. III.- Een derde engel volgt de beide anderen, en waarschuwt allen voor de goddelijke wraak, die allen zal overvallen, welke hardnekkig gewijd blijven aan de belangen van den antichrist, nadat God op die wijze zijn val afgekondigd heeft, Revelation 14:9, Revelation 14:10. Indien iemand (nadat deze bedreiging tegen Babylon afgekondigd en reeds ten dele vervuld is) blijft volharden in zijn afgoderij, zijn belijdenis van onderwerping aan het beest en van bevordering van zijn zaak, dan zal hij drinken uit den wijn van den toorn Gods, die onvermengd ingeschonken is in den drinkbeker Zijns toorns, hij zal voor eeuwig naar ziel en lichaam ellendig worden, Jezus Christus zal deze straf op hem toepassen en de heilige engelen zullen het aanschouwen en goedkeuren. Afgoderij, zowel de heidense als de paapse, is een vervloekte zonde van nature, en zal noodlottig blijken te zijn voor hen, die er in volharden, nadat de Voorzienigheid hen gewaarschuwd heeft. Zij, die weigeren uit Babylon uit te gaan, nadat zij zo geroepen werden, en besluiten in haar zonden te blijven delen, moeten ook haar plagen ontvangen. De schuld en het verderf van zulke onverbeterlijke afgodendienaars zal dienen om de uitnemendheid van de lijdzaamheid en gehoorzaamheid der heiligen des te meer in het licht te stellen. Deze genaden zullen beloond worden met zaligheid en heerlijkheid. Wanneer het verraad en de opstand van de anderen zal gestraft worden met eeuwige verwoesting, dan zal tot eer van de heiligen gezegd worden: Hier is de lijdzaamheid der heiligen, Revelation 14:12. Gij hebt vroeger gezien hoe zij de lijdzaamheid beoefenden, nu ziet gij hoe dat beloond wordt.

Verzen 6-12

Openbaring 14:6-12

In dit gedeelte van het hoofdstuk zien wij drie engelen of boodschappers van den hemel gezonden om kennis te geven van den val van Babylon, en van de dingen, die aan deze grote gebeurtenis voorafgingen en er op volgden.

I. De eerste engel werd gezonden met een boodschap, die er aan voorafging, en dat was het eeuwig Evangelie te verkondigen, Revelation 14:6, Revelation 14:7. Merk op:

1. Het Evangelie is een eeuwig Evangelie, het is dat naar zijn aard en het zal het zijn in zijne gevolgen. Alle vlees is als gras, maar het woord des Heeren bestaat in eeuwigheid.

2. Het is een geschikt werk voor een engel dat eeuwig Evangelie te verkondigen, de waardigheid en de moeilijkheid van dat werk brengt het mede. En toch hebben wij dezen schat in aarden vaten!

3. Het eeuwig Evangelie is van groot belang voor de gehele wereld, het is zeer te wensen dat het bekendgemaakt worde aan alle natie, en geslacht, en taal, en volk.

4. Het Evangelie is het grote middel, waardoor de mensen gebracht worden tot de vreze Gods en tot het brengen van heerlijkheid aan Hem. De natuurlijke godsdienst is niet genoeg om ons in de vreze Gods te bewaren, of om Hem heerlijkheid van de mensen te verzekeren, het is het Evangelie, dat de vreze Gods doet herleven en Zijn heerlijkheid over de wereld verbreidt.

5. Wanneer de afgoderij in de gemeente binnenkruipt, worden door de verkondiging van het Evangelie, door de kracht des Heiligen Geestes, de mensen bekeerd van de afgoden om den levenden God te dienen, als de Schepper van den hemel, de aarde, de zee en de fonteinen der wateren, Revelation 14:7. Aanbidding van enigen anderen God dan van Hem, die de wereld geschapen heeft, is afgoderij.

II. De tweede engel volgt op dezen en verkondigt den werkelijken val van Babylon. De prediking van het eeuwig Evangelie had de grondslagen van het anti-christelijk rijk in de wereld geschokt en zijn val verhaast. Door Babylon wordt algemeen Rome verstaan, dat vroeger genoemd was Sodom en Gomorra, om haar goddeloosheid en wreedheid, en nu voor de eerste maal Babylon geheten wordt om haar hoogmoed en afgoderij. Merk op:

1. Hetgeen God besloten en voorzegd heeft, zal zo zeker geschieden alsof het reeds gebeurd was.

2. De grootheid van het pauselijk Babylon zal niet instaat zijn om haar val te voorkomen, maar zal dien nog vreeslijker en merkwaardiger maken.

3. De goddeloosheid van Babylon in het bederven, bedriegen en dronken-maken van al de volken rondom haar, zal haar val rechtvaardigen en aantonen Gods gerechtigheid in haar uiterste verwoesting, Revelation 14:8. Haar misdaden worden aangehaald als de rechtvaardige oorzaak van haar vernietiging. III.- Een derde engel volgt de beide anderen, en waarschuwt allen voor de goddelijke wraak, die allen zal overvallen, welke hardnekkig gewijd blijven aan de belangen van den antichrist, nadat God op die wijze zijn val afgekondigd heeft, Revelation 14:9, Revelation 14:10. Indien iemand (nadat deze bedreiging tegen Babylon afgekondigd en reeds ten dele vervuld is) blijft volharden in zijn afgoderij, zijn belijdenis van onderwerping aan het beest en van bevordering van zijn zaak, dan zal hij drinken uit den wijn van den toorn Gods, die onvermengd ingeschonken is in den drinkbeker Zijns toorns, hij zal voor eeuwig naar ziel en lichaam ellendig worden, Jezus Christus zal deze straf op hem toepassen en de heilige engelen zullen het aanschouwen en goedkeuren. Afgoderij, zowel de heidense als de paapse, is een vervloekte zonde van nature, en zal noodlottig blijken te zijn voor hen, die er in volharden, nadat de Voorzienigheid hen gewaarschuwd heeft. Zij, die weigeren uit Babylon uit te gaan, nadat zij zo geroepen werden, en besluiten in haar zonden te blijven delen, moeten ook haar plagen ontvangen. De schuld en het verderf van zulke onverbeterlijke afgodendienaars zal dienen om de uitnemendheid van de lijdzaamheid en gehoorzaamheid der heiligen des te meer in het licht te stellen. Deze genaden zullen beloond worden met zaligheid en heerlijkheid. Wanneer het verraad en de opstand van de anderen zal gestraft worden met eeuwige verwoesting, dan zal tot eer van de heiligen gezegd worden: Hier is de lijdzaamheid der heiligen, Revelation 14:12. Gij hebt vroeger gezien hoe zij de lijdzaamheid beoefenden, nu ziet gij hoe dat beloond wordt.

Verzen 13-20

Openbaring 14:13-20

Hier hebben wij het gezicht van den oogst en van het snijden der druiven, plechtig ingeleid. Merk op:

I. De inleiding, Revelation 14:13.

1. Vanwaar deze voorzegging van den oogst kwam. Zij kwam van den hemel en niet van de mensen, en is daarom van zekere waarheid en groot gezag.

2. Hoe zij werd bewaard en openbaar gemaakt. Schriftelijk, het was van het hoogste belang, dat het volk Gods er bij alle gelegenheden ondersteuning en troost in zou kunnen vinden.

3. Wat zij voornamelijk bedoelde. De zegening aan te tonen van al Gods gelovige heiligen en dienstknechten, beide in en na den dood.

Zalig zijn de doden, die in den Heere sterven van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hunnen arbeid, en hun werken volgen met hen, Revelation 14:13. Merk op:

A. De beschrijving van hen, die gezegend zijn en zullen worden, -zij, die in den Heere sterven, hetzij sterven voor de zaak van Christus, of sterven in een staat van levende vereniging met Hem, die in Christus gevonden worden wanneer de dood komt.

B. Waarin hun zegen bestaat, -Zij rusten van hun arbeid en hun werken volgen met hen.

a. Zij zijn gezegend in hun rust, zij rusten van alle zonde, verzoeking, verdriet en vervolging. Daar rusten de vermoeiden van smart.

b. Zij zijn gezegend in hun beloning.

Hun werken volgen met hen. Zij gaan hun niet vooruit als een aanspraak, een prijs of een koopsom, maar volgen hen als een bewijs, dat zij geleefd hebben en gestorven zijn in den Heere, en de gedachte daaraan zal hun aangenaam zijn en de beloning heerlijk, ver boven de verdienste van al hun werk en lijden.

c. Zij zijn gelukkig in den tijd van hun sterven, wanneer zij gezien hebben dat de zaak Gods herleefde, de vrede der gemeente wederkeerde, de wraak Gods op hun afgodische, wrede vijanden viel. Zulke tijden zijn goede tijden om in te sterven, aan de stervenden wordt de wens van Simeon vervuld: Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord, want mijne ogen hebben Uwe zaligheid gezien. En dit alles wordt onderschreven en bevestigd door het getuigenis des Geestes, die met hunnen geest en met het geschreven Woord getuigt.

II. Thans volgt het gezicht zelf, voorgesteld door een oogst en het snijden van druiventrossen.

1. Een oogst, Revelation 14:14, Revelation 14:15. Het zinnebeeld, dat soms voorstelt het afsnijden van de goddelozen door het oordeel Gods, wanneer zij rijp zijn voor het verderf, en soms het inzamelen van de rechtvaardigen door de barmhartigheid Gods, wanneer zij rijp zijn voor den hemel. Hier schijnt het Gods oordelen tegen de goddelozen te betekenen. Merk op:

A. De Heere des oogstes: een, des mensen Zoon gelijk. Hij was de Heere Jezus zelf, en wordt verder beschreven:

a. De wagen, waarop Hij reed: Zittende op een witte wolk, een wolk, die haar verlichte zijde naar de gemeente gekeerd had, hoe donker zij ook zijn mocht voor de goddelozen.

b. Het teken Zijner macht: Hebbende op Zijn hoofd een gouden kroon, Hij was gemachtigd tot alles wat Hij deed en zou doen.

c. Het werktuig van Zijn arbeid: In Zijne hand een scherpe sikkel.

d. De uitnodiging uit den tempel tot Hem gericht om Zijn werk uit te voeren. Zijn volk begeerde dat Hij het doen zou, en ofschoon Hij besloten had het te verrichten, wilde Hij er door hen om gevraagd worden, zodat het zou geschieden in antwoord op hun gebeden.

B. Het werk van den oogst, dat is: het zenden van de sikkel in het koren om het veld te maaien. De sikkel is het zwaard van Gods gerechtigheid, het veld is de wereld, het oogsten is het afsnijden en wegvoeren van de bewoners der aarde.

C. De tijd des oogstes, die is daar als het koren rijp is, als de maat van de zonden der mensen vervuld is en zij rijp geworden zijn voor verwoesting. De ergste vijanden van Christus en Zijne gemeente worden niet verwoest alvorens zij door hun zonden rijp geworden zijn voor het verderf, en dan zal Hij hen niet langer sparen, dan zal Hij Zijn sikkel op aarde zenden om haar af te maaien.

2. Een wijnoogst, Revelation 14:17. Sommigen menen, dat dit slechts twee verschillende zinnebeelden voor hetzelfde oordeel zijn, anderen denken dat hier twee verschillende gebeurtenissen voor het einde der wereld afgebeeld worden. Merk op:

A. Aan wie dit werk in den wijngaard werd opgedragen. Een engel, een andere engel kwam uit van het altaar, dat is: uit het heilige der heiligen in den hemel.

B. Op wiens verzoek dit werk van den wijnoogst werd ondernomen, het was, evenals daarstraks, op het roepen van een engel uit den tempel, de dienaren en de gemeenten Gods op aarde.

C. Het werk van den wijnoogst, dat in twee delen bestaat.

a. Het afsnijden van de druiftakken der aarde en het verzamelen, want de druiven waren nu rijp, geheel rijp, Revelation 14:18.

b. Het werpen van de druiven in den wijnpersbak, Revelation 14:19. Hier wordt ons gezegd: Ten eerste. Wat de wijnpers was, het was de toorn Gods, het vuur van Zijn verontwaardiging, het een of ander verschrikkelijk onheil, zeer waarschijnlijk het zwaard, dat het bloed van de goddelozen vergoot. Ten tweede. Waar de plaats van den wijnpersbak was, buiten de stad, waar het leger lag, dat tegen Babylon opgekomen was.

Ten derde. De hoeveelheid van den wijn, dat is van het bloed, hetwelk door dit oordeel vergoten werd. Het kwam, wat de diepte aangaat, tot aan de tomen der paarden, en wat de lengte en breedte betreft, duizend zes honderd stadiën ver, Revelation 14:20. Dat is volgens sommigen ongeveer de maat van het heilige land en dan kan het betekenen het landbezit van den zogenaamden Heiligen Stoel, waaronder de stad Rome begrepen is. Maar hier is gelegenheid voor allerlei gewaagde gissingen. Wellicht is deze grote gebeurtenis nog niet geschied, maar het gezicht is voor een bepaalden tijd, en daarom: ofschoon het moge vertoeven, wij zullen het verwachten. Maar wie zal leven als de Heere dat doen zal?

Verzen 13-20

Openbaring 14:13-20

Hier hebben wij het gezicht van den oogst en van het snijden der druiven, plechtig ingeleid. Merk op:

I. De inleiding, Revelation 14:13.

1. Vanwaar deze voorzegging van den oogst kwam. Zij kwam van den hemel en niet van de mensen, en is daarom van zekere waarheid en groot gezag.

2. Hoe zij werd bewaard en openbaar gemaakt. Schriftelijk, het was van het hoogste belang, dat het volk Gods er bij alle gelegenheden ondersteuning en troost in zou kunnen vinden.

3. Wat zij voornamelijk bedoelde. De zegening aan te tonen van al Gods gelovige heiligen en dienstknechten, beide in en na den dood.

Zalig zijn de doden, die in den Heere sterven van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hunnen arbeid, en hun werken volgen met hen, Revelation 14:13. Merk op:

A. De beschrijving van hen, die gezegend zijn en zullen worden, -zij, die in den Heere sterven, hetzij sterven voor de zaak van Christus, of sterven in een staat van levende vereniging met Hem, die in Christus gevonden worden wanneer de dood komt.

B. Waarin hun zegen bestaat, -Zij rusten van hun arbeid en hun werken volgen met hen.

a. Zij zijn gezegend in hun rust, zij rusten van alle zonde, verzoeking, verdriet en vervolging. Daar rusten de vermoeiden van smart.

b. Zij zijn gezegend in hun beloning.

Hun werken volgen met hen. Zij gaan hun niet vooruit als een aanspraak, een prijs of een koopsom, maar volgen hen als een bewijs, dat zij geleefd hebben en gestorven zijn in den Heere, en de gedachte daaraan zal hun aangenaam zijn en de beloning heerlijk, ver boven de verdienste van al hun werk en lijden.

c. Zij zijn gelukkig in den tijd van hun sterven, wanneer zij gezien hebben dat de zaak Gods herleefde, de vrede der gemeente wederkeerde, de wraak Gods op hun afgodische, wrede vijanden viel. Zulke tijden zijn goede tijden om in te sterven, aan de stervenden wordt de wens van Simeon vervuld: Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord, want mijne ogen hebben Uwe zaligheid gezien. En dit alles wordt onderschreven en bevestigd door het getuigenis des Geestes, die met hunnen geest en met het geschreven Woord getuigt.

II. Thans volgt het gezicht zelf, voorgesteld door een oogst en het snijden van druiventrossen.

1. Een oogst, Revelation 14:14, Revelation 14:15. Het zinnebeeld, dat soms voorstelt het afsnijden van de goddelozen door het oordeel Gods, wanneer zij rijp zijn voor het verderf, en soms het inzamelen van de rechtvaardigen door de barmhartigheid Gods, wanneer zij rijp zijn voor den hemel. Hier schijnt het Gods oordelen tegen de goddelozen te betekenen. Merk op:

A. De Heere des oogstes: een, des mensen Zoon gelijk. Hij was de Heere Jezus zelf, en wordt verder beschreven:

a. De wagen, waarop Hij reed: Zittende op een witte wolk, een wolk, die haar verlichte zijde naar de gemeente gekeerd had, hoe donker zij ook zijn mocht voor de goddelozen.

b. Het teken Zijner macht: Hebbende op Zijn hoofd een gouden kroon, Hij was gemachtigd tot alles wat Hij deed en zou doen.

c. Het werktuig van Zijn arbeid: In Zijne hand een scherpe sikkel.

d. De uitnodiging uit den tempel tot Hem gericht om Zijn werk uit te voeren. Zijn volk begeerde dat Hij het doen zou, en ofschoon Hij besloten had het te verrichten, wilde Hij er door hen om gevraagd worden, zodat het zou geschieden in antwoord op hun gebeden.

B. Het werk van den oogst, dat is: het zenden van de sikkel in het koren om het veld te maaien. De sikkel is het zwaard van Gods gerechtigheid, het veld is de wereld, het oogsten is het afsnijden en wegvoeren van de bewoners der aarde.

C. De tijd des oogstes, die is daar als het koren rijp is, als de maat van de zonden der mensen vervuld is en zij rijp geworden zijn voor verwoesting. De ergste vijanden van Christus en Zijne gemeente worden niet verwoest alvorens zij door hun zonden rijp geworden zijn voor het verderf, en dan zal Hij hen niet langer sparen, dan zal Hij Zijn sikkel op aarde zenden om haar af te maaien.

2. Een wijnoogst, Revelation 14:17. Sommigen menen, dat dit slechts twee verschillende zinnebeelden voor hetzelfde oordeel zijn, anderen denken dat hier twee verschillende gebeurtenissen voor het einde der wereld afgebeeld worden. Merk op:

A. Aan wie dit werk in den wijngaard werd opgedragen. Een engel, een andere engel kwam uit van het altaar, dat is: uit het heilige der heiligen in den hemel.

B. Op wiens verzoek dit werk van den wijnoogst werd ondernomen, het was, evenals daarstraks, op het roepen van een engel uit den tempel, de dienaren en de gemeenten Gods op aarde.

C. Het werk van den wijnoogst, dat in twee delen bestaat.

a. Het afsnijden van de druiftakken der aarde en het verzamelen, want de druiven waren nu rijp, geheel rijp, Revelation 14:18.

b. Het werpen van de druiven in den wijnpersbak, Revelation 14:19. Hier wordt ons gezegd: Ten eerste. Wat de wijnpers was, het was de toorn Gods, het vuur van Zijn verontwaardiging, het een of ander verschrikkelijk onheil, zeer waarschijnlijk het zwaard, dat het bloed van de goddelozen vergoot. Ten tweede. Waar de plaats van den wijnpersbak was, buiten de stad, waar het leger lag, dat tegen Babylon opgekomen was.

Ten derde. De hoeveelheid van den wijn, dat is van het bloed, hetwelk door dit oordeel vergoten werd. Het kwam, wat de diepte aangaat, tot aan de tomen der paarden, en wat de lengte en breedte betreft, duizend zes honderd stadiën ver, Revelation 14:20. Dat is volgens sommigen ongeveer de maat van het heilige land en dan kan het betekenen het landbezit van den zogenaamden Heiligen Stoel, waaronder de stad Rome begrepen is. Maar hier is gelegenheid voor allerlei gewaagde gissingen. Wellicht is deze grote gebeurtenis nog niet geschied, maar het gezicht is voor een bepaalden tijd, en daarom: ofschoon het moge vertoeven, wij zullen het verwachten. Maar wie zal leven als de Heere dat doen zal?

Bibliografische Informatie
Henry, Matthew. "Commentaar op Revelation 14". "Bijbelverkaring van Matthew Henry". https://www.studylight.org/commentaries/dut/mhm/revelation-14.html. 1706.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile