Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Bible Commentaries
Openbaring 13

Bijbelverkaring van Matthew HenryHenry's compleet

Search for…
Enter query below:

Inleiding

Bijbelverkaring van Matthew Henry, OPENBARING 13

In dit hoofdstuk hebben wij een verdere ontdekking en beschrijving van de vijanden der gemeente, niet andere vijanden dan die reeds vroeger genoemd zijn, maar op een andere wijze beschreven, opdat de wijzen, waarop zich hun vijandschap openbaart, beter en vollediger zouden bekend worden. Zij worden voorgesteld als twee beesten, van het eerste is de tekening te vinden in Revelation 13:1, van het tweede in Revelation 13:11. Onder het eerste verstaan sommigen het heidense Rome, en onder het tweede het pauselijke Rome. Maar anderen menen dat beide beesten het pauselijke Rome voorstellen, het eerste in zijn wereldlijke en het tweede in zijn geestelijke macht.

Inleiding

Bijbelverkaring van Matthew Henry, OPENBARING 13

In dit hoofdstuk hebben wij een verdere ontdekking en beschrijving van de vijanden der gemeente, niet andere vijanden dan die reeds vroeger genoemd zijn, maar op een andere wijze beschreven, opdat de wijzen, waarop zich hun vijandschap openbaart, beter en vollediger zouden bekend worden. Zij worden voorgesteld als twee beesten, van het eerste is de tekening te vinden in Revelation 13:1, van het tweede in Revelation 13:11. Onder het eerste verstaan sommigen het heidense Rome, en onder het tweede het pauselijke Rome. Maar anderen menen dat beide beesten het pauselijke Rome voorstellen, het eerste in zijn wereldlijke en het tweede in zijn geestelijke macht.

Verzen 1-10

Openbaring 13:1-10

Wij hebben hier het verhaal van de opkomst, het voorkomen en den voortgang van het eerste beest, en merken daaromtrent op:

1. Waar de apostel zich bevond. Hij stond op het zand der zee, Revelation 12:18).) Het scheen hem toe dat hij op het zand der zee stond, ofschoon hij waarschijnlijk nog in zinsverrukking was, maar het kwam hem voor dat hij op het eiland Patmos was, doch in het lichaam of buiten het lichaam, dat kon hij niet zeggen.

2. Vanwaar het beest kwam, het kwam uit de zee op, en toch naar de beschrijving te oordelen was het veel meer een landmonster, maar hoe monsterachtiger het in al zijn onderdelen was des te geschikter zinnebeeld was het om de verborgenheid der ongerechtigheid en der dwingelandij af te beelden.

3. Wat het voorkomen en de gestalte van het beest was. Het was over het geheel een pardel (luipaard) gelijk, maar zijn voeten waren als een beers voeten en zijn mond als de mond eens leeuws, het had zeven hoofden en tien hoornen, en op zijn hoornen waren tien koninklijke hoeden en op zijn hoofden was een naam van Godslastering. Een zeer afschuwelijk en afzichtelijk monster! In sommige delen van deze beschrijving schijnt een heen wijzing te zijn naar Daniël's gezicht van de vier beesten, die de vier koninkrijken voorstelden, Daniel 7:1 en v.v. Een van deze beesten was gelijk een leeuw, een ander gelijk een beer, het derde gelijk een luipaard, en het vierde was een soort van samenstelling van de drie vorige, met de vurigheid, kracht en vlugheid van die andere. De zeven hoofden en de tien hoornen duiden, naar het schijnt, zijn verschillende machten aan, de tien koninklijke hoeden zijn schatplichtige vorsten: het woord van godslastering geeft rechtstreeks zijn vijandschap en verzet tegen de heerlijkheid Gods te kennen, door het bevorderen der afgoderij.

4. De oorzaak en bron van zijn gezag. En de draak gaf hem zijne kracht, en zijn troon en grote macht. Hij was verwekt door den duivel, en werd door hem ondersteund om zijn werk te doen en zijn belangen te bevorderen, en de duivel gaf hem alle hulp, waartoe hij instaat was.

5. Een gevaarlijke wonde werd hem toegebracht, maar die werd onverwacht genezen, Revelation 13:3. Sommigen denken dat wij onder deze wonde aan het hoofd de vernietiging van de heidense afgoderij verstaan moeten, en door het genezen van de wonde de invoering van de paapse afgoderij, die in wezen hetzelfde was maar in anderen vorm, en die evengoed als de vorige aan de bedoelingen des duivels beantwoordt.

6. De eer en aanbidding, welke aan dit helse monster gebracht worden. En de gehele aarde verwonderde zich achter dit beest, zij bewonderden zijn macht, zijn staatkunde, zijn welslagen, en zij aanbaden den draak, die het beest macht gegeven had, en zij aanbaden het beest. Zij brachten eer en onderwerping aan den duivel en zijne werktuigen, en meenden dat zij niet bij machte waren hen te weerstaan, zo groot was de duisternis, de ontaarding en dwaasheid van de wereld.

7. Hoe hij zijn helse macht en staatkunde in praktijk bracht. Hem werd een mond gegeven om grote dingen en Godslasteringen te spreken, om Zijn naam te lasteren en Zijn tabernakel en die in den hemel wonen, en hem werd macht gegeven om den heiligen krijg aan te doen en om hen te overwinnen, en een soort van wereldrijk op te richten. Zijn kwaadaardigheid was voornamelijk gemunt op God in den hemel en Zijn hemelse lijfwacht, op God door het maken van afbeeldingen van Hem, die de Onzienlijke is, en door die te aanbidden, op den tabernakel Gods, volgens sommigen de menselijke natuur van den Heere Jezus Christus, in welken God als in Zijn tabernakel woont, deze wordt onteerd door het leerstuk der transsubstantiatie, dat niet gelooft dat zijn lichaam een werkelijk lichaam is, maar aan iedere priester het vermogen toeschrijft om gewoon brood in het lichaam van Christus te veranderen, en tegen de heiligen die in den hemel wonen, de verheerlijkte heiligen, door hen in de plaats te stellen van de heidense demonen en hen te aanbidden, waarin zij zo weinig behagen scheppen, dat zij er zich door beledigd en onteerd achten. Op die wijze openbaart zich de kwaadaardigheid des duivels tegen den hemel en de gezegende bewoners des hemels. Dezen zijn echter buiten zijn bereik. Al wat hij doen kan is hen lasteren, maar de heiligen op aarde zijn aan zijne wreedheid blootgesteld en soms wordt hem vergund hen te overwinnen en onder zijn voeten te vertreden.

8. De beperking van de macht des duivels in tijd en in personen. Hij is in zijn tijd beperkt, zijne regering duurt twee en veertig maanden, Revelation 13:5, in overeenstemming met de andere profetische getallen der regering van den antichrist. Hij is ook beperkt in de personen en volken, die geheel en al aan zijn wil en macht onderworpen zullen zijn, dat zijn alleen zij, welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens des Lams, dat geslacht is van de grondlegging der wereld. Christus heeft een uitverkoren overblijfsel gekocht met Zijn bloed, geschreven in Zijn boek, verzegeld met Zijn Geest, en ofschoon de duivel en de antichrist dezen naar het lichaam mogen overwinnen en hun het natuurlijk leven ontnemen, zij kunnen nooit hun zielen ten onder brengen en hen er toe overhalen om hun Zaligmaker te verloochenen en zich bij zijne vijanden te voegen.

9. Hier is ene oproeping tot aandacht voor hetgeen hier geopenbaard wordt omtrent het grote lijden en de zware moeiten van de gemeente, en ene verzekering, dat God, wanneer Hij Zijn louteringswerk op den berg Zion voltooid heeft, Zijne hand zal wenden tegen de vijanden van Zijn volk. Zij, die gedood hebben, zullen zelf met het zwaard gedood worden, Revelation 13:10, en zij, die het volk Gods in de gevangenis geworpen hebben, zullen zelf gevangen genomen worden. Dat zal geschikt zijn om de lijdzaamheid en het geloof der heiligen te oefenen, geduld onder het vooruitzicht van zo zwaar lijden, en geloof in de verwachting van zo heerlijke verlossing.

Verzen 1-10

Openbaring 13:1-10

Wij hebben hier het verhaal van de opkomst, het voorkomen en den voortgang van het eerste beest, en merken daaromtrent op:

1. Waar de apostel zich bevond. Hij stond op het zand der zee, Revelation 12:18).) Het scheen hem toe dat hij op het zand der zee stond, ofschoon hij waarschijnlijk nog in zinsverrukking was, maar het kwam hem voor dat hij op het eiland Patmos was, doch in het lichaam of buiten het lichaam, dat kon hij niet zeggen.

2. Vanwaar het beest kwam, het kwam uit de zee op, en toch naar de beschrijving te oordelen was het veel meer een landmonster, maar hoe monsterachtiger het in al zijn onderdelen was des te geschikter zinnebeeld was het om de verborgenheid der ongerechtigheid en der dwingelandij af te beelden.

3. Wat het voorkomen en de gestalte van het beest was. Het was over het geheel een pardel (luipaard) gelijk, maar zijn voeten waren als een beers voeten en zijn mond als de mond eens leeuws, het had zeven hoofden en tien hoornen, en op zijn hoornen waren tien koninklijke hoeden en op zijn hoofden was een naam van Godslastering. Een zeer afschuwelijk en afzichtelijk monster! In sommige delen van deze beschrijving schijnt een heen wijzing te zijn naar Daniël's gezicht van de vier beesten, die de vier koninkrijken voorstelden, Daniel 7:1 en v.v. Een van deze beesten was gelijk een leeuw, een ander gelijk een beer, het derde gelijk een luipaard, en het vierde was een soort van samenstelling van de drie vorige, met de vurigheid, kracht en vlugheid van die andere. De zeven hoofden en de tien hoornen duiden, naar het schijnt, zijn verschillende machten aan, de tien koninklijke hoeden zijn schatplichtige vorsten: het woord van godslastering geeft rechtstreeks zijn vijandschap en verzet tegen de heerlijkheid Gods te kennen, door het bevorderen der afgoderij.

4. De oorzaak en bron van zijn gezag. En de draak gaf hem zijne kracht, en zijn troon en grote macht. Hij was verwekt door den duivel, en werd door hem ondersteund om zijn werk te doen en zijn belangen te bevorderen, en de duivel gaf hem alle hulp, waartoe hij instaat was.

5. Een gevaarlijke wonde werd hem toegebracht, maar die werd onverwacht genezen, Revelation 13:3. Sommigen denken dat wij onder deze wonde aan het hoofd de vernietiging van de heidense afgoderij verstaan moeten, en door het genezen van de wonde de invoering van de paapse afgoderij, die in wezen hetzelfde was maar in anderen vorm, en die evengoed als de vorige aan de bedoelingen des duivels beantwoordt.

6. De eer en aanbidding, welke aan dit helse monster gebracht worden. En de gehele aarde verwonderde zich achter dit beest, zij bewonderden zijn macht, zijn staatkunde, zijn welslagen, en zij aanbaden den draak, die het beest macht gegeven had, en zij aanbaden het beest. Zij brachten eer en onderwerping aan den duivel en zijne werktuigen, en meenden dat zij niet bij machte waren hen te weerstaan, zo groot was de duisternis, de ontaarding en dwaasheid van de wereld.

7. Hoe hij zijn helse macht en staatkunde in praktijk bracht. Hem werd een mond gegeven om grote dingen en Godslasteringen te spreken, om Zijn naam te lasteren en Zijn tabernakel en die in den hemel wonen, en hem werd macht gegeven om den heiligen krijg aan te doen en om hen te overwinnen, en een soort van wereldrijk op te richten. Zijn kwaadaardigheid was voornamelijk gemunt op God in den hemel en Zijn hemelse lijfwacht, op God door het maken van afbeeldingen van Hem, die de Onzienlijke is, en door die te aanbidden, op den tabernakel Gods, volgens sommigen de menselijke natuur van den Heere Jezus Christus, in welken God als in Zijn tabernakel woont, deze wordt onteerd door het leerstuk der transsubstantiatie, dat niet gelooft dat zijn lichaam een werkelijk lichaam is, maar aan iedere priester het vermogen toeschrijft om gewoon brood in het lichaam van Christus te veranderen, en tegen de heiligen die in den hemel wonen, de verheerlijkte heiligen, door hen in de plaats te stellen van de heidense demonen en hen te aanbidden, waarin zij zo weinig behagen scheppen, dat zij er zich door beledigd en onteerd achten. Op die wijze openbaart zich de kwaadaardigheid des duivels tegen den hemel en de gezegende bewoners des hemels. Dezen zijn echter buiten zijn bereik. Al wat hij doen kan is hen lasteren, maar de heiligen op aarde zijn aan zijne wreedheid blootgesteld en soms wordt hem vergund hen te overwinnen en onder zijn voeten te vertreden.

8. De beperking van de macht des duivels in tijd en in personen. Hij is in zijn tijd beperkt, zijne regering duurt twee en veertig maanden, Revelation 13:5, in overeenstemming met de andere profetische getallen der regering van den antichrist. Hij is ook beperkt in de personen en volken, die geheel en al aan zijn wil en macht onderworpen zullen zijn, dat zijn alleen zij, welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens des Lams, dat geslacht is van de grondlegging der wereld. Christus heeft een uitverkoren overblijfsel gekocht met Zijn bloed, geschreven in Zijn boek, verzegeld met Zijn Geest, en ofschoon de duivel en de antichrist dezen naar het lichaam mogen overwinnen en hun het natuurlijk leven ontnemen, zij kunnen nooit hun zielen ten onder brengen en hen er toe overhalen om hun Zaligmaker te verloochenen en zich bij zijne vijanden te voegen.

9. Hier is ene oproeping tot aandacht voor hetgeen hier geopenbaard wordt omtrent het grote lijden en de zware moeiten van de gemeente, en ene verzekering, dat God, wanneer Hij Zijn louteringswerk op den berg Zion voltooid heeft, Zijne hand zal wenden tegen de vijanden van Zijn volk. Zij, die gedood hebben, zullen zelf met het zwaard gedood worden, Revelation 13:10, en zij, die het volk Gods in de gevangenis geworpen hebben, zullen zelf gevangen genomen worden. Dat zal geschikt zijn om de lijdzaamheid en het geloof der heiligen te oefenen, geduld onder het vooruitzicht van zo zwaar lijden, en geloof in de verwachting van zo heerlijke verlossing.

Verzen 11-18

Openbaring 13:11-18

Zij, die menen dat het eerste beest het heidense Rome vertegenwoordigt, zullen in het tweede beest het pauselijke Rome zien, dat afgoderij en dwingelandij bevordert, maar op zachter wijze, meer als een lam. Maar zij, die onder het eerste beest de wereldlijke macht van het pausdom verstaan, houden het tweede beest voor zijn geestelijke en kerkelijke macht, die handelt onder het mom van godsdienst en liefde voor de zielen. Merk hier op:

I. De gedaante en gestalte van het tweede beest. Het had twee hoornen, des Lams hoornen gelijk, maar het sprak als de draak. Allen stemmen daarin overeen, dat hier een of andere grote bedrieger bedoeld wordt, die onder voorwendsel van godsdienst de zielen der mensen verleiden zal. De papisten meenden dat hier Apollonius Tyanaeus bedoeld wordt, maar Dr. More verwerpt dat gevoelen en past den tekst toe op de geestelijke macht van het pausdom. De paus vertoont hoornen als de lamshoornen, geeft voor de plaatsvervanger van Christus op aarde te zijn en bevestigt daardoor zijn macht en gezag, maar zijn spreken verraadt hem, want zijn valse leerstellingen en wrede bevelen tonen aan, dat hij bij den draak en niet bij het Lam behoort.

II. De macht, die hij uitoefent. Het oefent al de macht van het eerste beest, Revelation 13:12, het staat dezelfde belangen voor, jaagt naar hetzelfde doel in hoofdzaak, dat is de mensen af te trekken van de verering van den waren God naar de aanbidding van degenen, die van nature geen goden zijn, en de zielen en gewetens te onderwerpen aan den wil en het gezag van mensen, in tegenstelling met den wil van God. Dat doel wordt bevorderd door het pausdom zowel als door het heidendom, en door de listige wapenen van het pausdom evenzeer als door zijn wereldlijke macht, beide dienen den duivel en zijn belangen, hoewel op verschillende wijzen.

III. De wijzen, waarop dit tweede beest zijn belangen en voornemens behartigde. Deze zijn drieërlei.

1. Leugenachtige wonderen, voorgewende tekenen, waardoor de mensen zouden bedrogen worden en gebracht tot de verering van het eerste beest in het beeld, dat nu voor hem gemaakt was. Zij zouden voorgeven vuur van den hemel te doen nederdalen gelijk Elia eens deed. God veroorlooft soms Zijn vijanden, bijvoorbeeld de tovenaars in Egypte, dingen te doen, die zeer wonderbaar schijnen en waardoor onwetenden bedrogen worden. Het is algemeen bekend dat het pausdom zeer lang zich door valse wonderen staande gehouden heeft.

2. Verbanningen, banvloeken, strenge kerkelijke tucht, waardoor zij voorgeven de mensen van Christus af te snijden en aan de macht des duivels over te leveren, maar in werkelijkheid geven zij hen over aan de wereldlijke macht, opdat die hen ter dood brenge, en dus wordt hun, niettegenstaande hun laaghartige huichelarij, terecht verweten dat zij hen doden, die zij niet kunnen bedriegen.

3. Beroving van vrijheid, door het onthouden van natuurlijke, maatschappelijke en burgerlijke rechten aan hen, die het paapse beest, dat is het beeld van het heidense beest, niet willen aanbidden. Dat wordt hier genoemd het kopen en verkopen van natuurlijke rechten, zowel als van posten van voordeel en vertrouwen, dat hun toegestaan wordt, die het merkteken van het beest aan hun voorhoofden hebben of aan hun rechterhand, en hun, die den naam van het beest of het getal van zijn naam hebben. Waarschijnlijk betekenen het merkteken, de naam en het getal van het beest alle hetzelfde ding: zij, die openlijk belijdenis doen van hun gehoorzaamheid en onderwerping aan de pauselijke macht, dragen zijn naam aan hun voorhoofden, zij, die zich verbinden om met alle kracht den invloed en de macht van het pauselijk gezag te bevorderen, dragen het in hun rechterhand. Men zegt dat paus Martin V, in zijn bul op het concilie te Constanz, aan de Rooms-Katholieken verbood enigen ketter te veroorloven in hun landen te wonen, geldzaken te doen, handel te drijven, of enige burgerlijke betrekking te bekleden, en dat is een zeer duidelijke uitlegging van deze profetie.

IV. Hier wordt ons het getal van het beest genoemd op een wijze, welke de oneindige wijsheid Gods toont en al de wijsheid en het vernuft van mensen oefent. Zijn getal is het getal eens mensen, samengesteld naar de gewoonten der mensen, en zijn getal is zes honderd zes en zestig. Sommigen houden dit voor het aantal dwalingen en ketterijen, die het pausdom bevat, anderen voor zijn duur vanaf zijn opkomst tot zijn val, maar geen van beide meningen staat vast. Nog veel minder is bekend hoe lang het tijdperk zal duren, dat deze profetie omvat. Dit schijnt mij toe een van de tijden en gelegenheden te zijn, welke de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft. Maar dit weten wij: God heeft zijn Mene Tekel geschreven op al Zijn vijanden, Hij heeft hun dagen geteld, die zullen eindigen, maar Zijn koninkrijk zal in alle eeuwigheid bestaan.

Verzen 11-18

Openbaring 13:11-18

Zij, die menen dat het eerste beest het heidense Rome vertegenwoordigt, zullen in het tweede beest het pauselijke Rome zien, dat afgoderij en dwingelandij bevordert, maar op zachter wijze, meer als een lam. Maar zij, die onder het eerste beest de wereldlijke macht van het pausdom verstaan, houden het tweede beest voor zijn geestelijke en kerkelijke macht, die handelt onder het mom van godsdienst en liefde voor de zielen. Merk hier op:

I. De gedaante en gestalte van het tweede beest. Het had twee hoornen, des Lams hoornen gelijk, maar het sprak als de draak. Allen stemmen daarin overeen, dat hier een of andere grote bedrieger bedoeld wordt, die onder voorwendsel van godsdienst de zielen der mensen verleiden zal. De papisten meenden dat hier Apollonius Tyanaeus bedoeld wordt, maar Dr. More verwerpt dat gevoelen en past den tekst toe op de geestelijke macht van het pausdom. De paus vertoont hoornen als de lamshoornen, geeft voor de plaatsvervanger van Christus op aarde te zijn en bevestigt daardoor zijn macht en gezag, maar zijn spreken verraadt hem, want zijn valse leerstellingen en wrede bevelen tonen aan, dat hij bij den draak en niet bij het Lam behoort.

II. De macht, die hij uitoefent. Het oefent al de macht van het eerste beest, Revelation 13:12, het staat dezelfde belangen voor, jaagt naar hetzelfde doel in hoofdzaak, dat is de mensen af te trekken van de verering van den waren God naar de aanbidding van degenen, die van nature geen goden zijn, en de zielen en gewetens te onderwerpen aan den wil en het gezag van mensen, in tegenstelling met den wil van God. Dat doel wordt bevorderd door het pausdom zowel als door het heidendom, en door de listige wapenen van het pausdom evenzeer als door zijn wereldlijke macht, beide dienen den duivel en zijn belangen, hoewel op verschillende wijzen.

III. De wijzen, waarop dit tweede beest zijn belangen en voornemens behartigde. Deze zijn drieërlei.

1. Leugenachtige wonderen, voorgewende tekenen, waardoor de mensen zouden bedrogen worden en gebracht tot de verering van het eerste beest in het beeld, dat nu voor hem gemaakt was. Zij zouden voorgeven vuur van den hemel te doen nederdalen gelijk Elia eens deed. God veroorlooft soms Zijn vijanden, bijvoorbeeld de tovenaars in Egypte, dingen te doen, die zeer wonderbaar schijnen en waardoor onwetenden bedrogen worden. Het is algemeen bekend dat het pausdom zeer lang zich door valse wonderen staande gehouden heeft.

2. Verbanningen, banvloeken, strenge kerkelijke tucht, waardoor zij voorgeven de mensen van Christus af te snijden en aan de macht des duivels over te leveren, maar in werkelijkheid geven zij hen over aan de wereldlijke macht, opdat die hen ter dood brenge, en dus wordt hun, niettegenstaande hun laaghartige huichelarij, terecht verweten dat zij hen doden, die zij niet kunnen bedriegen.

3. Beroving van vrijheid, door het onthouden van natuurlijke, maatschappelijke en burgerlijke rechten aan hen, die het paapse beest, dat is het beeld van het heidense beest, niet willen aanbidden. Dat wordt hier genoemd het kopen en verkopen van natuurlijke rechten, zowel als van posten van voordeel en vertrouwen, dat hun toegestaan wordt, die het merkteken van het beest aan hun voorhoofden hebben of aan hun rechterhand, en hun, die den naam van het beest of het getal van zijn naam hebben. Waarschijnlijk betekenen het merkteken, de naam en het getal van het beest alle hetzelfde ding: zij, die openlijk belijdenis doen van hun gehoorzaamheid en onderwerping aan de pauselijke macht, dragen zijn naam aan hun voorhoofden, zij, die zich verbinden om met alle kracht den invloed en de macht van het pauselijk gezag te bevorderen, dragen het in hun rechterhand. Men zegt dat paus Martin V, in zijn bul op het concilie te Constanz, aan de Rooms-Katholieken verbood enigen ketter te veroorloven in hun landen te wonen, geldzaken te doen, handel te drijven, of enige burgerlijke betrekking te bekleden, en dat is een zeer duidelijke uitlegging van deze profetie.

IV. Hier wordt ons het getal van het beest genoemd op een wijze, welke de oneindige wijsheid Gods toont en al de wijsheid en het vernuft van mensen oefent. Zijn getal is het getal eens mensen, samengesteld naar de gewoonten der mensen, en zijn getal is zes honderd zes en zestig. Sommigen houden dit voor het aantal dwalingen en ketterijen, die het pausdom bevat, anderen voor zijn duur vanaf zijn opkomst tot zijn val, maar geen van beide meningen staat vast. Nog veel minder is bekend hoe lang het tijdperk zal duren, dat deze profetie omvat. Dit schijnt mij toe een van de tijden en gelegenheden te zijn, welke de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft. Maar dit weten wij: God heeft zijn Mene Tekel geschreven op al Zijn vijanden, Hij heeft hun dagen geteld, die zullen eindigen, maar Zijn koninkrijk zal in alle eeuwigheid bestaan.

Bibliografische Informatie
Henry, Matthew. "Commentaar op Revelation 13". "Bijbelverkaring van Matthew Henry". https://www.studylight.org/commentaries/dut/mhm/revelation-13.html. 1706.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile