Lectionary Calendar
Monday, December 23rd, 2024
the Fourth Week of Advent
the Fourth Week of Advent
advertisement
advertisement
advertisement
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!
Click here to join the effort!
Bible Commentaries
Dächsel Bijbelverklaring Dächsel Bijbelverklaring
Auteursrechtverklaring
Deze bestanden zijn publiek domein en zijn een afgeleide van een elektronische editie die beschikbaar is op de website Bible Support.
Deze bestanden zijn publiek domein en zijn een afgeleide van een elektronische editie die beschikbaar is op de website Bible Support.
Bibliografische Informatie
Dächsel, Karl August. "Commentaar op Psalms 70". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/commentaries/dut/dac/psalms-70.html. 1862-80.
Dächsel, Karl August. "Commentaar op Psalms 70". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/
Whole Bible (3)
Inleiding
Bijbelverkaring van Dchsel, PSALMEN 70PSALM 70.
DAVID'S BEDE OM HULP TEGEN DE VIJANDEN.
Inleiding
Bijbelverkaring van Dchsel, PSALMEN 70PSALM 70.
DAVID'S BEDE OM HULP TEGEN DE VIJANDEN.
Vers 1
1. Een Psalm van David, voor den opperzangmeester (Psalms 3:1; Psalms 4:1), om te doen gedenken (Psalms 38:1).Was de vorige Psalm op het nauwst verwant met Psalms 40:1, zo wijst inzonderheid Psalm 69:30: "Doch ik ben ellendig en in smart. Uw heil, o God! zette mij in een hoog vertrek," op Psalms 40:18; "Ik ben wel ellendig en nooddruftig, maar de Heere denkt aan mij." Thans volgt uit Psalms 40:1 de afdeling Psalms 70:14-Psalms 70:18 als een eigene zelfstandige Psalm met slechts weinige veranderingen 1) en voor het bij 2 Samuel 17:22 genoemde doel. 2).
1) Daaruit ziet men, dat het ook gepast is, om volgens een goed voorschrift met dezelfde woorden meermalen te bidden, wanneer slechts onze inwendige toestand daarin juist is uitgedrukt en men zijn verlangen met die woorden steeds op nieuw kan verenigen..
2) Waarschijnlijk werd deze Psalm in de Babylonische ballingschap veel gebeden..
2.
I. Psalms 70:2-Psalms 70:5. Dringende bede om Gods spoedige hulp, den vijanden tot beschaming en den vromen tot vreugde.
Vers 1
1. Een Psalm van David, voor den opperzangmeester (Psalms 3:1; Psalms 4:1), om te doen gedenken (Psalms 38:1).Was de vorige Psalm op het nauwst verwant met Psalms 40:1, zo wijst inzonderheid Psalm 69:30: "Doch ik ben ellendig en in smart. Uw heil, o God! zette mij in een hoog vertrek," op Psalms 40:18; "Ik ben wel ellendig en nooddruftig, maar de Heere denkt aan mij." Thans volgt uit Psalms 40:1 de afdeling Psalms 70:14-Psalms 70:18 als een eigene zelfstandige Psalm met slechts weinige veranderingen 1) en voor het bij 2 Samuel 17:22 genoemde doel. 2).
1) Daaruit ziet men, dat het ook gepast is, om volgens een goed voorschrift met dezelfde woorden meermalen te bidden, wanneer slechts onze inwendige toestand daarin juist is uitgedrukt en men zijn verlangen met die woorden steeds op nieuw kan verenigen..
2) Waarschijnlijk werd deze Psalm in de Babylonische ballingschap veel gebeden..
2.
I. Psalms 70:2-Psalms 70:5. Dringende bede om Gods spoedige hulp, den vijanden tot beschaming en den vromen tot vreugde.
Vers 2
2. Haast U, o God! om mij te verlossen; o HEERE, tot mijne hulp (zie Psalms 40:18 ).Dit vers met bijvoeging van het: "Ere zij den Vader en den Zoon enz.", is in den godsdienst der Christelijke kerk overgegaan en draagt den naam van Deus in adjutorium..
Vers 2
2. Haast U, o God! om mij te verlossen; o HEERE, tot mijne hulp (zie Psalms 40:18 ).Dit vers met bijvoeging van het: "Ere zij den Vader en den Zoon enz.", is in den godsdienst der Christelijke kerk overgegaan en draagt den naam van Deus in adjutorium..
Vers 3
3. a) Laat hen beschaamd en schaamrood worden, die mijne ziel zoeken, die mij om `t leven zoeken te brengen; laat hen achterwaarts gedreven en te schande worden, met smaad overdekt worden, die lust hebben aan mijn kwaad.a) Psalms 35:4,Psalms 35:26; Psalms 71:13.
Vers 3
3. a) Laat hen beschaamd en schaamrood worden, die mijne ziel zoeken, die mij om `t leven zoeken te brengen; laat hen achterwaarts gedreven en te schande worden, met smaad overdekt worden, die lust hebben aan mijn kwaad.a) Psalms 35:4,Psalms 35:26; Psalms 71:13.
Vers 4
4. Laat hen terugkeren tot loon hunner beschaming 1); laat hen met schaamte op hun voetstappen terugkeren, die daar zeggen: Ha ha! 1) Hebreeën : "Laat hen terugkeren op den voetstap hunner schande", dat is "laat hen wederom te schande worden."Vers 4
4. Laat hen terugkeren tot loon hunner beschaming 1); laat hen met schaamte op hun voetstappen terugkeren, die daar zeggen: Ha ha! 1) Hebreeën : "Laat hen terugkeren op den voetstap hunner schande", dat is "laat hen wederom te schande worden."Vers 5
5. Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen, die U zoeken; laat de liefhebbers Uws heils geduriglijk zeggen: God zij groot gemaakt!6.
II. Psalms 70:6. De tegenwoordige nood wordt te kennen gegeven en de bede om hulp spoedig herhaald.
Vers 5
5. Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen, die U zoeken; laat de liefhebbers Uws heils geduriglijk zeggen: God zij groot gemaakt!6.
II. Psalms 70:6. De tegenwoordige nood wordt te kennen gegeven en de bede om hulp spoedig herhaald.
Vers 6
6. Doch ik ben ellendig en nooddruftig 1); o God! haast U tot mij 2); Gij zijt mijne hulp en mijn bevrijder; HEERE! vertoef niet.1) De dichter spreekt het hier uit, wie hij in zich zelven is. Ieder kind van God is in zich zelven ellendig en nooddruftig, maar in zijn God rijk en verrijkt. Indien hij maar dit steeds blijft erkennen, en gedurig tot zijn God gaat, om door Hem de ledige vaten des geloofs te laten vullen.
2) Het in Psalms 40:8 uitgesproken vertrouwen: "de Heere denkt aan mij," is hier in ene bede veranderd.
Diegenen, welke Psalms 40:1 voor een bepaald Messiaanse verklaren, zien den voor ons liggende voor een gebed aan van de gelovigen, die hunnen voorganger Christus in lijden en vreugde moeten gelijkvormig worden en Hem daarom hier Zijn gebed naspreken..
6.
II. Psalms 70:6. De tegenwoordige nood wordt te kennen gegeven en de bede om hulp spoedig herhaald.
6. Doch ik ben ellendig en nooddruftig 1); o God! haast U tot mij 2); Gij zijt mijne hulp en mijn bevrijder; HEERE! vertoef niet.
1) De dichter spreekt het hier uit, wie hij in zich zelven is. Ieder kind van God is in zich zelven ellendig en nooddruftig, maar in zijn God rijk en verrijkt. Indien hij maar dit steeds blijft erkennen, en gedurig tot zijn God gaat, om door Hem de ledige vaten des geloofs te laten vullen.
2) Het in Psalms 40:8 uitgesproken vertrouwen: "de Heere denkt aan mij," is hier in ene bede veranderd.
Diegenen, welke Psalms 40:1 voor een bepaald Messiaanse verklaren, zien den voor ons liggende voor een gebed aan van de gelovigen, die hunnen voorganger Christus in lijden en vreugde moeten gelijkvormig worden en Hem daarom hier Zijn gebed naspreken.. P
Vers 6
6. Doch ik ben ellendig en nooddruftig 1); o God! haast U tot mij 2); Gij zijt mijne hulp en mijn bevrijder; HEERE! vertoef niet.1) De dichter spreekt het hier uit, wie hij in zich zelven is. Ieder kind van God is in zich zelven ellendig en nooddruftig, maar in zijn God rijk en verrijkt. Indien hij maar dit steeds blijft erkennen, en gedurig tot zijn God gaat, om door Hem de ledige vaten des geloofs te laten vullen.
2) Het in Psalms 40:8 uitgesproken vertrouwen: "de Heere denkt aan mij," is hier in ene bede veranderd.
Diegenen, welke Psalms 40:1 voor een bepaald Messiaanse verklaren, zien den voor ons liggende voor een gebed aan van de gelovigen, die hunnen voorganger Christus in lijden en vreugde moeten gelijkvormig worden en Hem daarom hier Zijn gebed naspreken..
6.
II. Psalms 70:6. De tegenwoordige nood wordt te kennen gegeven en de bede om hulp spoedig herhaald.
6. Doch ik ben ellendig en nooddruftig 1); o God! haast U tot mij 2); Gij zijt mijne hulp en mijn bevrijder; HEERE! vertoef niet.
1) De dichter spreekt het hier uit, wie hij in zich zelven is. Ieder kind van God is in zich zelven ellendig en nooddruftig, maar in zijn God rijk en verrijkt. Indien hij maar dit steeds blijft erkennen, en gedurig tot zijn God gaat, om door Hem de ledige vaten des geloofs te laten vullen.
2) Het in Psalms 40:8 uitgesproken vertrouwen: "de Heere denkt aan mij," is hier in ene bede veranderd.
Diegenen, welke Psalms 40:1 voor een bepaald Messiaanse verklaren, zien den voor ons liggende voor een gebed aan van de gelovigen, die hunnen voorganger Christus in lijden en vreugde moeten gelijkvormig worden en Hem daarom hier Zijn gebed naspreken.. P