Lectionary Calendar
Monday, December 23rd, 2024
the Fourth Week of Advent
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Bible Commentaries
Numeri 28

Dächsel BijbelverklaringDächsel Bijbelverklaring

Search for…
Enter query below:

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, NUMERI 28

Numbers 28:1.

WETTEN VAN VERSCHILLENDE OFFERS HERHAALD.

Numbers 28:1, 29. Nadat Israël, dat tot de dienst van Bal Peor verleid, en door het gericht van God gelouterd was, in de tweede monstering (Numbers 26:1) en in de feitelijke bekrachtiging van het bezit van het heilige land (Numbers 27:1,Numbers 27:11), en in de benoeming van een opvolger aan Mozes (Numbers 27:12-Numbers 27:23) weer geheel en al tot een volk van God was aangenomen, wordt de wederaanneming tot gemeente van de Heere nog daardoor verzegeld, dat de wetgeving, die 38 jaar geleden was afgebroken, in die punten, welke nog een vervolmaking nodig hebben, verder wordt voortgezet. Dit gebeurt door een nauwkeurige bepaling van de dagelijkse- en de feestoffers van de gemeente: deze verordening op het offeren is juist nu daarom des te meer op haar plaats, daar Israël pas hier in staat zal zijn, de offerdienst in haar gehele omvang uit te oefenen.

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, NUMERI 28

Numbers 28:1.

WETTEN VAN VERSCHILLENDE OFFERS HERHAALD.

Numbers 28:1, 29. Nadat Israël, dat tot de dienst van Bal Peor verleid, en door het gericht van God gelouterd was, in de tweede monstering (Numbers 26:1) en in de feitelijke bekrachtiging van het bezit van het heilige land (Numbers 27:1,Numbers 27:11), en in de benoeming van een opvolger aan Mozes (Numbers 27:12-Numbers 27:23) weer geheel en al tot een volk van God was aangenomen, wordt de wederaanneming tot gemeente van de Heere nog daardoor verzegeld, dat de wetgeving, die 38 jaar geleden was afgebroken, in die punten, welke nog een vervolmaking nodig hebben, verder wordt voortgezet. Dit gebeurt door een nauwkeurige bepaling van de dagelijkse- en de feestoffers van de gemeente: deze verordening op het offeren is juist nu daarom des te meer op haar plaats, daar Israël pas hier in staat zal zijn, de offerdienst in haar gehele omvang uit te oefenen.

Vers 1

1. Verder sprak de HEERE, geheel op dezelfde wijze als vroeger bij de berg Sinaï, toen Hij na de vervaardiging van de tent der samenkomst de godsdienst van Israël regelde (Leviticus 1:1) tot Mozes, zeggende:

Vers 1

1. Verder sprak de HEERE, geheel op dezelfde wijze als vroeger bij de berg Sinaï, toen Hij na de vervaardiging van de tent der samenkomst de godsdienst van Israël regelde (Leviticus 1:1) tot Mozes, zeggende:

Vers 2

2. Gebied de kinderen van Israël, en zeg tot hen: Mijn offerande, Mijn spijze voor Mijn vuuroffers, Mijn liefelijke reuk, het offer, dat gij Mij tot een spijze zult brengen, in de liefelijke geur waarvan Ik Mij verlustigen wil (Leviticus 3:11; Leviticus 1:9), zult gij waarnemen, om Mij te offeren op zijn gezette tijd, 1) zult gij Mij op de daartoe vastgestelde tijden, en geheel op de wijze, die Ik vroeger heb aangeduid en nu nog nauwkeuriger zal bepalen, werkelijk brengen en op geen enkele wijze daarvan afwijken.

1) Mozes wederom handelende over het gedurig offer, beveelt in het algemeen, dat het volk, ten opzichte van de brandoffers, ijverig zal opvolgen, wat God daaromtrent heeft voorgeschreven. Want met het woord waarnemen heeft hij niet alleen hun ijver, maar ook hun gehoorzaamheid op het oog. Verder, opdat het volk des te meer oplettendheid zich voor elke afwijking zou wachten, noemt God Zijn brood, dat of dagelijks op de tafel placht te liggen, of bij de vuuroffers werd gevoegd, alsof Hij het at naar de wijze van de mensen. Dit is wel een menselijke spreekwijze, maar naar de kinderlijke toestand van het volk, was het noodzakelijk zo plat te spreken, opdat zij aan de ene zijde zouden leren, dat deze plechtigheid daarom door God werd aangewezen, omdat de spijs de mens verheugde. Vervolgens, opdat zij zich erop zouden toeleggen, Hem zijn offeranden zo zuiver en rein mogelijk aan te bieden..

Vers 2

2. Gebied de kinderen van Israël, en zeg tot hen: Mijn offerande, Mijn spijze voor Mijn vuuroffers, Mijn liefelijke reuk, het offer, dat gij Mij tot een spijze zult brengen, in de liefelijke geur waarvan Ik Mij verlustigen wil (Leviticus 3:11; Leviticus 1:9), zult gij waarnemen, om Mij te offeren op zijn gezette tijd, 1) zult gij Mij op de daartoe vastgestelde tijden, en geheel op de wijze, die Ik vroeger heb aangeduid en nu nog nauwkeuriger zal bepalen, werkelijk brengen en op geen enkele wijze daarvan afwijken.

1) Mozes wederom handelende over het gedurig offer, beveelt in het algemeen, dat het volk, ten opzichte van de brandoffers, ijverig zal opvolgen, wat God daaromtrent heeft voorgeschreven. Want met het woord waarnemen heeft hij niet alleen hun ijver, maar ook hun gehoorzaamheid op het oog. Verder, opdat het volk des te meer oplettendheid zich voor elke afwijking zou wachten, noemt God Zijn brood, dat of dagelijks op de tafel placht te liggen, of bij de vuuroffers werd gevoegd, alsof Hij het at naar de wijze van de mensen. Dit is wel een menselijke spreekwijze, maar naar de kinderlijke toestand van het volk, was het noodzakelijk zo plat te spreken, opdat zij aan de ene zijde zouden leren, dat deze plechtigheid daarom door God werd aangewezen, omdat de spijs de mens verheugde. Vervolgens, opdat zij zich erop zouden toeleggen, Hem zijn offeranden zo zuiver en rein mogelijk aan te bieden..

Vers 3

3. En gij zult tot hen zeggen, met betrekking op hetgeen reeds eerder (Exodus 29:38, Leviticus 6:8, ) vastgesteld werd: dit is het vuuroffer, dat gij op elke gewone dag bij de tent der samenkomst de HEERE offeren zult: twee volkomen eenjarige lammeren van de dag, tot een gedurig brandoffer (Exodus 29:38).

Vers 3

3. En gij zult tot hen zeggen, met betrekking op hetgeen reeds eerder (Exodus 29:38, Leviticus 6:8, ) vastgesteld werd: dit is het vuuroffer, dat gij op elke gewone dag bij de tent der samenkomst de HEERE offeren zult: twee volkomen eenjarige lammeren van de dag, tot een gedurig brandoffer (Exodus 29:38).

Vers 4

4. Het ene lam zult gij bereiden `s morgens; en het andere lam zult gij bereiden tussen de twee avonden. 5. En een tiende deel van een efa meelbloem ten spijsoffer, gemengd met het vierde deel van een hin van gestoten olie. 1)

1) zie Exodus 16:36; Leviticus 2:1 Exodus 29:40

Vers 4

4. Het ene lam zult gij bereiden `s morgens; en het andere lam zult gij bereiden tussen de twee avonden. 5. En een tiende deel van een efa meelbloem ten spijsoffer, gemengd met het vierde deel van een hin van gestoten olie. 1)

1) zie Exodus 16:36; Leviticus 2:1 Exodus 29:40

Vers 6

6. Het is het gedurig brandoffer, dat op de berg Sinaï ingesteld was, dat gedurende de veeljarige omzwerving door de woestijn is nagelaten, maar nu weer vernieuwd moet worden, daar het u thans door de rijke buit, die gij op de Amorieten gehaald hebt, niet aan de nodige offerdieren ontbreekt, tot een liefelijke reuk, een vuuroffer voor de HEERE.

Vers 6

6. Het is het gedurig brandoffer, dat op de berg Sinaï ingesteld was, dat gedurende de veeljarige omzwerving door de woestijn is nagelaten, maar nu weer vernieuwd moet worden, daar het u thans door de rijke buit, die gij op de Amorieten gehaald hebt, niet aan de nodige offerdieren ontbreekt, tot een liefelijke reuk, een vuuroffer voor de HEERE.

Vers 7

7. En zijn drankoffer, dat behalve het spijsoffer nog bij ieder brandoffer komt, zal zijn het vierde deel van een hin (Numbers 15:1-Numbers 15:16) voor het ene lam; in het heiligdom, d.i. door uitstorting op het offer, dat op het brandofferaltaar brandt, zult gij het drankoffer van de sterke1) drank voor de HEERE offeren.

1) De sterke drank. Sterk moet hier in de letterlijke zin worden opgevat. Sterk staat hier tegenover slap, en met sterke drank wordt hier bedoeld wijn, in tegenstelling tot water..

Vers 7

7. En zijn drankoffer, dat behalve het spijsoffer nog bij ieder brandoffer komt, zal zijn het vierde deel van een hin (Numbers 15:1-Numbers 15:16) voor het ene lam; in het heiligdom, d.i. door uitstorting op het offer, dat op het brandofferaltaar brandt, zult gij het drankoffer van de sterke1) drank voor de HEERE offeren.

1) De sterke drank. Sterk moet hier in de letterlijke zin worden opgevat. Sterk staat hier tegenover slap, en met sterke drank wordt hier bedoeld wijn, in tegenstelling tot water..

Vers 8

8. En het andere lam zult gij bereiden tussen de twee avonden, en daarbij eveneens een spijsoffer voegen; zoals het spijsoffer van de morgen, en zoals zijn drankoffer zult gij het bereiden, tot vuuroffer van de liefelijke reuk voor de HEERE.

De dagelijkse godsdienst bestond, naar de verschillende bepalingen hierover, daarin dat, vroeg in de morgen, zodra het licht begon te worden en nadat het altaar behoorlijk van de as gereinigd was en van nieuw hout was voorzien (Leviticus 6:10); het brandoffer, dat uit een eenjarig lam bestond, in tegenwoordigheid van de oversten, geslacht werd, en in vereniging met het voorgeschreven spijsoffer op het altaar werd gelegd. Hieraan verbond zich het spijsoffer van de Hogepriester (Leviticus 6:19-Leviticus 6:23). Hierop volgde de uitstorting van het drankoffer, en het uitspreken van de priesterlijke zegen besloot de plechtigheid (Numbers 6:22). De oversten vertegenwoordigden de gehele gemeente en hadden de handoplegging te verrichten. Tegen de avond echter, wanneer de zon zich tot de ondergang neigde, omstreeks 2 uur `s middags, had het offeren plaats van het tweede eenjarige lam, geheel op dezelfde wijze. Aan deze godsdienstplechtigheid, waardoor iedere dag bij het begin en het einde door het volk aan de Heere werd toegewijd, was deels de toebereiding van de zeven lampen van de kandelaar, deels het ontsteken van een reukoffer op het reukaltaar verbonden (Exodus 30:7 vv. Leviticus 24:3, ); met het laatste stond ook een gebed voor het volk, dat in de voorhof vergaderd was, in verband (Daniel 9:21 Luke 1:9, Acts 2:1 ). Door de offerande gaf het volk, dat met God in een verbond was getreden, zich opnieuw met lichaam en ziel aan Hem over, en van de zijde van de Heere werd de genade en de zegen van het Verbond telkens opnieuw bekrachtigd en uitgestort. Het gebed had plaats onder het brand- en spijsoffer; tussen het drankoffer en de uitdeling van de zegen zongen de Levieten, na de invoering van het Psalmgezang, onder begeleiding van snarentuig de Psalm, die voor iedere dag van de week vastgesteld was (Zondag 24, Maandag 28, Dinsdags 82 Woensdag 94, Donderdag 81, Vrijdag 93, Zaterdag 92). Wat de zegen en de wijze van uitspreken betreft, zo sprak de priester, terwijl hij de trappen opging, die naar het voorportaal leidden: "O God, help, dat deze zegen, waarmee Gij bevolen hebt Uw volk te zegenen, een volkomen zegen zij, en dat wij in het uitspreken noch zondigen, noch een misslag begaan;" hij zong daarna de zegen met ene luide, heldere stem, waarbij hij zijn handen omhoog hief, de rechter een weinig hoger dan de linker (zie Numbers 6:27), de oversten echter en het volk de ogen neersloegen en zich ter aarde bogen; nu keerde hij terug naar de tempel, terwijl hij bad: "O Heer van de gehele wereld; wij hebben gedaan, wat Gij ons bevolen hebt te doen; doe Gij nu, wat gij ons beloofd hebt. Zie uit de woning van Uw heiligdom neer en zegen Uw volk Israël." Het volk van zijn zijde loofde God met de woorden: "Dankt nu allen God, die grote dingen doet, Amen." (Sir.50:24). Of de zegen ook bij het avondoffer werd uitgesproken, is twijfelachtig..

Vers 8

8. En het andere lam zult gij bereiden tussen de twee avonden, en daarbij eveneens een spijsoffer voegen; zoals het spijsoffer van de morgen, en zoals zijn drankoffer zult gij het bereiden, tot vuuroffer van de liefelijke reuk voor de HEERE.

De dagelijkse godsdienst bestond, naar de verschillende bepalingen hierover, daarin dat, vroeg in de morgen, zodra het licht begon te worden en nadat het altaar behoorlijk van de as gereinigd was en van nieuw hout was voorzien (Leviticus 6:10); het brandoffer, dat uit een eenjarig lam bestond, in tegenwoordigheid van de oversten, geslacht werd, en in vereniging met het voorgeschreven spijsoffer op het altaar werd gelegd. Hieraan verbond zich het spijsoffer van de Hogepriester (Leviticus 6:19-Leviticus 6:23). Hierop volgde de uitstorting van het drankoffer, en het uitspreken van de priesterlijke zegen besloot de plechtigheid (Numbers 6:22). De oversten vertegenwoordigden de gehele gemeente en hadden de handoplegging te verrichten. Tegen de avond echter, wanneer de zon zich tot de ondergang neigde, omstreeks 2 uur `s middags, had het offeren plaats van het tweede eenjarige lam, geheel op dezelfde wijze. Aan deze godsdienstplechtigheid, waardoor iedere dag bij het begin en het einde door het volk aan de Heere werd toegewijd, was deels de toebereiding van de zeven lampen van de kandelaar, deels het ontsteken van een reukoffer op het reukaltaar verbonden (Exodus 30:7 vv. Leviticus 24:3, ); met het laatste stond ook een gebed voor het volk, dat in de voorhof vergaderd was, in verband (Daniel 9:21 Luke 1:9, Acts 2:1 ). Door de offerande gaf het volk, dat met God in een verbond was getreden, zich opnieuw met lichaam en ziel aan Hem over, en van de zijde van de Heere werd de genade en de zegen van het Verbond telkens opnieuw bekrachtigd en uitgestort. Het gebed had plaats onder het brand- en spijsoffer; tussen het drankoffer en de uitdeling van de zegen zongen de Levieten, na de invoering van het Psalmgezang, onder begeleiding van snarentuig de Psalm, die voor iedere dag van de week vastgesteld was (Zondag 24, Maandag 28, Dinsdags 82 Woensdag 94, Donderdag 81, Vrijdag 93, Zaterdag 92). Wat de zegen en de wijze van uitspreken betreft, zo sprak de priester, terwijl hij de trappen opging, die naar het voorportaal leidden: "O God, help, dat deze zegen, waarmee Gij bevolen hebt Uw volk te zegenen, een volkomen zegen zij, en dat wij in het uitspreken noch zondigen, noch een misslag begaan;" hij zong daarna de zegen met ene luide, heldere stem, waarbij hij zijn handen omhoog hief, de rechter een weinig hoger dan de linker (zie Numbers 6:27), de oversten echter en het volk de ogen neersloegen en zich ter aarde bogen; nu keerde hij terug naar de tempel, terwijl hij bad: "O Heer van de gehele wereld; wij hebben gedaan, wat Gij ons bevolen hebt te doen; doe Gij nu, wat gij ons beloofd hebt. Zie uit de woning van Uw heiligdom neer en zegen Uw volk Israël." Het volk van zijn zijde loofde God met de woorden: "Dankt nu allen God, die grote dingen doet, Amen." (Sir.50:24). Of de zegen ook bij het avondoffer werd uitgesproken, is twijfelachtig..

Vers 9

9. Maar op de Sabbatdag 1) komen er bij het dagelijkse brandoffer (Numbers 28:2-Numbers 28:8) nog twee volkomen eenjarige lammeren, en twee tienden meelbloem tot spijsoffer, met olie gemengd, bovendien zijn drankoffer.

1) Nu wordt bevolen, wat bij een eerdere gelegenheid is weggelaten, nl. dat op de Sabbatdag het offer moest verdubbeld worden en in de plaats van n lam twee moesten geofferd worden. Want het was billijk, omdat de zevende dag in het bijzonder God gewijd was, dat hij door een bijzonder teken van de andere dagen werd afgescheiden. Ook grotere offeranden beveelt Hij op de eerste dagen van de maanden, of bij de nieuwe maanfeesten te brengen, nl. twee varren en n ram en een bok ten zondoffer. Want wij weten, dat de eerste dag van iedere maand God heilig was, opdat aan het volk meermalen werd vernieuwd, de herinnering om die te vieren, en een bok werd erbij gevoegd tot verzoening van zonde, opdat zij iedere maand als schuldigen voor Gods aangezicht zouden staan en Hem om genade zouden smeken..

In Ezechiëls tempeldienst, die op de tijden van het Evangelie zag, zouden de sabbatsofferanden bestaan in zes volkomen lammeren en een volkomen ram, met hun spijsoffer en met hun drankoffer, om daardoor niet onduidelijk te kennen te geven, niet alleen de duurzaamheid, maar ook de bevordering en de vermeerdering van de heiliging van de Sabbatten in de dagen van de Messias..

Vers 9

9. Maar op de Sabbatdag 1) komen er bij het dagelijkse brandoffer (Numbers 28:2-Numbers 28:8) nog twee volkomen eenjarige lammeren, en twee tienden meelbloem tot spijsoffer, met olie gemengd, bovendien zijn drankoffer.

1) Nu wordt bevolen, wat bij een eerdere gelegenheid is weggelaten, nl. dat op de Sabbatdag het offer moest verdubbeld worden en in de plaats van n lam twee moesten geofferd worden. Want het was billijk, omdat de zevende dag in het bijzonder God gewijd was, dat hij door een bijzonder teken van de andere dagen werd afgescheiden. Ook grotere offeranden beveelt Hij op de eerste dagen van de maanden, of bij de nieuwe maanfeesten te brengen, nl. twee varren en n ram en een bok ten zondoffer. Want wij weten, dat de eerste dag van iedere maand God heilig was, opdat aan het volk meermalen werd vernieuwd, de herinnering om die te vieren, en een bok werd erbij gevoegd tot verzoening van zonde, opdat zij iedere maand als schuldigen voor Gods aangezicht zouden staan en Hem om genade zouden smeken..

In Ezechiëls tempeldienst, die op de tijden van het Evangelie zag, zouden de sabbatsofferanden bestaan in zes volkomen lammeren en een volkomen ram, met hun spijsoffer en met hun drankoffer, om daardoor niet onduidelijk te kennen te geven, niet alleen de duurzaamheid, maar ook de bevordering en de vermeerdering van de heiliging van de Sabbatten in de dagen van de Messias..

Vers 10

10. Het is het brandoffer van de Sabbat op elke Sabbat, boven het gedurig brandoffer, en zijn drankoffer, zodat dus op de Sabbat het morgen- en avondoffer verdubbeld wordt.

De heiliging van de zevende dag, bestond 1. negatief, in de staking van elke bezigheid, waardoor het volk van God als het ware vrij gemaakt werd van de zorgen en de last van het leven, opdat het zijn ziel uit de verstrooiing van deze aardse beslommeringen kon terugtrekken en zich verkwikken in de rust van God; 2. positief in een heilige vergadering, waarin Israël door de overdenking van de wet van de Heere zich opbouwde in het woord van God, in het verdubbelen van het brandoffer, waardoor het opnieuw en met grotere geestkracht zijn ziel met God verenigde en in het opleggen van nieuwe toonbroden, waarin het met zijn vruchten van de heiliging voor het aangezicht van de Heere verscheen, en zich in Zijn nabijheid verheugde. (zie Exodus 16:26, zie Exodus 16:30 en zie Exodus 31:15; Leviticus 23:3 Exodus. 25:30 Leviticus 24:5-Leviticus 24:9 ) 11. En in het begin van uw maanden, op iedere dag, waarmee een nieuwe maand aanvangt, zult gij een brandoffer voor de HEERE offeren, boven het dagelijkse of gedurige offer; twee jonge varren en een ram; zeven volkomen eenjarige lammeren;

Vers 10

10. Het is het brandoffer van de Sabbat op elke Sabbat, boven het gedurig brandoffer, en zijn drankoffer, zodat dus op de Sabbat het morgen- en avondoffer verdubbeld wordt.

De heiliging van de zevende dag, bestond 1. negatief, in de staking van elke bezigheid, waardoor het volk van God als het ware vrij gemaakt werd van de zorgen en de last van het leven, opdat het zijn ziel uit de verstrooiing van deze aardse beslommeringen kon terugtrekken en zich verkwikken in de rust van God; 2. positief in een heilige vergadering, waarin Israël door de overdenking van de wet van de Heere zich opbouwde in het woord van God, in het verdubbelen van het brandoffer, waardoor het opnieuw en met grotere geestkracht zijn ziel met God verenigde en in het opleggen van nieuwe toonbroden, waarin het met zijn vruchten van de heiliging voor het aangezicht van de Heere verscheen, en zich in Zijn nabijheid verheugde. (zie Exodus 16:26, zie Exodus 16:30 en zie Exodus 31:15; Leviticus 23:3 Exodus. 25:30 Leviticus 24:5-Leviticus 24:9 ) 11. En in het begin van uw maanden, op iedere dag, waarmee een nieuwe maand aanvangt, zult gij een brandoffer voor de HEERE offeren, boven het dagelijkse of gedurige offer; twee jonge varren en een ram; zeven volkomen eenjarige lammeren;

Vers 12

12. En drie tienden meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, bij de ene var, en twee tienden meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, bij de ene ram;

Vers 12

12. En drie tienden meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, bij de ene var, en twee tienden meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, bij de ene ram;

Vers 13

13. En tot elk tiende deel meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, bij het ene lam: het is een brandoffer tot een liefelijke reuk, een vuuroffer voor de HEERE; hierdoor zal iedere eerste dag van de maand van de gewone dag onderscheiden worden.

Vers 13

13. En tot elk tiende deel meelbloem ten spijsoffer, met olie gemengd, bij het ene lam: het is een brandoffer tot een liefelijke reuk, een vuuroffer voor de HEERE; hierdoor zal iedere eerste dag van de maand van de gewone dag onderscheiden worden.

Vers 14

14. En hun drankoffers, die bij dit brand- en spijsoffer komen, zullen zijn de helft van een hin bij een var, en een derde deel van een hin bij een ram, en een vierde deel van een hin wijn bij een lam. 1) Dat is het brandoffer van de nieuwe maan in elke maand, naar de maanden van het jaar, waardoor de gehele maand aan de Heere geheiligd wordt.

1) Ook: zie Numbers 15:1 en volgende.

Vers 14

14. En hun drankoffers, die bij dit brand- en spijsoffer komen, zullen zijn de helft van een hin bij een var, en een derde deel van een hin bij een ram, en een vierde deel van een hin wijn bij een lam. 1) Dat is het brandoffer van de nieuwe maan in elke maand, naar de maanden van het jaar, waardoor de gehele maand aan de Heere geheiligd wordt.

1) Ook: zie Numbers 15:1 en volgende.

Vers 15

15. Daartoe zal, tot uitdelging van de zonden, die in de vorige maand bedreven zijn, een geitebok ten zondoffer en ten spijsoffer voor de HEERE, boven het gedurig brandoffer, bereid worden, met zijn drankoffer, nog v r de aanbieding van deze offers.

Wanneer de gemeente van de Heere iedere dag door een brandoffer haar leven en werken aan de Heere wijden zou, zo was het nodig, dat zij dit ook bij de aanvang van een grotere tijdruimte deed; daarom moest de beginnende nieuwe maand door een bijzonder offer de Heere geheiligd worden. Terwijl nu voor iedere dag een brandoffer genoeg was, waarin het denkbeeld van verzoening lag opgesloten, moest, met een terugblik op de zonden, die in de verlopen maand bedreven waren en nog onverzoend waren gebleven, een bijzonder zondoffer aangebracht worden, om op grond van de verzoening van die zonden, het leven opnieuw de Heere te kunnen heiligen. Deze betekenis van het offer van de nieuwe maan werd nog verhoogd, door dat de priesters gedurende de offerande op zilveren trompetten bliezen, opdat de gemeente daardoor aan God zou worden voorgesteld, en Hij aan haar zou gedenken. Het trompetgeschal namelijk moest het gebed, dat in het offer zichtbaar was voorgesteld, voor God brengen, opdat God haar in genade zou aanzien, haar vergeving van zonde en kracht tot heiliging zou geven, en de gemeente in Zijn zalige gemeenschap opnieuw heilig voor Zijn aangezicht zou wandelen. Eigenlijke feestdagen met sabbatsrust waren deze eerste dagen van elke maand of dagen van de nieuwe maan niet; toch werd in vervolg van tijd de nieuwe maan langzamerhand een feestdag, waarop alle handel en bezigheid rustte, de vromen in Israël bij de profeten opbouwing zochten; vele families en geslachten jaarlijkse dankoffers brachten, en ook in latere tijd de ijverigste lieden het vasten nalieten. Daarom werd deze dag ook door de profeten dikwijls als een feest naast de Sabbat genoemd (1 Samuel 20:6,1 Samuel 20:29; 2 Kings 4:23 Isaiah 1:13 Ezekiel 46:1 Hosea2:18 Amos 8:5 Judith 8:6)

Vers 15

15. Daartoe zal, tot uitdelging van de zonden, die in de vorige maand bedreven zijn, een geitebok ten zondoffer en ten spijsoffer voor de HEERE, boven het gedurig brandoffer, bereid worden, met zijn drankoffer, nog v r de aanbieding van deze offers.

Wanneer de gemeente van de Heere iedere dag door een brandoffer haar leven en werken aan de Heere wijden zou, zo was het nodig, dat zij dit ook bij de aanvang van een grotere tijdruimte deed; daarom moest de beginnende nieuwe maand door een bijzonder offer de Heere geheiligd worden. Terwijl nu voor iedere dag een brandoffer genoeg was, waarin het denkbeeld van verzoening lag opgesloten, moest, met een terugblik op de zonden, die in de verlopen maand bedreven waren en nog onverzoend waren gebleven, een bijzonder zondoffer aangebracht worden, om op grond van de verzoening van die zonden, het leven opnieuw de Heere te kunnen heiligen. Deze betekenis van het offer van de nieuwe maan werd nog verhoogd, door dat de priesters gedurende de offerande op zilveren trompetten bliezen, opdat de gemeente daardoor aan God zou worden voorgesteld, en Hij aan haar zou gedenken. Het trompetgeschal namelijk moest het gebed, dat in het offer zichtbaar was voorgesteld, voor God brengen, opdat God haar in genade zou aanzien, haar vergeving van zonde en kracht tot heiliging zou geven, en de gemeente in Zijn zalige gemeenschap opnieuw heilig voor Zijn aangezicht zou wandelen. Eigenlijke feestdagen met sabbatsrust waren deze eerste dagen van elke maand of dagen van de nieuwe maan niet; toch werd in vervolg van tijd de nieuwe maan langzamerhand een feestdag, waarop alle handel en bezigheid rustte, de vromen in Israël bij de profeten opbouwing zochten; vele families en geslachten jaarlijkse dankoffers brachten, en ook in latere tijd de ijverigste lieden het vasten nalieten. Daarom werd deze dag ook door de profeten dikwijls als een feest naast de Sabbat genoemd (1 Samuel 20:6,1 Samuel 20:29; 2 Kings 4:23 Isaiah 1:13 Ezekiel 46:1 Hosea2:18 Amos 8:5 Judith 8:6)

Vers 16

16. En in de eerste maand op de veertiende dag van de maand Abib of Nisan (zie "Exodus 12:2) is het Pascha voor de HEERE, wanneer men tussen de twee avonden het paaslam slacht en eet. Exodus 12:3-Exodus 12:14; Exodus 12:21-Exodus 12:27 Leviticus 23:5

Vers 16

16. En in de eerste maand op de veertiende dag van de maand Abib of Nisan (zie "Exodus 12:2) is het Pascha voor de HEERE, wanneer men tussen de twee avonden het paaslam slacht en eet. Exodus 12:3-Exodus 12:14; Exodus 12:21-Exodus 12:27 Leviticus 23:5

Vers 17

17. En op de vijftiende dag van deze maand is het feest van de ongezuurde broden, dat zich daaraan sluit. Zeven dagen achtereen zullen ongezuurde broden gegeten worden.

Exodus 12:15-Exodus 12:20; Exodus 13:4-Exodus 13:10 Leviticus 23:6-Leviticus 23:8

Vers 17

17. En op de vijftiende dag van deze maand is het feest van de ongezuurde broden, dat zich daaraan sluit. Zeven dagen achtereen zullen ongezuurde broden gegeten worden.

Exodus 12:15-Exodus 12:20; Exodus 13:4-Exodus 13:10 Leviticus 23:6-Leviticus 23:8

Vers 18

18. Op de eerste dag zal een heilige samenroeping zijn, hij zal voor een hoge feestdag gehouden worden; geen dienstwerk zult gij doen (Leviticus 23:7).

Vers 18

18. Op de eerste dag zal een heilige samenroeping zijn, hij zal voor een hoge feestdag gehouden worden; geen dienstwerk zult gij doen (Leviticus 23:7).

Vers 19

19. Maar gij zult een vuuroffer ten brandoffer aan de HEERE offeren, op dezelfde wijze als op het feest van de nieuwe maan (Numbers 28:11-Numbers 28:15): twee jonge varren, en een ram, daartoe zeven eenjarige lammeren, volkomen zullen zij u zijn. 1)

1) Opdat de viering van het Pascha des te hoger zou geschat worden, heeft Hij dit buitengewone offer verbonden met de offerande van een paar varren, deels, opdat zij meer zouden opgewekt worden, om zich tot God te wenden; deels, opdat zij zouden erkennen, hoe algemeen Hij hen in Zijn genade heeft omvat, omdat Hij uit hun kudden en uit hun groot vee Zijn offeranden nam, ja, ook eist, dat zij uit hun voorraadkamers en korenschuren Hem een heilige maaltijd zouden bereiden, deels ook, opdat zij, zich schuldig belijdende aan de eeuwige dood, tot Hem om vergiffenis zouden vluchten en tegelijk erkennen, dat er slechts een wijze van verzoening was, wanneer God in hun offerande genoegen nam..

Door het veelvuldig brengen van de offeranden op het Paasfeest, moest Israël elk jaar zijn voortdurende en blijmoedige dankbaarheid tonen aan de Heere God voor de verlossing uit Egypte. Waar Hij hun die grote genade bewezen had, daar moesten zij door offeranden hun dankbaarheid tonen, dat zij die weldaad ook werkelijk als genade erkenden..

Vers 19

19. Maar gij zult een vuuroffer ten brandoffer aan de HEERE offeren, op dezelfde wijze als op het feest van de nieuwe maan (Numbers 28:11-Numbers 28:15): twee jonge varren, en een ram, daartoe zeven eenjarige lammeren, volkomen zullen zij u zijn. 1)

1) Opdat de viering van het Pascha des te hoger zou geschat worden, heeft Hij dit buitengewone offer verbonden met de offerande van een paar varren, deels, opdat zij meer zouden opgewekt worden, om zich tot God te wenden; deels, opdat zij zouden erkennen, hoe algemeen Hij hen in Zijn genade heeft omvat, omdat Hij uit hun kudden en uit hun groot vee Zijn offeranden nam, ja, ook eist, dat zij uit hun voorraadkamers en korenschuren Hem een heilige maaltijd zouden bereiden, deels ook, opdat zij, zich schuldig belijdende aan de eeuwige dood, tot Hem om vergiffenis zouden vluchten en tegelijk erkennen, dat er slechts een wijze van verzoening was, wanneer God in hun offerande genoegen nam..

Door het veelvuldig brengen van de offeranden op het Paasfeest, moest Israël elk jaar zijn voortdurende en blijmoedige dankbaarheid tonen aan de Heere God voor de verlossing uit Egypte. Waar Hij hun die grote genade bewezen had, daar moesten zij door offeranden hun dankbaarheid tonen, dat zij die weldaad ook werkelijk als genade erkenden..

Vers 20

20. En hun spijsoffer zal zijn meelbloem met olie gemengd; drie tienden bij een var, en twee tienden bij een ram zult gij bereiden.

Vers 20

20. En hun spijsoffer zal zijn meelbloem met olie gemengd; drie tienden bij een var, en twee tienden bij een ram zult gij bereiden.

Vers 21

21. Tot elk zult gij een tiende deel bereiden bij een lam, tot die zeven lammeren toe.

Vers 21

21. Tot elk zult gij een tiende deel bereiden bij een lam, tot die zeven lammeren toe.

Vers 22

22. Daarna, eer het brandoffer wordt gebracht, een bok ten zondoffer, om over u verzoening te doen.

Vers 22

22. Daarna, eer het brandoffer wordt gebracht, een bok ten zondoffer, om over u verzoening te doen.

Vers 23

23. Behalve het morgenbrandoffer, dat tot een gedurig brandoffer is, zult gij deze dingen, dit zond- en brandoffer bereiden.

Vers 23

23. Behalve het morgenbrandoffer, dat tot een gedurig brandoffer is, zult gij deze dingen, dit zond- en brandoffer bereiden.

Vers 24

24. Achtervolgens deze dingen zult gij overdag, zeven dagen lang, de spijze van het vuuroffer bereiden tot een liefelijke reuk voor de HEERE; gij zult dus uw offeraanbieden, dat de Heere tot een spijze verstrekt, waarin Hij een welbehagen heeft (Leviticus 21:6,Leviticus 21:8,Leviticus 21:17,Leviticus 21:21); boven dat gedurig brandoffer zal het bereid worden, met zijn drankoffer. 25. En op de zevende dag zult gij, evenals op de eerste (Numbers 28:18), een heilige samenroeping hebben: geen dienstwerk zult gij doen.

De vroegere bepalingen over het zevendaagse Paasfeest worden, hoewel samengevat, hier nog eens herinnerd. De hoofdzaak echter, waarop het hier aankomt, is het vaststellen van het offer op iedere dag van het feest in aansluiting met het morgenbrandoffer. Zoals reeds in Numbers 28:19 Numbers 28:28:19 gezegd is, zijn die offeranden juist dezelfde, die vastgesteld zijn voor het feest van de nieuwe maan; naderhand komen deze offers weer terug bij het Pinksterfeest (Numbers 28:27) ) en vermenigvuldigd (Numbers 29:1), bij het Loofhuttenfeest, terwijl zij enigszins verminderd voorkomen op de dag van het geklank (Numbers 29:1), op de Verzoendag (Numbers 29:7 vv.), en op de verbodsdag (Numbers 29:35-Numbers 29:38). Blijkbaar vormt dus het zondoffer, dat uit een geitebok bestaat, en het brandoffer, dat uit twee jonge varren, een ram en zeven njarige lammeren bestaat, het hoofdoffer van de feestdagen. Bij het brandoffer wordt dit overal met een var verminderd, waar de dag toch reeds door bijzondere feestoffers gekenmerkt is, of zich onmiddellijk aan andere feesten aansluit; vermeerderd daarentegen bij het grootste feest van het jaar, het Loofhuttenfeest. Deze vermeerdering is deels een verdubbeling, 2 rammen en 14 njarige lammeren, deels een vervijfvoudiging, 2 maal 5 maal 7 = 70 varren (zie Genesis 47:2 en zie Exodus 27:2); doch de 70 varren worden niet gelijk over de 7 dagen verdeeld, maar in afdalende volgorde: 13, 12, 11, 10, 9, 8, 7, opdat de zevende dag het heilige getal zeven bevatten zou. Evenals de gemeente van Israël, als gemeente van de Heere, zich in haar dagelijkse offeranden naar lichaam, ziel en geest, zich de Heere, haar God, moest toewijden, zo moest zij zo'n heiliging op haar feestdagen in dubbele mate bewerkstelligen; dit is in het algemeen het denkbeeld, dat in al de wetten over het offeren ten grondslag ligt, en deze order ontwikkelt zich zo, dat daardoor iedere hoogtijd zijn eigen streng karakter verkrijgt, naarmate van zijn betekenis en de plaats, die hij in het kerkelijk jaar inneemt..

Vers 24

24. Achtervolgens deze dingen zult gij overdag, zeven dagen lang, de spijze van het vuuroffer bereiden tot een liefelijke reuk voor de HEERE; gij zult dus uw offeraanbieden, dat de Heere tot een spijze verstrekt, waarin Hij een welbehagen heeft (Leviticus 21:6,Leviticus 21:8,Leviticus 21:17,Leviticus 21:21); boven dat gedurig brandoffer zal het bereid worden, met zijn drankoffer. 25. En op de zevende dag zult gij, evenals op de eerste (Numbers 28:18), een heilige samenroeping hebben: geen dienstwerk zult gij doen.

De vroegere bepalingen over het zevendaagse Paasfeest worden, hoewel samengevat, hier nog eens herinnerd. De hoofdzaak echter, waarop het hier aankomt, is het vaststellen van het offer op iedere dag van het feest in aansluiting met het morgenbrandoffer. Zoals reeds in Numbers 28:19 Numbers 28:28:19 gezegd is, zijn die offeranden juist dezelfde, die vastgesteld zijn voor het feest van de nieuwe maan; naderhand komen deze offers weer terug bij het Pinksterfeest (Numbers 28:27) ) en vermenigvuldigd (Numbers 29:1), bij het Loofhuttenfeest, terwijl zij enigszins verminderd voorkomen op de dag van het geklank (Numbers 29:1), op de Verzoendag (Numbers 29:7 vv.), en op de verbodsdag (Numbers 29:35-Numbers 29:38). Blijkbaar vormt dus het zondoffer, dat uit een geitebok bestaat, en het brandoffer, dat uit twee jonge varren, een ram en zeven njarige lammeren bestaat, het hoofdoffer van de feestdagen. Bij het brandoffer wordt dit overal met een var verminderd, waar de dag toch reeds door bijzondere feestoffers gekenmerkt is, of zich onmiddellijk aan andere feesten aansluit; vermeerderd daarentegen bij het grootste feest van het jaar, het Loofhuttenfeest. Deze vermeerdering is deels een verdubbeling, 2 rammen en 14 njarige lammeren, deels een vervijfvoudiging, 2 maal 5 maal 7 = 70 varren (zie Genesis 47:2 en zie Exodus 27:2); doch de 70 varren worden niet gelijk over de 7 dagen verdeeld, maar in afdalende volgorde: 13, 12, 11, 10, 9, 8, 7, opdat de zevende dag het heilige getal zeven bevatten zou. Evenals de gemeente van Israël, als gemeente van de Heere, zich in haar dagelijkse offeranden naar lichaam, ziel en geest, zich de Heere, haar God, moest toewijden, zo moest zij zo'n heiliging op haar feestdagen in dubbele mate bewerkstelligen; dit is in het algemeen het denkbeeld, dat in al de wetten over het offeren ten grondslag ligt, en deze order ontwikkelt zich zo, dat daardoor iedere hoogtijd zijn eigen streng karakter verkrijgt, naarmate van zijn betekenis en de plaats, die hij in het kerkelijk jaar inneemt..

Vers 26

26. Evenzo op den dag van de eerstelingen, op het Pinksterfeest, dat 50 dagen na Pasen gevierd wordt (Leviticus 23:15-Leviticus 23:22), als gij een nieuw spijsoffer aan de HEERE zult offeren, het spijsoffer, dat uit de vruchten van de nieuwe oogst bestaat, naar uw weken, de zeven weken die gij rekenen moet van de dag af, waarop de eerstelingen geofferd worden (Leviticus 23:15), zult gij een heilige samenroeping hebben: geen dienstwerk zult gij doen (Numbers 28:18,Numbers 28:25).

Vers 26

26. Evenzo op den dag van de eerstelingen, op het Pinksterfeest, dat 50 dagen na Pasen gevierd wordt (Leviticus 23:15-Leviticus 23:22), als gij een nieuw spijsoffer aan de HEERE zult offeren, het spijsoffer, dat uit de vruchten van de nieuwe oogst bestaat, naar uw weken, de zeven weken die gij rekenen moet van de dag af, waarop de eerstelingen geofferd worden (Leviticus 23:15), zult gij een heilige samenroeping hebben: geen dienstwerk zult gij doen (Numbers 28:18,Numbers 28:25).

Vers 27

27. Dan zult gij de HEERE een brandoffer tot een liefelijke reuk offeren: twee jonge varren, een ram, zeven eenjarige lammeren; 1)

1) Het feest-, brand- en zondoffer van deze dag is van het in Leviticus 23:18 verordende brand- en zondoffer, dat de eerstelingen moest begeleiden, onafhankelijk en v r deze, na het dagelijks morgenoffer te brengen..

Deze mening van Keil wordt duidelijk gesteund door de volgende verzen, en daarom is er ook geen verschil te zoeken tussen Leviticus 23:18 en deze plaats. Wat hier geboden wordt is aanvulling van hetgeen aldaar wordt verordend.. 28. En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tienden bij een var, twee tienden bij een ram;

Vers 27

27. Dan zult gij de HEERE een brandoffer tot een liefelijke reuk offeren: twee jonge varren, een ram, zeven eenjarige lammeren; 1)

1) Het feest-, brand- en zondoffer van deze dag is van het in Leviticus 23:18 verordende brand- en zondoffer, dat de eerstelingen moest begeleiden, onafhankelijk en v r deze, na het dagelijks morgenoffer te brengen..

Deze mening van Keil wordt duidelijk gesteund door de volgende verzen, en daarom is er ook geen verschil te zoeken tussen Leviticus 23:18 en deze plaats. Wat hier geboden wordt is aanvulling van hetgeen aldaar wordt verordend.. 28. En hun spijsoffer van meelbloem, met olie gemengd: drie tienden bij een var, twee tienden bij een ram;

Vers 29

29. Tot elk een tiende bij een lam, tot die zeven lammeren toe;

Vers 29

29. Tot elk een tiende bij een lam, tot die zeven lammeren toe;

Vers 30

30. Een geitebok, om voor u verzoening te doen.

Vers 30

30. Een geitebok, om voor u verzoening te doen.

Vers 31

31. Behalve het gedurig brandoffer, in onmiddellijke aansluiting daarvan, en zijn spijsoffer, zult gij ze bereiden: zij zullen u volkomen zijn met hun drankoffers.

Vers 31

31. Behalve het gedurig brandoffer, in onmiddellijke aansluiting daarvan, en zijn spijsoffer, zult gij ze bereiden: zij zullen u volkomen zijn met hun drankoffers.

Bibliografische Informatie
Dächsel, Karl August. "Commentaar op Numbers 28". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/commentaries/dut/dac/numbers-28.html. 1862-80.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile