Lectionary Calendar
Monday, December 23rd, 2024
the Fourth Week of Advent
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Bible Commentaries
Prediker 6

Dächsel BijbelverklaringDächsel Bijbelverklaring

Zoek naar…
Enter query below:

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, PREDIKER 6

Ecclesiastes 6:1.

GIERIGHEID EN WERELDSE EER ZIJN IJDEL.

C. De derde rede, die van Ecclesiastes 6:1-Ecclesiastes 8:15 loopt, onderzoekt in aansluiting aan de vorige afdeling, welke gezindheid voor den mens noodzakelijk is, om het in de vorige rede beschreven levensgeluk te verkrijgen en te bewaren, waarin alzo de ware levenswijsheid bestaat. In 3 afdelingen wordt uiteengezet, dat zij niet kan gelegen zijn in het jagen naar het bezit en het genot van allerlei aardse goederen en eerbewijzingen, maar veeleer daarin, dat men de wereld verachte, lijdzaam zij, en God vreze; daarnaar moet men, niettegenstaande de verleidingen, onderdrukkingen en tegenspoeden, streven.

I. Ecclesiastes 6:1-Ecclesiastes 6:12. Deze eerste afdeling veroordeelt vooreerst de dwaasheid en kortzichtigheid van hen, die menen, dat de ware levenswijsheid daarin bestaat, dat men zoveel aardse goederen moet trachten te verkrijgen als mogelijk is. Zij splitst zich in 2 onderdelen: Ecclesiastes 6:1-Ecclesiastes 6:6. De ware levenswijsheid, die den mens gelukkig maakt, kan niet bestaan in een ijverig streven naar het bezit en het genot van de vele goederen dezes levens, zoals geld, eer, een lang leven, een groot aantal kinderen; want ook zij, die het rijkst met deze dingen gezegend zijn, hebben er toch geen waar en blijvend genot van. Ecclesiastes 6:7-Ecclesiastes 6:12: Ieder, die in het bezit van aardse eer en goederen is, of ijverig naar derzelver bezit streeft, moet spoedig ervaren, hoe nietig en vergankelijk zij zijn, en wendt zich dan, daar het tegenwoordige hem niet bevredigt met zijne verwachtingen tot de toekomst; die ook geheel duister voor hem blijft.

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, PREDIKER 6

Ecclesiastes 6:1.

GIERIGHEID EN WERELDSE EER ZIJN IJDEL.

C. De derde rede, die van Ecclesiastes 6:1-Ecclesiastes 8:15 loopt, onderzoekt in aansluiting aan de vorige afdeling, welke gezindheid voor den mens noodzakelijk is, om het in de vorige rede beschreven levensgeluk te verkrijgen en te bewaren, waarin alzo de ware levenswijsheid bestaat. In 3 afdelingen wordt uiteengezet, dat zij niet kan gelegen zijn in het jagen naar het bezit en het genot van allerlei aardse goederen en eerbewijzingen, maar veeleer daarin, dat men de wereld verachte, lijdzaam zij, en God vreze; daarnaar moet men, niettegenstaande de verleidingen, onderdrukkingen en tegenspoeden, streven.

I. Ecclesiastes 6:1-Ecclesiastes 6:12. Deze eerste afdeling veroordeelt vooreerst de dwaasheid en kortzichtigheid van hen, die menen, dat de ware levenswijsheid daarin bestaat, dat men zoveel aardse goederen moet trachten te verkrijgen als mogelijk is. Zij splitst zich in 2 onderdelen: Ecclesiastes 6:1-Ecclesiastes 6:6. De ware levenswijsheid, die den mens gelukkig maakt, kan niet bestaan in een ijverig streven naar het bezit en het genot van de vele goederen dezes levens, zoals geld, eer, een lang leven, een groot aantal kinderen; want ook zij, die het rijkst met deze dingen gezegend zijn, hebben er toch geen waar en blijvend genot van. Ecclesiastes 6:7-Ecclesiastes 6:12: Ieder, die in het bezit van aardse eer en goederen is, of ijverig naar derzelver bezit streeft, moet spoedig ervaren, hoe nietig en vergankelijk zij zijn, en wendt zich dan, daar het tegenwoordige hem niet bevredigt met zijne verwachtingen tot de toekomst; die ook geheel duister voor hem blijft.

Vers 1

1. Er is, en daarom zei ik in Ecclesiastes 5:18 met goed recht, dat God niet alleen rijkdom, maar ook de macht, om er zich over te verblijden moest geven, een kwaad, dat ik gezien heb onder de zon, en het is veel onder de mensen.

Vers 1

1. Er is, en daarom zei ik in Ecclesiastes 5:18 met goed recht, dat God niet alleen rijkdom, maar ook de macht, om er zich over te verblijden moest geven, een kwaad, dat ik gezien heb onder de zon, en het is veel onder de mensen.

Bibliografische Informatie
Dächsel, Karl August. "Commentaar op Ecclesiastes 6". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/commentaries/dut/dac/ecclesiastes-6.html. 1862-80.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile