Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
advertisement
advertisement
advertisement
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!
Click here to learn more!
Bible Commentaries
Dächsel Bijbelverklaring Dächsel Bijbelverklaring
Auteursrechtverklaring
Deze bestanden zijn publiek domein en zijn een afgeleide van een elektronische editie die beschikbaar is op de website Bible Support.
Deze bestanden zijn publiek domein en zijn een afgeleide van een elektronische editie die beschikbaar is op de website Bible Support.
Bibliografische Informatie
Dächsel, Karl August. "Commentaar op 2 Chronicles 27". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/commentaries/dut/dac/2-chronicles-27.html. 1862-80.
Dächsel, Karl August. "Commentaar op 2 Chronicles 27". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/
Whole Bible (3)
Inleiding
Bijbelverkaring van Dchsel, 2 KRONIEKEN 272 Chronicles 27:1
JOTHAM MAAKT DE AMMONIETEN CIJNSBAAR
I. 2 Chronicles 27:1-2 Chronicles 27:6. Jotham regeert 16 jaren lang over Juda op Gode-gevallige wijze, ofschoon hij wel, evenmin als zijn vader, de dienst van de hoogten kan uitroeien, maar toch niet zoals deze het priesterambt zich aanmatigt. Ook zijn regering strekt om Juda tot hoger macht en bloei te verheffen; want hij bouwt aan de tempel en de stadsmuur, legt steden aan op het gebergte van Juda, en burchten en torens in de wouden; daarenboven voert hij een zegerijke oorlog met de Ammonieten, die hij cijnsbaar maakt, en hij richt zijn wegen voor het aangezicht van de Heere, zijn God (vgl. 2 Kings 15:32-2 Kings 15:35).
Inleiding
Bijbelverkaring van Dchsel, 2 KRONIEKEN 272 Chronicles 27:1
JOTHAM MAAKT DE AMMONIETEN CIJNSBAAR
I. 2 Chronicles 27:1-2 Chronicles 27:6. Jotham regeert 16 jaren lang over Juda op Gode-gevallige wijze, ofschoon hij wel, evenmin als zijn vader, de dienst van de hoogten kan uitroeien, maar toch niet zoals deze het priesterambt zich aanmatigt. Ook zijn regering strekt om Juda tot hoger macht en bloei te verheffen; want hij bouwt aan de tempel en de stadsmuur, legt steden aan op het gebergte van Juda, en burchten en torens in de wouden; daarenboven voert hij een zegerijke oorlog met de Ammonieten, die hij cijnsbaar maakt, en hij richt zijn wegen voor het aangezicht van de Heere, zijn God (vgl. 2 Kings 15:32-2 Kings 15:35).
Vers 1
1. Jotham was vijfentwintig jaren oud, toen hij, na enige jaren regent in zijn vaders plaats geweest te zijn (2 Chronicles 26:21) in het jaar 758 voor Christus, koning werd, en hij regeerde zestien jaren, tot 742, te Jeruzalem, en de naam van zijn moeder was Jerusa, een dochter van Zadok.Vers 1
1. Jotham was vijfentwintig jaren oud, toen hij, na enige jaren regent in zijn vaders plaats geweest te zijn (2 Chronicles 26:21) in het jaar 758 voor Christus, koning werd, en hij regeerde zestien jaren, tot 742, te Jeruzalem, en de naam van zijn moeder was Jerusa, een dochter van Zadok.Vers 2
2. En hij deed dat juist was in de ogen van de Heere, naar alles, wat zijn vader Uzzia gedaan had, behalve dat hij in de tempel van de Heere niet inging, zoals deze (2 Chronicles 26:16); en het volk verdierf zich nog, volhardde in zijn verderfelijke weg, terwijl het voortging om op de hoogten te offeren en te aanbidden (2 Kings 15:35).Vers 2
2. En hij deed dat juist was in de ogen van de Heere, naar alles, wat zijn vader Uzzia gedaan had, behalve dat hij in de tempel van de Heere niet inging, zoals deze (2 Chronicles 26:16); en het volk verdierf zich nog, volhardde in zijn verderfelijke weg, terwijl het voortging om op de hoogten te offeren en te aanbidden (2 Kings 15:35).Vers 3
3. Deze bouwde aan de noordzijde van het binnenvoorhof de hoge poorten aan het huis van de Heere; hij bouwde ook veel aan de muur van Ofel, die ook de zuidelijke helling van de tempelberg in de vestingwerken van Jeruzalem moest brengen, en wilde aldus stad en tempel tegen elke aanval van het zuiden en oosten beschermen (2 Chronicles 26:2).Vers 3
3. Deze bouwde aan de noordzijde van het binnenvoorhof de hoge poorten aan het huis van de Heere; hij bouwde ook veel aan de muur van Ofel, die ook de zuidelijke helling van de tempelberg in de vestingwerken van Jeruzalem moest brengen, en wilde aldus stad en tempel tegen elke aanval van het zuiden en oosten beschermen (2 Chronicles 26:2).Vers 4
4. Daartoe bouwde hij steden op het gebergte van Juda; en in de wouden, woudstreken, bouwde hij burchten en torens ter bescherming van de herders en hun vee (zie 2 Koningen .15:35).Vers 4
4. Daartoe bouwde hij steden op het gebergte van Juda; en in de wouden, woudstreken, bouwde hij burchten en torens ter bescherming van de herders en hun vee (zie 2 Koningen .15:35).Vers 5
5. Hij streed ook tegen de koning van de kinderen van Ammon, die de cijns hadden geweigerd te betalen, en had de overhand over hen, zodat de kinderen van Ammon in dat jaar hem gaven honderd talenten zilver 1)en tienduizend kor tarwe (Exodus 16:36), en tienduizend kor gerst, dit brachten hem de kinderen van Ammon wederom, ook in het tweede en in het derde jaar.1) D.i. 432.000 gulden naar de Mozaïsche, of de helft daarvan, indien men berekent naar de sikkel van het heiligdom.
Vers 5
5. Hij streed ook tegen de koning van de kinderen van Ammon, die de cijns hadden geweigerd te betalen, en had de overhand over hen, zodat de kinderen van Ammon in dat jaar hem gaven honderd talenten zilver 1)en tienduizend kor tarwe (Exodus 16:36), en tienduizend kor gerst, dit brachten hem de kinderen van Ammon wederom, ook in het tweede en in het derde jaar.1) D.i. 432.000 gulden naar de Mozaïsche, of de helft daarvan, indien men berekent naar de sikkel van het heiligdom.
Vers 6
6. Alzo versterkte zich Jotham; want hij richtte zijn wegen voor het aangezicht van de Heere, zijn God 1), om in oprechtheid en standvastigheid naar Zijn geboden te wandelen.1) Hij werd machtig, hij versterkte zich, hij nam toe in rijkdom, vermogen en in aanzien bij de naburige volken, die zijn misnoegen vreesden, en zijn gunst en vriendschap zochten; en dit alles verkreeg hij voor zich, door zijn wegen wl aan te stellen voor God. Hoe standvastiger, ijveriger en getrouwer wij zijn in de Godsdienst, hoe vermogender wij zijn of worden, om alle kwaad en verleiding ten kwade tegen te staan, en alles wat goed is en welbetamelijk te betrachten..
II. 2 Chronicles 27:7-2 Chronicles 27:9. Aangaande de overige gedenkwaardigheden uit Jorams regering, verwijst de Schrijver naar zijn gewone bronnen, en hij sluit zijn bericht over hem met de reeds boven vermelde opgaven van het begin en de duur van zijn regering; de vrome en weldadige koning vond zijn rustplaats in het eervolle koninklijk graf (Vergelijk 2 Kings 15:36-2 Kings 15:38).
Vers 6
6. Alzo versterkte zich Jotham; want hij richtte zijn wegen voor het aangezicht van de Heere, zijn God 1), om in oprechtheid en standvastigheid naar Zijn geboden te wandelen.1) Hij werd machtig, hij versterkte zich, hij nam toe in rijkdom, vermogen en in aanzien bij de naburige volken, die zijn misnoegen vreesden, en zijn gunst en vriendschap zochten; en dit alles verkreeg hij voor zich, door zijn wegen wl aan te stellen voor God. Hoe standvastiger, ijveriger en getrouwer wij zijn in de Godsdienst, hoe vermogender wij zijn of worden, om alle kwaad en verleiding ten kwade tegen te staan, en alles wat goed is en welbetamelijk te betrachten..
II. 2 Chronicles 27:7-2 Chronicles 27:9. Aangaande de overige gedenkwaardigheden uit Jorams regering, verwijst de Schrijver naar zijn gewone bronnen, en hij sluit zijn bericht over hem met de reeds boven vermelde opgaven van het begin en de duur van zijn regering; de vrome en weldadige koning vond zijn rustplaats in het eervolle koninklijk graf (Vergelijk 2 Kings 15:36-2 Kings 15:38).
Vers 7
7. Het overige nu van de geschiedenissen van Jotham, en al zijn strijd, die hij, buiten de in 2 Chronicles 27:5 vermelde, gevoerd heeft, en zijn wegen, zie, zij zijn geschreven in het boek der koningen van Israël en Juda (1Ch 29:30).Vers 7
7. Het overige nu van de geschiedenissen van Jotham, en al zijn strijd, die hij, buiten de in 2 Chronicles 27:5 vermelde, gevoerd heeft, en zijn wegen, zie, zij zijn geschreven in het boek der koningen van Israël en Juda (1Ch 29:30).Vers 8
8. Hij was vijfentwintig jaren oud toen hij, zoals reeds in 2 Chronicles 27:1 gezegd is, koning werd; en hij regeerde zestien jaren te Jeruzalem, van 758. tot 742 voor ChristusVers 8
8. Hij was vijfentwintig jaren oud toen hij, zoals reeds in 2 Chronicles 27:1 gezegd is, koning werd; en hij regeerde zestien jaren te Jeruzalem, van 758. tot 742 voor ChristusVers 9
9. En Jotham ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem in de stad van David (1 Kings 2:10); en zijn zoon Achaz werd koning in zijn plaats.Vers 9
9. En Jotham ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem in de stad van David (1 Kings 2:10); en zijn zoon Achaz werd koning in zijn plaats.