Lectionary Calendar
Wednesday, May 22nd, 2024
the Week of Proper 2 / Ordinary 7
Attention!
For 10¢ a day you can enjoy StudyLight.org ads
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!

Bible Commentaries
Openbaring 19

Bijbelverkaring van Matthew HenryHenry's compleet

Search for…
Enter query below:

Inleiding

Bijbelverkaring van Matthew Henry, OPENBARING 19

In dit hoofdstuk hebben wij:

I. Verder verhaal van het zegelied der engelen en heiligen bij den val van Babylon, vers. 1-4,

II. Het huwelijk tussen Christus en de gemeente afgekondigd en voltrokken, Revelation 19:5,

III. Een andere krijg, gevoerd door het heerlijk hoofd der gemeente, en de uitslag daarvan, Revelation 19:10

Inleiding

Bijbelverkaring van Matthew Henry, OPENBARING 19

In dit hoofdstuk hebben wij:

I. Verder verhaal van het zegelied der engelen en heiligen bij den val van Babylon, vers. 1-4,

II. Het huwelijk tussen Christus en de gemeente afgekondigd en voltrokken, Revelation 19:5,

III. Een andere krijg, gevoerd door het heerlijk hoofd der gemeente, en de uitslag daarvan, Revelation 19:10

Verzen 1-4

Openbaring 19:1-4

In het voorgaande hoofdstuk was de val van Babylon besloten, geëindigd en onherstelbaar verklaard, dit vangt aan met een heiligen zegezang over haar, tengevolge van de oproeping daartoe in Revelation 18:20 :Bedrijft vreugde over haar, gij hemel, en gij heilige apostelen en gij profeten! Daaraan beantwoorden dezen met blijdschap, wij hebben hier:

1. Den vorm van hun dankzegging in dat hemelse, alles-omvattende woord: Halleluja! Looft den Heere!, waarmee zij beginnen, voortgaan en eindigen, Revelation 19:4. Hun gebeden zijn nu in lofzeggingen veranderd, hun hosanna's eindigen in halleluja's.

2. De oorzaak van hun dankzegging. Zij prijzen Hem om de waarachtigheid van Zijn woord en de rechtvaardigheid van Zijn voorzienige handelingen, voornamelijk in deze grote gebeurtenis, de verwoesting van Babylon, de moeder, de voedster, de verblijfplaats van afgoderij, zinnelijkheid en wreedheid, Revelation 19:2. Om dit treffend voorbeeld van goddelijke gerechtigheid zingen zij: De zaligheid en de heerlijkheid en de eer en de kracht zij den Heere, onzen God.

3. De uitwerking van deze dankzegging. Wanneer de engelen en de heiligen hun: Halleluja! zongen, vlamde het vuur vinniger op, en haar rook gaat op in alle eeuwigheid, Revelation 19:3. Het zekerste middel om de voortzetting en voltooiing van onze verlossing te verkrijgen, is Gode heerlijkheid te brengen voor hetgeen Hij reeds voor ons gedaan heeft. God loven voor hetgeen wij hebben, is bidden op de doeltreffendste wijze om hetgeen verder voor ons gedaan moet worden, de gebeden van de heiligen blazen het vuur van Gods toorn tegen den ge- meenschappelijken vijand aan.

4. De gezegende overeenstemming tussen engelen en heiligen in dezen zegezang, Revelation 19:4. De gemeenten en haar dienaren houden met de engelen een beurtzang, jubelen het refrein, vallen neer, aanbidden God en roepen: Amen, Halleluja!

Verzen 1-4

Openbaring 19:1-4

In het voorgaande hoofdstuk was de val van Babylon besloten, geëindigd en onherstelbaar verklaard, dit vangt aan met een heiligen zegezang over haar, tengevolge van de oproeping daartoe in Revelation 18:20 :Bedrijft vreugde over haar, gij hemel, en gij heilige apostelen en gij profeten! Daaraan beantwoorden dezen met blijdschap, wij hebben hier:

1. Den vorm van hun dankzegging in dat hemelse, alles-omvattende woord: Halleluja! Looft den Heere!, waarmee zij beginnen, voortgaan en eindigen, Revelation 19:4. Hun gebeden zijn nu in lofzeggingen veranderd, hun hosanna's eindigen in halleluja's.

2. De oorzaak van hun dankzegging. Zij prijzen Hem om de waarachtigheid van Zijn woord en de rechtvaardigheid van Zijn voorzienige handelingen, voornamelijk in deze grote gebeurtenis, de verwoesting van Babylon, de moeder, de voedster, de verblijfplaats van afgoderij, zinnelijkheid en wreedheid, Revelation 19:2. Om dit treffend voorbeeld van goddelijke gerechtigheid zingen zij: De zaligheid en de heerlijkheid en de eer en de kracht zij den Heere, onzen God.

3. De uitwerking van deze dankzegging. Wanneer de engelen en de heiligen hun: Halleluja! zongen, vlamde het vuur vinniger op, en haar rook gaat op in alle eeuwigheid, Revelation 19:3. Het zekerste middel om de voortzetting en voltooiing van onze verlossing te verkrijgen, is Gode heerlijkheid te brengen voor hetgeen Hij reeds voor ons gedaan heeft. God loven voor hetgeen wij hebben, is bidden op de doeltreffendste wijze om hetgeen verder voor ons gedaan moet worden, de gebeden van de heiligen blazen het vuur van Gods toorn tegen den ge- meenschappelijken vijand aan.

4. De gezegende overeenstemming tussen engelen en heiligen in dezen zegezang, Revelation 19:4. De gemeenten en haar dienaren houden met de engelen een beurtzang, jubelen het refrein, vallen neer, aanbidden God en roepen: Amen, Halleluja!

Verzen 5-10

Openbaring 19:5-10

Nu de zegezang geëindigd is, vangt een huwelijkslied aan, Revelation 19:6. Merk hier op:

I. De overeenstemming der hemelse muziek. Het koor was groot en luide: Een grote schare, en als een stem veler wateren en als een stem van sterke donderslagen. God is vreeslijk onder de lofzangen. Er is geen wanklank in den hemel, de morgensterren zingen tezamen, geen toon gaat vals, alles is zuivere en volmaakte muziek.

II. De aanleiding tot dit lied: de regering en heerschappij van den almachtigen God, die de gemeente heeft gekocht met Zijn eigen bloed, en die nu gereed staat haar openlijk ten huwelijk te nemen. De bruiloft des Lams is gekomen, Revelation 19:7. Sommigen menen dat dit slaat op de bekering der Joden, welke zij geloven dat op den val van Babylon volgen zal, anderen passen het toe op de algemene opstanding, het eerste schijnt het waarschijnlijkste te zijn.

1. Wij hebben hier ene beschrijving van de bruid, hoe haar voorkomen was: niet in vrolijke, opzichtige kleding als de moeder der hoererijen, maar in rein en blinkend fijn lijnwaad, de rechtvaardigmakingen der heiligen, in de lange gewaden van de rechtvaardigheid van Christus, gegeven ter rechtvaardigmaking en ingeplant ter heiligmaking, het witte kleed van vergeving, aanneming en vrijmaking, en van reinheid en algehele heiligheid. Zij had hare klederen gewassen en wit gemaakt in het bloed des Lams, en haar bruidstooi had zij niet gekocht voor enigen prijs van haar zelve, maar ontvangen als gave en geschenk van haar gezegenden Heere. De bruiloft, welke, ofschoon niet in bijzonderheden omschreven gelijk in Matthew 22:4, gezegd wordt allen gelukzalig te maken, die er toe geroepen worden, zo geroepen dat zij de uitnodiging aannemen, een bruiloft gegrond op de beloften Gods. Deze zijn de waarachtige woorden Gods, Revelation 19:9. Deze beloften, geopend, toegepast, verzegeld en gewaarborgd door den Geest Gods, in heilige sacramenten, zijn de bruiloft, en het gehele lichaam van allen, die aan dit feest deelnemen, is de bruid, de vrouw des Lams. Zij eten in een lichaam, zij drinken in een Geest, zij zijn niet alleen toeschouwers of gasten, maar zij vormen de echtgenote, zij zijn het mystieke lichaam van Christus.

2. De aandoening van blijdschap, welke de apostel over zich voelde komen bij dat gezicht.

Hij viel neer voor de voeten van den engel om hem te aanbidden. Hij onderstelde dat die meer was dan een bloot schepsel, of wel, zijne gedachten werden voor een ogenblik beneveld door de kracht zijner genegenheden. Merk hier op:

A. Welke eer hij den engel bracht. Hij viel aan zijne voeten om hem te aanbidden, dit neervallen was een gedeelte van uiterlijke verering, het was de houding van eigenlijke aanbidding.

B. Hoe de engel dit weigerde en niet zonder enig verwijt. Zie dat gij dat niet doet, ik ben uw mededienstknecht en uwer broederen, die de getuigenis van Jezus hebben. Ik ben een schepsel, en gelijk in bediening, ofschoon niet in natuur, ik, als engel en boodschapper van God heb de getuigenis van Jezus, de opdracht om van Hem te getuigen en de getuigenis omtrent Hem te bevestigen, en gij, als apostel, die den Geest der profetie heeft, moet dezelfde getuigenis afleggen, en daarom zijn wij in dat opzicht broederen en mededienstknechten. C. Hij wijst hem op het enige en ware voorwerp van godsdienstige verering, namelijk God.

Aanbid God en Hem alleen. Dit veroordeelt ten volle de praktijken van de papisten, die brood en wijn aanbidden, benevens heiligen en engelen, en de praktijken van Socinianen en Arianen, die niet geloven dat Christus waarachtig en van nature God is en Hem toch goddelijke verering brengen. En het toont aan welke ellendige vijgenbladeren al hun uitvluchten en verontschuldigingen zijn, die zij ter hunner verdediging bijbrengen. Hier staan zij door een engel van den hemel overtuigd van afgoderij.

Verzen 5-10

Openbaring 19:5-10

Nu de zegezang geëindigd is, vangt een huwelijkslied aan, Revelation 19:6. Merk hier op:

I. De overeenstemming der hemelse muziek. Het koor was groot en luide: Een grote schare, en als een stem veler wateren en als een stem van sterke donderslagen. God is vreeslijk onder de lofzangen. Er is geen wanklank in den hemel, de morgensterren zingen tezamen, geen toon gaat vals, alles is zuivere en volmaakte muziek.

II. De aanleiding tot dit lied: de regering en heerschappij van den almachtigen God, die de gemeente heeft gekocht met Zijn eigen bloed, en die nu gereed staat haar openlijk ten huwelijk te nemen. De bruiloft des Lams is gekomen, Revelation 19:7. Sommigen menen dat dit slaat op de bekering der Joden, welke zij geloven dat op den val van Babylon volgen zal, anderen passen het toe op de algemene opstanding, het eerste schijnt het waarschijnlijkste te zijn.

1. Wij hebben hier ene beschrijving van de bruid, hoe haar voorkomen was: niet in vrolijke, opzichtige kleding als de moeder der hoererijen, maar in rein en blinkend fijn lijnwaad, de rechtvaardigmakingen der heiligen, in de lange gewaden van de rechtvaardigheid van Christus, gegeven ter rechtvaardigmaking en ingeplant ter heiligmaking, het witte kleed van vergeving, aanneming en vrijmaking, en van reinheid en algehele heiligheid. Zij had hare klederen gewassen en wit gemaakt in het bloed des Lams, en haar bruidstooi had zij niet gekocht voor enigen prijs van haar zelve, maar ontvangen als gave en geschenk van haar gezegenden Heere. De bruiloft, welke, ofschoon niet in bijzonderheden omschreven gelijk in Matthew 22:4, gezegd wordt allen gelukzalig te maken, die er toe geroepen worden, zo geroepen dat zij de uitnodiging aannemen, een bruiloft gegrond op de beloften Gods. Deze zijn de waarachtige woorden Gods, Revelation 19:9. Deze beloften, geopend, toegepast, verzegeld en gewaarborgd door den Geest Gods, in heilige sacramenten, zijn de bruiloft, en het gehele lichaam van allen, die aan dit feest deelnemen, is de bruid, de vrouw des Lams. Zij eten in een lichaam, zij drinken in een Geest, zij zijn niet alleen toeschouwers of gasten, maar zij vormen de echtgenote, zij zijn het mystieke lichaam van Christus.

2. De aandoening van blijdschap, welke de apostel over zich voelde komen bij dat gezicht.

Hij viel neer voor de voeten van den engel om hem te aanbidden. Hij onderstelde dat die meer was dan een bloot schepsel, of wel, zijne gedachten werden voor een ogenblik beneveld door de kracht zijner genegenheden. Merk hier op:

A. Welke eer hij den engel bracht. Hij viel aan zijne voeten om hem te aanbidden, dit neervallen was een gedeelte van uiterlijke verering, het was de houding van eigenlijke aanbidding.

B. Hoe de engel dit weigerde en niet zonder enig verwijt. Zie dat gij dat niet doet, ik ben uw mededienstknecht en uwer broederen, die de getuigenis van Jezus hebben. Ik ben een schepsel, en gelijk in bediening, ofschoon niet in natuur, ik, als engel en boodschapper van God heb de getuigenis van Jezus, de opdracht om van Hem te getuigen en de getuigenis omtrent Hem te bevestigen, en gij, als apostel, die den Geest der profetie heeft, moet dezelfde getuigenis afleggen, en daarom zijn wij in dat opzicht broederen en mededienstknechten. C. Hij wijst hem op het enige en ware voorwerp van godsdienstige verering, namelijk God.

Aanbid God en Hem alleen. Dit veroordeelt ten volle de praktijken van de papisten, die brood en wijn aanbidden, benevens heiligen en engelen, en de praktijken van Socinianen en Arianen, die niet geloven dat Christus waarachtig en van nature God is en Hem toch goddelijke verering brengen. En het toont aan welke ellendige vijgenbladeren al hun uitvluchten en verontschuldigingen zijn, die zij ter hunner verdediging bijbrengen. Hier staan zij door een engel van den hemel overtuigd van afgoderij.

Verzen 11-21

Openbaring 19:11-21

Zodra het huwelijk tussen Christus en Zijne gemeente plechtig gevierd was door de bekering der Joden, werd het verheerlijkte hoofd van de gemeente geroepen tot een nieuwen krijg. die zich voordoet als den groten slag van Armageddon, voorzegd in Revelation 16:16. Merk hier op:

I. De beschrijving van den groten bevelhebber.

1. De zetel van Zijn koninkrijk, de hemel, Zijn troon is daar en Zijn macht en gezag zijn hemels en goddelijk.

2. Zijne uitrusting, opnieuw wordt Hij beschreven als rijdende op een wit paard, hetgeen aantoont de zuiverheid van Zijn zaak en de zekerheid van Zijn overwinning.

3. Zijn eigenschappen, Hij is getrouw en waarachtig, aan Zijn verbond en Zijne beloften, Hij is rechtvaardig in al Zijne handelingen als Rechter en Veldheer, Hij heeft doordringende kennis van al de kracht en de krijgskunde van Zijn vijand. Hij heeft grote en uitgestrekte heerschappij: vele koninklijke hoeden waren op Zijn hoofd, want Hij is de Koning der koningen en de Heere der heren.

4. Zijne wapenrusting, een kleed, dat met bloed geverfd was, hetzij Zijn eigen bloed, waarmee Hij Zijn macht als Middelaar verwierf, hetzij het bloed van de vijanden, die Hij reeds onderworpen had.

5. Zijn naam: Het Woord Gods, een naam dien niemand ten volle verstaat behalve Hij zelf. Wij weten alleen dat dit Woord was God geopenbaard in het vlees, maar Zijn volkomenheid kan geen schepsel ooit begrijpen.

II. Het leger dat Hij aanvoerde, Revelation 19:14. Een zeer groot leger, uit verscheidene troepen bestaande, engelen en heiligen volgden Zijn banier, en geleken op Hem in hun uitrusting en in hun wapening van reinheid en gerechtigheid, de uitverkorenen, geroepenen en gelovigen.

III. Zijn krijgswapen. Uit Zijn mond ging een scherp zwaard, Revelation 19:15, waarmee Hij de heidenen slaan zou, hetzij de bedreigingen van het geschreven woord, welke Hij nu ging vervullen, of liever Zijn bevelwoord, waarmee Hij Zijne volgelingen opriep om nu een gerechtigde wraak te nemen op Zijne en hun vijanden, die thans in den wijnpersbak van den toorn Gods geworpen zouden worden en door Zijn voeten vertreden.

IV. De tekenen van Zijn gezag, Zijn wapenschild. Hij heeft op Zijn kleed en op Zijne dij dezen naam geschreven: Koning der koningen en Heere der heren, aanduidende Zijn macht en gezag en de oorzaak van Zijn twist, Revelation 19:16.

V. Een uitnodiging aan al de vogelen des hemels, om te komen en den veldslag te zien, hun aandeel in den buit te nemen en het slagveld te plunderen, Revelation 19:17, Revelation 19:18, aanduidende dat deze grote, beslissende botsing de vijanden der gemeente zou overleveren aan de vogelen als een prooi en dat de gehele wereld reden zou hebben om zich daarover te verheugen. VI. De veldslag zelf. De vijand valt aan met grote woede, aangevoerd door het beest en de koningen der aarde, de machten van aarde en hel wagen een uiterste poging, Revelation 19:19.

VIl. De overwinning behaald door het grote en heerlijke hoofd der gemeente. Het beest en de valse profeet, de veldheren van het leger, worden gevangen genomen, hij, die hen dwong door zijn macht, en hij, die hen leidde door zijn staatkunde en leugens. Zij worden gegrepen en geworpen in den poel des vuurs, die van sulfer brandt, onmachtig gemaakt om de gemeente Gods ooit weer lastig te vallen. Al de volgelingen-de aanvoerders en de gewone krijgsknechten-worden naar oorlogsrecht gevonnist en aan de vogelen des hemels ten spijze gegeven. Ofschoon de goddelijke wraak voornamelijk op het beest en den valsen profeet vallen zal, zal er toch geen verontschuldiging zijn voor degenen, die onder hun banier vochten, omdat zij alleen slechts hun leiders volgden en dier bevelen gehoorzaamden. Die voor hen willen strijden, moeten met hen vallen en omkomen. Handelt daarom verstandelijk, laat u tuchtigen, gij rechters der aarde, kust den Zoon, opdat Hij niet toorne en gij op den weg vergaat, Psalms 2:10, Psalms 2:12.

Verzen 11-21

Openbaring 19:11-21

Zodra het huwelijk tussen Christus en Zijne gemeente plechtig gevierd was door de bekering der Joden, werd het verheerlijkte hoofd van de gemeente geroepen tot een nieuwen krijg. die zich voordoet als den groten slag van Armageddon, voorzegd in Revelation 16:16. Merk hier op:

I. De beschrijving van den groten bevelhebber.

1. De zetel van Zijn koninkrijk, de hemel, Zijn troon is daar en Zijn macht en gezag zijn hemels en goddelijk.

2. Zijne uitrusting, opnieuw wordt Hij beschreven als rijdende op een wit paard, hetgeen aantoont de zuiverheid van Zijn zaak en de zekerheid van Zijn overwinning.

3. Zijn eigenschappen, Hij is getrouw en waarachtig, aan Zijn verbond en Zijne beloften, Hij is rechtvaardig in al Zijne handelingen als Rechter en Veldheer, Hij heeft doordringende kennis van al de kracht en de krijgskunde van Zijn vijand. Hij heeft grote en uitgestrekte heerschappij: vele koninklijke hoeden waren op Zijn hoofd, want Hij is de Koning der koningen en de Heere der heren.

4. Zijne wapenrusting, een kleed, dat met bloed geverfd was, hetzij Zijn eigen bloed, waarmee Hij Zijn macht als Middelaar verwierf, hetzij het bloed van de vijanden, die Hij reeds onderworpen had.

5. Zijn naam: Het Woord Gods, een naam dien niemand ten volle verstaat behalve Hij zelf. Wij weten alleen dat dit Woord was God geopenbaard in het vlees, maar Zijn volkomenheid kan geen schepsel ooit begrijpen.

II. Het leger dat Hij aanvoerde, Revelation 19:14. Een zeer groot leger, uit verscheidene troepen bestaande, engelen en heiligen volgden Zijn banier, en geleken op Hem in hun uitrusting en in hun wapening van reinheid en gerechtigheid, de uitverkorenen, geroepenen en gelovigen.

III. Zijn krijgswapen. Uit Zijn mond ging een scherp zwaard, Revelation 19:15, waarmee Hij de heidenen slaan zou, hetzij de bedreigingen van het geschreven woord, welke Hij nu ging vervullen, of liever Zijn bevelwoord, waarmee Hij Zijne volgelingen opriep om nu een gerechtigde wraak te nemen op Zijne en hun vijanden, die thans in den wijnpersbak van den toorn Gods geworpen zouden worden en door Zijn voeten vertreden.

IV. De tekenen van Zijn gezag, Zijn wapenschild. Hij heeft op Zijn kleed en op Zijne dij dezen naam geschreven: Koning der koningen en Heere der heren, aanduidende Zijn macht en gezag en de oorzaak van Zijn twist, Revelation 19:16.

V. Een uitnodiging aan al de vogelen des hemels, om te komen en den veldslag te zien, hun aandeel in den buit te nemen en het slagveld te plunderen, Revelation 19:17, Revelation 19:18, aanduidende dat deze grote, beslissende botsing de vijanden der gemeente zou overleveren aan de vogelen als een prooi en dat de gehele wereld reden zou hebben om zich daarover te verheugen. VI. De veldslag zelf. De vijand valt aan met grote woede, aangevoerd door het beest en de koningen der aarde, de machten van aarde en hel wagen een uiterste poging, Revelation 19:19.

VIl. De overwinning behaald door het grote en heerlijke hoofd der gemeente. Het beest en de valse profeet, de veldheren van het leger, worden gevangen genomen, hij, die hen dwong door zijn macht, en hij, die hen leidde door zijn staatkunde en leugens. Zij worden gegrepen en geworpen in den poel des vuurs, die van sulfer brandt, onmachtig gemaakt om de gemeente Gods ooit weer lastig te vallen. Al de volgelingen-de aanvoerders en de gewone krijgsknechten-worden naar oorlogsrecht gevonnist en aan de vogelen des hemels ten spijze gegeven. Ofschoon de goddelijke wraak voornamelijk op het beest en den valsen profeet vallen zal, zal er toch geen verontschuldiging zijn voor degenen, die onder hun banier vochten, omdat zij alleen slechts hun leiders volgden en dier bevelen gehoorzaamden. Die voor hen willen strijden, moeten met hen vallen en omkomen. Handelt daarom verstandelijk, laat u tuchtigen, gij rechters der aarde, kust den Zoon, opdat Hij niet toorne en gij op den weg vergaat, Psalms 2:10, Psalms 2:12.

Bibliografische Informatie
Henry, Matthew. "Commentaar op Revelation 19". "Bijbelverkaring van Matthew Henry". https://www.studylight.org/commentaries/dut/mhm/revelation-19.html. 1706.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile