Lectionary Calendar
Monday, December 23rd, 2024
the Fourth Week of Advent
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Bible Commentaries
Nahum 2

Bijbelverkaring van Matthew HenryHenry's compleet

Zoek naar…
Enter query below:

Inleiding

Bijbelverkaring van Matthew Henry, NAHUM 2

Wij naderen nu tot Ninev, die grote stad, zij liet zich niet waarschuwen door de vernietiging van haar legers en de val van haar koning, en daarom sinds zij volhardt in haar vijandschap tegen God moet zij verwachten, dat Hij zal voortgaan met haar te twisten. Hier wordt voorspeld,

I. De nadering van de vijand. die Ninev zou verwoesten. en de schrik van zijn militaire voorbereidselen Nahum 2:1.

II. De inneming van de stad, Nahum 2:6.

III. De gevangenneming van de koningin de vlucht van de inwoners, de overmeestering van al haar rijkdom en de grote ontsteltenis, waarin zij zijn zou, Nahum 2:7.

IV. Dit alles wordt nagespeurd tot in de bronnen-hun zonde tegen God, en Gods optreden tegen hen, Nahum 2:11. Dit alles werd vervuld, toen Nebukadnezar, in het eerste jaar van zijn regering, in vereniging met Cyaxares, of Ahasveros, koning van de Meden, Ninev veroverde, en zich meester maakte van het Assyrische rijk.

Inleiding

Bijbelverkaring van Matthew Henry, NAHUM 2

Wij naderen nu tot Ninev, die grote stad, zij liet zich niet waarschuwen door de vernietiging van haar legers en de val van haar koning, en daarom sinds zij volhardt in haar vijandschap tegen God moet zij verwachten, dat Hij zal voortgaan met haar te twisten. Hier wordt voorspeld,

I. De nadering van de vijand. die Ninev zou verwoesten. en de schrik van zijn militaire voorbereidselen Nahum 2:1.

II. De inneming van de stad, Nahum 2:6.

III. De gevangenneming van de koningin de vlucht van de inwoners, de overmeestering van al haar rijkdom en de grote ontsteltenis, waarin zij zijn zou, Nahum 2:7.

IV. Dit alles wordt nagespeurd tot in de bronnen-hun zonde tegen God, en Gods optreden tegen hen, Nahum 2:11. Dit alles werd vervuld, toen Nebukadnezar, in het eerste jaar van zijn regering, in vereniging met Cyaxares, of Ahasveros, koning van de Meden, Ninev veroverde, en zich meester maakte van het Assyrische rijk.

Verzen 1-13

Nahum 2:1-13

Hier is,

1. Een bericht van oorlog, naar Ninev gezonden, Nahum 2:1. De profeet spreekt er van als op handen, want hij is niet twijfelachtig noch veraf: "Zie om u heen, en zie, De verstrooier trekt tegen uw aangezicht op. Nebukadnezar, die bekend staat als verstrooier, en als zodanig nog meer bekend worden zal, begint met u en zal u verspreiden en verstrooien." Babel wordt "de kamer van de ganse aarde genoemd", Jeremiah 50:23. De aanval van Nebukadnezar op Ninev is openlijk, stout en vermetel: "Hij trekt tegen uw aangezicht op, en spreekt zijn bedoeling uit om u te verderven, en daarom te wapen, o Ninev, bewaar de vesting, verdedig uw torens en magazijnen, bezichtig de weg, zet wachten uit op alle toegangswegen tot de stad, strek de lendenen, spreek uw soldaten moed in, beziel u zelf en hen, versterk de kracht zeer, zoals steden doen, wanneer een vijand tegen hen oprukt", dit is ironisch bedoeld: "doe uw uiterste best, toch zult gij niet in staat zijn de slag van dit oordeel te ontwijken, want er is geen raad of sterkte tegen de Heer."

II. De uitvaardiging van een manifest, dat de redenen voor de oorlog behelst, Nahum 2:2 :De Heer heeft de hovaardij Jakobs afgewend gelijk de hovaardij Israëls, dit wil zeggen:

1. De Assyriërs hebben Jakob mishandeld hebben hen vernederd en gekweld, de twee stammen, zowel als Israël, de tien stammen hebben ze ledig gemaakt en hun wijnranken verdorven. Hierover zal God met hen afrekenen, hoewel dat lang geleden gebeurd is, zal nu met dat koninkrijk, en met Ninev, de hoofdstad, afgerekend worden. Gods twist met hen is om het geweld begaan, aan Jakob. Of,

2. God staat op `t punt om, door middel van Nebukadnezar, de hovaardij van Jakob af te wenden door de gevangenschap van de twee stammen, zoals Hij de hovaardij van Israël afwendde door hun gevangenschap, Hij heeft het gedaan, Hij heeft besloten het te doen, om plunderaars over hen te brengen, en de vijand, die het doen zal, moet met Ninev beginnen, en dat eerst ten onder brengen, en zijn trots vernederen. God heeft het oog op trotse steden en vernedert ze, ook die Hem het naast zijn. Samaria is vernederd, en Jeruzalem zal vernederd worden, en hun trots verbroken, en zal Ninev, die trotse stad, niet ook vernederd worden? Plunderaars hebben de steden leeg gemaakt, en de wijnranken verdorven in het land van Jakob en Israël, en zal dan niet de hovaardij van Ninev evenzeer afgewend worden?

III. Een bijzonder verhaal van de schrik, die het invallende leger tegen Ninev mee zal brengen, alles zal er toe bijdragen om het geducht te maken.

1. De schilden van zijn helden zijn rood gemaakt, en hun andere wapens en uitrusting waarschijnlijk ook, alsof zij reeds gekleurd waren door het bloed, dat zij vergoten hadden of daarmee te kennen te geven, dat zij alles over de kling zouden jagen, zij hingen de rode vlag uit, ten teken, dat zij geen kwartier gaven.

2. De kloeke mannen zijn scharlakenvervig, zij hebben niet alleen rode klederen, om het bloedige werk te betekenen, dat zij van plan waren te doen, maar ook een rijke kleding, om de rijkdom van het leger te betekenen, en die is de zenuw van de oorlog. 3. De wagens zijn in het vuur van de fakkelen ten dage als hij zich bereidt als zij naderen zullen zij zich bewegen met de snelheid van de bliksem, de wielen zullen vonken uit de stenen slaan, en de wagenmenners zullen rijden met vlammende drift, zoals Jehu deed. Of zij hadden brandende fakkels bij zich, als zij des nachts naderden, zoals Gideons soldaten fakkels in hun kruiken hadden, beide, om hun eigen weg te verlichten en de vijanden te verschrikken, en onderweg alles in brand te steken.

4. "De pijnbomen worden verschrikkelijk geschud," dit wil zeggen: de aanzienlijken van Ninev, die boven de anderen uitsteken, zoals de statige dennen boven het struikgewas, of de zware bomen zullen geschud worden door het geweldige dreunen van de bodem, die dat grote leger zal veroorzaken.

5. De wagens zullen zeer verschrikkelijk zijn, Nahum 2:4 Zij razen door de wijken, dat wil zeggen dat de menners driftig zullen rijden, men zou denken, dat de wagens zelf razend waren, zij zullen zo talrijk zijn en met zoveel woede rieden, dat zij zelfs op brede wegen, waar toch ruimte genoeg is, zullen botsen, en deze ijzeren wagens zullen zo blinken, dat zij in de stralen van de zon als fakkelen zullen zijn in de nacht, zij zullen rennen als de bliksemen, zo snel en met zoveel woede. De bevelhebbers van Nebukadnezar worden hier zijn voortreffelijken genoemd, zijn dapperen, in de kanttekening, zijn helden, aan hen zal hij gedenken, hun zal hij opdracht geven zich terstond naar hun post te begeven, want hij is op `t punt de strijd te beginnen, hij is besloten terstond te velde te trekken, en de veldtocht te openen met het beleg van Ninev. Zijn voortreffelijken zullen gedenken, lezen sommigen, zij zullen denken aan de plichten van hun rang, en de opdracht, die zij ontvangen hebben, en zullen daardoor al hun aandacht op hun werk richten, in die mate, dat zij zullen struikelen in hun tochten, dat zij meer haast zullen maken dan spoed zij struikelen, maar zullen niet vallen, want zij zullen zich haasten naar hun muur, die zij tegen de stad zullen opwerpen, als het beschutsel vaardig zal wezen, dat hen in staat stelt de muur te naderen, en zij zullen het beleg met zoveel kracht en nadruk voortzetten, dat tenslotte de poorten van de rivier zullen geopend worden, Nahum 2:6, de poorten van Ninev, die uitzien op de rivier de Tigris, waaraan Ninev gebouwd is, zullen het eerst door de vijand doorgebroken, of aan de vijand verraden worden, en door die poorten zullen zij binnenkomen. En dan zal het paleis versmelten, het huis van de koning of het huis van Nisroch, zijn god hetzelfde woord betekent palus en tempel. Als de God des hemels voortgaat met een volk te twisten, dan kunnen noch de paleizen, noch de koningen, noch tempels noch goden hen beschermen of hun schuilplaats verlenen, maar ze moeten allen vallen, onvermijdelijk.

IV. Een voorspelling van de gevolgen hiervan, en het is gemakkelijk te begrijpen hoe treurig die zullen zijn.

1. De koningin zal in handen van de vijand vallen, Nahum 2:7 :Huzzab zal gevankelijk weggevoerd worden, zij, die gevestigd was, lezen sommigen, die dacht dat zij veilig was, omdat zij verborgen en wel opgesloten was, zal ontdekt worden, zoals in de kanttekening staat, en zal gevankelijk weggevoerd worden, in groter schande dan die van de gewone gevangenen, zij zal met spottende plechtigheid weggevoerd worden. Haar maagden zullen haar geleiden, omdat zij zwak en krachteloos is, niet in staat zulke verschrikkelijke tonelen en zulk een harde behandeling te verdragen, die dubbel hard en verschrikkelijk zijn voor hen, die er niet aan gewend zijn, zij zullen haar gezelschap houden, niet om opgewekt tot haar te spreken en haar te bemoedigen, want zij zullen zelf zuchten en klagen, "als met een stem van de duiven, duiven van de dalen," Ezechiël 7:16, bekend om haar kirren, Isaiah 38:14,Isaiah 38:59,Isaiah 38:11. Zij zullen trommelen op haar harten, op haar borst slaan van smart en ergernis, alsof zij op een trom sloegen.

2. De inwoners, hoe talrijk ook, zullen niet in staat zijn de invallers het hoofd te bieden of pal te staan, Nahum 2:8 :Ninev is als een watervijver van ouds, vol volks als een vijver vol van water, en water betekent zeer velen, Revelation 17:15, of als die wateren vol van vis, het was reeds lang daarvoor een volkrijke stad, in Jona's tijd waren er honderd twintig duizend kleine kinderen in, Jonah 4:11, en gewoonlijk nemen steden en landen ieder jaar in bevolking toe, maar, hoewel hun zoveel handen voor de dienst des lands ter beschikking staan, toch zullen zij niet in staat zijn elkander moed in te boezemen, maar zij zullen vluchten als lafaards. Hun aanvoerders zullen doen wat zij kunnen om hen te bezielen, zij zullen roepen: "Staat, staat, hebt moed, en wij zullen staande blijven" maar "niemand zal ook maar omzien, zij zullen geen vonkje moed overhouden, maar iedereen zal het voor het wijste houden een gelegenheid te zoeken om te ontkomen, zij zullen niet omzien wie er roept". God kan de sterksten en stoutsten ontmoedigen, in de dag van de benauwdheid, zodat zij niet beantwoorden aan de verwachtingen, maar als een watervijver zijn, waarvan het water opgedroogd en ingedroogd is.

3. De rijkdom van de stad zal een prooi worden, en al haar goederen zullen in handen van de overwinnende vijand vallen, Nahum 2:9, zij zullen elkaar aanmoedigen en aansporen om te plunderen op deze wijze: Rooft zilver, rooft goud, zo zullen de officieren de soldaten aansporen van de gelegenheid gebruik te maken, hier is genoeg zilver en goud voor hen, want er is geen einde aan de voorraad van de heerlijkheid van allerlei gewenste vaten. Ninev, dat van ouds als een watervijver is geweest, heeft heel wat slijk opgedaan, en overvloedige heerlijkheid heeft het in al zijn gewenste vaten, waarop zij zich beroemd hebben, en die een prooi en de trots van de veroveraar zullen zijn. Die kleding bereiden als leem en zilver ophopen als stof, weten niet wie de kleding aandoen en het zilver verdelen zal, Job 27:16, Job 27:17. Aldus is deze rijke stad leeg, uitgeplunderd verwoest, Nahum 2:10. Zie de ijdelheid van wereldse schatten, in plaats van hun eigenaar te verdedigen geven zij die bloot, en stellen zijn vijanden in staat hem zoveel te meer kwaad te doen.

4. De soldaten en het volk zullen geen moed hebben op te treden tot verdediging van de stad. Hun moed zal versmelten als was voor het vuur hun knieën zullen tegen elkaar stoten, zoals die voor Belsazar, toen hij verschrikte, Daniel 5:6, zodat zij niet in staat zullen zijn stand te houden, noch om te ontsnappen, smart zal in alle lendenen zijn, zoals het geval is bij buitengewone schrik, zodat zij niet bij machte zullen wezen hun ruggen recht te houden. En hun aangezichten zullen betrekken als een pot, als een pot, die dagelijks boven het vuur hangt. Schuld vervult het geweten van de mensen met schrik in de dag des kwaads, en die hun geluk zoeken in de rijkdom van deze wereld en hun hart er op zetten, denken, dat alles afgelopen is, als hun zilver, hun goud en hun kostelijke goederen van hen afgenomen zijn.

Hier hebben wij Ninev's ondergang.

1. Haar naburen juichen over haar, daar zij zich al haar verdrukking en misbruik van macht herinneren, waaraan zij zich heeft schuldig gemaakt ten tijde van haar macht en voorspoed, Nahum 2:11,Nahum 2:12. Waar is de woning van de leeuwen? Weg is ze, er zijn geen overblijfselen, geen sporen van. Waar is de weide van de jonge leeuwen, waar zij hun prooi verscheurden? De vorsten van Ninev waren als leeuwen geweest als roofdieren, wrede tyrannen zijn niet beter ja in dit opzicht veel erger-omdat van hen als mensen menselijkheid verwacht wordt ja, waren zij werkelijk leeuwen geweest, dan zouden zij niet op hun eigen soort aangevallen zijn. "Saevis inter se convenit ursis-wilde dieren verscheuren elkaar niet." Maar met de gedaante van mensen hadden zij de wreedheid van leeuwen. Zij liepen in Ninev rond als een leeuw in de bossen, en er was niemand, die hen verschrikte, iedereen had ontzag voor hen, en zij zelf koesterden voor niemand vrees, hoewel niemand hen liefhad, werden zij door ieder gevreesd, en dat was al wat zij verlangden. "Oderint, dum metuant-Laat hen haten, als zij maar bevreesd zijn." De koning zelf zowel als al de vorsten, deden hun best om zich door alle kunsten van geweld en afpersing te verrijken en het aanzien van hun familie te vergroten, hij roofde genoeg voor zijn welpen, en daar was niet weinig voor nodig, en hij zorgde voor zijn leeuwinnen, doodde al wat in zijn nabijheid kwam, en nam al wat zij hadden voor zijn kinderen, voor zijn vrouwen en bijwijven, en vervulde zijn holen met roof en zijn woningen met het geroofde, zoals leeuwen gewoon zijn. Velen verontschuldigen hun roof en onrechtvaardigheid daarmee, dat zij vrouwen en kinderen te verzorgen hebben, hoewel hetgeen zo verkregen is, hun niet nuttig kan zijn, die de Heer vrezen, en wat zij hebben, op eerlijke wijze hebben verkregen, zullen geen gebrek hebben voor zich zelf of de hunnen. Zij zullen geen gebrek hebben, terwijl de jonge leeuwen armoede lijden en hongeren, al zijn hun holen vervuld met roof en het geroofde, Psalms 34:10.

2. De rechtvaardige Rechter van hemel en aarde verklaart, dat het Zijn werk is, en de hele wereld moet er kennis van nemen, Nahum 2:13 Zie, Ik wil aan u, spreekt de Heer van de heerscharen. En wat kunnen heerscharen ter verdediging van haar doen, als de Heer van de heerscharen haar verderf wil? De verdrukkers in Ninev dachten, dat zij alleen hun naburen tot vijand maakten, die niet tegen hen opgewassen waren, en die zij gemakkelijk konden overweldigen, maar het bleek, dat zij zich God tot vijand maakten, die is en zal zijn de Handhaver van het recht en de Wreker van het onrecht. God is de vijand van de vorsten van Ninev, en daarom,

a. Zullen hun voorbereidselen voor de oorlog hen niet helpen: "Ik zal haar wagens in rook verbranden, Hij zegt niet met vuur, maar de rook van Gods toorn zal voldoende zijn om hun wagens te verbranden, zij zullen verteerd worden, zodra het vuur van Zijn gramschap ontstoken is, terwijl het tot nu toe slechts rookt, zonder dat de vlam uitslaat. Of, de wagenmenners zullen bedwelmd en verstikt worden door de rook, dan zullen hun heerlijke wagenen de schandvlek van hun geslacht zijn", Isaiah 22:18.. Hoe kinderen, de hoop van hun geslacht, zullen afgesneden worden: "Het zwaard zal de jonge leeuwen verteren, die zij zo ijverig verzorgden met onderdrukking en afpersing". Het is rechtvaardig van God, hen van hun kinderen te beroven, of van de vreugde aan hen, want het is hetzelfde, zondige middelen te gebruiken om zich te verrijken, of, zoals van sommigen gezegd wordt, hun zielen verloren te laten gaan om hun zonen groot te maken.

c. De rijkdom, die zij door bedrog en geweld opgehoopt hebben, zal door hen niet genoten noch voor hen gebruikt worden: "Ik zal uw roof van de aarde uitroeien, gij zult er zelf niet van profiteren, noch iemand anders". Sommigen menen, dat zij buiten staat gesteld worden, in het vervolg hun naburen tot hun prooi te maken.

d. Hun buitenlandse vertegenwoordigers zullen niet langer het ontzag bij hun naburen hebben, en die invloed op hen, die zij somtijds gehad hadden: De stem van uw gezanten zal niet meer gehoord worden, er zal niet meer op gelet worden, wat, naar de mening van sommigen, betrekking heeft op Rabsake, een van de Ninevietische gezanten, die de levende God gelasterd had, een zondige daad, waaraan nog lang daarna tegen Ninev gedacht. Die eenmaal honend over God gesproken hebben, zijn niet waard nogmaals gehoord te worden.

Verzen 1-13

Nahum 2:1-13

Hier is,

1. Een bericht van oorlog, naar Ninev gezonden, Nahum 2:1. De profeet spreekt er van als op handen, want hij is niet twijfelachtig noch veraf: "Zie om u heen, en zie, De verstrooier trekt tegen uw aangezicht op. Nebukadnezar, die bekend staat als verstrooier, en als zodanig nog meer bekend worden zal, begint met u en zal u verspreiden en verstrooien." Babel wordt "de kamer van de ganse aarde genoemd", Jeremiah 50:23. De aanval van Nebukadnezar op Ninev is openlijk, stout en vermetel: "Hij trekt tegen uw aangezicht op, en spreekt zijn bedoeling uit om u te verderven, en daarom te wapen, o Ninev, bewaar de vesting, verdedig uw torens en magazijnen, bezichtig de weg, zet wachten uit op alle toegangswegen tot de stad, strek de lendenen, spreek uw soldaten moed in, beziel u zelf en hen, versterk de kracht zeer, zoals steden doen, wanneer een vijand tegen hen oprukt", dit is ironisch bedoeld: "doe uw uiterste best, toch zult gij niet in staat zijn de slag van dit oordeel te ontwijken, want er is geen raad of sterkte tegen de Heer."

II. De uitvaardiging van een manifest, dat de redenen voor de oorlog behelst, Nahum 2:2 :De Heer heeft de hovaardij Jakobs afgewend gelijk de hovaardij Israëls, dit wil zeggen:

1. De Assyriërs hebben Jakob mishandeld hebben hen vernederd en gekweld, de twee stammen, zowel als Israël, de tien stammen hebben ze ledig gemaakt en hun wijnranken verdorven. Hierover zal God met hen afrekenen, hoewel dat lang geleden gebeurd is, zal nu met dat koninkrijk, en met Ninev, de hoofdstad, afgerekend worden. Gods twist met hen is om het geweld begaan, aan Jakob. Of,

2. God staat op `t punt om, door middel van Nebukadnezar, de hovaardij van Jakob af te wenden door de gevangenschap van de twee stammen, zoals Hij de hovaardij van Israël afwendde door hun gevangenschap, Hij heeft het gedaan, Hij heeft besloten het te doen, om plunderaars over hen te brengen, en de vijand, die het doen zal, moet met Ninev beginnen, en dat eerst ten onder brengen, en zijn trots vernederen. God heeft het oog op trotse steden en vernedert ze, ook die Hem het naast zijn. Samaria is vernederd, en Jeruzalem zal vernederd worden, en hun trots verbroken, en zal Ninev, die trotse stad, niet ook vernederd worden? Plunderaars hebben de steden leeg gemaakt, en de wijnranken verdorven in het land van Jakob en Israël, en zal dan niet de hovaardij van Ninev evenzeer afgewend worden?

III. Een bijzonder verhaal van de schrik, die het invallende leger tegen Ninev mee zal brengen, alles zal er toe bijdragen om het geducht te maken.

1. De schilden van zijn helden zijn rood gemaakt, en hun andere wapens en uitrusting waarschijnlijk ook, alsof zij reeds gekleurd waren door het bloed, dat zij vergoten hadden of daarmee te kennen te geven, dat zij alles over de kling zouden jagen, zij hingen de rode vlag uit, ten teken, dat zij geen kwartier gaven.

2. De kloeke mannen zijn scharlakenvervig, zij hebben niet alleen rode klederen, om het bloedige werk te betekenen, dat zij van plan waren te doen, maar ook een rijke kleding, om de rijkdom van het leger te betekenen, en die is de zenuw van de oorlog. 3. De wagens zijn in het vuur van de fakkelen ten dage als hij zich bereidt als zij naderen zullen zij zich bewegen met de snelheid van de bliksem, de wielen zullen vonken uit de stenen slaan, en de wagenmenners zullen rijden met vlammende drift, zoals Jehu deed. Of zij hadden brandende fakkels bij zich, als zij des nachts naderden, zoals Gideons soldaten fakkels in hun kruiken hadden, beide, om hun eigen weg te verlichten en de vijanden te verschrikken, en onderweg alles in brand te steken.

4. "De pijnbomen worden verschrikkelijk geschud," dit wil zeggen: de aanzienlijken van Ninev, die boven de anderen uitsteken, zoals de statige dennen boven het struikgewas, of de zware bomen zullen geschud worden door het geweldige dreunen van de bodem, die dat grote leger zal veroorzaken.

5. De wagens zullen zeer verschrikkelijk zijn, Nahum 2:4 Zij razen door de wijken, dat wil zeggen dat de menners driftig zullen rijden, men zou denken, dat de wagens zelf razend waren, zij zullen zo talrijk zijn en met zoveel woede rieden, dat zij zelfs op brede wegen, waar toch ruimte genoeg is, zullen botsen, en deze ijzeren wagens zullen zo blinken, dat zij in de stralen van de zon als fakkelen zullen zijn in de nacht, zij zullen rennen als de bliksemen, zo snel en met zoveel woede. De bevelhebbers van Nebukadnezar worden hier zijn voortreffelijken genoemd, zijn dapperen, in de kanttekening, zijn helden, aan hen zal hij gedenken, hun zal hij opdracht geven zich terstond naar hun post te begeven, want hij is op `t punt de strijd te beginnen, hij is besloten terstond te velde te trekken, en de veldtocht te openen met het beleg van Ninev. Zijn voortreffelijken zullen gedenken, lezen sommigen, zij zullen denken aan de plichten van hun rang, en de opdracht, die zij ontvangen hebben, en zullen daardoor al hun aandacht op hun werk richten, in die mate, dat zij zullen struikelen in hun tochten, dat zij meer haast zullen maken dan spoed zij struikelen, maar zullen niet vallen, want zij zullen zich haasten naar hun muur, die zij tegen de stad zullen opwerpen, als het beschutsel vaardig zal wezen, dat hen in staat stelt de muur te naderen, en zij zullen het beleg met zoveel kracht en nadruk voortzetten, dat tenslotte de poorten van de rivier zullen geopend worden, Nahum 2:6, de poorten van Ninev, die uitzien op de rivier de Tigris, waaraan Ninev gebouwd is, zullen het eerst door de vijand doorgebroken, of aan de vijand verraden worden, en door die poorten zullen zij binnenkomen. En dan zal het paleis versmelten, het huis van de koning of het huis van Nisroch, zijn god hetzelfde woord betekent palus en tempel. Als de God des hemels voortgaat met een volk te twisten, dan kunnen noch de paleizen, noch de koningen, noch tempels noch goden hen beschermen of hun schuilplaats verlenen, maar ze moeten allen vallen, onvermijdelijk.

IV. Een voorspelling van de gevolgen hiervan, en het is gemakkelijk te begrijpen hoe treurig die zullen zijn.

1. De koningin zal in handen van de vijand vallen, Nahum 2:7 :Huzzab zal gevankelijk weggevoerd worden, zij, die gevestigd was, lezen sommigen, die dacht dat zij veilig was, omdat zij verborgen en wel opgesloten was, zal ontdekt worden, zoals in de kanttekening staat, en zal gevankelijk weggevoerd worden, in groter schande dan die van de gewone gevangenen, zij zal met spottende plechtigheid weggevoerd worden. Haar maagden zullen haar geleiden, omdat zij zwak en krachteloos is, niet in staat zulke verschrikkelijke tonelen en zulk een harde behandeling te verdragen, die dubbel hard en verschrikkelijk zijn voor hen, die er niet aan gewend zijn, zij zullen haar gezelschap houden, niet om opgewekt tot haar te spreken en haar te bemoedigen, want zij zullen zelf zuchten en klagen, "als met een stem van de duiven, duiven van de dalen," Ezechiël 7:16, bekend om haar kirren, Isaiah 38:14,Isaiah 38:59,Isaiah 38:11. Zij zullen trommelen op haar harten, op haar borst slaan van smart en ergernis, alsof zij op een trom sloegen.

2. De inwoners, hoe talrijk ook, zullen niet in staat zijn de invallers het hoofd te bieden of pal te staan, Nahum 2:8 :Ninev is als een watervijver van ouds, vol volks als een vijver vol van water, en water betekent zeer velen, Revelation 17:15, of als die wateren vol van vis, het was reeds lang daarvoor een volkrijke stad, in Jona's tijd waren er honderd twintig duizend kleine kinderen in, Jonah 4:11, en gewoonlijk nemen steden en landen ieder jaar in bevolking toe, maar, hoewel hun zoveel handen voor de dienst des lands ter beschikking staan, toch zullen zij niet in staat zijn elkander moed in te boezemen, maar zij zullen vluchten als lafaards. Hun aanvoerders zullen doen wat zij kunnen om hen te bezielen, zij zullen roepen: "Staat, staat, hebt moed, en wij zullen staande blijven" maar "niemand zal ook maar omzien, zij zullen geen vonkje moed overhouden, maar iedereen zal het voor het wijste houden een gelegenheid te zoeken om te ontkomen, zij zullen niet omzien wie er roept". God kan de sterksten en stoutsten ontmoedigen, in de dag van de benauwdheid, zodat zij niet beantwoorden aan de verwachtingen, maar als een watervijver zijn, waarvan het water opgedroogd en ingedroogd is.

3. De rijkdom van de stad zal een prooi worden, en al haar goederen zullen in handen van de overwinnende vijand vallen, Nahum 2:9, zij zullen elkaar aanmoedigen en aansporen om te plunderen op deze wijze: Rooft zilver, rooft goud, zo zullen de officieren de soldaten aansporen van de gelegenheid gebruik te maken, hier is genoeg zilver en goud voor hen, want er is geen einde aan de voorraad van de heerlijkheid van allerlei gewenste vaten. Ninev, dat van ouds als een watervijver is geweest, heeft heel wat slijk opgedaan, en overvloedige heerlijkheid heeft het in al zijn gewenste vaten, waarop zij zich beroemd hebben, en die een prooi en de trots van de veroveraar zullen zijn. Die kleding bereiden als leem en zilver ophopen als stof, weten niet wie de kleding aandoen en het zilver verdelen zal, Job 27:16, Job 27:17. Aldus is deze rijke stad leeg, uitgeplunderd verwoest, Nahum 2:10. Zie de ijdelheid van wereldse schatten, in plaats van hun eigenaar te verdedigen geven zij die bloot, en stellen zijn vijanden in staat hem zoveel te meer kwaad te doen.

4. De soldaten en het volk zullen geen moed hebben op te treden tot verdediging van de stad. Hun moed zal versmelten als was voor het vuur hun knieën zullen tegen elkaar stoten, zoals die voor Belsazar, toen hij verschrikte, Daniel 5:6, zodat zij niet in staat zullen zijn stand te houden, noch om te ontsnappen, smart zal in alle lendenen zijn, zoals het geval is bij buitengewone schrik, zodat zij niet bij machte zullen wezen hun ruggen recht te houden. En hun aangezichten zullen betrekken als een pot, als een pot, die dagelijks boven het vuur hangt. Schuld vervult het geweten van de mensen met schrik in de dag des kwaads, en die hun geluk zoeken in de rijkdom van deze wereld en hun hart er op zetten, denken, dat alles afgelopen is, als hun zilver, hun goud en hun kostelijke goederen van hen afgenomen zijn.

Hier hebben wij Ninev's ondergang.

1. Haar naburen juichen over haar, daar zij zich al haar verdrukking en misbruik van macht herinneren, waaraan zij zich heeft schuldig gemaakt ten tijde van haar macht en voorspoed, Nahum 2:11,Nahum 2:12. Waar is de woning van de leeuwen? Weg is ze, er zijn geen overblijfselen, geen sporen van. Waar is de weide van de jonge leeuwen, waar zij hun prooi verscheurden? De vorsten van Ninev waren als leeuwen geweest als roofdieren, wrede tyrannen zijn niet beter ja in dit opzicht veel erger-omdat van hen als mensen menselijkheid verwacht wordt ja, waren zij werkelijk leeuwen geweest, dan zouden zij niet op hun eigen soort aangevallen zijn. "Saevis inter se convenit ursis-wilde dieren verscheuren elkaar niet." Maar met de gedaante van mensen hadden zij de wreedheid van leeuwen. Zij liepen in Ninev rond als een leeuw in de bossen, en er was niemand, die hen verschrikte, iedereen had ontzag voor hen, en zij zelf koesterden voor niemand vrees, hoewel niemand hen liefhad, werden zij door ieder gevreesd, en dat was al wat zij verlangden. "Oderint, dum metuant-Laat hen haten, als zij maar bevreesd zijn." De koning zelf zowel als al de vorsten, deden hun best om zich door alle kunsten van geweld en afpersing te verrijken en het aanzien van hun familie te vergroten, hij roofde genoeg voor zijn welpen, en daar was niet weinig voor nodig, en hij zorgde voor zijn leeuwinnen, doodde al wat in zijn nabijheid kwam, en nam al wat zij hadden voor zijn kinderen, voor zijn vrouwen en bijwijven, en vervulde zijn holen met roof en zijn woningen met het geroofde, zoals leeuwen gewoon zijn. Velen verontschuldigen hun roof en onrechtvaardigheid daarmee, dat zij vrouwen en kinderen te verzorgen hebben, hoewel hetgeen zo verkregen is, hun niet nuttig kan zijn, die de Heer vrezen, en wat zij hebben, op eerlijke wijze hebben verkregen, zullen geen gebrek hebben voor zich zelf of de hunnen. Zij zullen geen gebrek hebben, terwijl de jonge leeuwen armoede lijden en hongeren, al zijn hun holen vervuld met roof en het geroofde, Psalms 34:10.

2. De rechtvaardige Rechter van hemel en aarde verklaart, dat het Zijn werk is, en de hele wereld moet er kennis van nemen, Nahum 2:13 Zie, Ik wil aan u, spreekt de Heer van de heerscharen. En wat kunnen heerscharen ter verdediging van haar doen, als de Heer van de heerscharen haar verderf wil? De verdrukkers in Ninev dachten, dat zij alleen hun naburen tot vijand maakten, die niet tegen hen opgewassen waren, en die zij gemakkelijk konden overweldigen, maar het bleek, dat zij zich God tot vijand maakten, die is en zal zijn de Handhaver van het recht en de Wreker van het onrecht. God is de vijand van de vorsten van Ninev, en daarom,

a. Zullen hun voorbereidselen voor de oorlog hen niet helpen: "Ik zal haar wagens in rook verbranden, Hij zegt niet met vuur, maar de rook van Gods toorn zal voldoende zijn om hun wagens te verbranden, zij zullen verteerd worden, zodra het vuur van Zijn gramschap ontstoken is, terwijl het tot nu toe slechts rookt, zonder dat de vlam uitslaat. Of, de wagenmenners zullen bedwelmd en verstikt worden door de rook, dan zullen hun heerlijke wagenen de schandvlek van hun geslacht zijn", Isaiah 22:18.. Hoe kinderen, de hoop van hun geslacht, zullen afgesneden worden: "Het zwaard zal de jonge leeuwen verteren, die zij zo ijverig verzorgden met onderdrukking en afpersing". Het is rechtvaardig van God, hen van hun kinderen te beroven, of van de vreugde aan hen, want het is hetzelfde, zondige middelen te gebruiken om zich te verrijken, of, zoals van sommigen gezegd wordt, hun zielen verloren te laten gaan om hun zonen groot te maken.

c. De rijkdom, die zij door bedrog en geweld opgehoopt hebben, zal door hen niet genoten noch voor hen gebruikt worden: "Ik zal uw roof van de aarde uitroeien, gij zult er zelf niet van profiteren, noch iemand anders". Sommigen menen, dat zij buiten staat gesteld worden, in het vervolg hun naburen tot hun prooi te maken.

d. Hun buitenlandse vertegenwoordigers zullen niet langer het ontzag bij hun naburen hebben, en die invloed op hen, die zij somtijds gehad hadden: De stem van uw gezanten zal niet meer gehoord worden, er zal niet meer op gelet worden, wat, naar de mening van sommigen, betrekking heeft op Rabsake, een van de Ninevietische gezanten, die de levende God gelasterd had, een zondige daad, waaraan nog lang daarna tegen Ninev gedacht. Die eenmaal honend over God gesproken hebben, zijn niet waard nogmaals gehoord te worden.

Bibliografische Informatie
Henry, Matthew. "Commentaar op Nahum 2". "Bijbelverkaring van Matthew Henry". https://www.studylight.org/commentaries/dut/mhm/nahum-2.html. 1706.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile