Lectionary Calendar
Monday, December 23rd, 2024
the Fourth Week of Advent
the Fourth Week of Advent
advertisement
advertisement
advertisement
Attention!
For 10¢ a day you can enjoy StudyLight.org ads
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Bible Commentaries
Bijbelverkaring van Matthew Henry Henry's compleet
Auteursrechtverklaring
Deze bestanden zijn publiek domein en zijn een afgeleide van een elektronische editie die beschikbaar is op de website Bible Support.
Deze bestanden zijn publiek domein en zijn een afgeleide van een elektronische editie die beschikbaar is op de website Bible Support.
Bibliografische Informatie
Henry, Matthew. "Commentaar op Isaiah 20". "Bijbelverkaring van Matthew Henry". https://www.studylight.org/commentaries/dut/mhm/isaiah-20.html. 1706.
Henry, Matthew. "Commentaar op Isaiah 20". "Bijbelverkaring van Matthew Henry". https://www.studylight.org/
Whole Bible (3)
Inleiding
Bijbelverkaring van Matthew Henry, JESAJA 20Dit hoofdstuk is een voorzegging van de wegvoering in gevangenschap van grote menigten beide van Egyptenaren en van Ethiopiërs door de koning van Assyrië. Hier is:
I. Het teken, waarbij dit voorzegd werd, hetwelk was dat de profeet voor een tijd barrevoets en schier naakt ging, zoals een gevangene, Isaiah 20:1, Isaiah 20:2.
II. De verklaring van dat teken met toepassing op Egypte en Ethiopië, Isaiah 20:3. Het goede gebruik, dat het volk van God behoort te maken hiervan hetwelk daarin bestaat, dat zij nooit op een vlezen arm vertrouwen moeten, omdat zij hierdoor zichzelf bedriegen, Isaiah 20:6.
Inleiding
Bijbelverkaring van Matthew Henry, JESAJA 20Dit hoofdstuk is een voorzegging van de wegvoering in gevangenschap van grote menigten beide van Egyptenaren en van Ethiopiërs door de koning van Assyrië. Hier is:
I. Het teken, waarbij dit voorzegd werd, hetwelk was dat de profeet voor een tijd barrevoets en schier naakt ging, zoals een gevangene, Isaiah 20:1, Isaiah 20:2.
II. De verklaring van dat teken met toepassing op Egypte en Ethiopië, Isaiah 20:3. Het goede gebruik, dat het volk van God behoort te maken hiervan hetwelk daarin bestaat, dat zij nooit op een vlezen arm vertrouwen moeten, omdat zij hierdoor zichzelf bedriegen, Isaiah 20:6.
Verzen 1-6
Jesaja 20:1-6Als Koning van de volken brengt God hier een zware ramp over Egypte en Morenland, maar als Koning van de heiligen doet Hij er goed uit voortkomen voor Zijn volk. Let op:
I. De datum van de profetie, het was in het jaar dat Asdod, een sterke stad van de Filistijnen (maar die, naar sommigen denken, onlangs door Hizkia heroverd werd, toen hij de Filistijnen sloeg tot Gaza toe, 2 Kings 18:8,) belegerd en ingenomen werd door een Assyrisch leger. Het is onzeker welk jaar van Hizkia dit geweest is, maar de gebeurtenis was zo merkwaardig, dat zij, die toen geleefd hebben, door dit teken de tijd er van tot op een jaar konden vaststellen. Hij, die toen koning van Assyrië was, was Sargon geheten, sommigen denken dat hij dezelfde is, die elders Sanherib wordt genoemd, anderen denken dat hij diens onmiddellijke voorganger was, en Salmanezer was opgevolgd. Tartan, die de generaal of opperbevelhebber was van deze expeditie, was n van de officieren van Sanherib, door hem gezonden om in vereniging met Rabsake de oorlog te verklaren aan Hizkia, 2 Kings 18:17.
II. Dat Jesaja tot een teken werd gemaakt door zijn ongewone kledij als hij op straat ging. Hij was voor zijn eigen volk een teken geweest van de treurige tijden, die gekomen waren en nog komen zullen over hen, door de zak, waarmee hij zich gedurende enige tijd bekleed had. Sommigen denken dat hij dit gewaad van een rouwdragende had aangetrokken bij gelegenheid dat de tien stammen gevankelijk weggevoerd werden, anderen denken dat een zak zijn gewone kleding was als profeet, om te tonen dat hij van de wereld gestorven was, en er zich aan te gewennen ontberingen te verduren, zachte kleren behoren meer bij hen, die in de paleizen van de koningen verkeren, Matthew 11:8, dan aan hen, die op Gods boodschappen uitgaan. Elia droeg een harig kleed, 2 Kings 1:8, evenzo Johannes de Doper, Matthew 3:4, en zij, die voorgaven profeten te zijn, ondersteunden hun beweren door een haren mantel te dragen, Zacheria 13:4. Maar Jesaja heeft orders ontvangen om de zak van zijn lenden te ontbinden, niet om hem te verwisselen met betere kleren, meer om in het geheel geen aan te doen, geen bovenkleed, geen mantel, of overrok, maar alleen zijn onderklederen aan te houden, zijn hemd, naar wij kunnen veronderstellen, zijn vest en broek, en hij moet zijn schoenen uitdoen, en barrevoets gaan, zodat hij, in vergelijking met het gewaad, dat anderen aanhadden, en dat, hetwelk hij gewoonlijk zelf droeg, gezegd kon worden naakt te gaan. Dit was hard voor de profeet, het was een vlek op zijn eer, en zal hem blootstellen aan smaad en minachting en aan bespotting, de jongens op straat zullen hem naroepen, hem uitjouwen, en zij, die een gelegenheid tegen hem zochten, zullen zeggen: de profeet is een dwaas, de man des Geestes is onzinnig, Hosea 9:7. Het zou ook zijn gezondheid kunnen benadelen, hij kon kou vatten, hetgeen hem koorts kon bezorgen, hem het leven kon kosten, maar God gebood hem dit te doen, ten einde een bewijs te geven van zijn gehoorzaamheid aan God ten opzichte van een zeer moeilijk gebod, en aldus de ongehoorzaamheid van het volk aan de gemakkelijkste en redelijkste voorschriften te beschamen. Als wij op de weg zijn van onze plicht, dan kunnen wij de zorg voor onze eer en onze veiligheid gerust aan God overlaten. Het hart van dit volk was zeer stompzinnig, wat zij alleen maar hoorden maakte geen indruk op hen, zij moeten onderwezen worden door tekenen, en daarom moet Jesaja dit doen tot hun stichting, was het kleed aanstotelijk, het doel was heerlijk, waarvoor een profeet van de Heer zich niet behoefde te schamen.
III. Het tonen van dit teken, Isaiah 20:3, Isaiah 20:4. Het was bedoeld om te kennen te geven dat de Egyptenaren en de Ethiopiërs gevankelijk weggevoerd zullen worden door de koning van Assyrië, even naakt, of in lompen gehuld, in even schamele, schunnige kledij als Israël geweest is. God noemt hem Zijn dienstknecht Jesaja, omdat hij zich inzonderheid in deze zaak van God een gewillige getrouwe en gehoorzame dienstknecht had betoond, en juist om deze zaak, om welke anderen misschien om hem lachten, roemde God in hem. Gehoorzamen is beter dan offerande, het behaagt God en looft Hem meer, en zal meer door Hem geprezen worden. Jesaja wordt gezegd drie jaren naakt en barrevoets te zijn gegaan, telkens als hij gedurende die tijd optrad als profeet, maar sommigen houden het er voor dat deze drie jaren geen betrekking hebben op het teken, maar op de zaak, die betekend werd. Hij wandelt naakt en barrevoets, en dan volgt in het oorspronkelijke een punt, al heeft hij dit slechte eenmaal gedaan, dan was dit nog genoeg om aan allen, die om hem heen waren, aanleiding te geven om te vragen wat de betekenis er van was, of, zoals sommigen denken, hij deed het drie dagen, een dag voor een jaar, en dit voor een driejarig teken en wonder, voor een teken van hetgeen over drie jaren geschieden zal, of van hetgeen drie jaren zal duren. Drie opeenvolgende veldtochten zal het Assyrische leger doen om de Egyptenaren en Ethiopiërs tenonder te brengen, en hen op deze barbaarse wijze weg te voeren, niet alleen de krijgslieden, die op het slagveld gevangen werden genomen, maar de inwoners, oud en jong, en het was een aangrijpend, treurig gezicht, dat medelijden moest opwekken in ieder, die nog enig gevoel had om hen, die hun leven lang goed gekleed waren geweest, nu van hun kleren beroofd te zien, zodat zij nauwelijks genoeg hadden om hun naaktheid te bedekken. Op deze omstandigheid in hun gevangenschap wordt zeer bijzonder nadruk gelegd in de voorzegging, om op hen, voor wie de profetie werd uitgesproken, een zoveel diepere indruk te maken. Er wordt uitdrukkelijk gezegd dat het de Egyptenaren tot schaamte was, Isaiah 20:4, omdat de Egyptenaren een hoogmoedig volk waren, en dus de smaad een zoveel grotere schande voor hen was, hoe hoger zij zich verheven hadden, hoe dieper hun val was, zowel in hun eigen ogen als in die van anderen.
IV. De toepassing hiervan, Isaiah 20:5, Isaiah 20:6.
1. Allen, die op de Egyptenaren en de Ethiopiërs hadden gesteund, of op enigerlei wijze in betrekking tot hen hadden gestaan, schaamden zich nu over hen, en waren bevreesd om nog iets met hen van doen te hebben. De landen, die in gevaar waren om door de Assyriërs geteisterd of overmeesterd te worden, verwachtten dat Tirhaka, koning van Ethiopië, met zijn talrijke krijgsmacht de voortgang van hun zegevierende wapenen zou stuiten, en een beschermende slagboom zou zijn voor zijn buren, en met nog groter gerustheid roemden zij dat Egypte, een rijk zo vermaard om zijn wijsheid en onverschrokken krijgsbedrijven, hen zou noodzaken het beleg van Asdod op te heffen om zich in allerijl terug te trekken, maar, in plaats hiervan, hebben zij door hun poging om hen tegen te staan, slechts zichzelf blootgesteld, en hun eigen land hun ten prooi doen worden. Hierop hebben allen van rondom zich geschaamd, dat zij zich ooit voordeel hebben beloofd van twee zo zwakke en lafhartige volken, en nu waren zij meer dan ooit bevreesd voor de toenemende macht van de koning van Assyrië, voor wie Egypte en Ethiopië bleken slechts als doornen en distelen te zijn, gebruikt om een verterend vuur te blussen of tegen te houden, maar het slechts des te heviger hebben doen branden. Zij, die enigerlei schepsel tot hun verwachting en roem stellen, en het dus in de plaats stellen van God, zullen er zich vroeg of laat over schamen, en hun teleurstelling er in zal hun vrees slechts doen toenemen. Zie Ezechiël 29:6, 7.
2. Inzonderheid zullen de Joden overtuigd worden van hun dwaasheid om op zulke gebroken rietstaven te steunen, en wanhopen aan enigerlei hulp van hen, Isaiah 20:6. De inwoners van dit eiland, het land van Juda, gelegen aan de zee, hoewel er niet door omgeven, van dit land, aldus de kanttekening, aan een ieder zullen thans de ogen geopend zijn, en zij zullen zeggen: "Zie, zo is onze verwachting zo ijdel, zo dwaas, en daartoe zal het dan nu komen". Wij zijn weggevlucht naar de Egyptenaren en de Ethiopiërs om hulp te verkrijgen, en hebben gehoopt door hen verlost te worden van de koning van Assyrië, maar nu zij aldus verbroken zijn, "hoe zullen wij dan ontkomen, wij, die niet in staat zijn zulke legers te velde te brengen als zij?" Zij, die op schepselen vertrouwen, zullen teleurgesteld worden en zullen beschaamd gemaakt worden over hun vertrouwen, want `s mensen heil is ijdelheid en tevergeefs verwacht men het van de heuvelen en de menigte van de bergen. Teleurstelling in ons vertrouwen op schepselen moet ons, in plaats van ons tot wanhoop te brengen, zoals hier (hoe zullen wij dan ontkomen?) heendrijven naar God want indien wij tot Hem vluchten om hulp, zullen wij in onze verwachting niet bedrogen uitkomen.
Verzen 1-6
Jesaja 20:1-6Als Koning van de volken brengt God hier een zware ramp over Egypte en Morenland, maar als Koning van de heiligen doet Hij er goed uit voortkomen voor Zijn volk. Let op:
I. De datum van de profetie, het was in het jaar dat Asdod, een sterke stad van de Filistijnen (maar die, naar sommigen denken, onlangs door Hizkia heroverd werd, toen hij de Filistijnen sloeg tot Gaza toe, 2 Kings 18:8,) belegerd en ingenomen werd door een Assyrisch leger. Het is onzeker welk jaar van Hizkia dit geweest is, maar de gebeurtenis was zo merkwaardig, dat zij, die toen geleefd hebben, door dit teken de tijd er van tot op een jaar konden vaststellen. Hij, die toen koning van Assyrië was, was Sargon geheten, sommigen denken dat hij dezelfde is, die elders Sanherib wordt genoemd, anderen denken dat hij diens onmiddellijke voorganger was, en Salmanezer was opgevolgd. Tartan, die de generaal of opperbevelhebber was van deze expeditie, was n van de officieren van Sanherib, door hem gezonden om in vereniging met Rabsake de oorlog te verklaren aan Hizkia, 2 Kings 18:17.
II. Dat Jesaja tot een teken werd gemaakt door zijn ongewone kledij als hij op straat ging. Hij was voor zijn eigen volk een teken geweest van de treurige tijden, die gekomen waren en nog komen zullen over hen, door de zak, waarmee hij zich gedurende enige tijd bekleed had. Sommigen denken dat hij dit gewaad van een rouwdragende had aangetrokken bij gelegenheid dat de tien stammen gevankelijk weggevoerd werden, anderen denken dat een zak zijn gewone kleding was als profeet, om te tonen dat hij van de wereld gestorven was, en er zich aan te gewennen ontberingen te verduren, zachte kleren behoren meer bij hen, die in de paleizen van de koningen verkeren, Matthew 11:8, dan aan hen, die op Gods boodschappen uitgaan. Elia droeg een harig kleed, 2 Kings 1:8, evenzo Johannes de Doper, Matthew 3:4, en zij, die voorgaven profeten te zijn, ondersteunden hun beweren door een haren mantel te dragen, Zacheria 13:4. Maar Jesaja heeft orders ontvangen om de zak van zijn lenden te ontbinden, niet om hem te verwisselen met betere kleren, meer om in het geheel geen aan te doen, geen bovenkleed, geen mantel, of overrok, maar alleen zijn onderklederen aan te houden, zijn hemd, naar wij kunnen veronderstellen, zijn vest en broek, en hij moet zijn schoenen uitdoen, en barrevoets gaan, zodat hij, in vergelijking met het gewaad, dat anderen aanhadden, en dat, hetwelk hij gewoonlijk zelf droeg, gezegd kon worden naakt te gaan. Dit was hard voor de profeet, het was een vlek op zijn eer, en zal hem blootstellen aan smaad en minachting en aan bespotting, de jongens op straat zullen hem naroepen, hem uitjouwen, en zij, die een gelegenheid tegen hem zochten, zullen zeggen: de profeet is een dwaas, de man des Geestes is onzinnig, Hosea 9:7. Het zou ook zijn gezondheid kunnen benadelen, hij kon kou vatten, hetgeen hem koorts kon bezorgen, hem het leven kon kosten, maar God gebood hem dit te doen, ten einde een bewijs te geven van zijn gehoorzaamheid aan God ten opzichte van een zeer moeilijk gebod, en aldus de ongehoorzaamheid van het volk aan de gemakkelijkste en redelijkste voorschriften te beschamen. Als wij op de weg zijn van onze plicht, dan kunnen wij de zorg voor onze eer en onze veiligheid gerust aan God overlaten. Het hart van dit volk was zeer stompzinnig, wat zij alleen maar hoorden maakte geen indruk op hen, zij moeten onderwezen worden door tekenen, en daarom moet Jesaja dit doen tot hun stichting, was het kleed aanstotelijk, het doel was heerlijk, waarvoor een profeet van de Heer zich niet behoefde te schamen.
III. Het tonen van dit teken, Isaiah 20:3, Isaiah 20:4. Het was bedoeld om te kennen te geven dat de Egyptenaren en de Ethiopiërs gevankelijk weggevoerd zullen worden door de koning van Assyrië, even naakt, of in lompen gehuld, in even schamele, schunnige kledij als Israël geweest is. God noemt hem Zijn dienstknecht Jesaja, omdat hij zich inzonderheid in deze zaak van God een gewillige getrouwe en gehoorzame dienstknecht had betoond, en juist om deze zaak, om welke anderen misschien om hem lachten, roemde God in hem. Gehoorzamen is beter dan offerande, het behaagt God en looft Hem meer, en zal meer door Hem geprezen worden. Jesaja wordt gezegd drie jaren naakt en barrevoets te zijn gegaan, telkens als hij gedurende die tijd optrad als profeet, maar sommigen houden het er voor dat deze drie jaren geen betrekking hebben op het teken, maar op de zaak, die betekend werd. Hij wandelt naakt en barrevoets, en dan volgt in het oorspronkelijke een punt, al heeft hij dit slechte eenmaal gedaan, dan was dit nog genoeg om aan allen, die om hem heen waren, aanleiding te geven om te vragen wat de betekenis er van was, of, zoals sommigen denken, hij deed het drie dagen, een dag voor een jaar, en dit voor een driejarig teken en wonder, voor een teken van hetgeen over drie jaren geschieden zal, of van hetgeen drie jaren zal duren. Drie opeenvolgende veldtochten zal het Assyrische leger doen om de Egyptenaren en Ethiopiërs tenonder te brengen, en hen op deze barbaarse wijze weg te voeren, niet alleen de krijgslieden, die op het slagveld gevangen werden genomen, maar de inwoners, oud en jong, en het was een aangrijpend, treurig gezicht, dat medelijden moest opwekken in ieder, die nog enig gevoel had om hen, die hun leven lang goed gekleed waren geweest, nu van hun kleren beroofd te zien, zodat zij nauwelijks genoeg hadden om hun naaktheid te bedekken. Op deze omstandigheid in hun gevangenschap wordt zeer bijzonder nadruk gelegd in de voorzegging, om op hen, voor wie de profetie werd uitgesproken, een zoveel diepere indruk te maken. Er wordt uitdrukkelijk gezegd dat het de Egyptenaren tot schaamte was, Isaiah 20:4, omdat de Egyptenaren een hoogmoedig volk waren, en dus de smaad een zoveel grotere schande voor hen was, hoe hoger zij zich verheven hadden, hoe dieper hun val was, zowel in hun eigen ogen als in die van anderen.
IV. De toepassing hiervan, Isaiah 20:5, Isaiah 20:6.
1. Allen, die op de Egyptenaren en de Ethiopiërs hadden gesteund, of op enigerlei wijze in betrekking tot hen hadden gestaan, schaamden zich nu over hen, en waren bevreesd om nog iets met hen van doen te hebben. De landen, die in gevaar waren om door de Assyriërs geteisterd of overmeesterd te worden, verwachtten dat Tirhaka, koning van Ethiopië, met zijn talrijke krijgsmacht de voortgang van hun zegevierende wapenen zou stuiten, en een beschermende slagboom zou zijn voor zijn buren, en met nog groter gerustheid roemden zij dat Egypte, een rijk zo vermaard om zijn wijsheid en onverschrokken krijgsbedrijven, hen zou noodzaken het beleg van Asdod op te heffen om zich in allerijl terug te trekken, maar, in plaats hiervan, hebben zij door hun poging om hen tegen te staan, slechts zichzelf blootgesteld, en hun eigen land hun ten prooi doen worden. Hierop hebben allen van rondom zich geschaamd, dat zij zich ooit voordeel hebben beloofd van twee zo zwakke en lafhartige volken, en nu waren zij meer dan ooit bevreesd voor de toenemende macht van de koning van Assyrië, voor wie Egypte en Ethiopië bleken slechts als doornen en distelen te zijn, gebruikt om een verterend vuur te blussen of tegen te houden, maar het slechts des te heviger hebben doen branden. Zij, die enigerlei schepsel tot hun verwachting en roem stellen, en het dus in de plaats stellen van God, zullen er zich vroeg of laat over schamen, en hun teleurstelling er in zal hun vrees slechts doen toenemen. Zie Ezechiël 29:6, 7.
2. Inzonderheid zullen de Joden overtuigd worden van hun dwaasheid om op zulke gebroken rietstaven te steunen, en wanhopen aan enigerlei hulp van hen, Isaiah 20:6. De inwoners van dit eiland, het land van Juda, gelegen aan de zee, hoewel er niet door omgeven, van dit land, aldus de kanttekening, aan een ieder zullen thans de ogen geopend zijn, en zij zullen zeggen: "Zie, zo is onze verwachting zo ijdel, zo dwaas, en daartoe zal het dan nu komen". Wij zijn weggevlucht naar de Egyptenaren en de Ethiopiërs om hulp te verkrijgen, en hebben gehoopt door hen verlost te worden van de koning van Assyrië, maar nu zij aldus verbroken zijn, "hoe zullen wij dan ontkomen, wij, die niet in staat zijn zulke legers te velde te brengen als zij?" Zij, die op schepselen vertrouwen, zullen teleurgesteld worden en zullen beschaamd gemaakt worden over hun vertrouwen, want `s mensen heil is ijdelheid en tevergeefs verwacht men het van de heuvelen en de menigte van de bergen. Teleurstelling in ons vertrouwen op schepselen moet ons, in plaats van ons tot wanhoop te brengen, zoals hier (hoe zullen wij dan ontkomen?) heendrijven naar God want indien wij tot Hem vluchten om hulp, zullen wij in onze verwachting niet bedrogen uitkomen.