Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
advertisement
advertisement
advertisement
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!
Click here to learn more!
Bible Commentaries
Dächsel Bijbelverklaring Dächsel Bijbelverklaring
Auteursrechtverklaring
Deze bestanden zijn publiek domein en zijn een afgeleide van een elektronische editie die beschikbaar is op de website Bible Support.
Deze bestanden zijn publiek domein en zijn een afgeleide van een elektronische editie die beschikbaar is op de website Bible Support.
Bibliografische Informatie
Dächsel, Karl August. "Commentaar op Proverbs 15". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/commentaries/dut/dac/proverbs-15.html. 1862-80.
Dächsel, Karl August. "Commentaar op Proverbs 15". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/
Whole Bible (3)
Inleiding
Bijbelverkaring van Dchsel, SPREUKEN 15Proverbs 15:1.
DE WERKING DER WIJSHEID. MIDDELEN OM ZICH TEGEN ZONDEN TE HOEDEN.
VI. Proverbs 15:1-Proverbs 15:33. In het voor ons liggende hoofdstuk wordt de vergelijking tussen de vruchten der wijsheid en der dwaasheid nog verder voortgezet, en wel met betrekking op verschillende andere levensomstandigheden, bijzonder op het godsdienstig leven, zodat men het gehele hoofdstuk kan beschouwen als handelende van den enigen waren godsdienst, zich vertonende in het betrachten der gerechtigheid. Nauwelijks kan men er ene behoorlijke onderscheiding in verschillende groepen van maken. De volgende drie groepen zou men kunnen aannemen. In Proverbs 15:1-Proverbs 15:7 wordt de gerechtigheid aangewezen met betrekking tot den mond en de tong in Proverbs 15:8-Proverbs 15:16 in het eigenlijk godsdienstige leven; Proverbs 15:16-Proverbs 15:30 in het verkeer met den naaste.
Inleiding
Bijbelverkaring van Dchsel, SPREUKEN 15Proverbs 15:1.
DE WERKING DER WIJSHEID. MIDDELEN OM ZICH TEGEN ZONDEN TE HOEDEN.
VI. Proverbs 15:1-Proverbs 15:33. In het voor ons liggende hoofdstuk wordt de vergelijking tussen de vruchten der wijsheid en der dwaasheid nog verder voortgezet, en wel met betrekking op verschillende andere levensomstandigheden, bijzonder op het godsdienstig leven, zodat men het gehele hoofdstuk kan beschouwen als handelende van den enigen waren godsdienst, zich vertonende in het betrachten der gerechtigheid. Nauwelijks kan men er ene behoorlijke onderscheiding in verschillende groepen van maken. De volgende drie groepen zou men kunnen aannemen. In Proverbs 15:1-Proverbs 15:7 wordt de gerechtigheid aangewezen met betrekking tot den mond en de tong in Proverbs 15:8-Proverbs 15:16 in het eigenlijk godsdienstige leven; Proverbs 15:16-Proverbs 15:30 in het verkeer met den naaste.
Vers 1
1. Een a) zacht antwoord, op een toornig en beledigend woord gegeven, keert de grimmigheid van den belediger af; maar een hard en smartend woord, dat de ontvangene belediging met ene nieuwe belediging beantwoordt, doet den toorn oprijzen, en verwekt het ene ongeluk na het andere (Ecclesiastes 10:4. 1 Kings 12:13. Romans 12:21 Romans 12:21).a) Proverbs 25:15
Een goed woord vindt ene goede plaats. -Men moet geen olie in het vuur werpen. -Wie tweedracht zaait, zal moeite maaien. -Wie twist en tweedracht dempt, verandert vloek in zegen..
Als de toorn u dreigt te overmeesteren, vouw dan de handen te zamen, en spreek in stilte het "onze Vader" en de geloofsartikelen uit; antwoord daarna uwe tegenpartij..
Vers 1
1. Een a) zacht antwoord, op een toornig en beledigend woord gegeven, keert de grimmigheid van den belediger af; maar een hard en smartend woord, dat de ontvangene belediging met ene nieuwe belediging beantwoordt, doet den toorn oprijzen, en verwekt het ene ongeluk na het andere (Ecclesiastes 10:4. 1 Kings 12:13. Romans 12:21 Romans 12:21).a) Proverbs 25:15
Een goed woord vindt ene goede plaats. -Men moet geen olie in het vuur werpen. -Wie tweedracht zaait, zal moeite maaien. -Wie twist en tweedracht dempt, verandert vloek in zegen..
Als de toorn u dreigt te overmeesteren, vouw dan de handen te zamen, en spreek in stilte het "onze Vader" en de geloofsartikelen uit; antwoord daarna uwe tegenpartij..
Vers 2
2. De tong der wijzen maakt de wetenschap goed, weet de hemelse waarheid en wijsheid, die hun hart vervult, ook in welgeordende en lieflijke woorden voor te dragen; a) maar de mond der zotten stort uit een ijdel en ledig hart wel vele woorden, maar tevens overvloedig dwaasheid uit op verwarde en onsamenhangende wijze.a) Proverbs 12:18; Proverbs 23:16; Proverbs 15:28.
1) In het Hebreeën Leschoon chakamim theetib dath. Beter: De tong der wijzen toont een helder weten. Het andere woorden, wanneer de wijze zijn mond opent, dan blijkt het, dat hij goed weet, wat hij wil zeggen, dat hij in wijsheid doorkneed is. De Engelse vertaling heeft: De tong der wijzen gebruikt behoorlijk de wetenschap. Men kan aan den wijze dadelijk horen dat hij een wijze is.
Vers 2
2. De tong der wijzen maakt de wetenschap goed, weet de hemelse waarheid en wijsheid, die hun hart vervult, ook in welgeordende en lieflijke woorden voor te dragen; a) maar de mond der zotten stort uit een ijdel en ledig hart wel vele woorden, maar tevens overvloedig dwaasheid uit op verwarde en onsamenhangende wijze.a) Proverbs 12:18; Proverbs 23:16; Proverbs 15:28.
1) In het Hebreeën Leschoon chakamim theetib dath. Beter: De tong der wijzen toont een helder weten. Het andere woorden, wanneer de wijze zijn mond opent, dan blijkt het, dat hij goed weet, wat hij wil zeggen, dat hij in wijsheid doorkneed is. De Engelse vertaling heeft: De tong der wijzen gebruikt behoorlijk de wetenschap. Men kan aan den wijze dadelijk horen dat hij een wijze is.
Vers 3
3. a) De ogen des HEEREN zijn in alle plaatsen, beschouwende de kwaden en de goeden; daarom wees niet bezorgd over het gericht en de vergelding; want God heeft alles gadegeslagen (2 Chronicles 16:9. Psalms 139:1, Matthew 10:30).1) Job 34:21. Proverbs 5:21. Jeremiah 16:17; Jeremiah 32:19. Hij, die de waterdroppels in de zee telt, telt ook de tranen, die een blad stort. -God ziet het, God hoort het God straft het. -Voor God is niets verborgen, Hij doorschouwt alle harten. -Hetzij kwaad of goed, wat iemand in `t duistere doet, of wat in `t hart wordt overdacht, dat wordt zeker in `t licht gebracht.
Eerst worden de bozen genoemd, daarna de goeden, omdat de spreuk eerst dient tot waarschuwing en daarna tot vertroosting.
Vers 3
3. a) De ogen des HEEREN zijn in alle plaatsen, beschouwende de kwaden en de goeden; daarom wees niet bezorgd over het gericht en de vergelding; want God heeft alles gadegeslagen (2 Chronicles 16:9. Psalms 139:1, Matthew 10:30).1) Job 34:21. Proverbs 5:21. Jeremiah 16:17; Jeremiah 32:19. Hij, die de waterdroppels in de zee telt, telt ook de tranen, die een blad stort. -God ziet het, God hoort het God straft het. -Voor God is niets verborgen, Hij doorschouwt alle harten. -Hetzij kwaad of goed, wat iemand in `t duistere doet, of wat in `t hart wordt overdacht, dat wordt zeker in `t licht gebracht.
Eerst worden de bozen genoemd, daarna de goeden, omdat de spreuk eerst dient tot waarschuwing en daarna tot vertroosting.
Vers 4
4. a) De medicijn 1) der tong, die weet te verontschuldigen, het goede spreekt en alles ten beste keert, is een boom des levens, wiens vruchten het leven uit God in enen mens onderhouden, versterken en verkwikken; maar de verkeerdheid in dezelve, die gene maat houdt, maar twist en gekijf en allerlei kwaad veroorzaakt, is ene breuk in den geest, ontrust en wond, ja verderft dikwijls zowel den geest van den spreker als van den hoorder.a) Proverbs 12:18. 13:14.
1) Beter: de zachtheid. Iemand, die op lieflijke wijze waarschuwt of troost, zal eerder ingang vinden, dan die op heftigen toon uitvaart of hard is in zijn troostredenen.
Vers 4
4. a) De medicijn 1) der tong, die weet te verontschuldigen, het goede spreekt en alles ten beste keert, is een boom des levens, wiens vruchten het leven uit God in enen mens onderhouden, versterken en verkwikken; maar de verkeerdheid in dezelve, die gene maat houdt, maar twist en gekijf en allerlei kwaad veroorzaakt, is ene breuk in den geest, ontrust en wond, ja verderft dikwijls zowel den geest van den spreker als van den hoorder.a) Proverbs 12:18. 13:14.
1) Beter: de zachtheid. Iemand, die op lieflijke wijze waarschuwt of troost, zal eerder ingang vinden, dan die op heftigen toon uitvaart of hard is in zijn troostredenen.
Vers 5
5. Een dwaas, die slechts zijne vleselijke lusten en begeerten volgt, zal de heilzame tucht zijns vaders versmaden; maar die de bestraffing waarneemt, en zich zijne gebreken wil doen aanwijzen, en die betreurt, zal kloekzinniglijk handelen (Proverbs 1:7; Proverbs 13:1Vers 5
5. Een dwaas, die slechts zijne vleselijke lusten en begeerten volgt, zal de heilzame tucht zijns vaders versmaden; maar die de bestraffing waarneemt, en zich zijne gebreken wil doen aanwijzen, en die betreurt, zal kloekzinniglijk handelen (Proverbs 1:7; Proverbs 13:1Vers 6
6. In het huis des rechtvaardigen is ene grote schat, namelijk van zijne gerechtigheid, zijne godsvrucht en zijn geloof, de bron en de waarborg van een duurzaam geluk; maar in des goddelozen inkomst, die hij op zondige wijze gewonnen heeft, is beroerte, die kiem van zijnen ondergang, dien hij zich alzo zelf bereidt.Zo is gerechtigheid door Gods genade meer waard dan alles, en rijkdom op zich zelven niets; de laatste wordt eerst iets in de hand van den rechtvaardigen man, en is enkel kwaad in de hand van den onrechtvaardige..
Vers 6
6. In het huis des rechtvaardigen is ene grote schat, namelijk van zijne gerechtigheid, zijne godsvrucht en zijn geloof, de bron en de waarborg van een duurzaam geluk; maar in des goddelozen inkomst, die hij op zondige wijze gewonnen heeft, is beroerte, die kiem van zijnen ondergang, dien hij zich alzo zelf bereidt.Zo is gerechtigheid door Gods genade meer waard dan alles, en rijkdom op zich zelven niets; de laatste wordt eerst iets in de hand van den rechtvaardigen man, en is enkel kwaad in de hand van den onrechtvaardige..
Vers 7
7. De lippen der wijzen zullen de wetenschap uitstrooien, wijsheid en kennis der waarheid, en daarmee eeuwig blijvenden zegen; maar het verwarde en twijfelachtige hart der zotten niet alzo, ontbreekt de rechte richting, heeft geen zin voor ware wijsheid en wetenschap (Proverbs 10:31; Proverbs 16:23).Vers 7
7. De lippen der wijzen zullen de wetenschap uitstrooien, wijsheid en kennis der waarheid, en daarmee eeuwig blijvenden zegen; maar het verwarde en twijfelachtige hart der zotten niet alzo, ontbreekt de rechte richting, heeft geen zin voor ware wijsheid en wetenschap (Proverbs 10:31; Proverbs 16:23).Vers 8
8. a) Het uiterlijke en huichelachtige offer des goddelozen is den HEERE een gruwel; want wat heeft de eeuwige waarheid met de leugen te doen; maar het gebed der oprechten, voortkomende uit een oprecht, naar Gods gerechtigheid hongerend hart, is zijn welgevallen 1), en wordt door Hem verhoord (Hosea 6:6. Micah 6:6, Jeremiah 7:21. Psalms 40:7).a) Proverbs 21:27. Isaiah 1:11. Jeremiah 6:20. Amos 5:21. 1) Er wordt van het slachtoffer der goddelozen gesproken en van het gebed der rechtvaardigen. Dit is niet zonder bedoeling. Een offer is altijd meer uitwendig dan een gebed. Een goddeloze kan niet waarlijk bidden. Hij kan nog wel een offer als uitwendig vertoon van godsdienst brengen, maar ook dit mishaagt den Heere God, zoals Hij zo dikwijls door de Profeten uitspreekt.
Vers 8
8. a) Het uiterlijke en huichelachtige offer des goddelozen is den HEERE een gruwel; want wat heeft de eeuwige waarheid met de leugen te doen; maar het gebed der oprechten, voortkomende uit een oprecht, naar Gods gerechtigheid hongerend hart, is zijn welgevallen 1), en wordt door Hem verhoord (Hosea 6:6. Micah 6:6, Jeremiah 7:21. Psalms 40:7).a) Proverbs 21:27. Isaiah 1:11. Jeremiah 6:20. Amos 5:21. 1) Er wordt van het slachtoffer der goddelozen gesproken en van het gebed der rechtvaardigen. Dit is niet zonder bedoeling. Een offer is altijd meer uitwendig dan een gebed. Een goddeloze kan niet waarlijk bidden. Hij kan nog wel een offer als uitwendig vertoon van godsdienst brengen, maar ook dit mishaagt den Heere God, zoals Hij zo dikwijls door de Profeten uitspreekt.
Vers 9
9. De weg der goddelozen, hun wijze van denken en handelen is den HEERE een gruwel; maar dien, die de ware gerechtigheid najaagt met ernst en ijver, zal Hij liefhebben (Proverbs 11:20; Proverbs 12:22).Vers 9
9. De weg der goddelozen, hun wijze van denken en handelen is den HEERE een gruwel; maar dien, die de ware gerechtigheid najaagt met ernst en ijver, zal Hij liefhebben (Proverbs 11:20; Proverbs 12:22).Vers 10
10. De tucht is onaangenaam, voor hem die ze ontvangt, als het verdiende loon zijner goddeloosheid, maar tevens heilzaam voor degenen, die het goede pad verlaat en door haar weer op den rechten weg gebracht wordt, en die de bestraffing der goddelijke wijsheid en waarheid uit den mond eens wijzen haat, zal zijne trotsheid jammerlijk boeten, en in zijne zonde sterven, en daarin bestaat juist die kwade tucht (Proverbs 29:1. Romans 8:13).Vers 10
10. De tucht is onaangenaam, voor hem die ze ontvangt, als het verdiende loon zijner goddeloosheid, maar tevens heilzaam voor degenen, die het goede pad verlaat en door haar weer op den rechten weg gebracht wordt, en die de bestraffing der goddelijke wijsheid en waarheid uit den mond eens wijzen haat, zal zijne trotsheid jammerlijk boeten, en in zijne zonde sterven, en daarin bestaat juist die kwade tucht (Proverbs 29:1. Romans 8:13).Vers 11
11. a) De hel en het verderf, de afgrond, waar het verderf woont (Job 7:10 ; Job 26:6 Job 26:6), alzo de plaats, die het verst verwijderd is van Zijn eeuwig zalig en heilig Wezen, zijn voor den alles doordringenden blik des HEEREN bloot en open; hoeveel te meer de harten b) van des mensen kinderen, ook van hen, die den rechten weg verlaten (Hebrews 4:13).a) Job. 26:6. b) 2 Chronicles 6:30. Psalms 7:10; Psalms 44:22. Jeremiah 17:9,Jeremiah 17:10. John 2:24,John 2:25; John 21:17. Hand. 1:24.
De hel, de plaats des verderfs, met al de kwalen en kwellingen der onbekeerde geesten, zijn den Heere bekend; Hij doorschouwt alle schuilhoeken der boosheid, alle listige streken en de gedachten van millioenen geesten; hoe veel te meer uw nog in de perken van de zichtbare wereld ingesloten klein hart, met zijne nog alleen aardse wensen, verwachtingen, lusten en plannen! Zijne alwetendheid is wel in staat schijn van licht te onderscheiden, en de werkelijke gezindheid achter den bedrieglijken schijn te bemerken. Ook wanneer gij u Zijne beschikking en straf laat welgevallen, kent Hij toch den zich heimelijk daarin verbergenden haat, en het verborgene morren uwer ziel.
Er is niets zo diep of zo geheim, dat voor de ogen des Heren kan verborgen worden, hoe veel te minder de gedachten der mensen.
God weet alle dingen, zelfs die, welke voor de ogen van alle levende schepselen verborgen zijn. De hel en het verderf liggen bloot en open voor Hem. Hij ziet niet alleen alles, wat in het middelpunt der aarde is, of in de holen en verborgen hoeken der afgronden, maar ook het graf en alle de dode lichamen in hetzelve. Geen van deze is te zoeken of kan voor Hem verborgen zijn, als Hij ze allen ten leven zal roepen..
Zelfs de woningen der afgescheidene zielen zijn geopend voor Gods toezicht en onderzoek; hoeveel te meer doorzoekt Zijn oog de geheime schuilhoeken der ziel.) De slimste listen van den vorst der hel zijn geopend voor den Heere, en moeten in teleurstelling eindigen. Hoe kan dan de mens zijnen raad voor God verbergen?.
Vers 11
11. a) De hel en het verderf, de afgrond, waar het verderf woont (Job 7:10 ; Job 26:6 Job 26:6), alzo de plaats, die het verst verwijderd is van Zijn eeuwig zalig en heilig Wezen, zijn voor den alles doordringenden blik des HEEREN bloot en open; hoeveel te meer de harten b) van des mensen kinderen, ook van hen, die den rechten weg verlaten (Hebrews 4:13).a) Job. 26:6. b) 2 Chronicles 6:30. Psalms 7:10; Psalms 44:22. Jeremiah 17:9,Jeremiah 17:10. John 2:24,John 2:25; John 21:17. Hand. 1:24.
De hel, de plaats des verderfs, met al de kwalen en kwellingen der onbekeerde geesten, zijn den Heere bekend; Hij doorschouwt alle schuilhoeken der boosheid, alle listige streken en de gedachten van millioenen geesten; hoe veel te meer uw nog in de perken van de zichtbare wereld ingesloten klein hart, met zijne nog alleen aardse wensen, verwachtingen, lusten en plannen! Zijne alwetendheid is wel in staat schijn van licht te onderscheiden, en de werkelijke gezindheid achter den bedrieglijken schijn te bemerken. Ook wanneer gij u Zijne beschikking en straf laat welgevallen, kent Hij toch den zich heimelijk daarin verbergenden haat, en het verborgene morren uwer ziel.
Er is niets zo diep of zo geheim, dat voor de ogen des Heren kan verborgen worden, hoe veel te minder de gedachten der mensen.
God weet alle dingen, zelfs die, welke voor de ogen van alle levende schepselen verborgen zijn. De hel en het verderf liggen bloot en open voor Hem. Hij ziet niet alleen alles, wat in het middelpunt der aarde is, of in de holen en verborgen hoeken der afgronden, maar ook het graf en alle de dode lichamen in hetzelve. Geen van deze is te zoeken of kan voor Hem verborgen zijn, als Hij ze allen ten leven zal roepen..
Zelfs de woningen der afgescheidene zielen zijn geopend voor Gods toezicht en onderzoek; hoeveel te meer doorzoekt Zijn oog de geheime schuilhoeken der ziel.) De slimste listen van den vorst der hel zijn geopend voor den Heere, en moeten in teleurstelling eindigen. Hoe kan dan de mens zijnen raad voor God verbergen?.
Vers 12
12. De spotter zal niet liefhebben, die hem om zijne goddeloosheid bestraft, hij zal daarom juist niet gaan tot de wijzen, door welker omgang hij wel van zijne dwaasheid zou kunnen bevrijd worden, maar dan door strenge bestraffing en terechtwijzing (Proverbs 9:8; Proverbs 13:1,Proverbs 13:20).Vers 12
12. De spotter zal niet liefhebben, die hem om zijne goddeloosheid bestraft, hij zal daarom juist niet gaan tot de wijzen, door welker omgang hij wel van zijne dwaasheid zou kunnen bevrijd worden, maar dan door strenge bestraffing en terechtwijzing (Proverbs 9:8; Proverbs 13:1,Proverbs 13:20).Vers 13
13. a) Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde en lieflijk maken, omdat de inwendige vreugde uit het aangezicht terugstraalt en ook anderen verheugt; maar door de smart des harten wordt de geest de moed verslagen, en ook het aangezicht, ja het ganse uiterlijke van den mens toont het aan.a) Proverbs 17:22; Proverbs 18:14.
Vers 13
13. a) Een vrolijk hart zal het aangezicht blijde en lieflijk maken, omdat de inwendige vreugde uit het aangezicht terugstraalt en ook anderen verheugt; maar door de smart des harten wordt de geest de moed verslagen, en ook het aangezicht, ja het ganse uiterlijke van den mens toont het aan.a) Proverbs 17:22; Proverbs 18:14.
Vers 14
14. Een verstandig hart, dat reeds iets van de wijsheid uit God kent, zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden; juist daarin tonen zij, dat zij goddeloze zotten zijn, dat zij altijd blijven willen, wat en hoe zij zijn, en iedere vooruitgang tot wijsheid, voor achteruitgang houden (Psalms 37:3 ).Een verstandig man, die de wijsheid waarlijk liefheeft, zoekt gretig naar grondige wetenschap; maar de verstandelozen gapen naar ijdele, beuzelachtige en nutteloze dingen, die hun zijn als de spijze en drank, waarin zij alleen behagen hebben.
Vers 14
14. Een verstandig hart, dat reeds iets van de wijsheid uit God kent, zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden; juist daarin tonen zij, dat zij goddeloze zotten zijn, dat zij altijd blijven willen, wat en hoe zij zijn, en iedere vooruitgang tot wijsheid, voor achteruitgang houden (Psalms 37:3 ).Een verstandig man, die de wijsheid waarlijk liefheeft, zoekt gretig naar grondige wetenschap; maar de verstandelozen gapen naar ijdele, beuzelachtige en nutteloze dingen, die hun zijn als de spijze en drank, waarin zij alleen behagen hebben.
Vers 15
15. Al de dagen des bedrukten, wiens hart door kommer is neergebogen, zijn kwaad (Psalms 140:11 ); Proverbs 15:15: ook al leeft hij te midden van den grootsten overvloed; maar een vrolijk hart, d.i. een goed geweten, dat door het bloed van den Middelaar gezuiverd is, geeft gedurige vreugde; zulk een leven isals een gedurige maaltijd, want dan geniet men ook onder het zwaarste lijden den troost des Heiligen Geestes, die leert aan Gods genade genoeg te hebben (Proverbs 15:13).Vers 15
15. Al de dagen des bedrukten, wiens hart door kommer is neergebogen, zijn kwaad (Psalms 140:11 ); Proverbs 15:15: ook al leeft hij te midden van den grootsten overvloed; maar een vrolijk hart, d.i. een goed geweten, dat door het bloed van den Middelaar gezuiverd is, geeft gedurige vreugde; zulk een leven isals een gedurige maaltijd, want dan geniet men ook onder het zwaarste lijden den troost des Heiligen Geestes, die leert aan Gods genade genoeg te hebben (Proverbs 15:13).Vers 16
16. a) Beter, ja het is een groot gewin (1 Timothy 6:6), weinig met de vreze des HEEREN te genieten, die het hart ware lust en tevredenheid schenkt, dan een grote schat en onrust, steeds onbevredigde wellust en altijddurende kommer en zorg daarbij (Ecclesiastes 4:6; Ecclesiastes 9:7).a) Psalms 37:16. Proverbs 16:8.
Geen schepsel kan het hart vervullen; God alleen kan het verzadigen van hemelse vreugde; daarom is de begeerte daarnaar een heerlijk verlangen. Wanneer het hart God mist, en Hem niet bij Zijne waarheid vat, dan moet het afdwalen, van het ene op het andere vallen, onrustig steeds in het onzekere zijn en nergens een vasten voet kunnen zetten. -Die rijk is door veel goed, is arm aan waren moed.
Vers 16
16. a) Beter, ja het is een groot gewin (1 Timothy 6:6), weinig met de vreze des HEEREN te genieten, die het hart ware lust en tevredenheid schenkt, dan een grote schat en onrust, steeds onbevredigde wellust en altijddurende kommer en zorg daarbij (Ecclesiastes 4:6; Ecclesiastes 9:7).a) Psalms 37:16. Proverbs 16:8.
Geen schepsel kan het hart vervullen; God alleen kan het verzadigen van hemelse vreugde; daarom is de begeerte daarnaar een heerlijk verlangen. Wanneer het hart God mist, en Hem niet bij Zijne waarheid vat, dan moet het afdwalen, van het ene op het andere vallen, onrustig steeds in het onzekere zijn en nergens een vasten voet kunnen zetten. -Die rijk is door veel goed, is arm aan waren moed.
Vers 17
17. 1) Beter is ook een gerecht van groen moes, een geringe, onkostbare maaltijd, waar ook liefde, vrede en eendracht is, die ook het geringste aangenaam en kostbaar maken, dan een gemeste os, rijkdom en brasserij, en haat, ontevredenheid en tweedracht, die ook het grootste genot vergallen daarbij.1) Proverbs 17:1.
Hoe gezegend waren de discipelen onzes Heren, wanneer zij met Hem aan den maaltijd zaten! Gersten broden en enige kleine visjes waren waarschijnlijk hun enige spijs; maar zij genoten Zijn goddelijk gesprek. Zulk een genoegen als zij genoten, kunnen wij nu niet verwachten; maar liefde is Zijn hoofdgebod. En indien de liefde zo noodzakelijk is om onze gewone maaltijden aangenaam te maken, dan moeten wij nooit aan den tafel des Heren komen, zonder de grootste liefde tot Christus te koesteren, en tevens de vurigste liefde tot onze medechristenen. Wij moeten ons beschouwen als n lichaam, wanneer wij allen deel hebben aan n brood..
Vers 17
17. 1) Beter is ook een gerecht van groen moes, een geringe, onkostbare maaltijd, waar ook liefde, vrede en eendracht is, die ook het geringste aangenaam en kostbaar maken, dan een gemeste os, rijkdom en brasserij, en haat, ontevredenheid en tweedracht, die ook het grootste genot vergallen daarbij.1) Proverbs 17:1.
Hoe gezegend waren de discipelen onzes Heren, wanneer zij met Hem aan den maaltijd zaten! Gersten broden en enige kleine visjes waren waarschijnlijk hun enige spijs; maar zij genoten Zijn goddelijk gesprek. Zulk een genoegen als zij genoten, kunnen wij nu niet verwachten; maar liefde is Zijn hoofdgebod. En indien de liefde zo noodzakelijk is om onze gewone maaltijden aangenaam te maken, dan moeten wij nooit aan den tafel des Heren komen, zonder de grootste liefde tot Christus te koesteren, en tevens de vurigste liefde tot onze medechristenen. Wij moeten ons beschouwen als n lichaam, wanneer wij allen deel hebben aan n brood..
Vers 18
18. a) Een grimmig man, die licht beledigd en overvliegend is, zal overal, waar hij gaat of staat, gekijf en twist verwekken; maar de lankmoedige, die geduldig verdraagt, zal den twist stillen, 1) overal rust en eensgezindheid verbreiden (Proverbs 15:1; Proverbs 26:21. Ecclesiastes 10:4).a) Proverbs 28:25; Proverbs 29:22.
1) Daarom luidt ook de N. Testamentische vermaning: Zijt traag tot toorn. Daardoor toch voorkomt men niet alleen twist en onlust, maar streeft men er ook naar om de vonken van het twistvuur uit te doven en beoefent men alzo het woord des Heilands: Zalig zijn de vreedzamen, d.i. zalig zijn de vredemakers.
Vers 18
18. a) Een grimmig man, die licht beledigd en overvliegend is, zal overal, waar hij gaat of staat, gekijf en twist verwekken; maar de lankmoedige, die geduldig verdraagt, zal den twist stillen, 1) overal rust en eensgezindheid verbreiden (Proverbs 15:1; Proverbs 26:21. Ecclesiastes 10:4).a) Proverbs 28:25; Proverbs 29:22.
1) Daarom luidt ook de N. Testamentische vermaning: Zijt traag tot toorn. Daardoor toch voorkomt men niet alleen twist en onlust, maar streeft men er ook naar om de vonken van het twistvuur uit te doven en beoefent men alzo het woord des Heilands: Zalig zijn de vreedzamen, d.i. zalig zijn de vredemakers.
Vers 19
19. De weg des luiaards, die allen arbeid, waardoor hij het lichaam vermoeit, haat, is als ene doornheg; 1) overal stoot hij op bezwaren, die hem bemoeielijken, op hindernissen, die zijnen voet verstrikken, en hem in de vervulling zijner taak niet doen vooruitkomen; maar het pad der oprechten, die in rampspoed en angst, moeite en arbeid in het geloof aan Gods beloften, in het hun door God gegeven beroep steeds werkzaam zijn met ijver en blijdschap, is welgebaand, en voert hen gemakkelijk en zeker naar het doel (Proverbs 6:10; Proverbs 24:30; Proverbs 28:19. Ecclesiastes 10:18).1) Dat is, omheind met doornen, zodat hij niet vooruit komt, geen moed en lust heeft om die moeilijkheden, die zich op zijn weg voordoen, te boven te komen. De luie mens is ook een willoos mens. Overal ziet hij tegen op.
Vers 19
19. De weg des luiaards, die allen arbeid, waardoor hij het lichaam vermoeit, haat, is als ene doornheg; 1) overal stoot hij op bezwaren, die hem bemoeielijken, op hindernissen, die zijnen voet verstrikken, en hem in de vervulling zijner taak niet doen vooruitkomen; maar het pad der oprechten, die in rampspoed en angst, moeite en arbeid in het geloof aan Gods beloften, in het hun door God gegeven beroep steeds werkzaam zijn met ijver en blijdschap, is welgebaand, en voert hen gemakkelijk en zeker naar het doel (Proverbs 6:10; Proverbs 24:30; Proverbs 28:19. Ecclesiastes 10:18).1) Dat is, omheind met doornen, zodat hij niet vooruit komt, geen moed en lust heeft om die moeilijkheden, die zich op zijn weg voordoen, te boven te komen. De luie mens is ook een willoos mens. Overal ziet hij tegen op.
Vers 20
20. 1) a) Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot, goddeloos mens veracht zijne moeder en beproeft haar daardoor.a) Proverbs 10:1; Proverbs 17:21.
1) Met een Spreukenuk naar aanleiding van het vijfde gebod is de verzamelaar van Salomo's spreuken Proverbs 10:1 begonnen en Proverbs 13:1 een tweede afdeling begonnen; nu kenmerkt een gelijke spreuk het begin van een derde afdeling.. Zo nauw hangen het eerste en het vijfde gebod te zamen; wie God vreest en liefheeft, eert en verheugt ook zijne ouders..
Vers 20
20. 1) a) Een wijs zoon zal den vader verblijden; maar een zot, goddeloos mens veracht zijne moeder en beproeft haar daardoor.a) Proverbs 10:1; Proverbs 17:21.
1) Met een Spreukenuk naar aanleiding van het vijfde gebod is de verzamelaar van Salomo's spreuken Proverbs 10:1 begonnen en Proverbs 13:1 een tweede afdeling begonnen; nu kenmerkt een gelijke spreuk het begin van een derde afdeling.. Zo nauw hangen het eerste en het vijfde gebod te zamen; wie God vreest en liefheeft, eert en verheugt ook zijne ouders..
Vers 21
21. a) De dwaasheid bij zich zelven en bij anderen is den verstandeloze tot blijdschap, en toch is zij een kromme weg, die naar het ongeluk leidt; maar een man van verstand, die God kent, zal recht wandelen, en vindt daarin zijn geluk en zijne vreugde.a) Proverbs 10:23; Proverbs 14:9.
1) Het kenmerk van den goddeloze is, dat hij een vermaak schept in het zondigen, dat hij het lokaas gretig inslikt en voor geen angel vreest, noch dien gevoelt, dan wanneer hij doorgeslikt is. De dwaasheid zowel van anderen als in het bijzonder zijn eigen is blijdschap voor hem. Hij zondert niet alleen zonder tegenzin of afkeer, maar met lust en niet slechts zonder nagevolgd berouw maar zelfs met roemen op het gepleegde kwaad. Dit is zeker een blijk van een genadelozen toestand..
Vers 21
21. a) De dwaasheid bij zich zelven en bij anderen is den verstandeloze tot blijdschap, en toch is zij een kromme weg, die naar het ongeluk leidt; maar een man van verstand, die God kent, zal recht wandelen, en vindt daarin zijn geluk en zijne vreugde.a) Proverbs 10:23; Proverbs 14:9.
1) Het kenmerk van den goddeloze is, dat hij een vermaak schept in het zondigen, dat hij het lokaas gretig inslikt en voor geen angel vreest, noch dien gevoelt, dan wanneer hij doorgeslikt is. De dwaasheid zowel van anderen als in het bijzonder zijn eigen is blijdschap voor hem. Hij zondert niet alleen zonder tegenzin of afkeer, maar met lust en niet slechts zonder nagevolgd berouw maar zelfs met roemen op het gepleegde kwaad. Dit is zeker een blijk van een genadelozen toestand..
Vers 22
22. a) De gedachten der mensen, zijne wensen, zijne oogmerken worden vernietigd, als er geen raad wordt ingewonnen en men eigenwijs is, en men daarom ook geen gebruik maakt van wijzen raad; maar door veelheid der godvruchtige en wijze raadslieden zal elk een bestaan1), of zullen zij tot haar doel geraken.a) Proverbs 11:14.
1) Beter: zullen zij tot stand komen, nl. de gedachten en oogmerken. Eigenzinnigheid, het volgen van eigen zin en lust wordt hier gesteld tegenover het beraadslagen met de wijzen en verstandigen, het te rade gaan met anderen. Op dit laatste steunde ook de burgerlijke staatsinrichting van Israël. Zonder ernstig overwegen met elkaar komt niets goeds tot stand. Hij die meent bij zich zelf wijs genoeg te zijn, komt meermalen bedrogen uit.
Vers 22
22. a) De gedachten der mensen, zijne wensen, zijne oogmerken worden vernietigd, als er geen raad wordt ingewonnen en men eigenwijs is, en men daarom ook geen gebruik maakt van wijzen raad; maar door veelheid der godvruchtige en wijze raadslieden zal elk een bestaan1), of zullen zij tot haar doel geraken.a) Proverbs 11:14.
1) Beter: zullen zij tot stand komen, nl. de gedachten en oogmerken. Eigenzinnigheid, het volgen van eigen zin en lust wordt hier gesteld tegenover het beraadslagen met de wijzen en verstandigen, het te rade gaan met anderen. Op dit laatste steunde ook de burgerlijke staatsinrichting van Israël. Zonder ernstig overwegen met elkaar komt niets goeds tot stand. Hij die meent bij zich zelf wijs genoeg te zijn, komt meermalen bedrogen uit.
Vers 23
23. Een man, die met wijsheid spreekt, heeft blijdschap in het antwoord 1) zijns monds, want ook zijn eigen hart wordt daardoor verkwikt; en hoe goed is een woord op zijnen tijd; 2) daarin openbaart zich eerst recht de rijkdom en zegen der wijsheid, die het hart verlicht, troost, versterkt en gerust stelt (Proverbs 10:20,Proverbs 10:31).1) Hiermede wordt niet ieder antwoord bedoeld, maar een recht antwoord, dat doel treft. Dit drukt het woord in den grondtekst duidelijk uit. Vandaar ook luidt het tweede gedeelte van het vers zoals het luidt.
2) Het is ene eigenschap van het karakter van enen oosterling, dat hij gaarne een vlug en passend antwoord geeft, en menig oosters vorst, hoe toornig hij ook op zijnen dienaar was, werd dikwijls in een ogenblik tot bedaren gebracht, ja tot genade bewogen, wanneer deze gevat genoeg was om op het geschikte ogenblik een geestig verrassend woord te spreken..
Een goed woord vindt ene goede plaats. Een woord op zijn pas, is beter dan guldens in de kas.. 24. De weg des levens is den verstandige, die de hoogste wijsheid gezocht heeft, naar boven, tot steeds hogere kennis van God, meerdere reinheid, groter kracht en hoger geluk; opdat hij afwijke van de hel, den eeuwigen dood, den eindpaal van den weg der dwazen, beneden.
Wat zo dikwijls in de Spreuken op verschillende wijze wordt aangeduid, dat er werkelijk slechts twee wegen voor den denkenden en handelenden mens zijn, en dat de ene moedig maar biddende bewandelt, zeker naar boven, naar het eeuwige leven leidt, maar dat de andere naar beneden voert, wordt in deze Spreukenuk op de treffendste en kortste wijze gezegd. Hij werpt daardoor een helder licht op vele andere spreuken..
In het licht van het Nieuwe Testament krijgen de woorden: "Leven, Boven, Hel," ene nog veel diepere betekenis. Sursum corda! ad coelum, ad coelum! (verheft uwe harten tot God), roept de herder zijne gemeente bij de viering van het heilig Sacrament toe. Die waarlijk wijs is zoekt zijn heil in God, zijn vaderland in den Hemel, en hoe meer hij dat doet, des te meer vermijdt hij de verdoemenis na zijnen tijdelijken dood, als ook de kwellingen van een onrustig geweten en den poel der begeerlijkheden, die zelf ene hel is..
Vers 23
23. Een man, die met wijsheid spreekt, heeft blijdschap in het antwoord 1) zijns monds, want ook zijn eigen hart wordt daardoor verkwikt; en hoe goed is een woord op zijnen tijd; 2) daarin openbaart zich eerst recht de rijkdom en zegen der wijsheid, die het hart verlicht, troost, versterkt en gerust stelt (Proverbs 10:20,Proverbs 10:31).1) Hiermede wordt niet ieder antwoord bedoeld, maar een recht antwoord, dat doel treft. Dit drukt het woord in den grondtekst duidelijk uit. Vandaar ook luidt het tweede gedeelte van het vers zoals het luidt.
2) Het is ene eigenschap van het karakter van enen oosterling, dat hij gaarne een vlug en passend antwoord geeft, en menig oosters vorst, hoe toornig hij ook op zijnen dienaar was, werd dikwijls in een ogenblik tot bedaren gebracht, ja tot genade bewogen, wanneer deze gevat genoeg was om op het geschikte ogenblik een geestig verrassend woord te spreken..
Een goed woord vindt ene goede plaats. Een woord op zijn pas, is beter dan guldens in de kas.. 24. De weg des levens is den verstandige, die de hoogste wijsheid gezocht heeft, naar boven, tot steeds hogere kennis van God, meerdere reinheid, groter kracht en hoger geluk; opdat hij afwijke van de hel, den eeuwigen dood, den eindpaal van den weg der dwazen, beneden.
Wat zo dikwijls in de Spreuken op verschillende wijze wordt aangeduid, dat er werkelijk slechts twee wegen voor den denkenden en handelenden mens zijn, en dat de ene moedig maar biddende bewandelt, zeker naar boven, naar het eeuwige leven leidt, maar dat de andere naar beneden voert, wordt in deze Spreukenuk op de treffendste en kortste wijze gezegd. Hij werpt daardoor een helder licht op vele andere spreuken..
In het licht van het Nieuwe Testament krijgen de woorden: "Leven, Boven, Hel," ene nog veel diepere betekenis. Sursum corda! ad coelum, ad coelum! (verheft uwe harten tot God), roept de herder zijne gemeente bij de viering van het heilig Sacrament toe. Die waarlijk wijs is zoekt zijn heil in God, zijn vaderland in den Hemel, en hoe meer hij dat doet, des te meer vermijdt hij de verdoemenis na zijnen tijdelijken dood, als ook de kwellingen van een onrustig geweten en den poel der begeerlijkheden, die zelf ene hel is..
Vers 25
25. a) Het huis, de woning der hovaardigen, die menen de bescherming en de kracht Gods te kunnen missen, zal de HEERE van de fondamenten afrukken; maar de landpale der arme en godvruchtige weduwe, die in God haren enigen troost en bijstand zoekt, zal Hij vast zetten 1) en voor altijd bevestigen op de grondslagen (Proverbs 12:7).a) Proverbs 2:21; Proverbs 14:11.
1) Het verplaatsen van den grenssteen werd met zware straf bedreigd (Deuteronomy 19:14; Deuteronomy 27:17 Deuteronomy 19:14 Deuteronomy 27:17). Daarom waarschuwt hier Salomo den hovaardige, terwijl hij verzekert, dat God zelf zal optreden als wreker, indien hij het waagt den grenssteen van de weduwe te verplaatsen, zich aldus te bezondigen aan het goed van de verlatene.
Vers 25
25. a) Het huis, de woning der hovaardigen, die menen de bescherming en de kracht Gods te kunnen missen, zal de HEERE van de fondamenten afrukken; maar de landpale der arme en godvruchtige weduwe, die in God haren enigen troost en bijstand zoekt, zal Hij vast zetten 1) en voor altijd bevestigen op de grondslagen (Proverbs 12:7).a) Proverbs 2:21; Proverbs 14:11.
1) Het verplaatsen van den grenssteen werd met zware straf bedreigd (Deuteronomy 19:14; Deuteronomy 27:17 Deuteronomy 19:14 Deuteronomy 27:17). Daarom waarschuwt hier Salomo den hovaardige, terwijl hij verzekert, dat God zelf zal optreden als wreker, indien hij het waagt den grenssteen van de weduwe te verplaatsen, zich aldus te bezondigen aan het goed van de verlatene.
Vers 26
26. 1) Des bozen gedachten en aanslagen zijn den HEERE een gruwel; even als de onreine offers der huichelaars en afgodendienaars, maar de woorden der reinen van hart, die uit een gelovig, beminnend hart voortkomen en de ellendigen en bekommerden troosten, zijn lieflijke redenen; als het reine offer der godvruchtigen stijgen zij als een lieflijk reukoffer tot Hem op (Proverbs 11:20).1) Proverbs 6:18.
God haat de gedachten der goddelozen; zij beledigen Hem, die het hart, en al wat daarin omgaat, ent. De gedachten en woorden zijn aangenaam, wanneer zij voortkomen uit een rein, gezuiverd hart..
Vers 26
26. 1) Des bozen gedachten en aanslagen zijn den HEERE een gruwel; even als de onreine offers der huichelaars en afgodendienaars, maar de woorden der reinen van hart, die uit een gelovig, beminnend hart voortkomen en de ellendigen en bekommerden troosten, zijn lieflijke redenen; als het reine offer der godvruchtigen stijgen zij als een lieflijk reukoffer tot Hem op (Proverbs 11:20).1) Proverbs 6:18.
God haat de gedachten der goddelozen; zij beledigen Hem, die het hart, en al wat daarin omgaat, ent. De gedachten en woorden zijn aangenaam, wanneer zij voortkomen uit een rein, gezuiverd hart..
Vers 27
27. a) Die gierigheid pleegt, b.v. de rechter, die door afpersing en onrecht naar gewin jaagt, wordt niet rijker; maar beroert zijneigen huis, verstoort het geluk van zich zelven en van zijn ganse gezin, en verliest zijn aanzien en zijn goeden naam; maar die geschenken haat, die onwankelbaar en onomkoopbaar is in de uitoefening van het recht, zal leven 2) (Proverbs 28:16).a) Proverbs 1:19.
1) De gierigaard gunt aan niemand der zijnen rust of genot. Begeerte naar winst doet dikwijls haken, naar zulke dingen, die in waarheid verwoesten. Zij die edelmoedig en rechtvaardig zijn brengen een zegen over hun huisgezinnen..
2) Hij, die edelmoedig zowel als rechtvaardig handelt, zich van alle omkoping afhoudt en alle ondeugende winsten verfoeit, die geen geschenken noch gaven zoekt en ze zelfs afwijst en haat en veeleer gewillig is om aan anderen wat te geven, die het behoeven, zulk een mens is een zegen voor zijn huis en nakomelingschap en hij zal leven in ere, in voorspoed, van elk gezegend en bemind, en zijn zaad na hem zal in vrede zijn huis bewonen..
Vers 27
27. a) Die gierigheid pleegt, b.v. de rechter, die door afpersing en onrecht naar gewin jaagt, wordt niet rijker; maar beroert zijneigen huis, verstoort het geluk van zich zelven en van zijn ganse gezin, en verliest zijn aanzien en zijn goeden naam; maar die geschenken haat, die onwankelbaar en onomkoopbaar is in de uitoefening van het recht, zal leven 2) (Proverbs 28:16).a) Proverbs 1:19.
1) De gierigaard gunt aan niemand der zijnen rust of genot. Begeerte naar winst doet dikwijls haken, naar zulke dingen, die in waarheid verwoesten. Zij die edelmoedig en rechtvaardig zijn brengen een zegen over hun huisgezinnen..
2) Hij, die edelmoedig zowel als rechtvaardig handelt, zich van alle omkoping afhoudt en alle ondeugende winsten verfoeit, die geen geschenken noch gaven zoekt en ze zelfs afwijst en haat en veeleer gewillig is om aan anderen wat te geven, die het behoeven, zulk een mens is een zegen voor zijn huis en nakomelingschap en hij zal leven in ere, in voorspoed, van elk gezegend en bemind, en zijn zaad na hem zal in vrede zijn huis bewonen..
Vers 28
28. Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, peinst met alle zorgvuldigheid over datgene, wat het beste is om te antwoorden, zonder iets verkeerds of onvoorzichtigs te zeggen; maar de mond der goddelozen zal overvloedig kwade gedachten aan het licht brengen, en schandelijke dingen uitstorten, want recht en onrecht is bij dezulken enerlei. (Matthew 12:35. James 3:2).Vers 28
28. Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, peinst met alle zorgvuldigheid over datgene, wat het beste is om te antwoorden, zonder iets verkeerds of onvoorzichtigs te zeggen; maar de mond der goddelozen zal overvloedig kwade gedachten aan het licht brengen, en schandelijke dingen uitstorten, want recht en onrecht is bij dezulken enerlei. (Matthew 12:35. James 3:2).Vers 29
29. De HEERE is met Zijne liefde, genade en uitredding ver van de goddelozen, en hoort hen daarom ook niet (John 9:31), a) maar het gebed der rechtvaardigen, die door het geloof voor Hem in onschuld wandelen, zal Hij verhoren, en alzo bewijst Hij met der daad, dat Hij nabij hen is.1) Psalms 10:17; Psalms 34:19; Psalms 145:18,Psalms 145:19.
Van God verwijderd te zijn en dit te gevoelen is een hoofdkenteken van den heiden en den goddeloze; nabij God te zijn, en dit aan het hart gewaar te worden is een zeker teken, dat men een kind Gods is, en tot de gemeente des Heren behoort..
Vers 29
29. De HEERE is met Zijne liefde, genade en uitredding ver van de goddelozen, en hoort hen daarom ook niet (John 9:31), a) maar het gebed der rechtvaardigen, die door het geloof voor Hem in onschuld wandelen, zal Hij verhoren, en alzo bewijst Hij met der daad, dat Hij nabij hen is.1) Psalms 10:17; Psalms 34:19; Psalms 145:18,Psalms 145:19.
Van God verwijderd te zijn en dit te gevoelen is een hoofdkenteken van den heiden en den goddeloze; nabij God te zijn, en dit aan het hart gewaar te worden is een zeker teken, dat men een kind Gods is, en tot de gemeente des Heren behoort..
Vers 30
30. Het licht der ogen, waaruit een hart vol liefde straalt, verblijdt en verkwikt het hart, vooral wanneer het door kommer is neergedrukt; a) een goed gerucht, een verblijdend bericht, dat in het stralende oog kan aanschouwd worden, maakt het gebeente vet, versterkt ook het matte lichaam tot in het merg der beenderen (Proverbs 22:1).a) Proverbs 25:25.
De werken der schepping, en de verschillende voorwerpen, die wij zien, geven blijdschap aan de ziel, en goede tijdingen vervrolijken het hart. Maar hoe aangenaam is het voor het vernederde gemoed, de blijde boodschap van het Evangelie der zaligheid te horen, en de heerlijkheid van God te zien, geopenbaard in den Heere Jezus Christus!. 31. Het oor, dat naar de bestraffing uit den mond der waarheid, die den weg des waren levens aanwijst, en het ook reeds zelf mededeelt, hoort, zal zelf wijs worden, en daarom in het midden der wijzen, in de gemeenschap der gelovigen voor altijd vernachten, en met hen de volheid des zaligen levens erlangen.
Vers 30
30. Het licht der ogen, waaruit een hart vol liefde straalt, verblijdt en verkwikt het hart, vooral wanneer het door kommer is neergedrukt; a) een goed gerucht, een verblijdend bericht, dat in het stralende oog kan aanschouwd worden, maakt het gebeente vet, versterkt ook het matte lichaam tot in het merg der beenderen (Proverbs 22:1).a) Proverbs 25:25.
De werken der schepping, en de verschillende voorwerpen, die wij zien, geven blijdschap aan de ziel, en goede tijdingen vervrolijken het hart. Maar hoe aangenaam is het voor het vernederde gemoed, de blijde boodschap van het Evangelie der zaligheid te horen, en de heerlijkheid van God te zien, geopenbaard in den Heere Jezus Christus!. 31. Het oor, dat naar de bestraffing uit den mond der waarheid, die den weg des waren levens aanwijst, en het ook reeds zelf mededeelt, hoort, zal zelf wijs worden, en daarom in het midden der wijzen, in de gemeenschap der gelovigen voor altijd vernachten, en met hen de volheid des zaligen levens erlangen.
Vers 32
32. Die de tucht verwerpt, en de bestraffing zijner zonden en dwalingen niet aanhoort, om daardoor tot boetvaardigheid gebracht te worden,die versmaadt, verwaarloost zijne eigene ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand, en heeft zijne ziel lief (Proverbs 19:8; Proverbs 8:36; Proverbs 4:5,Proverbs 4:7; Proverbs 16:16De grote dwaling der zondaars is, dat zij hun eigene zielen niet liefhebben; daarom achten zij het lichaam meer dan de ziel, en benadelen de ziel om het lichaam te behagen. Hij, die de fouten nalaat, waarover hij berispt wordt, toont de achting, die hij voor zijne eigene ziel heeft..
Vers 32
32. Die de tucht verwerpt, en de bestraffing zijner zonden en dwalingen niet aanhoort, om daardoor tot boetvaardigheid gebracht te worden,die versmaadt, verwaarloost zijne eigene ziel; maar die de bestraffing hoort, krijgt verstand, en heeft zijne ziel lief (Proverbs 19:8; Proverbs 8:36; Proverbs 4:5,Proverbs 4:7; Proverbs 16:16De grote dwaling der zondaars is, dat zij hun eigene zielen niet liefhebben; daarom achten zij het lichaam meer dan de ziel, en benadelen de ziel om het lichaam te behagen. Hij, die de fouten nalaat, waarover hij berispt wordt, toont de achting, die hij voor zijne eigene ziel heeft..
Vers 33
33. a) De vreze des HEEREN, de ootmoedige onderwerping van eigen wil aan God en Zijn heilig woord (Psalms 19:10) is de tucht, die de goddeloosheid der mensen bestraft, die hen tot het licht der hemelse wijsheid heenleidt (Job 28:12 ; Proverbs 3:5,Proverbs 3:7; Proverbs 8:13); en b) de nederigheid, het afstand doen van eigene wijsheid, en van het welgevallen aan zijne eigene wegen (Luke 1:38) gaat voor de eer, die de wijsheid geeft (Proverbs 3:16; Proverbs 8:18).a) Proverbs 1:7; Proverbs 9:10. b) Proverbs 18:12.
Wie de hoogte der goddelijke eer wil bestijgen, die zoeke de diepten des ootmoeds. Wie zijnen broeder in de heerlijkheid des hemels wil overtreffen, die overtreffe hem eerst door gehoorzaamheid hier op aarde.
Tot de hoogheid van God komt men door de nederigheid. De ware nederigheid der gelovigen bestaat daarin, dat zij in niets overmoedig zijn, in niets morren, in niets ondankbaar, in niets klagend zijn, maar onder alle bezoekingen God te danken, God te loven, Wiens werken al te maal rechtvaardig en goedertieren zijn.
Voor de nederigen, de waarlijk ootmoedigen is genade weggelegd. Wie met den Apostel de genade heeft ontvangen, om anderen uitnemender te achten dan zich zelven, zal het ook niet ontbreken aan gunst bij God en mensen. Indien dit alles maar wortelt in de vreze Gods, in het dienen en liefhebben van Hem, die mildelijk schenkt en niet verwijt.
Vers 33
33. a) De vreze des HEEREN, de ootmoedige onderwerping van eigen wil aan God en Zijn heilig woord (Psalms 19:10) is de tucht, die de goddeloosheid der mensen bestraft, die hen tot het licht der hemelse wijsheid heenleidt (Job 28:12 ; Proverbs 3:5,Proverbs 3:7; Proverbs 8:13); en b) de nederigheid, het afstand doen van eigene wijsheid, en van het welgevallen aan zijne eigene wegen (Luke 1:38) gaat voor de eer, die de wijsheid geeft (Proverbs 3:16; Proverbs 8:18).a) Proverbs 1:7; Proverbs 9:10. b) Proverbs 18:12.
Wie de hoogte der goddelijke eer wil bestijgen, die zoeke de diepten des ootmoeds. Wie zijnen broeder in de heerlijkheid des hemels wil overtreffen, die overtreffe hem eerst door gehoorzaamheid hier op aarde.
Tot de hoogheid van God komt men door de nederigheid. De ware nederigheid der gelovigen bestaat daarin, dat zij in niets overmoedig zijn, in niets morren, in niets ondankbaar, in niets klagend zijn, maar onder alle bezoekingen God te danken, God te loven, Wiens werken al te maal rechtvaardig en goedertieren zijn.
Voor de nederigen, de waarlijk ootmoedigen is genade weggelegd. Wie met den Apostel de genade heeft ontvangen, om anderen uitnemender te achten dan zich zelven, zal het ook niet ontbreken aan gunst bij God en mensen. Indien dit alles maar wortelt in de vreze Gods, in het dienen en liefhebben van Hem, die mildelijk schenkt en niet verwijt.