Lectionary Calendar
Monday, December 23rd, 2024
the Fourth Week of Advent
the Fourth Week of Advent
advertisement
advertisement
advertisement
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!
Click here to join the effort!
Bible Commentaries
Dächsel Bijbelverklaring Dächsel Bijbelverklaring
Auteursrechtverklaring
Deze bestanden zijn publiek domein en zijn een afgeleide van een elektronische editie die beschikbaar is op de website Bible Support.
Deze bestanden zijn publiek domein en zijn een afgeleide van een elektronische editie die beschikbaar is op de website Bible Support.
Bibliografische Informatie
Dächsel, Karl August. "Commentaar op 2 Chronicles 4". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/commentaries/dut/dac/2-chronicles-4.html. 1862-80.
Dächsel, Karl August. "Commentaar op 2 Chronicles 4". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/
Whole Bible (3)
Inleiding
Bijbelverkaring van Dchsel, 2 KRONIEKEN 42 Chronicles 4:1
VAN DE ZAKEN, DIE BIJ DE TEMPEL BEHOORDEN
Inleiding
Bijbelverkaring van Dchsel, 2 KRONIEKEN 42 Chronicles 4:1
VAN DE ZAKEN, DIE BIJ DE TEMPEL BEHOORDEN
Vers 1
1. Hij maakte ook een koperen altaar (1 Kings 7:23) van twintig ellen in zijn lengte, en twintig ellen in zijn breedte, aan zijn voet en tien ellen in zijn hoogte 1).1) "1 Kings 7:23" en verder de aanmerkingen in dat Hoofdstuk, omtrent de heilige zaken in de tempel.
Vers 1
1. Hij maakte ook een koperen altaar (1 Kings 7:23) van twintig ellen in zijn lengte, en twintig ellen in zijn breedte, aan zijn voet en tien ellen in zijn hoogte 1).1) "1 Kings 7:23" en verder de aanmerkingen in dat Hoofdstuk, omtrent de heilige zaken in de tempel.
Vers 2
2. Daartoe maakte hij de gegoten zee, een groot waterbekken (1 Kings 7:23); van tien ellen was zij, van haar ene rand tot haar andere rand, rondom rond, van ronde vorm, en van vijf ellen in haar hoogte, en een meetsnoer van dertig ellen omving ze rondom, indien men haar omtrek had willen meten.Vers 2
2. Daartoe maakte hij de gegoten zee, een groot waterbekken (1 Kings 7:23); van tien ellen was zij, van haar ene rand tot haar andere rand, rondom rond, van ronde vorm, en van vijf ellen in haar hoogte, en een meetsnoer van dertig ellen omving ze rondom, indien men haar omtrek had willen meten.Vers 3
3. Hieronder, onder de bovenrand van de zee nu was de gelijkenis van runderen, juister: kolokwinten of naar anderer mening: bloemknoppen (1 Kings 7:24), rondom heen, die omsingelend, tien in n el, omringend de zee rondom; twee rijen van deze runderen, bloemknoppen of kolokwinten, waren in haar gieting gegoten, er dus niet later aangesoldeerd zoals de granaatappelen tegen de pilaren (Hoofdstuk .3:16).Vers 3
3. Hieronder, onder de bovenrand van de zee nu was de gelijkenis van runderen, juister: kolokwinten of naar anderer mening: bloemknoppen (1 Kings 7:24), rondom heen, die omsingelend, tien in n el, omringend de zee rondom; twee rijen van deze runderen, bloemknoppen of kolokwinten, waren in haar gieting gegoten, er dus niet later aangesoldeerd zoals de granaatappelen tegen de pilaren (Hoofdstuk .3:16).Vers 4
4. Zij, de gegoten zee, stond op twaalf runderen, die er onder aangebracht waren: drie van de 12 runderen ziende naar het noorden, en drie ziende naar het westen, en drie ziende naar het zuiden, en drie ziende naar het oosten; en de zee was hier boven op; en al hun, der ossen achterdelen waren inwaarts, gekeerd naar het middelpunt van de zee toe.Vers 4
4. Zij, de gegoten zee, stond op twaalf runderen, die er onder aangebracht waren: drie van de 12 runderen ziende naar het noorden, en drie ziende naar het westen, en drie ziende naar het zuiden, en drie ziende naar het oosten; en de zee was hier boven op; en al hun, der ossen achterdelen waren inwaarts, gekeerd naar het middelpunt van de zee toe.Vers 6
6. En hij maakte tien wasvaten, met even zo vele stellingen, waardoor zij gedragen werden (1 Koningen .7:27) en stelde daarvan vijf ter rechterhand, op de zuidzijde in de voorhof van de priesters (1 Kings 7:39), en vijf ter linkerhand op de noordzijde, om daarin te wassen: wat ten brandoffer behoort, het vlees en vet van de offerdieren, staken zij, de priesters, daarin, in het water, dat in die ketels was, waarvan zij zo velen als zij nodig hadden aan de trede van het brandofferaltaar neerzetten, terwijl zij er het vlees en vet van de offerdieren instieten, om het van het bloed te reinigen, voordat het op het altaar verbrand werd; maar de zee (2 Chronicles 4:3 vv.)was bestemd, opdat de priester, v rdat zij hun priesterlijke werkzaamheden aanvingen, zich daarin zouden wassen.Vers 6
6. En hij maakte tien wasvaten, met even zo vele stellingen, waardoor zij gedragen werden (1 Koningen .7:27) en stelde daarvan vijf ter rechterhand, op de zuidzijde in de voorhof van de priesters (1 Kings 7:39), en vijf ter linkerhand op de noordzijde, om daarin te wassen: wat ten brandoffer behoort, het vlees en vet van de offerdieren, staken zij, de priesters, daarin, in het water, dat in die ketels was, waarvan zij zo velen als zij nodig hadden aan de trede van het brandofferaltaar neerzetten, terwijl zij er het vlees en vet van de offerdieren instieten, om het van het bloed te reinigen, voordat het op het altaar verbrand werd; maar de zee (2 Chronicles 4:3 vv.)was bestemd, opdat de priester, v rdat zij hun priesterlijke werkzaamheden aanvingen, zich daarin zouden wassen.Vers 7
7. Hij maakte ook tien gouden kandelaren naar hun wijze 1), naar het voorbeeld van de ne Mozaïsche kandelaar (Exodus 25:31) bearbeid en hij stelde ze in de tempel, in de ruimte van het Heilige, vijf aan de rechterhand, op de zuidzijde, en vijf aan de linkerhand op de noordzijde (1 Kings 7:49).1) Letterlijk staat er: naar hun recht, d.i. in overeenstemming met de wet van Mozes. Zij werden z gemaakt, als waarop zij recht hadden (Exodus 25:31). Tien is hier ook weer getal van de volkomenheid. 8. Ook maakte hij tien tafelen, naar het voorbeeld van Mozes van de ne tafel van de toonbroden (Exodus 25:23),en hij zette ze in de tempel, vijf aan de rechterhand, en vijf aan de linkerhand (1 Kings 7:48); en hij maakte honderd gouden sprengbekkens, schalen om bij het opvangen en sprengen van het bloed van de offerdieren te gebruiken (1 Kings 7:50).
Vers 7
7. Hij maakte ook tien gouden kandelaren naar hun wijze 1), naar het voorbeeld van de ne Mozaïsche kandelaar (Exodus 25:31) bearbeid en hij stelde ze in de tempel, in de ruimte van het Heilige, vijf aan de rechterhand, op de zuidzijde, en vijf aan de linkerhand op de noordzijde (1 Kings 7:49).1) Letterlijk staat er: naar hun recht, d.i. in overeenstemming met de wet van Mozes. Zij werden z gemaakt, als waarop zij recht hadden (Exodus 25:31). Tien is hier ook weer getal van de volkomenheid. 8. Ook maakte hij tien tafelen, naar het voorbeeld van Mozes van de ne tafel van de toonbroden (Exodus 25:23),en hij zette ze in de tempel, vijf aan de rechterhand, en vijf aan de linkerhand (1 Kings 7:48); en hij maakte honderd gouden sprengbekkens, schalen om bij het opvangen en sprengen van het bloed van de offerdieren te gebruiken (1 Kings 7:50).
Vers 9
9. Verder maakte hij het voorhof van de priesters (1 Kings 7:36), en het grote voorhof of buitenvoorhof voor het volk (1 Kings 6:36), mitsgaders de deuren voor het voorhof, die tot dezen buitenvoorhof leidden, en overtoog hun deuren, de deurvleugels, met koper.9. Verder maakte hij het voorhof van de priesters (1 Kings 7:36), en het grote voorhof of buitenvoorhof voor het volk (1 Kings 6:36), mitsgaders de deuren voor het voorhof, die tot dezen buitenvoorhof leidden, en overtoog hun deuren, de deurvleugels, met koper.
Vers 9
9. Verder maakte hij het voorhof van de priesters (1 Kings 7:36), en het grote voorhof of buitenvoorhof voor het volk (1 Kings 6:36), mitsgaders de deuren voor het voorhof, die tot dezen buitenvoorhof leidden, en overtoog hun deuren, de deurvleugels, met koper.9. Verder maakte hij het voorhof van de priesters (1 Kings 7:36), en het grote voorhof of buitenvoorhof voor het volk (1 Kings 6:36), mitsgaders de deuren voor het voorhof, die tot dezen buitenvoorhof leidden, en overtoog hun deuren, de deurvleugels, met koper.
Vers 10
10. De zee nu, waarvan welke in 2 Chronicles 4:2, sprake was, zette hij in de voorhof van de priesters (2 Chronicles 4:9), aan de rechterzijde aan de zuidzijde van de tempel, naar het oosten naar de oostzijde van de tempel, tegenover het zuiden (1 Kings 7:39).Vers 10
10. De zee nu, waarvan welke in 2 Chronicles 4:2, sprake was, zette hij in de voorhof van de priesters (2 Chronicles 4:9), aan de rechterzijde aan de zuidzijde van de tempel, naar het oosten naar de oostzijde van de tempel, tegenover het zuiden (1 Kings 7:39).Vers 11
11. Daartoe maakte Huram, dien de koning van Tyrus hem als werkmeester gezonden had (2 Chronicles 2:13), nadat hij de grotere werken uit koper geëindigd had (1 Kings 7:15 vv.), ook de potten, en de schoffelen, en de sprengbekkens (1 Kings 7:40): alzo voleindde Huram het werk te maken, dat hij voor de koning Salomo aan het huis van God maakte.Vers 11
11. Daartoe maakte Huram, dien de koning van Tyrus hem als werkmeester gezonden had (2 Chronicles 2:13), nadat hij de grotere werken uit koper geëindigd had (1 Kings 7:15 vv.), ook de potten, en de schoffelen, en de sprengbekkens (1 Kings 7:40): alzo voleindde Huram het werk te maken, dat hij voor de koning Salomo aan het huis van God maakte.Vers 12
12. Namelijk de twee pilaren, en de bollen, en de twee kapitelen op het hoofd van de pilaren; en de twee netten, om de twee bollen van de kapitelen te bedekken, die het hoofd van de pilaren waren;Vers 12
12. Namelijk de twee pilaren, en de bollen, en de twee kapitelen op het hoofd van de pilaren; en de twee netten, om de twee bollen van de kapitelen te bedekken, die het hoofd van de pilaren waren;Vers 13
13. En de vierhonderd granaatappelen tot de twee netten; twee rijen van granaatappelen tot elk net, om de twee bollen van de kapitelen te bedekken, die boven op de pilaren waren (2 Chronicles 3:15; 1 Kings 7:15).Vers 13
13. En de vierhonderd granaatappelen tot de twee netten; twee rijen van granaatappelen tot elk net, om de twee bollen van de kapitelen te bedekken, die boven op de pilaren waren (2 Chronicles 3:15; 1 Kings 7:15).Vers 14
14. Hij maakte ook de stellingen, en wasvaten maakte hij op de stellingen (2 Chronicles 4:6; 2 Chronicles 4:1 Koningen .7:27).Vers 14
14. Hij maakte ook de stellingen, en wasvaten maakte hij op de stellingen (2 Chronicles 4:6; 2 Chronicles 4:1 Koningen .7:27).Vers 15
15. En zee en de twaalf runderen daaronder (2 Chronicles 4:2, 1 Kings 7:23).Vers 15
15. En zee en de twaalf runderen daaronder (2 Chronicles 4:2, 1 Kings 7:23).Vers 16
16. Insgelijks de potten, en de schoffelen en de krauwelen, grote vorken, en al hun (dit woord past bezwaarlijk in de tekst, daarvoor is te lezen: alle andere) vaten (2 Chronicles 4:11; 1 Kings 7:40) maakte Huram Abiu, de werkmeester (1 Kings 7:14), voor de koning Salomo, voor het huis van de Heere, van gepolijst koper.Vers 16
16. Insgelijks de potten, en de schoffelen en de krauwelen, grote vorken, en al hun (dit woord past bezwaarlijk in de tekst, daarvoor is te lezen: alle andere) vaten (2 Chronicles 4:11; 1 Kings 7:40) maakte Huram Abiu, de werkmeester (1 Kings 7:14), voor de koning Salomo, voor het huis van de Heere, van gepolijst koper.Vers 17
17. In de vlakte van de Jordaan, aan de westzijde van deze rivier, goot ze de koning, in dichte aarde, tussen Sukkoth, en tussen Zered tha (1 Kings 7:46). 18. En Salomo maakte al deze metalen en koperen vaten in grote menigte; want het gewicht van de daartoe gebruikte kopers werd niet onderzocht (1 Kings 7:47).Vers 17
17. In de vlakte van de Jordaan, aan de westzijde van deze rivier, goot ze de koning, in dichte aarde, tussen Sukkoth, en tussen Zered tha (1 Kings 7:46). 18. En Salomo maakte al deze metalen en koperen vaten in grote menigte; want het gewicht van de daartoe gebruikte kopers werd niet onderzocht (1 Kings 7:47).Vers 20
20. En de tien kandelaren met hun lampen van gesloten goud, om die naar de bepaalde wijze, voorgeschreven in Exodus 27:20, Leviticus 4:1, aan te steken, voor de aanspraakplaats, in de ruimte v r het Heilige der heiligen, d.i. in het Heilige;1) Werd in 1 Kings 7:49 het getal en de plaats, die ze innamen, aangegeven, hier wordt het doel aangeduid, waartoe zij gebruikt moesten worden.
Vers 20
20. En de tien kandelaren met hun lampen van gesloten goud, om die naar de bepaalde wijze, voorgeschreven in Exodus 27:20, Leviticus 4:1, aan te steken, voor de aanspraakplaats, in de ruimte v r het Heilige der heiligen, d.i. in het Heilige;1) Werd in 1 Kings 7:49 het getal en de plaats, die ze innamen, aangegeven, hier wordt het doel aangeduid, waartoe zij gebruikt moesten worden.
Vers 21
21. En de bloemen, en de lampen (of het bloesemwerk aan de lampen, Exodus 25:33) en de snuiters (Exodus 25:38), van goud; het was het volmaaktste, zuiverste goud1), dat daartoe gebruikt werd,1) Hier wordt ook van de versieringen en van de benodigdheden bij de lampen gezegd, dat zij van het volmaaktste goud waren, om duidelijk te doen uitkomen, dat zij niet verguld waren.
Vers 21
21. En de bloemen, en de lampen (of het bloesemwerk aan de lampen, Exodus 25:33) en de snuiters (Exodus 25:38), van goud; het was het volmaaktste, zuiverste goud1), dat daartoe gebruikt werd,1) Hier wordt ook van de versieringen en van de benodigdheden bij de lampen gezegd, dat zij van het volmaaktste goud waren, om duidelijk te doen uitkomen, dat zij niet verguld waren.
Vers 22
22. Mitsgaders de gaffelen 1), en de sprengbekkens, of, offerkannen, en de rookschalen voor de wierook, en de wierookvaten 2), van gesloten goud; aangaande de ingang van het huis, zijn binnenste deuren, van het heilige der heiligen, en de deuren van, voor aan het huis van de tempel, die uit de voorhof in het heilige voerden, waren van goud, ten minste draaiden zij in gouden duimen (1 Kings 6:31,1 Kings 6:34), terwijl de deuren zelf uit olijfbomen- of cipressenhout gemaakt, en alleen met goud overtrokken waren (2 Chronicles 3:7).1) In het Hebreeën Hamzammeroth. Eigenlijk mesjes, gebruikt bij het schoonhouden van de lampen.
2) Beter: de dompers. De LXX vertaalt door: upoyemata. De Vulgata door: vasa, ubi quae emuncta sunt, exstinguantur.
Vers 22
22. Mitsgaders de gaffelen 1), en de sprengbekkens, of, offerkannen, en de rookschalen voor de wierook, en de wierookvaten 2), van gesloten goud; aangaande de ingang van het huis, zijn binnenste deuren, van het heilige der heiligen, en de deuren van, voor aan het huis van de tempel, die uit de voorhof in het heilige voerden, waren van goud, ten minste draaiden zij in gouden duimen (1 Kings 6:31,1 Kings 6:34), terwijl de deuren zelf uit olijfbomen- of cipressenhout gemaakt, en alleen met goud overtrokken waren (2 Chronicles 3:7).1) In het Hebreeën Hamzammeroth. Eigenlijk mesjes, gebruikt bij het schoonhouden van de lampen.
2) Beter: de dompers. De LXX vertaalt door: upoyemata. De Vulgata door: vasa, ubi quae emuncta sunt, exstinguantur.