Lectionary Calendar
Monday, December 23rd, 2024
the Fourth Week of Advent
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Bible Commentaries
Exodus 37

Bijbelverkaring van Matthew HenryHenry's compleet

Zoek naar…
Enter query below:

Inleiding

Bijbelverkaring van Matthew Henry, EXODUS 37

Bezaleël en zijn werklieden zijn nog druk bezig met het maken van:

I. De ark met het verzoendeksel en de cherubs, Exodus 37:1.

II. De tafel met haar toebehoren, Exodus 37:10.

III. De kandelaar met zijn toebehoren, Exodus 37:17.

IV. Het gouden reukaltaar Exodus 37:25.

V. De heilige olie en het reukwerk Exodus 37:29. De bepalingen en voorschriften daarvan hebben wij tevoren gehad in Exodus 25:1 en 30.

Inleiding

Bijbelverkaring van Matthew Henry, EXODUS 37

Bezaleël en zijn werklieden zijn nog druk bezig met het maken van:

I. De ark met het verzoendeksel en de cherubs, Exodus 37:1.

II. De tafel met haar toebehoren, Exodus 37:10.

III. De kandelaar met zijn toebehoren, Exodus 37:17.

IV. Het gouden reukaltaar Exodus 37:25.

V. De heilige olie en het reukwerk Exodus 37:29. De bepalingen en voorschriften daarvan hebben wij tevoren gehad in Exodus 25:1 en 30.

Verzen 1-9

Exodus 37:1-9

Men zou het vreemd kunnen vinden dat Mozes na zo volledig de instructies te hebben meegedeeld, die hem op de berg voor het maken van deze dingen gegeven waren, nu ook het maken er van even volledig mededeelt, terwijl hij toch volstaan kon hebben met te zeggen dat al deze dingen nauwkeurig gemaakt werden naar de voorschriften, die hij hun had overgegeven. Wij houden er ons van verzekerd dat Mozes, toen hij door goddelijke ingeving geschreven heeft, geen ijdele herhalingen heeft gebruikt, er zijn geen ijdele woorden in de Schrift. Waarom moeten dan aan dit verhaal zoveel hoofdstukken gewijd worden, die wij in verzoeking zijnde overtollig en vervelend te vinden? Maar wij moeten bedenken:

1. Dat Mozes oorspronkelijk voor het volk van Israël heeft geschreven, voor hetwelk het van groot nut zal wezen om dikwijls te lezen en te horen van die heilige schatten, welke hun toevertrouwd waren. Die verschillende versierselen van de tabernakel mochten zij niet zien maar alleen de priesters, en daarom was het nodig dat zij hun zo nauwkeurig en volledig beschreven werden. Hetgeen zij telkens en nogmaals moesten lezen, was opdat zij niet in gebreke zouden blijven om het te doen, telkens en nogmaals geschreven. Zo zijn ook in het Nieuwe Testament passages in de geschiedenis van Christus door twee of drie en sommige door vier, van de evangelisten verhaald, en om dezelfde reden. De grote dingen van Gods wet en evangelie moeten ons telkens en nogmaals ingeprent worden. Dezelfde dingen aan u te schrijven, zegt Paulus, "is mij niet verdrietig, en het is u zeker," Philippians 3:1.

2. Mozes heeft aldus willen tonen hoe grote zorg hij en zijn werklieden genomen hebben om alles nauwkeurig te maken naar het voorbeeld, dat hem op den berg getoond was. Tevoren ons het origineel gegeven hebbende, geeft hij ons nu de kopie, opdat wij ze met elkaar vergelijken, en dan zien hoe nauwkeurig zij met elkaar overeenstemmen. Aldus beroept hij zich op iedere lezer ten opzichte van zijn getrouwheid aan Hem, die hem gesteld heeft in geheel Zijn huis, en in alle deln er van, Hebrews 3:5. En aldus leert hij ons acht te geven op al Gods geboden, ja op iedere tittel en jota er van.

3. Hiermede wordt ook te kennen gegeven dat God behagen schept in de oprechte gehoorzaamheid van Zijn volks, en er nauwkeurig rekening van houdt, en dat die in de opstanding van de rechtvaardigen tot hun eer zal vermeld worden. Niemand kan zo stipt zijn in plichtsbetrachting, of God zal even stipt zijn in kennis er van te nemen. Hij is "niet onrechtvaardig dat Hij ons werk en de arbeid van de liefde zal vergeten," ook niet in een enkel voorbeeld er van, Hebrews 6:10.

4. De geestelijke schatten en schoonheid van de evangelie tabernakel worden hiermede aan onze veelvuldige beschouwing aanbevolen. Ga rondom dit Sion, en beschouw het telkens en wederom, hoe meer gij de heerlijkheid van de kerk aanschouwt, hoe meer gij ze zult bewonderen en liefhebben. De handvest van haar voorrechten en het verhaal van haar inrichting zijn het overwaardig om meermalen gelezen te worden.

In deze verzen hebben wij een bericht van het maken van de ark, met de heerlijke en betekenisvolle dingen, die er bij behoorden, het verzoendeksel en de cherubs. Beschouw deze drie dingen tezamen, en zij stellen u de heerlijkheid voor van een heilig God, oprechtheid van een heilig hart, en de gemeenschap, die er tussen hen is door een Middelaar. 1. Het is de heerlijkheid van een heilig God dat Hij woont tussen de cherubs, dat is. dat Hij voortdurend vergezeld is van, en aangebeden wordt door, de heilige engelen, wier snelheid aangeduid werd door de vleugels van de cherubs, terwijl hun eensgezindheid en samenwerking in hun dienst hierdoor aangeduid werden, dat hun aangezichten naar elkaar gericht waren.

2. Het is de aard van een oprecht hart, dat het, evenals de ark van de getuigenis, de wet van God in zich verborgen heeft en haar bewaart.

Door Jezus Christus, het grote zoenoffer, is verzoening gedaan en een gemeenschap gevestigd tussen ons en God. Hij stelt zich tussen ons en Gods ongenoegen, en dat niet alleen, maar door Hem verkrijgen wij recht op Gods gunst. Als Hij Zijn wet in ons hart schrijft, zal Hij ons tot een God zijn, en dan zullen wij Hem tot een volk wezen. Van het verzoendeksel zal Hij ons onderwijzen, daar zal Hij ons aannemen en zich genadig betonen tegenover onze ongerechtigheid, en onder de schaduw van Zijn vleugelen zullen wij veilig en gerust wezen.

Verzen 1-9

Exodus 37:1-9

Men zou het vreemd kunnen vinden dat Mozes na zo volledig de instructies te hebben meegedeeld, die hem op de berg voor het maken van deze dingen gegeven waren, nu ook het maken er van even volledig mededeelt, terwijl hij toch volstaan kon hebben met te zeggen dat al deze dingen nauwkeurig gemaakt werden naar de voorschriften, die hij hun had overgegeven. Wij houden er ons van verzekerd dat Mozes, toen hij door goddelijke ingeving geschreven heeft, geen ijdele herhalingen heeft gebruikt, er zijn geen ijdele woorden in de Schrift. Waarom moeten dan aan dit verhaal zoveel hoofdstukken gewijd worden, die wij in verzoeking zijnde overtollig en vervelend te vinden? Maar wij moeten bedenken:

1. Dat Mozes oorspronkelijk voor het volk van Israël heeft geschreven, voor hetwelk het van groot nut zal wezen om dikwijls te lezen en te horen van die heilige schatten, welke hun toevertrouwd waren. Die verschillende versierselen van de tabernakel mochten zij niet zien maar alleen de priesters, en daarom was het nodig dat zij hun zo nauwkeurig en volledig beschreven werden. Hetgeen zij telkens en nogmaals moesten lezen, was opdat zij niet in gebreke zouden blijven om het te doen, telkens en nogmaals geschreven. Zo zijn ook in het Nieuwe Testament passages in de geschiedenis van Christus door twee of drie en sommige door vier, van de evangelisten verhaald, en om dezelfde reden. De grote dingen van Gods wet en evangelie moeten ons telkens en nogmaals ingeprent worden. Dezelfde dingen aan u te schrijven, zegt Paulus, "is mij niet verdrietig, en het is u zeker," Philippians 3:1.

2. Mozes heeft aldus willen tonen hoe grote zorg hij en zijn werklieden genomen hebben om alles nauwkeurig te maken naar het voorbeeld, dat hem op den berg getoond was. Tevoren ons het origineel gegeven hebbende, geeft hij ons nu de kopie, opdat wij ze met elkaar vergelijken, en dan zien hoe nauwkeurig zij met elkaar overeenstemmen. Aldus beroept hij zich op iedere lezer ten opzichte van zijn getrouwheid aan Hem, die hem gesteld heeft in geheel Zijn huis, en in alle deln er van, Hebrews 3:5. En aldus leert hij ons acht te geven op al Gods geboden, ja op iedere tittel en jota er van.

3. Hiermede wordt ook te kennen gegeven dat God behagen schept in de oprechte gehoorzaamheid van Zijn volks, en er nauwkeurig rekening van houdt, en dat die in de opstanding van de rechtvaardigen tot hun eer zal vermeld worden. Niemand kan zo stipt zijn in plichtsbetrachting, of God zal even stipt zijn in kennis er van te nemen. Hij is "niet onrechtvaardig dat Hij ons werk en de arbeid van de liefde zal vergeten," ook niet in een enkel voorbeeld er van, Hebrews 6:10.

4. De geestelijke schatten en schoonheid van de evangelie tabernakel worden hiermede aan onze veelvuldige beschouwing aanbevolen. Ga rondom dit Sion, en beschouw het telkens en wederom, hoe meer gij de heerlijkheid van de kerk aanschouwt, hoe meer gij ze zult bewonderen en liefhebben. De handvest van haar voorrechten en het verhaal van haar inrichting zijn het overwaardig om meermalen gelezen te worden.

In deze verzen hebben wij een bericht van het maken van de ark, met de heerlijke en betekenisvolle dingen, die er bij behoorden, het verzoendeksel en de cherubs. Beschouw deze drie dingen tezamen, en zij stellen u de heerlijkheid voor van een heilig God, oprechtheid van een heilig hart, en de gemeenschap, die er tussen hen is door een Middelaar. 1. Het is de heerlijkheid van een heilig God dat Hij woont tussen de cherubs, dat is. dat Hij voortdurend vergezeld is van, en aangebeden wordt door, de heilige engelen, wier snelheid aangeduid werd door de vleugels van de cherubs, terwijl hun eensgezindheid en samenwerking in hun dienst hierdoor aangeduid werden, dat hun aangezichten naar elkaar gericht waren.

2. Het is de aard van een oprecht hart, dat het, evenals de ark van de getuigenis, de wet van God in zich verborgen heeft en haar bewaart.

Door Jezus Christus, het grote zoenoffer, is verzoening gedaan en een gemeenschap gevestigd tussen ons en God. Hij stelt zich tussen ons en Gods ongenoegen, en dat niet alleen, maar door Hem verkrijgen wij recht op Gods gunst. Als Hij Zijn wet in ons hart schrijft, zal Hij ons tot een God zijn, en dan zullen wij Hem tot een volk wezen. Van het verzoendeksel zal Hij ons onderwijzen, daar zal Hij ons aannemen en zich genadig betonen tegenover onze ongerechtigheid, en onder de schaduw van Zijn vleugelen zullen wij veilig en gerust wezen.

Verzen 10-24

Exodus 37:10-24

1. Wij hebben hier het maken van de tafel waarop de toonbroden gestadig gelegd moesten worden. God is een goede huishouder, die Zijn tafel altijd wl voorzien houdt. Is de wereld Zijn tabernakel? Zijn genade heeft er een tafel in aangericht voor alle gelovigen een tafel wl voorzien met het brood van het leven. Maar let er op, hoe ver de bedeling van het evangelie die van de wet overtreft. Er was toen wel een tafel bereid, doch slechts voorzien van toonbroden, brood om aan te zien, maar niet om er zich mede te voeden zolang het op die tafel lag, en daarna mochten alleen de priesters het eten, maar aan de tafel, die Christus in het nieuwe verbond heeft aangericht, zijn alle ware christenen genodigde gasten, en tot hen wordt gezegd: "Komt, o vrienden, komt, eet van Mijn brood." Hetgeen waarop de wet slechts een blik gaf van uit de verte, daar geeft het evangelie de genieting van.

2. Het maken van de kandelaar, die niet van hout was met goud overtrokken, maar geheel en al geslagen werk van louter goud, Exodus 37:17 Dit betekende het licht van de goddelijke openbaring, waarmee Gods kerk op aarde (die Zijn tabernakel is onder de mensen) altijd verlicht is geweest, daar zij altijd voorzien werd van verse olie van Christus, de goede olijfboom, Zacheria 4:2, 3. Gods openbaringen van zichzelf in deze wereld zijn slechts kaarslicht vergeleken met het daglicht van de toekomende staat. De Bijbel is een gouden kandelaar, hij is van louter goud, Psalms 19:11, daarvan wordt licht verspreid naar ieder deel van Gods tabernakel, opdat Zijn geestelijke priesters er bij kunnen zien om de Heer te dienen, de dienst in Zijn heiligdom te verrichten. Deze kandelaar heeft niet slechts zijn schaaltjes voor het noodzakelijk gebruik, maar ook zijn knopen en bloemen tot versiering, er zijn vele dingen, waarmee God het voegzaam geoordeeld heeft Zijn woord te versieren en waarvan wij evenmin de reden kunnen aanduiden, als wij een reden kunnen aanduiden voor deze knopen en bloemen, en toch zijn wij er zeker van, dat zij er tot een goed doeleinde bijgevoegd werden. Laat ons God loven voor deze kandelaar, er voortdurend het oog ophebben en er voor vrezen, dat hij uit zijn plaats geweerd zal worden.

Verzen 10-24

Exodus 37:10-24

1. Wij hebben hier het maken van de tafel waarop de toonbroden gestadig gelegd moesten worden. God is een goede huishouder, die Zijn tafel altijd wl voorzien houdt. Is de wereld Zijn tabernakel? Zijn genade heeft er een tafel in aangericht voor alle gelovigen een tafel wl voorzien met het brood van het leven. Maar let er op, hoe ver de bedeling van het evangelie die van de wet overtreft. Er was toen wel een tafel bereid, doch slechts voorzien van toonbroden, brood om aan te zien, maar niet om er zich mede te voeden zolang het op die tafel lag, en daarna mochten alleen de priesters het eten, maar aan de tafel, die Christus in het nieuwe verbond heeft aangericht, zijn alle ware christenen genodigde gasten, en tot hen wordt gezegd: "Komt, o vrienden, komt, eet van Mijn brood." Hetgeen waarop de wet slechts een blik gaf van uit de verte, daar geeft het evangelie de genieting van.

2. Het maken van de kandelaar, die niet van hout was met goud overtrokken, maar geheel en al geslagen werk van louter goud, Exodus 37:17 Dit betekende het licht van de goddelijke openbaring, waarmee Gods kerk op aarde (die Zijn tabernakel is onder de mensen) altijd verlicht is geweest, daar zij altijd voorzien werd van verse olie van Christus, de goede olijfboom, Zacheria 4:2, 3. Gods openbaringen van zichzelf in deze wereld zijn slechts kaarslicht vergeleken met het daglicht van de toekomende staat. De Bijbel is een gouden kandelaar, hij is van louter goud, Psalms 19:11, daarvan wordt licht verspreid naar ieder deel van Gods tabernakel, opdat Zijn geestelijke priesters er bij kunnen zien om de Heer te dienen, de dienst in Zijn heiligdom te verrichten. Deze kandelaar heeft niet slechts zijn schaaltjes voor het noodzakelijk gebruik, maar ook zijn knopen en bloemen tot versiering, er zijn vele dingen, waarmee God het voegzaam geoordeeld heeft Zijn woord te versieren en waarvan wij evenmin de reden kunnen aanduiden, als wij een reden kunnen aanduiden voor deze knopen en bloemen, en toch zijn wij er zeker van, dat zij er tot een goed doeleinde bijgevoegd werden. Laat ons God loven voor deze kandelaar, er voortdurend het oog ophebben en er voor vrezen, dat hij uit zijn plaats geweerd zal worden.

Verzen 25-29

Exodus 37:25-29

1. Wij hebben hier het maken van het reukaltaar, waarop dagelijks reukwerk gebrand moest worden, hetgeen beiden de gebeden van de heiligen en de voorbede van Christus aanduidt, aan welke het welbehaaglijke van hun gebeden en de verhoring er van te danken zijn. De ringen en handbomen en al het toebehoren van dit altaar waren met goud overtrokken, en al het vaatwerk van de tafel en de gereedschappen van den kandelaar waren van goud, want die werden gebruikt in het heilige. God is de beste, en wij moeten Hem dienen met het beste, dat wij hebben, maar het beste, waarmee wij Hem in Zijn voorhoven op aarde kunnen dienen, is slechts als koper, vergeleken bij het goud-de zondeloze en vlekkeloze volmaaktheid, waarmee Zijn heiligen Hem zullen dienen in Zijn heilige plaats hierboven.

2. Het bereiden van het reukwerk, dat op dit altaar gebrand moest worden, en de heilige zalfolie, Exodus 37:29, naar dit apothekerswerk, Exodus 30:22. enz. God heeft aan Bezaleël ook deze kunst geleerd, zodat hij, hoewel hij er tevoren niet mede bekend was, deze dingen toch naar apothekerswerk bereidde, even bekwaam en nauwkeurig alsof hij voor dit beroep was opgeleid. Waar God wijsheid en genade geeft, daar zal het de mens van God volmaakt doen zijn, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust.

Verzen 25-29

Exodus 37:25-29

1. Wij hebben hier het maken van het reukaltaar, waarop dagelijks reukwerk gebrand moest worden, hetgeen beiden de gebeden van de heiligen en de voorbede van Christus aanduidt, aan welke het welbehaaglijke van hun gebeden en de verhoring er van te danken zijn. De ringen en handbomen en al het toebehoren van dit altaar waren met goud overtrokken, en al het vaatwerk van de tafel en de gereedschappen van den kandelaar waren van goud, want die werden gebruikt in het heilige. God is de beste, en wij moeten Hem dienen met het beste, dat wij hebben, maar het beste, waarmee wij Hem in Zijn voorhoven op aarde kunnen dienen, is slechts als koper, vergeleken bij het goud-de zondeloze en vlekkeloze volmaaktheid, waarmee Zijn heiligen Hem zullen dienen in Zijn heilige plaats hierboven.

2. Het bereiden van het reukwerk, dat op dit altaar gebrand moest worden, en de heilige zalfolie, Exodus 37:29, naar dit apothekerswerk, Exodus 30:22. enz. God heeft aan Bezaleël ook deze kunst geleerd, zodat hij, hoewel hij er tevoren niet mede bekend was, deze dingen toch naar apothekerswerk bereidde, even bekwaam en nauwkeurig alsof hij voor dit beroep was opgeleid. Waar God wijsheid en genade geeft, daar zal het de mens van God volmaakt doen zijn, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust.

Bibliografische Informatie
Henry, Matthew. "Commentaar op Exodus 37". "Bijbelverkaring van Matthew Henry". https://www.studylight.org/commentaries/dut/mhm/exodus-37.html. 1706.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile