Lectionary Calendar
Friday, May 17th, 2024
the Seventh Week after Easter
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Bible Commentaries
Genesis 34

Kingcomments op de hele BijbelKingcomments

Search for…
Enter query below:

Verzen 1-5

Dina wordt verkracht


De plaats die Jakob heeft gekozen om te wonen, heeft een rampzalig gevolg voor zijn gezin. Dina, als enig meisje tussen elf broers, wil ook wel eens wat andere meisjes zien en leren kennen. Dat kunnen niet anders dan meisjes van de wereld zijn. Ze zoekt gezelligheid bij “de meisjes van dat land”. Maar meisjes in de wereld zijn nooit zonder de aandacht van mannen. Ze trekt de aandacht van Sichem. Hij “zag haar; hij greep haar en sliep met haar; hij verkrachtte haar”.

Het feit dat een werelds man als Sichem wil trouwen met een meisje als Dina uit een gelovig gezin, zegt ook heel wat van het meisje. Ze zal zich danig hebben aangepast aan de wereld, waardoor Sichem haar ziet als een van hen. We krijgen ook niet de indruk dat Dina heftig tegenstand heeft geboden. Dina zal niet direct hebben ingestemd met wat Sichem met haar heeft gedaan. Er zal een zekere mate van dwang door Sichem zijn uitgeoefend, maar heeft ze niet de weerstand gehad om nee te zeggen.

We moeten onze kinderen ruimte geven om zich te ontwikkelen, maar dat betekent niet dat we ze de vrijheid moeten geven hun nieuwsgierigheid te bevredigen in het bezoeken van wereldse gelegenheden. Wat staan wij hun toe te bekijken op de televisie en op het internet? Waar nemen wij hen mee naartoe? Waar wennen wij hun ogen en oren aan? Hoe leren wij hen omgaan met de bevrediging van hun behoeften? Als wij hen vrij laten gaan, hoeven we ons er niet over te verbazen dat onze kinderen ‘verkracht’ worden. Er wordt bezitgenomen van hun lichaam en/of hun geest door iemand aan wie we ons kind nooit zouden willen geven.

Jakob is hier weer de afwezige vader. Hij hoort van de gebeurtenis, maar er is geen reactie van hem te horen. Voor Sichem is de verkrachting meer dan alleen een daad. Hij houdt van Dina en wil ook met haar trouwen. Dat staat hem in elk geval netjes en daarin is hij een voorbeeld voor de hedendaagse moraal, die helaas ook onder christenen breed gevonden wordt. Geslachtsgemeenschap geeft een verplichting (vgl. 2Sm 13:14-16).

Verzen 1-5

Dina wordt verkracht


De plaats die Jakob heeft gekozen om te wonen, heeft een rampzalig gevolg voor zijn gezin. Dina, als enig meisje tussen elf broers, wil ook wel eens wat andere meisjes zien en leren kennen. Dat kunnen niet anders dan meisjes van de wereld zijn. Ze zoekt gezelligheid bij “de meisjes van dat land”. Maar meisjes in de wereld zijn nooit zonder de aandacht van mannen. Ze trekt de aandacht van Sichem. Hij “zag haar; hij greep haar en sliep met haar; hij verkrachtte haar”.

Het feit dat een werelds man als Sichem wil trouwen met een meisje als Dina uit een gelovig gezin, zegt ook heel wat van het meisje. Ze zal zich danig hebben aangepast aan de wereld, waardoor Sichem haar ziet als een van hen. We krijgen ook niet de indruk dat Dina heftig tegenstand heeft geboden. Dina zal niet direct hebben ingestemd met wat Sichem met haar heeft gedaan. Er zal een zekere mate van dwang door Sichem zijn uitgeoefend, maar heeft ze niet de weerstand gehad om nee te zeggen.

We moeten onze kinderen ruimte geven om zich te ontwikkelen, maar dat betekent niet dat we ze de vrijheid moeten geven hun nieuwsgierigheid te bevredigen in het bezoeken van wereldse gelegenheden. Wat staan wij hun toe te bekijken op de televisie en op het internet? Waar nemen wij hen mee naartoe? Waar wennen wij hun ogen en oren aan? Hoe leren wij hen omgaan met de bevrediging van hun behoeften? Als wij hen vrij laten gaan, hoeven we ons er niet over te verbazen dat onze kinderen ‘verkracht’ worden. Er wordt bezitgenomen van hun lichaam en/of hun geest door iemand aan wie we ons kind nooit zouden willen geven.

Jakob is hier weer de afwezige vader. Hij hoort van de gebeurtenis, maar er is geen reactie van hem te horen. Voor Sichem is de verkrachting meer dan alleen een daad. Hij houdt van Dina en wil ook met haar trouwen. Dat staat hem in elk geval netjes en daarin is hij een voorbeeld voor de hedendaagse moraal, die helaas ook onder christenen breed gevonden wordt. Geslachtsgemeenschap geeft een verplichting (vgl. 2Sm 13:14-16).

Verzen 6-12

Vraag om de huwelijksvoorwaarden


Hemor maakt het verzoek van zijn zoon aan Jakob en zijn zonen bekend. Voordat hij de zaak van zijn zoon verdedigt en de voordelen van het zwagers van elkaar worden kan opnoemen, zien we de reactie van de zonen van Jakob als zij van het gebeuren horen. De zonen zijn verbolgen. Terecht stellen ze: “Zoiets doet men niet” (vgl. 2Sm 13:12). Maar dat moet helaas ook worden gezegd van de manier waarop zij hiermee omgaan. Hun gezindheid is ronduit slecht.

In deze gezindheid horen ze Hemor aan. Hemor stelt de voordelen voor die dit huwelijk voor beide families zal hebben. Er zullen meer verbintenissen volgen. Ook biedt hij hun het land aan om zich daar te vestigen. Hij wil hun als bruidsschat en huwelijksgeschenk geven wat ze maar vragen. Op die manier wordt het land Kanaän een geschenk van de vijand aan Jakob en zijn nageslacht en wordt het niet in bezit genomen als het hun door God beloofde land dat Hij hun schenkt.

De vijand gaat vandaag nog op dezelfde manier te werk. Hij stelt allerlei voordelen voor aan de gelovige om hem ertoe te bewegen een ongeoorloofde verbinding met (iemand van) de wereld aan te gaan.

Dat er van dit aanbod niets terechtkomt, ligt niet aan de geestelijke houding van de zonen van Jakob. God gebruikt hier hun slechte gezindheid om het dwaze voorstel van Hemor teniet te doen.

Verzen 6-12

Vraag om de huwelijksvoorwaarden


Hemor maakt het verzoek van zijn zoon aan Jakob en zijn zonen bekend. Voordat hij de zaak van zijn zoon verdedigt en de voordelen van het zwagers van elkaar worden kan opnoemen, zien we de reactie van de zonen van Jakob als zij van het gebeuren horen. De zonen zijn verbolgen. Terecht stellen ze: “Zoiets doet men niet” (vgl. 2Sm 13:12). Maar dat moet helaas ook worden gezegd van de manier waarop zij hiermee omgaan. Hun gezindheid is ronduit slecht.

In deze gezindheid horen ze Hemor aan. Hemor stelt de voordelen voor die dit huwelijk voor beide families zal hebben. Er zullen meer verbintenissen volgen. Ook biedt hij hun het land aan om zich daar te vestigen. Hij wil hun als bruidsschat en huwelijksgeschenk geven wat ze maar vragen. Op die manier wordt het land Kanaän een geschenk van de vijand aan Jakob en zijn nageslacht en wordt het niet in bezit genomen als het hun door God beloofde land dat Hij hun schenkt.

De vijand gaat vandaag nog op dezelfde manier te werk. Hij stelt allerlei voordelen voor aan de gelovige om hem ertoe te bewegen een ongeoorloofde verbinding met (iemand van) de wereld aan te gaan.

Dat er van dit aanbod niets terechtkomt, ligt niet aan de geestelijke houding van de zonen van Jakob. God gebruikt hier hun slechte gezindheid om het dwaze voorstel van Hemor teniet te doen.

Verzen 13-19

De voorwaarde


Niet Jakob antwoordt op het verzoek van Hemor, maar zijn zonen. Ook hier geeft Jakob het initiatief uit handen. De zonen openbaren de aard van hun vader en spreken “op een bedrieglijke wijze” in het voorstel dat ze vervolgens doen. Ze stellen voor dat alle mannen van de stad zich laten besnijden. Dat wil zeggen dat al die mannen uiterlijk het teken aannemen dat zij bij het nageslacht van Abraham horen.

Ze misbruiken iets dat voor hen van bijzondere betekenis zou moeten zijn, iets dat door God is gegeven als een teken van Zijn verbond met Abraham en diens nageslacht. Maar wat hebben ze ervan gezien in het leven van hun vader? Wat zien onze kinderen in ons leven van de waarheden die we hebben leren kennen?

Wat de broers doen, is te vergelijken met het aanleren van een christelijk gedrag om daardoor in een christelijke gemeenschap opgenomen te kunnen worden. Het is voorgekomen dat ouders toestemming voor een huwelijk van hun dochter hebben gegeven op voorwaarde dat de man maar de gemeente zou gaan bezoeken of zich zou laten dopen. Op een verandering in het hart is niet gewezen, daarop is niet de nadruk gelegd. Als hij zich in zijn gedrag maar zou aanpassen. Deze les kunnen we leren van wat hier gebeurt.

Verzen 13-19

De voorwaarde


Niet Jakob antwoordt op het verzoek van Hemor, maar zijn zonen. Ook hier geeft Jakob het initiatief uit handen. De zonen openbaren de aard van hun vader en spreken “op een bedrieglijke wijze” in het voorstel dat ze vervolgens doen. Ze stellen voor dat alle mannen van de stad zich laten besnijden. Dat wil zeggen dat al die mannen uiterlijk het teken aannemen dat zij bij het nageslacht van Abraham horen.

Ze misbruiken iets dat voor hen van bijzondere betekenis zou moeten zijn, iets dat door God is gegeven als een teken van Zijn verbond met Abraham en diens nageslacht. Maar wat hebben ze ervan gezien in het leven van hun vader? Wat zien onze kinderen in ons leven van de waarheden die we hebben leren kennen?

Wat de broers doen, is te vergelijken met het aanleren van een christelijk gedrag om daardoor in een christelijke gemeenschap opgenomen te kunnen worden. Het is voorgekomen dat ouders toestemming voor een huwelijk van hun dochter hebben gegeven op voorwaarde dat de man maar de gemeente zou gaan bezoeken of zich zou laten dopen. Op een verandering in het hart is niet gewezen, daarop is niet de nadruk gelegd. Als hij zich in zijn gedrag maar zou aanpassen. Deze les kunnen we leren van wat hier gebeurt.

Verzen 20-24

Bespreking van de voorwaarde


Hemor en Sichem gaan met de voorwaarde naar hun stad en leggen die aan de mannen van de stad voor. Ze verdedigen de voorwaarde door te wijzen op de voordelen die dit voor de stad zal brengen. Ook spreken ze over de zonen van Jakob als mannen die hun “vredelievend gezind” zijn, mannen die geen kwaad in de zin hebben. De mannen van de stad stemmen in met het voorstel en allen laten zij zich besnijden. Ze handelen uit geldzucht en niet vanuit enig verlangen naar de God van Israël, om met Hem te gaan leven.

Verzen 20-24

Bespreking van de voorwaarde


Hemor en Sichem gaan met de voorwaarde naar hun stad en leggen die aan de mannen van de stad voor. Ze verdedigen de voorwaarde door te wijzen op de voordelen die dit voor de stad zal brengen. Ook spreken ze over de zonen van Jakob als mannen die hun “vredelievend gezind” zijn, mannen die geen kwaad in de zin hebben. De mannen van de stad stemmen in met het voorstel en allen laten zij zich besnijden. Ze handelen uit geldzucht en niet vanuit enig verlangen naar de God van Israël, om met Hem te gaan leven.

Verzen 25-29

De wraak van Simeon en Levi


De besnijdenis is voor volwassen mannen een pijnlijke aangelegenheid. Simeon en Levi misbruiken de weerloosheid van de mannen van de stad om wraak te nemen voor wat hun zuster is aangedaan. Na het bedrog komt het geweld. Nadat ze hun moordpartij hebben voleindigd, gaan ze naar het huis van Sichem om Dina op te halen en mee terug naar huis te nemen. Tevens plunderen ze de stad. Alles wat in hun ogen enige waarde heeft, maken ze buit.

Als Jakob op zijn sterfbed ligt, komt hij hierop terug (Gn 49:5-7). Het gedrag van zijn zonen is enerzijds de schuld van Jakob. Anderzijds zijn deze mannen zelf volledig verantwoordelijk voor wat zij doen.

Verzen 25-29

De wraak van Simeon en Levi


De besnijdenis is voor volwassen mannen een pijnlijke aangelegenheid. Simeon en Levi misbruiken de weerloosheid van de mannen van de stad om wraak te nemen voor wat hun zuster is aangedaan. Na het bedrog komt het geweld. Nadat ze hun moordpartij hebben voleindigd, gaan ze naar het huis van Sichem om Dina op te halen en mee terug naar huis te nemen. Tevens plunderen ze de stad. Alles wat in hun ogen enige waarde heeft, maken ze buit.

Als Jakob op zijn sterfbed ligt, komt hij hierop terug (Gn 49:5-7). Het gedrag van zijn zonen is enerzijds de schuld van Jakob. Anderzijds zijn deze mannen zelf volledig verantwoordelijk voor wat zij doen.

Verzen 30-31

Reactie van Jakob


Het verwijt van Jakob heeft te maken met de “kwade reuk” waarin hijzelf is komen te staan. Hij maakt zich drukker over wat de mensen wel zullen zeggen dan over de oneer die God is aangedaan.

Op het verweer van de broers heeft Jakob geen antwoord. Het is erg als ouders door kinderen terechtgewezen moeten worden. Naar de orde van God behoort dat andersom te zijn.

Verzen 30-31

Reactie van Jakob


Het verwijt van Jakob heeft te maken met de “kwade reuk” waarin hijzelf is komen te staan. Hij maakt zich drukker over wat de mensen wel zullen zeggen dan over de oneer die God is aangedaan.

Op het verweer van de broers heeft Jakob geen antwoord. Het is erg als ouders door kinderen terechtgewezen moeten worden. Naar de orde van God behoort dat andersom te zijn.

Bibliografische Informatie
de Koning, Ger. Commentaar op Genesis 34". "Kingcomments op de hele Bijbel". https://www.studylight.org/commentaries/dut/kng/genesis-34.html. 'Stichting Titus' / 'Stichting Uitgeverij Daniël', Zwolle, Nederland. 2021.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile