Lectionary Calendar
Monday, December 23rd, 2024
the Fourth Week of Advent
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Bible Commentaries
Exodus 40

Kingcomments op de hele BijbelKingcomments

Search for…
Enter query below:

Verzen 1-16

Hoe de tabernakel opgebouwd moet worden


Het tijdstip van de oprichting luidt een nieuw begin in: “de eerste dag van de eerste maand”. Het vaak voorkomende gebruik van zalfolie (Ex 40:9-11; 13; 15) herinnert aan onze onophoudelijke behoefte aan de genade en leiding van de Heilige Geest, zonder Wie het mooiste werk onaanvaardbaar is voor God. Alleen wat als vrucht van de Heilige Geest in ons leven tevoorschijn komt, is waardevol voor God.

In Ex 40:16 lezen we het uitgangspunt, dat telkens terugkomt: alles doen zoals de HEERE geboden heeft – en dus niet handelen naar eigen inzicht.

Verzen 1-16

Hoe de tabernakel opgebouwd moet worden


Het tijdstip van de oprichting luidt een nieuw begin in: “de eerste dag van de eerste maand”. Het vaak voorkomende gebruik van zalfolie (Ex 40:9-11; 13; 15) herinnert aan onze onophoudelijke behoefte aan de genade en leiding van de Heilige Geest, zonder Wie het mooiste werk onaanvaardbaar is voor God. Alleen wat als vrucht van de Heilige Geest in ons leven tevoorschijn komt, is waardevol voor God.

In Ex 40:16 lezen we het uitgangspunt, dat telkens terugkomt: alles doen zoals de HEERE geboden heeft – en dus niet handelen naar eigen inzicht.

Verzen 17-33

Mozes richt de tabernakel op


De werkers hebben alles klaargemaakt, maar Mozes richt het huis van God op. Hij richt het niet alleen op, hij verricht er ook gelijk een dienst in. Zo zien we dat hij, als hij de tafel in het heilige heeft geplaatst, daarop ook het brood schikt voor het aangezicht van de HEERE. Hetzelfde zien we bij de kandelaar. Als hij die op zijn plaats heeft gezet, steekt hij de lampen aan voor het aangezicht van de HEERE. En als hij het gouden altaar op zijn plaats heeft gezet, laat hij daarop geurig reukwerk in rook opgaan. Na het plaatsen van het brandofferaltaar offert hij daarop het brandoffer en het graanoffer. Als hij het wasvat geplaatst heeft, doet hij er water in om te wassen, waarna hij en Aäron en zijn zonen hun handen en hun voeten wassen.

Mozes geeft in alles het voorbeeld als dienaar in Gods huis (Hb 3:5), hij wijdt de dienst in. Hij handelt als bouwer en ook als priester, onder wie hij ook wordt gerekend, hoewel hij niet als zodanig door de HEERE is benoemd (Ps 99:6). Hij is een beeld van de Heer Jezus, Die tegelijk groter is dan Mozes, want “Christus” is “Zoon over Zijn huis, Wiens huis wij zijn” (Hb 3:6a).

We zien in het voorbeeld dat Mozes geeft ook een voorbeeld voor ons. Het is niet alleen van belang dat we weten wat het huis van God voorstelt, dat we kunnen beschrijven en weten hoe we ons er moeten gedragen, maar het is net zo belangrijk dat we er ook onze dienst in verrichten. Wat we weten, moet ook door ons in praktijk worden gebracht. Dan zal ons onderwijs aan anderen over de gemeente ook waarde hebben en navolging vinden.

Verzen 17-33

Mozes richt de tabernakel op


De werkers hebben alles klaargemaakt, maar Mozes richt het huis van God op. Hij richt het niet alleen op, hij verricht er ook gelijk een dienst in. Zo zien we dat hij, als hij de tafel in het heilige heeft geplaatst, daarop ook het brood schikt voor het aangezicht van de HEERE. Hetzelfde zien we bij de kandelaar. Als hij die op zijn plaats heeft gezet, steekt hij de lampen aan voor het aangezicht van de HEERE. En als hij het gouden altaar op zijn plaats heeft gezet, laat hij daarop geurig reukwerk in rook opgaan. Na het plaatsen van het brandofferaltaar offert hij daarop het brandoffer en het graanoffer. Als hij het wasvat geplaatst heeft, doet hij er water in om te wassen, waarna hij en Aäron en zijn zonen hun handen en hun voeten wassen.

Mozes geeft in alles het voorbeeld als dienaar in Gods huis (Hb 3:5), hij wijdt de dienst in. Hij handelt als bouwer en ook als priester, onder wie hij ook wordt gerekend, hoewel hij niet als zodanig door de HEERE is benoemd (Ps 99:6). Hij is een beeld van de Heer Jezus, Die tegelijk groter is dan Mozes, want “Christus” is “Zoon over Zijn huis, Wiens huis wij zijn” (Hb 3:6a).

We zien in het voorbeeld dat Mozes geeft ook een voorbeeld voor ons. Het is niet alleen van belang dat we weten wat het huis van God voorstelt, dat we kunnen beschrijven en weten hoe we ons er moeten gedragen, maar het is net zo belangrijk dat we er ook onze dienst in verrichten. Wat we weten, moet ook door ons in praktijk worden gebracht. Dan zal ons onderwijs aan anderen over de gemeente ook waarde hebben en navolging vinden.

Verzen 34-38

De wolk vervult de tabernakel


Een machtig moment breekt aan, het doel van al het voorgaande werk: God komt bij Zijn volk wonen. De wolk, het symbool van Gods tegenwoordigheid, neemt bezit van de tabernakel. Wat Hij later tegen Ezechiël zegt met betrekking tot de tempel, geldt vanaf nu voor de tabernakel: “[Dit] is de plaats van Mijn troon en de plaats van Mijn voetzolen, waar Ik voor eeuwig wonen zal onder de Israëlieten” (Ez 43:7a). Voor de nieuwe tempel geldt dat “voor eeuwig”. Voor de tabernakel geldt dat tot het moment dat de ark wordt buitgemaakt door de Filistijnen. Dan is het “Ikabod”, dat betekent ‘weg is de eer’ (1Sm 4:21-22). De heerlijkheid keert terug als Salomo de tempel heeft gebouwd (1Kn 8:10-11). De heerlijkheid verdwijnt door de zonde van het volk echter ook weer uit de tempel (Ez 8:4; Ez 9:3; Ez 10:4; 18; Ez 11:23).

Maar als de Heer Jezus is geboren, verschijnt in Hem de heerlijkheid van God opnieuw op aarde om onder Zijn volk te wonen: “En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van een eniggeborene van een vader) vol van genade en waarheid” (Jh 1:14). Die heerlijkheid is in de verwerping van de Heer Jezus echter verworpen.

Na Zijn opstanding en hemelvaart is de heerlijkheid van God op de Pinksterdag in de Heilige Geest weer op aarde komen wonen. Hij woont in deze tijd in de gemeente als geheel (Ef 2:21-22; Hd 2:1-4) en in het lichaam van de individuele gelovige (1Ko 6:19).

Verzen 34-38

De wolk vervult de tabernakel


Een machtig moment breekt aan, het doel van al het voorgaande werk: God komt bij Zijn volk wonen. De wolk, het symbool van Gods tegenwoordigheid, neemt bezit van de tabernakel. Wat Hij later tegen Ezechiël zegt met betrekking tot de tempel, geldt vanaf nu voor de tabernakel: “[Dit] is de plaats van Mijn troon en de plaats van Mijn voetzolen, waar Ik voor eeuwig wonen zal onder de Israëlieten” (Ez 43:7a). Voor de nieuwe tempel geldt dat “voor eeuwig”. Voor de tabernakel geldt dat tot het moment dat de ark wordt buitgemaakt door de Filistijnen. Dan is het “Ikabod”, dat betekent ‘weg is de eer’ (1Sm 4:21-22). De heerlijkheid keert terug als Salomo de tempel heeft gebouwd (1Kn 8:10-11). De heerlijkheid verdwijnt door de zonde van het volk echter ook weer uit de tempel (Ez 8:4; Ez 9:3; Ez 10:4; 18; Ez 11:23).

Maar als de Heer Jezus is geboren, verschijnt in Hem de heerlijkheid van God opnieuw op aarde om onder Zijn volk te wonen: “En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van een eniggeborene van een vader) vol van genade en waarheid” (Jh 1:14). Die heerlijkheid is in de verwerping van de Heer Jezus echter verworpen.

Na Zijn opstanding en hemelvaart is de heerlijkheid van God op de Pinksterdag in de Heilige Geest weer op aarde komen wonen. Hij woont in deze tijd in de gemeente als geheel (Ef 2:21-22; Hd 2:1-4) en in het lichaam van de individuele gelovige (1Ko 6:19).

Bibliografische Informatie
de Koning, Ger. Commentaar op Exodus 40". "Kingcomments op de hele Bijbel". https://www.studylight.org/commentaries/dut/kng/exodus-40.html. 'Stichting Titus' / 'Stichting Uitgeverij Daniël', Zwolle, Nederland. 2021.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile