Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Hooglied 4

1 Zie, mijne vriendin, gij zijt schoon; zie, schoon zijt gij: uwe ogen zijn als duivenogen tussen uwe vlechten; uw haar is als ene kudde geiten, die langs het gebergte Gilead gelegerd zijn.2 Uwe tanden zijn als ene kudde pas geschoren lammeren, die uit het wed komen, die alle tweelingen dragen, en waaronder geen onvruchtbaar is.3 Uwe lippen zijn als een karmozijn snoer, en uwe stem is liefelijk; uwe wangen zijn als een doorgesneden granaatappel tussen uwe vlechten.4 Uw hals is als de toren van David, gebouwd tot bewaarplaats van wapenen, waaraan duizend schilden hangen, en allerlei wapenen der helden.5 Uwe twee borsten zijn als twee jonge tweeling-reen, die onder de rozen weiden.6 Totdat de dag koel wordt en de schaduw wijkt, wil ik gaan naar den wierookheuvel.7 Geheel zijt gij schoon, mijne vriendin, en er is geen vlek aan u.

8 Kom met mij, mijn bruid, van den Libanon af; ga voort, treed herwaarts van de hoogte van Amana, van de hoogte van Senir en Hermon, de woningen der leeuwen, de bergen der luipaarden.9 Gij hebt mij het hart genomen, mijne zuster, o bruid, met n van uwe ogen, en met n van uwe halsketenen.10 Hoe schoon is uwe liefde, mijne zuster, o bruid; uwe liefde is zoeter dan wijn, en de geur uwer zalf overtreft alle kruiden.11 Uwe lippen, o bruid, zijn als druipend honigzeem; honig en melk zijn onder uwe tong, en de geur uwer klederen is als de geur van Libanon.12 Mijne zuster, o bruid, gij zijt een besloten hof, een besloten bronwel, een verzegelde bornput.13 Uw gewas is als een lusthof van granaatappelen, met edele vruchten, cyprus en nardus,14 nardus met saffraan, kalmus en kaneel, met allerlei wierookplanten, mirre en alo, met al de beste kruiden

15 gelijk ene hoffontein, gelijk een bornput van levend water, dat van Libanon afstroomt.16 Sta op, o Noordenwind, en kom, o Zuidenwind, en waai door mijnen hof, dat hij vloeie van specerijen. (4-17) O, dat mijn vriend kome in zijnen hof, en ete van zijne edele vruchten!

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile