the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Openbaring 19
1 Daarna hoorde ik een grote stem ener talrijke schare in den hemel, die, zeide: Halleluja, het heil en de heerlijkheid en de kracht is onzes Gods;2 want waarachtig en rechtvaardig zijn zijne oordelen, omdat Hij de grote hoer veroordeeld heeft, die door hare hoererij de aarde verdierf, en Hij heeft het bloed zijner dienstknechten aan haar gewroken.3 En zij zeiden ten tweeden male: Halleluja! En haar rook gaat tot in alle eeuwigheid op.4 En de vier en twintig oudsten en de vier dieren vielen neder en aanbaden God, die op den troon zat, en zeiden: Amen, Halleluja!
5 En ene stem kwam van den troon zeggende: Looft onzen God, al zijne dienstknechten en die Hem vrezen, beiden klein en groot.6 En ik hoorde als ene stem van ene grote schare en als ene stem van vele wateren en als ene stem van sterke donderslagen, zeggende: Halleluja! Want de Heer onze God, de almachtige, heeft het rijk aanvaard.7 Laat ons verheugd en vrolijk zijn, en Hem de eer geven; want de bruiloft des Lams is gekomen, en zijne vrouw heeft zich bereid,8 en haar is gegeven zich te bekleden met blinkend en rein lijnwaad; het lijnwaad nu is de gerechtigheid der heiligen.9 En hij zeide tot mij: Schrijf: Zalig zijn zij, die tot het bruiloftsmaal des Lams geroepen zijn. En hij zeide tot mij: Dit zijn de waarachtige woorden Gods.10 En ik viel neder voor zijne voeten om hem te aanbidden; en hij zeide tot mij: Zie toe, doe het niet, ik ben uw mededienstknecht, en die uwer broederen, die de getuigenis van Jezus hebben. Aanbid God! Want de getuigenis van Jezus is de geest der profetie.
11 En ik zag den hemel geopend, en zie, een wit paard, en die daarop zat was genaamd Getrouw en Waarachtig, en hij oordeelt en strijdt met gerechtigheid.12 En zijne ogen waren als ene vuurvlam en op zijn hoofd waren vele kronen; en hij had een naam geschreven, dien niemand wist dan hij zelf;13 en hij was bekleed met een kleed, dat met bloed besprengd was; en zijn naam is; het Woord Gods.14 En de heirscharen in den hemel volgden hem op witte paarden, bekleed met wit, rein lijnwaad.15 En uit zijnen mond ging een scherp zwaard, opdat hij daarmede de heidenen zou slaan. En hij zal hen weiden met een ijzeren staf; en hij treedt de wijnpers van den wijn des ontstoken toorns van den almachtigen God.16 En hij heeft een naam geschreven op zijn kleed en op zijne heup: Koning der koningen en Heer der heren.17 En ik zag een Engel in de zon staan, en hij riep met ene grote stem, en hij zeide tot alle vogels, die onder den hemel vliegen: Komt en vergadert u tot den groten maaltijd Gods,18 opdat gij eet het vlees der koningen en der krijgsoversten, en het vlees der sterken, en der paarden, en dergenen, die daarop zitten, en het vlees van alle vrijen en knechten, beiden kleinen en groten.19 En ik zag het dier en de koningen der aarde en hunne heirscharen vergaderd om te strijden tegen hem, die op het paard zat, en tegen zijn heir.20 En het dier werd gegrepen, en tevens de valse profeet, die de tekenen Vr hetzelve deed, door welke hij verleidde die het merkteken des diers ontvingen en die het beeld des diers aanbaden. Levend werden die beiden geworpen in den vurigen poel, die met zwavel brandt.21 En de anderen werden gedood met het zwaard desgenen, die op het paard zat, hetwelk uit zijnen mond ging; en alle vogels werden verzadigd van hun vlees.