the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Openbaring 13
1 (12-18) En ik stond op het zand der zee; (13-1) en ik zag een dier opkomen uit de zee, dat zeven hoofden en tien hoornen had, en op zijne hoornen tien kronen, en op zijne hoofden namen van godslastering.2 En het dier, hetwelk ik zag, was gelijk een luipaard, en zijne voeten waren als berenvoeten, en zijn mond was als de mond eens leeuws. En de draak gaf hem zijne kracht en zijnen troon en grote macht.3 En ik zag n van zijne hoofden, als ware het dodelijk gewond; maar zijne dodelijke wond werd genezen; en de gehele aarde liep het dier in bewondering na.4 En zij aanbaden den draak, omdat hij aan het dier die macht gegeven had; en zij aanbaden het dier, en zeiden: Wie is aan dit dier gelijk, en wie kan er tegen oorlogen?5 En aan hetzelve werd een mond gegeven om grote woorden en godslasteringen te spreken, en aan hetzelve werd macht gegeven om dat te doen twee en veertig maanden lang.6 En het opende zijnen mond tot lastering tegen God, om zijnen naam te lasteren en zijn heiligdom, en die in den hemel wonen.7 En aan hetzelve werd gegeven te strijden tegen de heiligen, en hen te overwinnen; en aan hetzelve werd macht gegeven over alle geslachten en talen en volken.8 En allen, die op de aarde wonen, zullen het aanbidden, wier namen niet geschreven zijn in het Boek des Levens van het Lam, dat geslacht is, van het begin der wereld af.9 Heeft iemand oren, die hore!10 Indien iemand gevangen neemt, hij wordt gevangen genomen; indien iemand met het zwaard doodt, hij moet zelf met het zwaard gedood worden. Hier is het geduld en het geloof der heiligen.
11 En ik zag een ander dier opkomen uit de aarde, en het had twee hoornen, aan die des Lams gelijk, en het sprak als een draak.12 En het oefent al de macht van het eerste dier in zijne tegenwoordigheid, en het maakt, dat de aarde en wie daarop wonen het eerste dier aanbidden, welks dodelijke wond geheeld werd.13 En het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur van den hemel doet neerdalen op de aarde voor de ogen der mensen;14 en het verleidt degenen, die op de aarde wonen, door de tekenen, die aan hetzelve gegeven zijn te doen in de tegenwoordigheid van het dier, zeggende tot degenen, die op de aarde wonen, dat zij voor het dier, dat de wond van het zwaard heeft en weder levend werd, een beeld moeten maken.15 En aan hetzelve werd gegeven, aan het beeld des diers adem te geven, opdat het beeld des diers zou spreken, en maken, dat allen, die het beeld des diers niet zouden aanbidden, gedood zouden worden.16 En het maakte, dat aan allen, kleinen en groten, rijken en armen, vrijen en knechten, een merkteken gegeven werd aan hunne rechterhand of aan hunne voorhoofden,17 en dat niemand kopen of verkopen kon dan die het merkteken, of den naam des diers, of het getal zijns naams had.18 Hier is de wijsheid nodig. Wie verstand heeft, die berekene het getal des diers; want het is een getal eens mensen, en zijn getal is zeshonderd zes en zestig.