the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Psalmen 6
1 Een psalm van David om voor te zingen op acht snaren. (6-2) Ach Heer, straf mij niet in uwen toorn, en kastijd mij niet in uwe verbolgenheid.2 (6-3) Heer, wees mij genadig, want ik ben zwak; heel mij, Heer; want mijn gebeente is verschrikt,3 en mijne ziel is zeer beangst; (6-4) ach Heer, hoelang nog?4 (6-5) Keer U, Heer, en red mijne ziel; help mij om uwer goedertierenheid wil.5 (6-6) Want in den dood gedenkt men U niet; wie zal in het graf U danken?6 (6-7) Ik ben moede van zuchten; ik doe mijn bed zwemmen den gehelen nacht, en maak mijne legerstede nat met mijne tranen.7 (6-8) Mijne gedaante is vervallen van treuren en oud geworden; want ik word overal benauwd.
8 (6-9) Wijkt van mij, gij kwaaddoeners; want de Heer hoort mijn wenen.9 (6-10) De Heer hoort mijn smeken, mijn gebed neemt de Heer aan.10 (6-11) Al mijne vijanden moeten te schande worden en zeer verschrikken, zij moeten schielijk terugkeren en te schande worden.