the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Psalmen 57
1 Een gouden kleinood van David, om voor te zingen; toen hij voor Saul vluchtte in de spelonk. Omdat hij niet omkwam. (57-2) Wees mij genadig o God, wees mij genadig, want op U vertrouwt mijne ziel, en onder de schaduw uwer vleugelen neem ik toevlucht, totdat het ongeluk voorbij is2 Ik roep tot God den Allerhoogste, (57-3) tot God, die aan mijn jammer een einde maakt.3 (57-4) Hij zendt van den hemel en verlost mij van den smaad mijns verslinders. Sela. God zendt zijne goedheid en trouw.4 (57-5) Ik lig met mijne ziel onder de leeuwen; de mensenkinderen zijn vlammen, hunne tanden zijn spiesen en pijlen, hunne tongen scherpe zwaarden.5 (57-6) Verhef U, o God, boven den hemel; en uwe eer over de gehele wereld.6 (57-7) Zij spreiden netten voor mijnen gang, en drukken mijne ziel terneder; zij graven voor mij een kuil, en vallen zelven daarin. Sela.
7 (57-8) Mijn hart is bereid, o God, mijn hart is bereid om te zingen en te loven.8 (57-9) Waak op, mijne eer, waak op, mijne luit en harp; vroeg zal ik opwaken.9 (57-10) Heer, ik zal U danken onder de volken, ik zal uwen lof zingen onder de natin;10 (57-11) want uwe goedheid is zo wijd de hemel is, en uwe waarheid gaat zo ver de wolken gaan.11 (57-12) Verhef U, o God, boven den hemel; en uwe eer over de gehele wereld.