the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Psalmen 37
1 Een psalm van David. Vertoorn u niet over de bozen, wees niet nijdig over de kwaaddoeners;2 want gelijk het gras worden zij haast afgesneden, en als het groene kruid zullen zij verwelken.3 Hoop op den Heer en doe het goede; blijf in het land en jaag naar getrouwheid.4 Heb uwen lust aan den Heer; die zal u geven wat uw hart wenst.5 Beveel den Heer uwe wegen en hoop op Hem: Hij zal het wl maken,6 en zal uwe gerechtigheid te voorschijn brengen als het licht, en uw recht als den middag.
7 Wees stil voor den Heer en wacht op Hem; vertoorn u niet over dengene, wiens moedwil gelukkig slaagt.8 Sta af van toorn en verlaat de gramschap; vertoorn u niet, zodat gij ook het kwade doen zoudt.9 Want de bozen worden uitgeroeid; maar wie den Heer verwachten, zullen het land berven.10 Het is nog maar een kleine tijd en de goddeloze is niet meer; en als gij naar zijne plaats zult zien, zal hij weg zijn.11 Maar de ellendigen zullen het land berven, en lust hebben in groten vrede.12 De goddeloze dreigt den rechtvaardige, en knerst met de tanden tegen hem:13 maar de Heer belacht hem, want Hij ziet, dat zijn dag komt.14 De goddelozen trekken het zwaard uit en spannen hunnen boog om den ellendige en arme te vellen, en de vromen te slachten;15 maar hun zwaard zal in hun eigen hart gaan, en hun boog zal in stukken breken.16 Het weinige, dat een rechtvaardige heeft, is beter dan het grote goed veler goddelozen;17 want de arm der goddelozen zal in stukken breken; maar de Heer ondersteunt de rechtvaardigen.18 De Heer kent de dagen der vromen, en hun goed zal eeuwiglijk blijven.19 Zij zullen niet te schande worden in den kwaden tijd, en in de duurte zullen zij genoeg hebben.20 Want de goddelozen zullen omkomen; en de vijanden des Heren, of zij al zijn als ene kostelijke landouw, zullen toch vergaan, gelijk de rook vergaat.
21 De goddeloze neemt te leen en geeft niet weder, maar de rechtvaardige is barmhartig en mild.22 Want zijne gezegenden berven het land, maar zijne gevloekten worden uitgeroeid.23 Door den Heer wordt de gang van zulk een man bevorderd, en Hij heeft lust aan zijnen weg.24 Valt hij, zo wordt hij niet weggeworpen, want de Heer vat hem bij de hand.25 Ik ben jong geweest en ben oud geworden, en heb nog nooit den rechtvaardige verlaten gezien, noch zijn zaad om brood gaande.26 Hij is altijd barmhartig en leent gaarne, en zijn zaad zal gezegend zijn.27 Sta af van het kwade en doe het goede; zo zult gij bestendig wonen.28 Want de Heer heeft het recht lief, en verlaat zijne heiligen niet; eeuwiglijk worden zij bewaard, maar het zaad der goddelozen zal uitgeroeid worden.29 De rechtvaardigen berven het land, en blijven er eeuwiglijk in.30 De mond des rechtvaardigen spreekt wijsheid, en zijne tong leert wat recht is.31 De wet zijns Gods is in zijn hart; zijne treden wankelen niet.32 De goddeloze loert op den rechtvaardige, en zoekt hem te doden;33 maar de Heer laat hem niet in zijne hand, en verdoemt hem niet, wanneer hij geoordeeld wordt.
34 Wacht op den Heer en houd zijnen weg, zo zal Hij u verhogen, dat gij het land berft; gij zult het zien, dat de goddelozen uitgeroeid worden.35 Ik heb enen goddeloze gezien, die was geweldig, en breidde zich uit en groeide als een laurierboom:36 toen men voorbijging, zie, toen was hij weg; ik vraagde naar hem, maar hij werd nergens gevonden.37 Blijf vroom, en gedraag u wl; want denzulken zal het ten laatste welgaan.38 Maar de overtreders worden verdelgd met elkander, en de goddelozen worden ten laatste uitgeroeid.39 Maar de Heer helpt de rechtvaardigen, hij is hun sterkte in den nood;40 en de Heer zal hen bijstaan en zal hen redden, Hij zal hen van de goddelozen redden, en hen helpen, want zij vertrouwen op Hem.