the Fourth Week of Advent
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Psalmen 21
1 Een psalm van David om voor te zingen. (21-2) Heer, de koning verheugt zich in uwe kracht, en hoe vrolijk is hij over uwe hulp.2 (21-3) Gij geeft hem zijns harten wens, en weigert niet hetgeen zijn mond bidt. Sela.3 (21-4) Want Gij overlaadt hem met goede zegeningen, Gij zet ene gouden kroon op zijn hoofd.4 (21-5) Hij bidt u om het leven, en Gij geeft hem een lang leven, altoos en eeuwiglijk.5 (21-6) Hij heeft grote eer door uwe hulp, lof en sieraad hebt Gij hem toebedeeld;6 (21-7) Gij stelt hem ten zegen eeuwiglijk, Gij verheugt hem met vreugde voor uw aangezicht.
7 (21-8) Want de koning hoopt op den Heer, en zal door de goedertierenheid des Hoogsten vast blijven.8 (21-9) Uwe hand zal al uwe vijanden vinden, uwe rechterhand zal vinden die u haten.9 (21-10) Gij zult hen maken als een vurigen oven, als Gij U vertonen zult; de Heer zal hen verslinden in zijnen toorn, vuur zal hen verteren.10 (21-11) Hunne vrucht zult Gij ombrengen van den aardbodem, en hun zaad van onder de kinderen der mensen.11 (21-12) Want zij dachten U kwaad te doen, en maakten aanslagen, welke zij niet konden uitvoeren:12 Gij zult hen den rug doen keren, met uwe pees zult Gij aanleggen op hun aangezicht.13 (21-14) Heer, verhef U in uwe kracht, zo zullen wij zingen en uwe macht loven.