Read the Bible

¹ Een psalm van David om voor te zingen. (20-2) De Heer verhore u in den nood, de naam van Jakobs God beschutte u.² (20-3) Hij zende u hulp uit het heiligdom, en sterke u uit Sion;³ (20-4) Hij gedenke aan al uwe spijsoffers, en uwe brandoffers mogen vet zijn. Sela.⁴ (20-5) Hij geve u wat uw hart begeert, en vervulle al uwe raadslagen.⁵ (20-6) Wij roemen, dat Gij ons helpt, en in den naam onzes Gods steken wij de banieren op; de Heer vervulle al uwe begeerten.

⁶ (20-7) Nu merk ik, dat de Heer zijnen gezalfde helpt, en hem verhoort uit zijnen heiligen hemel; zijne rechterhand helpt met kracht.⁷ (20-8) Dezen verlaten zich op wagens, die op paarden; maar wij denken aan den naam van den Heer, onzen God.⁸ (20-9) Zij zijn nedergestort, en gevallen, maar wij staan opgericht.⁹ (20-10) Help, Heer, den koning; verhoor ons als wij roepen.