the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Psalmen 2
1 Wat razen de volken, en hoe spreken de lieden zo lichtvaardig?2 De koningen der aarde staan op; en de vorsten beraadslagen met elkander tegen den Heer en tegen zijnen Gezalfde, zeggende:3 Laat ons hunne banden verscheuren, en hunne touwen van ons werpen.4 Maar Hij, die in den hemel woont, belacht hen, de Heer bespot hen.5 Dan spreekt Hij tot hen in zijnen toorn, en verschrikt hen in zijne grimmigheid:6 Ik, Ik heb mijnen koning gesteld over Sion, mijnen heiligen berg.
7 Ik wil van zulk ene wijze prediken, dat de Heer tot mij gezegd heeft: Gij zijt mijn zoon, heden heb Ik u verwekt.8 Eis van Mij, zo zal Ik u de volken tot een erfdeel geven, en de einden der aarde tot een eigendom.9 Gij zult hem met een ijzeren schepter verslaan, als potten zult gij hen in stukken smijten.
10 Zo laat u nu onderwijzen, gij koningen, en laat u tuchtigen, gij rechters der aarde.11 Dient den Heer met vrees, en verheugt u met beving.12 Kust den zoon, dat hij niet toornig worde en gij omkomt op den weg; want zijn toorn zal straks ontbranden. Maar welgelukzalig allen, die op hem vertrouwen.