the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Psalmen 3
1 Een psalm van David, toen hij gevloden was voor zijn zoon Absalom. (3-2) Ach Heer, hoevele zijn mijne vijanden, en hoevelen zijn tegen mij opgestaan!2 (3-3) Velen zeggen van mijne ziel: Zij heeft geen hulp bij God. Sela.3 (3-4) Maar Gij, Heer, zijt een schild voor mij, die mij tot eer stelt en mijn hoofd opricht. Ik roep met mijn hoofd opricht.
4 (3-5) Ik roep met mijne stem den Heer aan, zo verhoort Hij mij van zijnen heiligen berg. Sela.5 (3-6) Ik lig en slaap, en ontwaak weder; want de Heer beschermt mij.6 (3-7) Ik vrees niet voor vele duizenden, die rondom zich tegen mij legeren.7 (3-8) Sta op, Heer, en help mij, mijn God; want Gij slaat al mijne vijanden op de kinnebak, en verbreekt de tanden der goddelozen.8 (3-9) Bij den Heer vindt men hulp. Uw zegen kome over uw volk. Sela.