the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Psalmen 140
1 Een psalm van David om voor te zingen. (140-2) Red mij, Heer, van de boze mensen, behoed mij voor de lieden des gewelds;2 die in hun hart kwaad denken, (140-3) en dagelijks strijd verwekken.3 (140-4) Zij scherpen hunne tong als een slang, addervergif is onder hunne lippen. Sela.4 (140-5) Bewaar mij, o Heer, voor de hand der goddelozen; behoed mij voor de lieden des gewelds, die mijne voeten onder mij zoeken weg te stoten.5 (140-6) De hoovaardigen leggen mij strikken en spreiden touwen uit, mij tot een net; zij spannen mij valstrikken op den weg. Sela.6 (140-7) Maar ik zeg tot den Heer: Gij zijt mijn God; Heer, verneem de stem mijns smekens.7 (140-8) Heere Heere, mijne sterke hulp, Gij beschermt mijn hoofd ten tijde des strijds.
8 (140-9) Heer, geef den goddelozen zijne begeerten niet, sterk zijne moedwilligheid niet: zij mochten zich deswege verheffen. Sela.9 (140-10) Het ongeluk, over hetwelk mijne vijanden beraadslagen, moge op hun hoofd vallen.10 (140-11) Hij zal kolen vuur over hen uitstorten; Hij zal hen met vuur diep in de aarde slaan, dat zij niet weder opstaan.11 (140-12) Een boze mond zal geen geluk hebben op de aarde; een boos man des gewelds zal verjaagd en nedergestort worden.12 (140-13) Want ik weet, dat de Heer de zaak des ellendigen en het recht der armen zal uitvoeren.13 (140-14) Ook zullen de rechtvaardigen uwen naam loven, en de vromen zullen voor uw aangezicht blijven.