the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Spreuken 8
1 Roept de wijsheid niet, en laat de wetenschap zich niet horen?2 Openlijk aan den weg en aan de straten staat zij;3 aan de poorten bij de stad, waar men ter deur ingaat, daar roept zij overluid:4 O mannen, ik roep tot u, en verhef mijne stem tot de kinderen der mensen.5 Leert, gij eenvoudigen, kloekzinnigheid: en gij dwazen, neemt het ter harte.6 Hoort, want ik zal spreken hetgeen edel is, en leren wat recht is;7 want mijn mond zal de waarheid spreken, en mijne lippen zullen haten hetgeen goddeloos is;8 alle redenen mijns monds zijn rechtvaardig, er is niets verkeerds noch bedriegelijks in;9 zij zijn alle onbewimpeld voor degenen, die haar willen aannemen.10 Neemt mijne tucht liever aan dan zilver, en acht de leer hoger dan kostelijk goed.11 Want de wijsheid is beter dan paarlen, en alles wat men wensen mag is bij haar niet te vergelijken.
12 Ik, de wijsheid, woon bij de schranderheid, en ik weet goeden raad te geven.13 De vreze des Heren haat het kwade, de hoovaardigheid, den hoogmoed en allen kwaden weg; en ik ben den verkeerden mond vijandig.14 Bij mij is beide raad en daad, ik heb verstand en macht.15 Door mij regeren de koningen en maken de vorsten rechtvaardige wetten,16 door mij heersen de vorsten en alle overheden op aarde.17 Ik heb lief wie mij liefhebben; en wie mij vroeg zoeken vinden mij.18 Rijkdom en eer zijn bij mij, duurzaam goed en gerechtigheid.19 Mijne vrucht is beter dan goud, dan het fijnste goud, en mijne opbrengst is beter dan uitgelezen zilver.20 Ik doe wandelen op den rechten weg, op de straten des rechts,21 opdat ik aan hen, die mij liefhebben, schenke wat bestendig is, en hunne schatten vol make.
22 De Heer bezat mij in het begin zijner wegen; eer Hij iets maakte, was ik er.23 Ik ben voortgebracht van eeuwigheid, van den aanvang, eer de wereld was.24 Toen de diepten nog niet waren, was ik geboren, toen aan de fonteinen nog geen water ontsprong;25 eer de bergen gegrondvest waren, Vr alle heuvelen was ik geboren:26 Hij had de aarde nog niet gemaakt en wat daarop is, noch de bergen des aardbodems.27 Toen Hij de hemelen bereidde, was ik aldaar; toen Hij de diepte met zijn perk omvatte,28 toen Hij de wolken daarboven vestigde, toen Hij de fonteinen der diepte grondvestte,29 toen Hij aan de zee haar perk stelde, dat de wateren zijn bevel niet zouden overtreden, toen Hij de grondslagen der aarde vestte:30 toen was ik werkmeesteres bij Hem, en verlustigde Hem dagelijks en vermaakte mij voor zijn aangezicht altoos,31 en speelde op zijnen aardbodem, en mijn lust was aan de mensenkinderen.
32 Zo hoort nu naar mij, mijne kinderen. Welgelukzalig zijn zij, die mijne wegen bewaren!33 Hoort de tucht en wordt wijs, en laat ze niet varen.34 Welgelukzalig is de mens, die naar mij hoort, dat hij dagelijks aan mijne poort waakt, dat hij wacht houdt aan de posten mijner deur.35 Wie mij vindt, vindt het leven, en zal welbehagen bij den Heer verkrijgen;36 maar wie tegen mij zondigt, die kwetst zijne ziel; allen, die mij haten, hebben den dood lief.