the Week of Proper 28 / Ordinary 33
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Spreuken 7
1 Mijn zoon, behoud mijne redenen, en bewaar mijne geboden bij u;2 behoud mijne geboden, zo zult gij leven, en mijne wet als uwen oogappel.3 Bind ze aan uwe vingers, schrijf ze op de tafel uws harten.4 Zeg tot de wijsheid: gij zijt mijne zuster, en noem het verstand uwen boezemvriend,5 opdat gij behoed wordt voor de vreemde, voor eens anders vrouw, die vleiende woorden spreekt.
6 Want door het venster van mijn huis, door het traliewerk, zag ik eens uit,7 en ik zag onder de onbezonnenen, ik werd gewaar onder de jonge lieden een jongeling, beroofd van zinnen;8 die ging op de straat aan haren hoek, en trad op den weg van haar huis,9 in de schemering, op den avond des daags, toen het nacht werd en donker was.10 En zie, toen ontmoette hem ene vrouw in hoerenversiersel, en listig,11 wild en ongebonden, zodat hare voeten in huis niet konden blijven;12 nu was zij buiten, dan op de straat, en loerde aan alle hoeken.13 En zij greep hem aan en kuste hem onbeschaamd, en sprak tot hem:14 Ik heb heden voor mij dankoffers betaald, en aan mijne geloften voldaan.15 Daarom ben ik uitgegaan u te gemoet, om uw aangezicht vroeg te zoeken, en ik heb u gevonden.16 Ik heb mijn bed fraai versierd met bonte tapijten uit Egypte;17 ik heb mijne legerstede met mirre, alo en kaneel besprengd: kom,18 laat ons dronken worden van het boeleren tot den morgen toe, en laat ons vrolijk zijn in minvermaak.19 Want de man is niet tehuis, hij is een verren weg getogen,20 hij heeft den geldbuidel met zich genomen, en zal eerst op het feest weder huiswaarts keren.21 Zij overreedde hem met vele woorden, en overwon hem met haar vleienden mond.22 Hij volgde haar terstond, gelijk een os tot de slachtbank geleid wordt, en als tot de boeien, waarmede men de dwazen tuchtigt,23 totdat zij hem met den pijl de lever doorboorde, gelijk een vogel tot den strik zich haast en niet weet, dat het hem het leven kost.
24 Zo hoort nu naar mij, kinderen, en geeft acht op de redenen mijns monds.25 Laat uw hart niet afwijken tot haren weg, en dool niet op hare baan;26 want zij heeft velen gewond en ternedergeveld, en allerlei machtigen zijn door haar gedood.27 Haar huis is de weg naar het graf, waar men nederwaarts daalt in de binnenkameren des doods.