the Fourth Week of Advent
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Spreuken 5
1 Mijn zoon, geef acht op mijne wijsheid, neig uw oor tot mijne leer;2 opdat gij goeden raad behoudt en uw mond wete onderscheid te maken.3 Want de lippen der vreemde vrouw zijn zoet als honigzeem, en hare keel is gladder dan olie;4 maar daarna bitter als alsem en scherp als een tweesnijdend zwaard.5 Hare voeten gaan nederwaarts naar den dood, hare gangen lopen uit op het graf.6 Zij gaat niet gewis op den weg des levens; hare treden zijn ongestadig, zodat zij niet weet waar zij gaat.7 Zo hoort nu naar mij, mijne kinderen, en wijkt niet van de redenen mijns monds.8 Houd uwen weg verre van haar, en genaak niet tot de deur van haar huis,9 opdat gij den vreemden uwe eer niet geeft, en uwe jaren den wrede;10 opdat vreemden zich niet verzadigen met uw vermogen, en uw arbeid niet in eens anders huis zij,11 en gij daarna moet zuchten, als gij uw lichaam en goed verteerd hebt,12 en zeggen: Ach, hoe heb ik de tucht gehaat, en hoe heeft mijn hart de bestraffing versmaad;13 en ik heb niet gehoord naar de stem mijner leeraars, en mijn oor niet geneigd tot degenen die mij onderricht gaven!14 Ik ben bijna in het uiterste ongeluk voor alle lieden en al het volk neergezonken.
15 Drink water uit uw eigen bak, en vloeden uit uw eigen wel;16 laat uwe fonteinen naar buiten uitvloeien, en de waterbeken op de straten;17 maar dat gij ze alln hebt, en geen vreemde met u.18 Uwe fontein zij gezegend, en verheug u over de huisvrouw uwer jeugd.19 Zij is liefelijk als ene hinde en beminnelijk als ene ree; dat hare liefde u altijd verzadige, en verlustig u altoos in hare liefde.20 Mijn zoon, waarom zoudt gij u aan ene vreemde verlustigen, en ene andere omhelzen?21 Want elks wegen zijn aanstonds voor den Heer, die aller gangen meet;22 de misdaad der goddelozen zal hem vangen, en hij zal met den strik zijner zonde gehouden worden;23 hij zal sterven, omdat hij zich niet heeft willen laten onderwijzen, en om zijne grote dwaasheid zal het hem niet wel gaan.