the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Spreuken 21
1 Het hart des konings is in de hand des Heren als waterbeken; Hij wendt het, waarheen Hij wil.
2 Ieder dunkt zijn weg goed te zijn, maar de Heer alleen weegt de harten.
3 Rechtvaardigheid en recht te doen is den Heer aangenamer dan offer.
4 Hoovaardigheid der ogen en trotschheid van gemoed, de lamp der goddelozen, zijn zonde.
5 Het overleg eens naarstigen brengt overvloed; maar wie zich overijlt, zal gebrek lijden.
6 Wie schatten vergadert met bedrog, die zal falen, en is onder degenen, die den dood zoeken.
7 Het geweld der goddelozen zal hen verschrikken, want zij wilden niet doen hetgeen recht was.
8 De weg des schuldigen is verkeerd, maar het werk des schuldelozen is recht.
9 Het is beter te wonen op een hoek van het dak, dan bij ene kijfachtige vrouw in hetzelfde huis.
10 De ziel des goddelozen wenst het kwaad, en gunt zijnen naaste niets.
11 Als de spotter bestraft wordt, worden de onverstandigen wijs; en als men ene wijze onderricht, wordt hij nog verstandiger.
12 De rechtvaardige gedraagt zich wijs jegens het huis des goddelozen, maar de goddelozen denken alleen om schade te doen.
13 Wie zijne oren toestopt voor het gekerm des armen, zal ook roepen en niet verhoord worden.
14 Ene heimelijke gave stilt den toorn, en een geschenk in den schoot de hevige gramschap.
15 Het is den rechtvaardige een blijdschap te doen hetgeen recht is, maar voor kwaaddoeners verschrikking.
16 Een mens, die van den weg der wijsheid afdwaalt, zal blijven in de vergadering der doden.
17 Wie gaarne in wellust leeft, zal gebrek lijden; en wie wijn en olie bemint, wordt niet rijk.
18 De goddeloze moet voor den rechtvaardige gegeven worden, en de verachter voor de vromen.
19 Het is beter te wonen in een woest land, dan bij ene kijfachtige en toornige vrouw.
20 In het huis des wijzen is een kostelijke schat en olie, maar een dwaas mens verslindt dien ras.
21 Wie de barmhartigheid en weldadigheid najaagt, vindt leven, barmhartigheid en eer.
22 Een wijze verwint de stad der sterken. en werpt hunne zekerste macht neder.
23 Wie zijnen mond en zijne tong bewaart, bewaart zijne ziel voor angst.
24 Wie hoovaardig en vermetel is, heet een vals mens, die in den toorn hoovaardigheid betoont.
25 De luiaard sterft onder zijne wensen, want zijne handen willen niets doen.26 Hij wenst den gehelen dag, maar de rechtvaardige geeft en houdt niet terug.
27 Het offer der goddelozen is een gruwel, hoeveel te meer, als men het met een schandelijk voornemen brengt.
28 Een leugenachtig getuige zal omkomen, maar die zich laat gezeggen, laat men ook altijd weder spreken.
29 De goddeloze gaat met een trots gezicht zijnen weg, maar wie vroom is, maakt zijnen weg vast.
30 Er helpt geen wijsheid, geen verstand, geen raad tegen den Heer.31 Het paard wordt tot den dag des strijds bereid, maar de overwinning komt van den Heer.