the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Spreuken 2
1 Mijn zoon, wilt gij mijne redenen aannemen en mijne geboden bij u behouden,2 zo laat uwe oren op de wijsheid achtgeven, en neig uw hart met vlijt daartoe.3 Want zo gij daar vlijtig om roept en om bidt,4 zo gij haar zoekt als zilver, en haar naspoort als schatten,5 dan zult gij de vreze des Heren verstaan en de kennisse Gods vinden.6 Want de Heer geeft wijsheid, en uit zijnen mond komt kennis en verstand.7 Hij laat het den oprechten gelukken en beschermt de vromen; Hij behoedt degenen, die recht doen,8 en bewaart den weg zijner heiligen.9 Dan zult gij kennen gerechtigheid en recht en vroomheid, en allen goeden weg.
10 Want wijsheid zal u ter harte gaan, dat gij gaarne leert,11 goede raad zal u bewaren, en het verstand zal u behoeden:12 dat gij niet geraakt op den weg der bozen, noch onder hen, die verkeerdheid spreken,13 die de rechte baan verlaten en op duistere wegen wandelen,14 die zich verblijden in kwaaddoen, en vrolijk zijn in hun kwaad, verkeerd gedrag;15 die hunnen weg verkeren, en afwijken in hunne sporen;16 dat gij niet geraakt aan eens anders vrouw, die de uwe niet is, die gladde woorden spreekt,17 en den man harer jeugd verlaat, en het verbond haars Gods vergeet;18 want haar huis helt naar den dood, en hare gangen tot de schimmen:19 allen, die tot haar ingaan, komen niet weder terug, en vinden den weg des levens niet meer.20 Wandel dus op den goeden weg, en blijf op de rechte baan.21 Want de rechtvaardigen zullen in het land wonen, en de vromen zullen daarin blijven;22 maar de goddelozen worden uit het land uitgeroeid, en de afvalligen worden daaruit verdelgd.