the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Spreuken 18
1 Wie zich afzondert, zoekt iets naar zijnen zin, en stelt zich tegen alles wat goed is.
2 Een dwaas heeft geen behagen in verstand, maar daarin, dat hij zijn hart ontdekt.
3 Waar de goddeloze heenkomt, daar komt ook verachting, en smaad met hoon.
4 Des mensen woorden zijn gelijk aan diepe wateren, en de bronwel der wijsheid is een volle stroom.
5 Het is niet goed den persoon des goddelozen te achten, om den rechtvaardige in het gericht te drukken.
6 De lippen des dwazen brengen twist voort, en zijn mond roept om slagen.7 De mond des dwazen benadeelt hem zelven, en zijne lippen vangen zijne eigene ziel.
8 De woorden des kwaadsprekers zijn als slagen, en zij gaan tot in het binnenste van het hart.
9 Wie traag is in zijnen arbeid, is een broeder desgenen, die het zijne doorbrengt.
10 De naam des Heren is een vaste burg; de rechtvaardige vlucht daarheen en wordt beschermd.
11 Het goed des rijken is voor hem ene sterke stad, en als een hoge muur in zijne verbeelding.
12 Wanneer iemand te gronde zal gaan, wordt zijn hart te voren hoovaardig; en eer men tot ere komt, moet men vernederd worden.
13 Wie antwoordt, eer hij hoort, dien is het dwaasheid en schande.
14 Wie een vrolijk hart heeft, weet zich in zijn lijden te schikken; maar als de moed ternedergeslagen is, wie kan het dan uitstaan?
15 Het hart des verstandigen verkrijgt wetenschap, en het oor der wijzen zoekt de kennis op.
16 Eens mensen geschenk maakt hem welkom, en leidt hem voor het aangezicht der groten.
17 Wie de eerste is in zijn twistgeding, die schijnt altijd recht te hebben; maar zijn naaste komt en onderzoekt hem.
18 Het lot doet den twist ophouden, en beslist tussen machtigen.
19 Een broeder, die vertoornd is, houdt zich harder dan ene sterke stad, en twisten zijn hard als de grendel aan een paleis.
20 Aan ieder wordt vergolden naar hetgeen zijn mond gesproken heeft, en hij wordt verzadigd van de vrucht zijner lippen.
21 Dood en leven staan in de macht der tong; wie ze liefheeft, die zal van hare vrucht eten.
22 Wie ene huisvrouw gevonden heeft, heeft wat goeds gevonden, en heeft welgevallen verworven bij den Heer.
23 Een arm man spreekt smekende, een rijk man antwoordt stoutmoedig.
24 Een trouw vriend heeft meer lief en staat krachtiger bij dan een broeder.