the Fourth Week of Advent
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Spreuken 12
1 Wie zich gaarne laat bestraffen, zal verstandig worden; maar wie ongestraft wil zijn is redeloos.
2 Wie vroom is, verkrijgt troost van den Heer, maar den roekeloze veroordeelt Hij.
3 Goddeloosheid bevestigt den mens niet, maar de wortel der rechtvaardigen zal blijven.
4 Ene deugdzame vrouw is de kroon haars mans, maar ene achteloze is bederf in zijne beenderen.
5 Wat de rechtvaardigen overleggen is recht, maar wat de goddelozen beraadslagen is bedrog.
6 De woorden der goddelozen zijn op bloedvergieten gericht, maar de mond der vromen redt hen.
7 De goddelozen worden omvergeworpen en zullen niet meer zijn, maar het huis der rechtvaardigen staat vast.
8 De raad van een wijs man wordt geprezen, maar de verkeerden van hart worden te schande.
9 Wie gering is en het zijne waarneemt, is beter dan een, die groot wil zijn, maar wien het aan brood ontbreekt.
10 De rechtvaardige ontfermt zich over zijn vee, maar het hart der goddelozen is onbarmhartig.
11 Wie zijnen akker bouwt, zal brood in overvloed hebben; maar wie onnodige zaken nagaat, heeft gebrek aan verstand.
12 De lust des goddelozen is schade te doen, maar de wortel der rechtvaardigen zal vrucht dragen.
13 De boze wordt in den strik zijner eigen woorden gevangen, maar de rechtvaardige ontgaat den angst.
14 Veel goeds ontvangt iemand door de vrucht zijns monds, en den mens wordt vergolden, naar dat zijne handen verdiend hebben.
15 Den dwaze behaagt zijn weg; maar wie naar raad hoort, die is wijs.
16 Een dwaas laat zijnen toorn ogenblikkelijk zien; maar wie verstandig is, verbergt den smaad.
17 Wie waarachtig is, zegt openlijk hetgeen recht is; maar een valse getuige bedriegt.
18 Wie onvoorzichtig uitvaart, die steekt als een dolk; maar de tong der wijzen is heilzaam.
19 Een waarachtige mond bestaat eeuwiglijk, maar de valse tong bestaat niet lang.
20 Zij, die kwaad smeden, bedriegen, maar wie tot vrede raden, maken vreugd.
21 Den rechtvaardige zal geen leed geschieden, maar de goddelozen zullen volop ongeluk hebben
22 Valse tongen zijn den Heer een gruwel, maar wie getrouw handelen behagen hem.
23 Een verstandig man verbergt hetgeen hij weet, maar het hart der dwazen roept zijne wijsheid uit.
24 De vlijtige hand zal heersen, maar wie traag is zal schatting moeten betalen.
25 Zorg in het hart krenkt, maar een vriendelijk woord verblijdt.
26 De rechtvaardige heeft het beter dan zijn naaste, maar de weg der goddelozen verleidt hen.
27 Enen trage gelukt zijn handel niet, maar een naarstig mens wordt rijk.
28 Op den weg der gerechtigheid is het leven, en op het gebaande pad is geen dood.