the Fourth Week of Advent
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Numeri 36
1 En de hoofden der vaderen van de geslachten der kinderen van Gilead, den zoon van Machir, die een zoon van Manasse was, van de geslachten der kinderen van Jozef, traden toe en spraken voor Mozes, en voor de vorsten, hoofden der vaderen van de kinderen Israls,2 en zeiden :De Heer heeft mijnen heer geboden, dat men het land aan de kinderen Israls tot een erfdeel zou geven door het lot; ook is mijnen heer door den Heer geboden, dat men het erfdeel van Zelafead, onzen broeder, aan zijne dochters geven zal.3 Wanneer iemand uit de stammen van Isral haar tot vrouwen neemt, zo zal het erfdeel onzer vaderen minder worden; en zoveel zij hebben, zal tot het erfdeel komen van dien stam, in welken zij komen; alzo wordt het lot onzes erfdeels verminderd.4 Wanneer dan nu het jubeljaar der kinderen Israls komt, zo zal haar erfdeel tot het erfdeel van dien stam komen, in welken zij zijn: alzo wordt het erfdeel onzer vaderen met zoveel verminderd als zij hebben.
5 Toen gebood Mozes den kinderen Israls, naar het bevel des Heren, zeggende: De stam der kinderen van Jozef heeft recht gesproken.6 Dit is het wat de Heer gebiedt aan de dochters van Zelafead, zeggende: Laat haar trouwen zoals het haar goeddunkt, alleen dat zij trouwen in het geslacht van den stam haars vaders;7 opdat de erfdelen der kinderen Israls niet vallen van den enen stam tot den anderen; want een ieder onder de kinderen Israls zal aan het erfdeel van den stam zijner vaderen gebonden zijn.8 En alle dochters, die een erfdeel bezitten onder de stammen der kinderen Israls, zullen trouwen met een uit het geslacht van den stam haars vaders, opdat elk der kinderen Israls het erfdeel zijner vaderen behoude,9 en opdat niet een erfdeel van den enen stam overga tot een anderen stam, maar een ieder aan zijn erfdeel onder de stammen der kinderen Israls gebonden zij.10 Gelijk de Heer aan Mozes geboden had, zo deden de dochters van Zelafead:11 Mahla, Tirza, Hogla, Milka en Noa; en zij trouwden met de zonen van hare neven;12 in het geslacht der kinderen van Manasse, den zoon van Jozef, werden zij tot vrouwen. Alzo bleef haar erfdeel aan den stam van het geslacht haars vaders.13 Dit zijn de geboden en rechten, welke de Heer door Mozes gebood aan de kinderen Israls op de vlakke velden der Moabieten, aan den Jordaan tegenover Jericho.