the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Numeri 25
1 En Isral nam zijn verblijf in Sittim; en het volk begon te hoereren met de dochters der Moabieten,2 die het volk tot het offer harer goden nodigden, en het volk at, en aanbad hare goden.3 En Isral hing Bal-Peor aan; toen ontstak de toorn des Heren over Isral,4 en de Heer sprak tot Mozes: Neem al de oversten des volks en hang hen op, voor den Heer, in het aanzien der zon, opdat de hitte van des Heren toorn van Isral afgewend worde.5 En Mozes sprak tot de rechters van Isral: Een ieder dode zijne lieden, die Bal-Peor aangehangen hebben.
6 En zie, een man uit de kinderen Israls kwam, en bracht tot zijne broeders ene Midianietische vrouw, voor het oog van Mozes en de gehele gemeente der kinderen Israls, terwijl dezen weenden voor den ingang van de tent der samenkomst.7 Toen Pinehas, de zoon van Eleazar, den zoon van Aron, den priester, dat zag, stond hij op uit de gemeente en nam ene spies in zijne hand.8 En hij ging den Isralietischen man achterna tot in de kamer, en doorstak hen beiden, den Isralietischen man en de vrouw, door hunnen buik. Toen hield de plaag op onder de kinderen Israls.9 En er werden gedood in de plaag vier en twintig duizend.10 En de Heer sprak tot Mozes, zeggende:11 Pinehas, de zoon van Eleazar, den zoon van Aron, den priester, heeft mijn gramschap van de kinderen Israls afgewend, door zijnen ijver voor Mij, opdat Ik niet in mijnen ijver de kinderen Israls verdelgde.12 Daarom zeg: Zie, Ik geef hem mijn verbond des vredes.13 En hij, en zijn zaad na hem, zal hebben het verbond des eeuwigen priesterschaps, omdat hij voor zijnen God geijverd en de kinderen Israls verzoend heeft.14 De Isralietische man nu, die gedood was met de Midianietische vrouw, was genaamd Zimri, de zoon van Salu, een vorst van een vaderhuis der Simeonieten.15 En de Midianietische vrouw, die ook gedood was, was genaamd Kozbi, de dochter van Zur, die een vorst was van een geslacht onder de Midianieten.
16 En de Heer sprak tot Mozes, zeggende:17 Doe den Midianieten schade en versla hen.18 Want zij hebben u schade gedaan met hunne listigheid, waarmede zij u verstrikt hebben door Peor, en door hunne zuster Kozbi, de dochter van den vorst der Midianieten, die gedood is op den dag der plaag, om Peors wil.