Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Numeri 26

1 En na de plaag sprak de Heer tot Mozes, en tot Eleazar, den zoon van den priester Aron, zeggende:2 Neemt de som van de gehele gemeente der kinderen Israls op, van twintig jaar af en daarboven, naar hunne vaderhuizen, allen die bekwaam zijn in Isral om ten strijde te trekken.3 En Mozes, benevens de priester Eleazar, sprak in de vlakke velden der Moabieten, aan den Jordaan, tegenover Jericho,4 tot hen die twintig jaar oud waren en daarboven, zoals de Heer aan Mozes geboden had en aan de kinderen Israls, die uit Egypte getrokken waren.

5 Ruben, de eerstgeborene van Isral. Rubens zonen nu waren: Henoch, van dien komt het geslacht der Henochieten; Pallu, van dien komt het geslacht der Pallueten;6 Hezron, van dien komt het geslacht der Hezronieten; Karmi, van dien komt het geslacht der Karmieten.7 Dit zijn de geslachten van Ruben, en hun getal was drie en veertig duizend zeven honderd en dertig.8 En de zoon van Pallu was Eliab;9 en Eliabs zonen waren Nemul, en Dathan, en Abiram: dezen zijn die Dathan en Abiram, de voornamen in de gemeente die tegen Mozes en Aron opstonden in de samenrotting van Korach, toen zij tegen den Heer opstonden,10 en de aarde haren mond opendeed, en hen verslond met Korach, toen dat rot stierf, toen het vuur tweehonderd en vijftig mannen verteerde en zij tot een teken werden.11 Maar de zonen van Korach stierven niet.12 Simeons zonen naar hunne geslachten waren: Nemul, van dien komt het geslacht der Nemulieten; Jamin, van dien komt het geslacht der Jaminieten; Jachin, van dien komt het geslacht der Jachinieten;13 Zerah, van dien komt het geslacht der Zerahieten; Saul, van dien komt het geslacht der Saulieten.14 Dit zijn de geslachten van Simeon: twee en twintig duizend en tweehonderd.15 Gads zonen naar hunne geslachten waren: Zefon, van dien komt het geslacht der Zefonieten; Haggi, van dien komt het geslacht der Haggieten; Suni, van dien komt het geslacht der Sunieten;16 Ozni, van dien komt het geslacht der Oznieten;17 Eri, van dien komt het geslacht der Erieten; Arod, van dien komt het geslacht der Arodieten; Areli, van dien komt het geslacht der Arelieten.18 Dit zijn de geslachten der zonen van Gad naar hun getal: veertig duizend en vijfhonderd.19 De zonen van Juda: Er en Onan; doch die beiden stierven in het land Kanan.20 Maar de zonen van Juda waren naar hunne geslachten: Sela, van dien komt het geslacht der Selanieten; Perez, van dien komt het geslacht der Perezieten; Zerah, van dien komt het geslacht der Zerahieten.21 En de zonen van Perez waren: Hezron, van dien komt het geslacht der Hezronieten; Hamul, van dien komt het geslacht der Hamulieten.22 Dit zijn de geslachten van Juda naar hun getal: zes en zeventig duizend en vijfhonderd.23 Issaschars zonen naar hunne geslachten waren: Tola, van dien komt het geslacht der Tolaeten; Puva, van dien komt het geslacht der Punieten;24 Jasub, van dien komt het geslacht der Jasubieten; Simron, van dien komt het geslacht der Simronieten.25 Dit zijn de geslachten van Issaschar naar hun getal: vier en zestig duizend en driehonderd.26 Zebulons zonen naar hunne geslachten waren: Sered, van dien komt het geslacht der Seredieten; Elon, van dien komt het geslacht der Elonieten; Jahlel, van dien komt het geslacht der Jahlelieten.27 Dit zijn de geslachten van Zebulon naar hun getal: zestig duizend vijfhonderd.28 Jozefs zonen naar hunne geslachten waren: Manasse en Efram.29 De zonen van Manasse waren: Machir van dien komt het geslacht der Machirieten; en Machir verwekte Gilead, van dien komt het geslacht der Gileadieten.30 Dit zijn Gileads zonen: Izer, van dien komt het geslacht der Izerieten; Helek, van dien komt het geslacht der Helekieten;31 Asril, van dien komt het geslacht der Asrilieten; Sechem, van dien komt het geslacht der Sechemieten;32 Semida, van dien komt het geslacht der Semidaeten; Hefer, van dien komt het geslacht der Heferieten.33 Doch Zelafead, Hefers zoon, had geen zonen maar dochters; die waren genaamd: Mahla, Noa, Hogla, Milka en Tirza.34 Dit zijn de geslachten van Manasse naar hun getal: twee en vijftig duizend en zevenhonderd.35 Eframs zonen naar hunne geslachten waren: Sutlah, van dien komt het geslacht der Sutelahieten; Becher, van dien komt het geslacht der Becherieten; Tahan, van dien komt het geslacht der Tahanieten.36 En de zonen van Sutlah waren: Eran, van dien komt het geslacht der Eranieten.37 Dit zijn de geslachten der zonen van Efram naar hun getal: twee en dertig duizend en vijfhonderd. Dit zijn de zonen van Jozef naar hunne geslachten.38 Benjamins zonen naar hunne geslachten waren: Bela, van dien komt het geslacht der Belaeten; Asbel, van dien komt het geslacht der Asbelieten; Ahiram, van dien komt het geslacht der Ahiramieten;39 Sufam, van dien komt het geslacht der Sufamieten; Hufam, van dien komt het geslacht der Hufamieten.40 En de zonen van Bela waren: Ard en Naman; van dezen komen de geslachten der Ardieten en Namieten.41 Dit zijn de zonen van Benjamin naar hunne geslachten en naar hun getal: vijf en veertig duizend en zeshonderd.42 De zonen van Dan naar hunne geslachten waren: Suham, van dien komt het geslacht der Suhamieten. Dit zijn de geslachten van Dan naar hunne geslachten,43 en zij waren te zamen naar hun getal vier en zestig duizend en vierhonderd.44 Asers zonen naar hunne geslachten waren: Jimna, van dien komt het geslacht der Jimnaieten; Jisvi, van dien komt het geslacht der Jisvieten; Beria, van dien komt het geslacht der Berieten.45 De zonen van Beria waren: Heber, van dien komt het geslacht der Heberieten; Malkil, van dien komt het geslacht der Malkilieten.46 En de dochter van Aser was genaamd Serah.47 Dit zijn de geslachten der zonen van Aser naar hun getal: drie en vijftig duizend en vierhonderd.48 De zonen van Naftali naar hunne geslachten waren: Jahzel, van dien komt het geslacht der Jahzelieten; Guni, van dien komt het geslacht der Gunieten;49 Jezer, van dien komt het geslacht der Jezerieten; Sillem, van dien komt het geslacht der Sillemieten.50 Dit zijn de geslachten van Naftali naar hun getal: vijf en veertig duizend en vierhonderd.51 Dit is de som der kinderen Israls: zeshonderd een duizend zevenhonderd en dertig.

52 En de Heer sprak tot Mozes, zeggende:53 Aan dezen zult gij het land uitdelen tot een erfdeel, naar het getal der namen.54 Velen zult gij veel tot een erfdeel geven, en weinigen weinig: aan ieder zal men geven naar zijn getal.55 Doch men zal het land door het lot uitdelen; naar de namen der stammen hunner vaderen zullen zij het erfdeel ontvangen.56 Want naar het lot zult gij hun erfdeel uitdelen, tussen de velen en de weinigen.

57 En dit is de som der Levieten naar hunne geslachten: Gerson, van dien komt het geslacht der Gersonieten; Kohath, van dien komt het geslacht der Kohathieten; Merari, van dien komt het geslacht der Merarieten.58 Dit zijn de geslachten van Levi: het geslacht der Libnieten, het geslacht der Hebronieten, het geslacht der Mahlieten, het geslacht der Musieten, het geslacht der Korachieten. Kohath verwekte Amram,59 en Amrams vrouw was genaamd Jochbed, ene dochter van Levi, die hem geboren werd in Egypte; en zij baarde aan Amram Aron en Mozes en hunne zuster Mirjam.60 En aan Aron werden geboren Nadab, Abihu, Eleazar en Ithamar.61 Maar Nadab en Abihu stierven, toen zij vreemd vuur brachten voor den Heer.62 En hunne som was drie en twintig duizend, al wat mannelijk was, van een maand af en daarboven; want zij werden niet geteld onder de kinderen Israls, want men gaf hun geen erfdeel onder de kinderen Israls.

63 Dit is de som der kinderen Israls, welke Mozes en Eleazar, de priester, telden in de vlakke velden der Moabieten, aan den Jordaan tegenover Jericho;64 onder welke niemand was uit die som, toen Mozes en de priester Aron de kinderen Israls telden in de woestijn Sina.65 Want de Heer had tot hen gezegd, dat zij den dood zouden sterven in de woestijn; en niemand bleef over dan Kaleb, de zoon van Jefunne, en Jozua, de zoon van Nun.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile