the Fourth Week of Advent
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Mattheüs 11
1 En het geschiedde, toen Jezus die geboden aan zijne twaalf jongeren geindigd had, dat hij van daar voortging, om te leren en te prediken in hunne steden.2 Toen nu Johannes in de gevangenis van de werken van Christus hoorde, zond hij twee van zijne jongeren,3 en liet aan hem zeggen: Zijt gij het, die komen zal, of moeten wij een ander verwachten?4 En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gaat heen en zegt aan Johannes weder hetgeen gij ziet en hoort:5 de blinden worden ziende en de lammen gaan, de melaatsen worden rein en de doven horen, de doden staan op en den armen wordt het evangelie gepredikt;6 en zalig is hij, die aan mij geen aanstoot neemt.
7 Toen nu dezen heengingen, begon Jezus tot het volk aangaande Johannes te zeggen: Wat zijt gij uitgegaan in de woestijn om te aanschouwen? Een riet, dat door den wind heen en weder bewogen wordt?8 Of wat zijt gij uitgegaan om te aanschouwen? Een mens, in zachte klederen gekleed? Zie, die zachte klederen dragen, zijn in de huizen der koningen.9 Of wat zijt gij uitgegaan om te zien? Een profeet? Ja, ik zeg u: Veel meer dan een profeet.10 Want deze is het, van wien geschreven staat: "Zie, ik zend mijnen Engel voor u uit, die uwen weg voor u uit bereiden zal".11 Voorwaar, ik zeg u: Onder allen, die van vrouwen geboren zijn, is er niemand opgestaan die groter is dan Johannes de Doper; maar wie de kleinste is in het hemelrijk, is groter dan hij.12 Maar van de dagen van Johannes den Doper af tot nu toe lijdt het hemelrijk geweld; en die het geweld aandoen, trekken het tot zich.13 Want alle Profeten en de Wet hebben geprofeteerd tot op Johannes.14 En zo gij het wilt aannemen, hij is Elia, die komen zou.15 Wie oren heeft om te horen, die hore!
16 Maar bij wien zal ik dit geslacht vergelijken? Het is gelijk aan kinderen, die op de markt zitten en hunnen gezellen toeroepen,17 zeggende: Wij hebben voor u op de fluit gespeeld en gij wildet niet dansen; wij hebben u klaagliederen voorgezongen en gij wildet niet wenen.18 Johannes is gekomen en at en dronk niet; zo zeggen zij: Hij heeft een bozen geest.19 Des Mensen Zoon is gekomen en eet en drinkt; zo zeggen zij: Zie, wat vraat en wijnzuiper is die mens, een metgezel van tollenaren en zondaren. Doch de wijsheid is gerechtvaardigd door hare kinderen.20 Toen begon hij de steden te verwijten, in welke zijne meeste daden geschied waren, en die zich nochtans niet bekeerd hadden:21 Wee u, Chorazin, wee u, Bethsada! Want indien te Tyrus en Sidon die daden gedaan waren, die in u geschied zijn, zij zouden eertijds in zak en as boete gedaan hebben.22 Doch ik zeg u: Het zal Tyrus en Sidon draaglijker zijn ten dage des oordeels dan ulieden.23 En gij Kaprnam, dat tot den hemel toe verheven zijt, gij zult tot in de hel nedergestoten worden; want indien te Sodom die daden geschied waren, die bij u geschied zijn, het zou heden nog staan.24 Doch ik zeg u: Het zal het land van Sodom draaglijker zijn ten dage des oordeels dan ulieden.
25 Op dien tijd antwoordde Jezus en zeide: Ik dank u, Vader, Heer des hemels en der aarde, dat gij dit den wijzen en schranderen verborgen hebt, en het den onmondigen hebt geopenbaard.26 Ja, Vader, want zo is het welbehaaglijk geweest voor u.27 Alle dingen zijn Mij overgegeven door mijnen Vader; en niemand kent den Zoon dan alleen de Vader, en niemand kent den Vader dan de Zoon, en wien de Zoon het wil openbaren.28 Komt herwaarts tot mij, gij allen die vermoeid en beladen zijt; ik zal u rust geven.29 Neemt mijn juk op u, en leert van mij; want ik ben zachtmoedig en van harte ootmoedig; zo zult gij rust vinden voor uwe zielen.30 Want mijn juk is zacht en mijn last is licht.