Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Markus 12

1 En hij begon tot hen door gelijke nissen te spreken: Een mens plantte een wijngaard, en maakte er een omtuining omheen, en groef ene wijnpers, en bouwde een toren; en verhuurde hem aan wijngaardeniers, en reisde buitenslands.2 En toen de tijd kwam, zond hij een knecht tot de wijngaardeniers, opdat hij van de wijngaardeniers zou ontvangen van de vruchten des wijngaards;3 maar zij namen hem en sloegen hem, en zonden hem ledig heen.4 Wederom zond hij een anderen knecht tot hen; dien wierpen zij met stenen, en kwetsten hem het hoofd, en zonden hem versmaad heen.5 Wederom zond hij een anderen, en dien doodden zij; en vele anderen, waarvan zij sommigen sloegen en sommigen doodden.6 Toen had hij nog een enigen zoon, die hem lief was; dien zond hij ten laatste ook tot hen, en zeide: Zij zullen toch mijnen zoon ontzien.7 Maar die wijngaardeniers zeiden onder elkander: Deze is de erfgenaam: komt, laat ons hem doden, zo zal het erfgoed het onze zijn.8 En zij namen hem en doodden hem, en wierpen hem uit buiten den wijngaard.9 Wat zal nu de heer des wijngaards doen? Hij zal komen en de wijngaardeniers ombrengen, en den wijngaard aan anderen geven.10 Hebt gij ook deze Schrift niet gelezen: "De steen, dien de bouwlieden verworpen hebben, is tot een hoeksteen geworden;11 van den Heer is dit geschied, en het is wonderlijk in onze ogen"? --12 En zij zochten hem te vangen, en vreesden echter voor het volk; want zij verstonden, dat hij die gelijkenis op hen gezegd had. En zij verlieten hem en gingen weg.

13 En zij zonden tot hem sommigen van de Farizen en van de Herodianen om hem in zijne woorden te vangen.14 En zij kwamen en zeiden tot hem: Meester, wij weten, dat gij waarachtig zijt, en naar niemand vraagt; want gij acht het aanzien der mensen niet, maar gij leert den weg Gods recht. Is het recht, dat men den keizer cijns geve of niet? Zullen wij dien geven of niet geven?15 Maar hij merkte hunne geveinsdheid, en zeide tot hen: Wat verzoekt gij mij? Brengt mij een penning, opdat ik hem zie.16 En zij brachten hem er een. Toen zeide hij tot hen: Wiens is dit beeld en het opschrift? Zij zeiden tot hem: Des keizers.17 Toen antwoordde Jezus en zeide tot hen: Zo geeft den keizer wat des keizers is en Gode wat Gods is. En zij verwonderden zich over hem.

18 Toen traden de Sadducen tot hem, die zeggen dat er geen opstanding is; dezen vraagden hem en zeiden:19 Meester, Mozes heeft ons voorgeschreven: Indien iemands broeder sterft, en ene vrouw achterlaat, en geen kinderen nalaat, zo zal zijn broeder diens vrouw nemen en zijnen broeder kroost verwekken.20 Nu zijn er zeven broeders geweest; de eerste nam ene vrouw, en stierf, en liet geen kroost na.21 En de tweede nam haar, en stierf en liet ook geen kroost na; de derde desgelijks;22 en alle zeven namen haar, en lieten geen kroost na. Ten laatste na allen stierf ook de vrouw.23 In de opstanding nu, als dezen opstaan, wiens vrouw zal zij zijn onder hen? Want alle zeven hebben haar tot vrouw gehad.24 Toen antwoordde Jezus en zeide tot hen: Is het niet zo? Gij dwaalt, omdat gij de Schrift niet kent noch de kracht Gods.25 Wanneer zij uit de doden zullen opstaan, zullen zij niet trouwen noch ten huwelijk uitgegeven worden; maar zij zijn gelijk de Engelen in den hemel.26 En aangaande de doden, dat zij opstaan zullen, hebt gij niet gelezen in het boek van Mozes, hoe God in het bos tot hem sprak, zeggende: "Ik ben de God van Abraham en de God van Isak en de God van Jakob"?27 Maar God is niet een God der doden, maar der levenden. Gij dwaalt dus zeer.

28 Toen trad tot hem een der Schriftgeleerden, die aangehoord had, hoe zij elkander ondervraagden, en zag, dat hij hun wl had geantwoord, en vraagde hem: Welk is het voornaamste gebod van alle?29 En Jezus antwoordde hem: Het voornaamste van alle geboden is dit: "Hoor Isral, de Heer onze God is een nig Heer.30 En gij zult God, uwen Heer, liefhebben met uw ganse hart, met uwe ganse ziel, met geheel uw verstand en uit al uwe krachten". Dit is het voornaamste gebod.31 En het andere is daaraan gelijk: "Gij zult uwen naaste liefhebben als uzelven". Er is geen ander gebod groter dan dit.32 En de Schriftgeleerde zeide tot hem: Meester, gij hebt voorwaar recht gesproken; want er is n God, en er is geen ander buiten hem;33 en hem lief te hebben met het ganse hart, met geheel het verstand, met de ganse ziel en uit alle krachten, en zijnen naaste lief te hebben als zichzelven, dit is meer dan alle brandoffers en andere offers.34 En toen Jezus zag, dat hij verstandig antwoordde, zeide hij tot hem: Gij zijt niet ver van het rijk Gods. En niemand durfde hem meer vragen.

35 En Jezus antwoordde en zeide, toen hij leerde in den tempel: Hoe zeggen de Schriftgeleerden, dat de Christus Davids zoon is?36 En echter zegt David zelf door den Heiligen Geest: "De Heer heeft gezegd tot mijnen Heer: Zet u aan Mijne rechterhand, totdat Ik uwe vijanden leg tot ene voetbank uwer voeten".37 Noemt hem nu David zelf zijnen Heer; hoe is hij dan zijn zoon? --En veel volk hoorde hem gaarne.38 En hij leerde hen en zeide tot hen: Wacht u voor de Schriftgeleerden, die in lange klederen gaan, en zich gaarne laten groeten op de markt,39 en gaarne vooraan zitten in de synagogen, en boven aan bij de maaltijden;40 die de huizen der weduwen opeten en voor den schijn lange gebeden doen zij zullen te zwaarder oordeel ontvangen.

41 En Jezus zette zich tegenover de godskist, en zag, hoe het volk geld wierp in de godskist; en vele rijken wierpen er veel in.42 En er kwam ene arme weduwe en wierp er twee penningen in, ter waarde van een oortje.43 En hij riep zijne jongeren tot zich, en zeide tot hen: Voorwaar, ik zeg u: Deze arme weduwe heeft meer in de godskist geworpen dan allen, die er ingeworpen hebben;44 want zij hebben allen van hunnen overvloed er ingeworpen, maar dze heeft van hare armoede, al wat zij had, haar gansen leeftocht, er ingeworpen.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile