Lectionary Calendar
Friday, November 22nd, 2024
the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Attention!
For 10¢ a day you can enjoy StudyLight.org ads
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Maleachi 2

1 En nu, o priesters, tot u is dit gebod gericht.2 Is het, dat gij het niet horen noch ter harte zult nemen, om mijnen naam de eer te geven, spreekt de Heer Zebath, zo zal Ik den vloek onder u zenden en uwen zegen in vloek verkeren; ja vervloeken zal Ik hem, dewijl gij het niet ter harte wilt nemen.3 Zie, Ik zal u bestraffen, benevens het zaad, en u den drek uwer feestdagen in het aangezicht werpen, en die zal aan u blijven kleven.4 Zo zult gij dan gewaarworden, dat Ik dit gebod tot u gezonden heb, opdat mijn verbond zou zijn met Levi, spreekt de Heer Zebath.5 Want mijn verbond met hem was het leven en de vrede, en Ik gaf hem de vrees, dat hij Mij vreesde en mijnen naam ontzag.6 De wet der waarheid was in zijnen mond, en geen kwaad was op zijne lippen gevonden; hij wandelde voor Mij vreedzaam en oprecht en bekeerde er velen van zonde.7 Want de lippen des priesters moeten de leer bewaren, opdat men uit zijnen mond de wet vrage; want hij is een Engel des Heren Zebath.8 Doch gij zijt van den weg afgetreden en hebt velen doen struikelen in de wet en hebt het verbond met Levi gebroken, spreekt de Heer Zebath.9 Daarom heb Ik u ook verachtelijk gemaakt en vernederd voor al het volk, dewijl gij mijne wegen niet houdt en den persoon aanziet in de wet.

10 Hebben wij niet allen nen vader? Heeft niet n God ons geschapen? Waarom verachten wij dan de een den ander en ontheiligen het verbond met onze vaderen gemaakt?11 Juda is een verachter geworden en in Isral en te Jeruzalem zijn gruwelen bedreven; want Juda heeft de heiligheid des Heren, die Hij liefheeft, ontheiligd, en boeleerde met de dochter van een vreemden god.12 Maar de Heer zal dengene, die dat doet, uitroeien uit de tenten van Jakob, zo die wachthoudt als die antwoordt, die den Heer Zebath het spijsoffer brengt.13 Verder doet gij ook dit, dat voor het altaar des Heren niets dan tranen, geween en zuchten zijn, zodat Ik het spijsoffer niet meer kan aanzien, noch iets met welgevallen uit uwe hand ontvangen.14 En dan zegt gij: waarom dit? Daarom, dat de Heer getuige is tussen u en de vrouw uwer jeugd, welke gij versmaadt; haar, die nochtans uwe gezellin en de vrouw uws verbonds is.15 Zo deed de enige niet, ofschoon er veel geest in hem was? Maar wat deed de enige? Hij zocht het zaad van God beloofd. Daarom wacht u in uwen geest, dat niemand versmaadt de vrouw zijner jeugd.16 Maar wie haar haat en verstoot, spreekt de Heer, Israls God, die bedekt met geweldenarij zijn gewaad, spreekt de Heer Zebath; derhalve wacht u in uwen geest en versmaadt haar niet.17 Gij doet den Heer moeite aan door uw spreken; en gij zegt: Waarmede doen wij Hem moeite aan? Hiermede, dat gij zegt: Wie kwaad doet, die behaagt den Heer en Hij heeft welbehagen in hem; of: Waar is de God, die straft?

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile