Lectionary Calendar
Sunday, December 22nd, 2024
the Fourth Week of Advent
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Lutherse Vertaling

Lukas 3

1 In het vijftiende jaar der regering van keizer Tiberius, toen Pontius Pilatus landvoogd van Juda was, en Herodes viervorst van Galila, en zijn broeder Filippus viervorst van Itura en van het landschap Trachontis, en Lysanias viervorst van Abilne,2 toen Annas en Kjafas hogepriesters waren, geschiedde het bevel Gods aan Johannes, den zoon van Zacharias, in de woestijn.3 En hij kwam in alle landstreken rondom den Jordaan en predikte den doop der boete tot vergeving der zonden;4 gelijk geschreven staat in het boek der woorden van Jesaja, die zegt: "Er is ene stem eens predikers in de woestijn: Bereidt den weg des Heren, en maakt zijne paden recht5 Alle dalen zullen vol worden, en alle bergen en heuvels zullen vernederd worden; en wat krom is zal recht worden, en wat oneffen is zal een effen weg worden;6 en alle vlees zal het heil Gods zien".7 Toen zeide hij tot het volk, dat uitging om zich door hem te laten dopen: Gij addergebroedsels, wie heeft u getoond, dat gij den toekomenden toorn ontvlieden zult?8 Ziet toe, brengt oprechte vruchten der boete voort, en begint niet bij uzelve te zeggen: Wij hebben Abraham tot een vader; want ik zeg u, dat God ook uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken.9 De bijl is reeds aan den wortel der bomen gelegd; elke boom dan, die geen goede vruchten voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen.10 En het volk vraagde hem en zeide: Wat zullen wij dan doen?11 En hij antwoordde en zeide tot hen: Wie twee rokken heeft, geve er een aan hem die er geen heeft, en wie spijs heeft doe desgelijks.12 En er kwamen ook tollenaars om zich te laten dopen, en zeiden tot hem: Meester, wat zullen wij doen?13 En hij zeide tot hen: Eist niet meer dan hetgeen gezet is.14 Toen vraagden hem ook krijgslieden en zeiden: Wat moeten wij doen? En hij zeide tot hen: Doet niemand geweld noch onrecht, en vergenoegt u met uwe soldij.

15 Toen nu het volk in verwachting was, en zij in hunne harten van Johannes dachten, of hij niet misschien de Christus ware,16 antwoordde Johannes en zeide tot allen: Ik doop u met water, maar er komt een, die sterker is dan ik, wiens schoenriemen ik niet waardig ben te ontbinden; die zal u met den Heiligen Geest en met vuur dopen;17 in zijne hand is de wan, en hij zal zijnen dorsvloer vegen, en zal de tarwe in zijne schuur vergaderen, maar het kaf zal hij met onuitbluschbaar vuur verbranden.18 En nog vele andere vermaningen gaf hij aan het volk en verkondigde hun het heil.19 Maar Herodes, de viervorst, toen hij door hem bestraft werd vanwege Herodias, zijns broeders vrouw, en over al het kwaad dat Herodes deed,20 zette hij ook boven dit alles nog Johannes in de gevangenis.

21 En het geschiedde, toen al het volk zich liet dopen, en Jezus ook gedoopt was en bad, dat de hemel zich opende,22 en de Heilige Geest op hem nederdaalde in een lichamelijke gedaante, gelijk ene duif, en ene stem kwam uit den hemel, die zeide: Gij zijt mijn geliefde Zoon; in u heb Ik een welbehagen.23 En Jezus was, toen hij begon, omstreeks dertig jaar oud, en werd gehouden voor den zoon van Jozef, den zoon van Eli,24 den zoon van Matthat, den zoon van Levi, den zoon van Melchi, den zoon van Jannas, den zoon van Jozef,25 den zoon van Mattathias, den zoon van Amos, den zoon van Nahum, den zoon van Esli, den zoon van Nagga,26 den zoon van Math, den zoon van Mattathias, den zoon van Sime, den zoon van Jozef,27 den zoon van Juda, den zoon van Johanan, den zoon van Resa, den zoon van Zerubbabel, den zoon van Sealtil, den zoon van Neri,28 den zoon van Melchi, den zoon van Addi, den zoon van Kosam, den zoon van Elmodam, den zoon van Er,29 den zoon van Joses, den zoon van Elizer, den zoon van Jorim, den zoon van Matthat, den zoon van Levi,30 den zoon van Simeon, den zoon van Juda, den zoon van Jozef, den zoon van Jonam, den zoon van Eljakim,31 den zoon van Meleas, den zoon van Manan, den zoon van Mattatha, den zoon van Nathan, den zoon van David,32 den zoon van Isa, den zoon van Obed, den zoon van Boas, den zoon van Salmon, den zoon van Nahesson,33 den zoon van Amminadab, den zoon van Ram, den zoon van Hesron, den zoon van Peres, den zoon van Juda,34 den zoon van Jakob, den zoon van Isak, den zoon van Abraham, den zoon van Terah, den zoon van Nahor,35 den zoon van Serug, den zoon van Rehu, den zoon van Peleg den zoon van Heber, den zoon van Selah,36 den zoon van Kanan, den zoon van Arpachsad, den zoon van Sem, den zoon van Noach, den zoon van Lamech,37 den zoon van Methuslah, den zoon van Henoch, den zoon van Jered, den zoon van Mahalalel, den zoon van Kenan,38 den zoon van Enos, den zoon van Seth, den zoon van Adam, den zoon van God.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile