the Week of Proper 28 / Ordinary 33
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
Leviticus 9
1 En op den achtsten dag riep Mozes Aron, zijne zonen en de oudsten van Isral;2 en hij sprak tot Aron: Neem een kalf tot een zondoffer en een ram tot een brandoffer, beide zonder gebrek, en breng ze voor den Heer.3 En spreek tot de kinderen Israls, zeggende: Neemt een geitebok tot een zondoffer, en een kalf en een lam, beide n jaar oud en zonder gebrek, tot een brandoffer;4 en een os en een ram tot een dankoffer, om te offeren voor den Heer, en een spijsoffer met olie gemengd; want heden zal de Heer u verschijnen.5 En zij namen hetgeen Mozes geboden had, Vr den ingang van de tent der samenkomst; en de gehele gemeente naderde, en stond voor den Heer.6 Toen sprak Mozes. Dit is het wat de Heer geboden heeft; doet het, zo zal de heerlijkheid des Heren u verschijnen.7 En Mozes sprak tot Aron: Nader tot het altaar en bereid uw zondoffer en uw brandoffer, en verzoen uzelf en het volk; bereid daarna het offer des volks, en verzoen het, gelijk de Heer geboden heeft.
8 En Aron naderde tot het altaar, en slachtte het kalf tot zijn zondoffer;9 en zijne zonen brachten het bloed tot hem, en hij doopte met zijnen vinger in dat bloed, en deed het op de hoornen van het altaar, en goot dat bloed uit aan den voet des altaars;10 maar het vet en de nieren en het net van de lever aan het zondoffer ontstak hij op het altaar, gelijk de Heer aan Mozes geboden had;11 en het vlees en de huid verbrandde hij met vuur buiten het leger12 Daarna slachtte hij het brandoffer, en Arons zonen brachten het bloed tot hem, en hij sprengde het rondom tegen het altaar;13 en zij brachten het brandoffer tot hem, in stukken gedeeld, benevens het hoofd, en hij ontstak het op het altaar;14 en hij wies het ingewand en de schenkels, en hij ontstak het boven het brandoffer op het altaar.15 Daarna bracht hij ook het offer des volks, en hij nam den bok, het zondoffer des volks, en slachtte hem, en bereidde daarvan een zondoffer, gelijk het vorige.16 Toen bracht hij het brandoffer aan, en bereidde het volgens het voorschrift.17 En hij bracht het spijsoffer aan, en nam daarvan een handvol, en ontstak het op het altaar, benevens het morgenbrandoffer.18 Daarna slachtte hij den os en den ram tot een dankoffer des volks; en zijne zonen brachten hem het bloed, en dat sprengde hij rondom tegen het altaar;19 maar het vet van den os en van den ram, den staart, en het vet aan het ingewand, en de nieren, en het vet over de lever:20 al dat vet leiden zij op de borsten, en hij ontstak dat vet op het altaar;21 maar de borsten en den rechterschouder bewoog Aron tot een beweegoffer voor den Heer, gelijk de Heer aan Mozes geboden had.22 En Aron hief zijne handen op tot het volk en zegende het, en hij klom af, toen hij het zondoffer, brandoffer en dankoffer verricht had.
23 En Mozes en Aron gingen in de tent der samenkomst; en toen zij er weder uitgingen, zegenden zij het volk. Toen verscheen de heerlijkheid des Heren aan al het volk;24 want een vuur ging uit van den Heer, en verteerde op het altaar het brandoffer en het vet. Toen al het volk dat zag, juichten zij en vielen op hun aangezicht.